Bijlage C: Vermogensbuffer

De mediane vermogensbuffer van alle huishoudens was 27,9 duizend euro in 2024. Dit betekent dat de helft van de huishoudens meer buffer had en de andere helft minder. De vermogensbuffer van het kwart van de huishoudens met de geringste vermogens was maximaal 5,8 duizend euro, terwijl het meest vermogende kwart minstens 92,8 duizend euro had.

Bij alleenwonenden tot de AOW-leeftijd, eenoudergezinnen met alleen kinderen tot 18 jaar, huishoudens met vooral inkomen uit een uitkering die geen pensioen is, en huishoudens met een in het buitenland geboren hoofdkostwinner is de mediane vermogensbuffer relatief laag. Van migrantenhuishoudens kan in het buitenland geregistreerd vermogen niet volledig bekend zijn.

	1e kwartiel	2e kwartiel (mediaan)	3e kwartiel
	1 000 euro
Alle huishoudens	5,8	27,9	92,8
Huishoudenstype
Alleenwonend
tot AOW-leeftijd	1,4	7,0	31,9
vanaf AOW-leeftijd	8,8	28,4	79,8
Paar zonder kinderen
tot AOW-leeftijd	11,8	42,2	123,6
vanaf AOW-leeftijd	24,0	61,4	162,7
Paar met kinderen
uitsluitend kinderen tot 18 jaar	10,9	37,9	112,6
minstens 1 kind 18 jaar of ouder	21,5	69,1	203,0
Eenoudergezin
uitsluitend kinderen tot 18 jaar	1,4	6,7	26,7
minstens 1 kind 18 jaar of ouder	4,4	19,8	68,8
Voornaamste inkomensbron
Inkomen uit werk
inkomen als werknemer	5,5	23,7	72,4
inkomen als zelfstandige	23,1	111,3	443,2
Overdrachtsinkomen
uitkering werkloosheid	1,1	8,3	47,5
uitkering arbeidsongeschiktheid	1,5	6,6	31,9
pensioenuitkering	13,9	43,0	123,1
bijstandsuitkering of andere sociale voorziening	0,5	1,6	4,7
studiefinanciering	0,9	3,7	13,0
Herkomst hoofdkostwinner
In Nederland geboren
beide ouders in Nederland geboren	10,6	37,8	113,1
een of beide ouders in Europa (excl. Nederland) geboren	6,4	27,2	88,3
een of beide ouders buiten Europa geboren	2,3	12,4	53,7
In buitenland geboren geboren
in Europa (excl. Nederland) geboren	0,6	5,2	33,1
buiten Europa geboren	1,3	5,5	30,1