Bronnen
Inkomenspanelonderzoek (IPO)
Dit panel(steekproef)onderzoek geeft een beeld van de samenstelling en verdeling van het inkomen van huishoudens en personen in Nederland. De inkomensgegevens zijn voornamelijk afkomstig van de Belastingdienst. Het IPO is vrijwel jaarlijks beschikbaar in de periode 1977–2014: tot 1989 om de vier jaar, van 1989 tot en met 2014 jaarlijks. De steekproef van het IPO bestond in 2014 uit bijna 100 duizend huishoudens met 280 duizend personen. Het IPO is inmiddels vervangen door een integraal onderzoek, dat loopt vanaf 2011. De inkomensgegevens uit de IPO-reeks 1977–2014 zijn aangepast aan de integrale gegevens, zodat alle jaren onderling vergelijkbaar zijn.
Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS)
Vanaf statistiekjaar 2011 publiceert het CBS over inkomen op basis van gegevens van alle huishoudens en personen in Nederland. De inkomensgegevens zijn voornamelijk afkomstig van de Belastingdienst. Cijfers uit de reeks vanaf 2011 verschilden vooralsnog met IPO-cijfers uit de reeks tot en met 2014. Maar inmiddels zijn de IPO-gegevens aangepast aan de integrale inkomensgegevens, waardoor een vergelijkbare reeks inkomensgegevens vanaf 1977 beschikbaar is. Vermogensgegevens zijn integraal beschikbaar vanaf 2006. Vanaf 2011 is er completere informatie van bank- en spaartegoeden en effecten beschikbaar. Alle kleine tegoeden worden vanaf dat moment ook waargenomen. Hierdoor zijn er meer huishoudens met deze vermogensbestanddelen. Vanaf 2011 is er tevens completere informatie van de schulden beschikbaar. Studieschulden, belasting- en toeslagschulden en leningen bij banken worden vanaf dat moment volledig waargenomen. Vanaf 2014 worden ook zorgschulden waargenomen. Hierdoor zijn er meer huishoudens met overige schulden. Studieschulden behoorden t/m 2010 tot de overige schulden. Zie ook IIVS.
Nalatenschappen en verkrijgingen
De statistiek over nalatenschappen heeft betrekking op alle volgens de bevolkingsstatistiek van CBS in Nederland overleden personen in een bepaald jaar. Voor ongeveer 35 procent van de overledenen zijn gegevens over nalatenschappen beschikbaar uit de belastingaangiften successierecht c.q. erfbelasting. Dan gaat het uitsluitend om bedragen die boven de kritische drempel van vrijstelling van belasting vallen. De bedragen onder de kritische drempel worden geraamd op basis van vroegere integrale vermogensgegevens van de overledenen afkomstig uit eerdere aangiften inkomstenbelasting. Zie ook Nalatenschappen.
Verkrijgingen uit nalatenschappen zijn alleen bekend uit de aangiften erfbelasting. Van overledenen waarvoor zo’n aangifte ontbreekt (circa 65 procent), zijn geen gegevens over verkrijgingen beschikbaar. Zie ook Verkrijgingen.
Omdat de procedure van erfbelasting drie jaar in beslag kan nemen, hebben de meest recente cijfers over nalatenschappen en verkrijgingen betrekking op 2019.
Schenkingen
Onder schenkingen vallen niet-eenmalige schenkingen (bijvoorbeeld jaarlijks van ouder op kind) en eenmalige schenkingen (bijvoorbeeld voor de aanschaf van een woning). Voor beide typen bestaan vrijstellingsgrenzen, die jaarlijks variëren. Voor niet-eenmalige schenkingen moet er aangifte worden gedaan als het geschonken bedrag boven de vrijstellingsgrens ligt. Is het bedrag kleiner of gelijk aan de grens, dan hoeft dat niet maar mag het wel en gebeurt het ook. Voor incidentele schenkingen dient vrijstelling aangevraagd te worden en is aangifte dus verplicht, ook als het bedrag maximaal de geldende vrijstellingsgrens bedraagt. Het CBS publiceert uitsluitend over de geregistreerde (aangegeven) schenkingen. In deze publicatie blijven schenkingen die vallen onder de bedrijfsopvolgingsregeling buiten beschouwing. Omdat de belastingtechnische afwikkeling van schenkingen drie jaar duurt, zijn er geen recentere gegevens dan 2019 voorhanden. Zie ook Schenkingen.
Budgetonderzoek (BO)
Met het Budgetonderzoek verzamelt het CBS gegevens over de bestedingen van huishoudens. Het onderzoek wordt vanaf 2015 om de vijf jaar gehouden. In 2020 hielden ruim 10 duizend huishoudens via internet een huishoudboekje bij. Hierin noteerden zij vier weken lang bepaalde uitgaven. Daarnaast vulden ze een vragenlijst in over hun vaste lasten en andere regelmatige uitgaven. Via een koppeling met registers zijn inkomensgegevens en andere achtergrondkenmerken van de huishoudens(leden) toegevoegd.
EU Survey on Income and Living Conditions (EU-SILC)
EU-SILC is een wettelijk verplicht jaarlijks onderzoek naar armoede, sociale uitsluiting en inkomensopbouw van huishoudens en personen volgens speciale hiervoor geldende EU-afbakeningen. Ook wordt er gevraagd naar aspecten van sociale participatie, gezondheid en wonen. De gegevens zijn gebaseerd op een jaarlijkse steekproef van ongeveer 10 duizend huishoudens. Een belangrijk deel van de benodigde EU-SILC gegevens, met name de inkomensgegevens, zijn verkregen via koppeling van integrale registergegevens. Zie ook EU-SILC.
Consumenten Conjunctuur Onderzoek (CCO)
Met een maandelijkse enquête onder minimaal 1 000 personen wordt doorlopend informatie ingewonnen over de verwachtingen van consumenten ten aanzien van de economische ontwikkelingen en hun eigen financiële situatie. Op basis hiervan worden de maandelijkse cijfers van het consumentenvertrouwen vastgesteld. De uitsplitsingen naar sociaaleconomische en demografische kenmerken zijn gebaseerd op samengevoegde driemaandelijkse gegevens. Nadere informatie is te vinden in CCO.
Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden (SSB)
Het SSB bevat databestanden met gegevens over personen, uitkeringen, banen, inkomen, opleidingen, huishoudens, huizen, ruimtelijke indelingen en nog veel meer. Deze gegevens zijn onderling gekoppeld. Zie verder SSB.