Opvattingen over klimaatverandering

Het tegengaan van klimaatverandering staat nationaal en internationaal hoog op de maatschappelijke en politieke agenda. Er zijn ambitieuze klimaatdoelen gesteld om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen met belangrijke gevolgen voor de manier waarop we wonen, werken en leven. In dit hoofdstuk staat centraal hoe burgers tegen klimaatverandering aankijken. Denken ze dat het klimaat aan het veranderen is en zien ze dit als een probleem? In welke mate maken ze zich er zorgen over? En in hoeverre zijn deze opvattingen over klimaatverandering tussen 2020 en 2023 veranderd? Deze vragen worden in paragraaf 2.1 en 2.2 beantwoord. In paragraaf 2.3 wordt beschreven hoe burgers in 2023 staan tegenover het klimaatbeleid van de overheid. Hierbij wordt ook een vergelijking gemaakt met drie jaar eerder. Alle cijfers zijn afkomstig uit het onderzoek Belevingen.

2.1Bewustzijn en oorzaak van klimaatverandering

Ruim 9 op de 10 Nederlanders denken dat het klimaat aan het veranderen is

In 2023 is 93 procent van de volwassen Nederlandse bevolking van mening dat het klimaat aan het veranderen is; van hen geeft 67 procent aan dat dit zeker het geval is en 27 procent denkt dat dit waarschijnlijk zo is. 4 procent denkt dat het klimaat (waarschijnlijk) niet aan het veranderen is en 2 procent zegt het niet te weten. Deze percentages zijn vergelijkbaar met die van drie jaar eerder. Vooral vrouwen, ouderen, hoogopgeleiden en personen uit huishoudens met een hoge welvaart denken vaak dat het klimaat aan het veranderen is (zie tabellenset).

Meeste Nederlanders zien de mens als veroorzaker van klimaatverandering

Ongeveer 6 op de 10 volwassenen denken dat klimaatverandering helemaal (13 procent) of vooral (48 procent) door de mens veroorzaakt wordt. Een kwart (26 procent) geeft aan dat de mens en de natuur hierin een even grote rol hebben. 5 procent denkt dat vooral de natuur de oorzaak is van klimaatverandering, 1 procent schrijft klimaatverandering volledig toe aan de natuur en 1 procent zegt het niet te weten. Ook deze percentages zijn vergelijkbaar met die van 2020. Vooral jongeren, hoogopgeleiden en stedelingen denken vaak dat klimaatverandering volledig of vooral door de mens veroorzaakt wordt (zie tabellenset).

2.1.1 Oorzaak van klimaatverandering, 2023 (% personen van 18 jaar of ouder)
Helemaal door de mens Vooral door de mens Evenveel door de mens als door de natuur Vooral door de natuur Helemaal door de natuur Weet ik niet Geen antwoord Gelooft niet in klimaatverandering of weet het niet
Totaal 12,7 47,6 25,6 4,6 1,1 1,3 0,4 6,6
Geslacht . . . . . . . .
Man 13,4 46,4 24,5 5,4 1,3 1,1 0,5 7,3
Vrouw 12,1 48,8 26,7 3,9 1,0 1,4 0,4 5,9
Leeftijd . . . . . . . .
18 tot 25 jaar 12,9 53,5 18,5 3,8 0,9 1,1 0,4 9,0
25 tot 35 jaar 15,4 49,6 21,2 3,9 1,0 1,2 0,5 7,2
35 tot 45 jaar 12,3 48,0 23,2 5,6 1,2 1,8 0,3 7,5
45 tot 55 jaar 12,6 46,9 26,2 5,0 1,1 1,1 0,7 6,6
55 tot 65 jaar 13,1 47,2 27,1 4,2 1,1 1,3 0,5 5,5
65 tot 75 jaar 11,5 46,2 30,1 3,9 1,0 1,0 0,4 6,0
75 jaar of ouder 10,5 41,8 34,0 6,2 1,4 1,4 0,2 4,4
Opleidingsniveau . . . . . . . .
Laag 10,9 35,6 34,7 5,6 1,4 1,5 0,8 9,5
Middelbaar 10,2 45,3 28,3 5,6 1,4 1,2 0,3 7,6
Hoog 16,4 58,7 17,3 3,0 0,5 0,9 0,1 3,1
6 op de 10 denken dat klimaatverandering helemaal of vooral door de mens veroorzaakt wordt

Minder Nederlanders denken dat klimaatverandering volledig tegengehouden kan worden door de mens

Bijna driekwart van de volwassen bevolking is in 2023 van mening dat klimaatverandering tegengehouden kan worden door de mens: 8 procent denkt dat de mens deze volledig kan tegenhouden en 65 procent denkt dat dit deels het geval is. Verder denkt 16 procent dat de mens klimaatverandering niet kan tegenhouden en 4 procent zegt het niet te weten. Het deel van de bevolking dat denkt dat de mens klimaatverandering volledig kan tegenhouden is afgenomen ten opzichte van drie jaar eerder, toen 11 procent dit dacht. Vooral mannen, jongeren, hoogopgeleiden, personen uit huishoudens met een lage welvaart en stedelingen denken vaak dat klimaatverandering volledig tegengehouden kan worden door de mens (zie tabellenset).

2.2Probleembesef en bezorgdheid rond klimaatverandering

Klimaatverandering als groot probleem gezien

De meeste Nederlanders van 18 jaar of ouder zien klimaatverandering als een groot probleem, voor nu en meer nog voor de toekomst: 62 procent vindt klimaatverandering op dit moment een groot probleem en 75 procent verwacht dat klimaatverandering in de toekomst een groot probleem zal zijn. Deze percentages zijn vrijwel identiek aan die van 2020. Vrouwen, hoogopgeleiden, personen uit huishoudens met een hoge welvaart, stedelingen zien klimaatverandering relatief vaak als een groot probleem, op dit moment en ook in de toekomst. Naar leeftijd is het beeld minder eenduidig; ouderen zeggen het vaakst dat klimaatverandering op dit moment een groot probleem is. Maar jongeren zien klimaatverandering in de toekomst evenzeer als een groot probleem.

Bij de mensen die denken dat klimaatverandering (ook) in de toekomst een groot probleem zal zijn, zijn de meningen erover verdeeld op welke termijn dit het geval zal zijn: 82 procent vindt dat klimaatverandering nu al een groot probleem is, 1 procent denkt dat dit vóór 2030 het geval zal zijn, 5 procent vóór 2040, 4 procent vóór 2050 en 5 procent denkt dat klimaatverandering vanaf 2050 een groot probleem zal zijn.

Veel zorgen over klimaatverandering

Passend bij het grote probleembesef maken veel mensen zich zorgen over de gevolgen van klimaatverandering voor toekomstige generaties: 34 procent maakt zich hierover veel zorgen en 41 procent maakt zich hierover enige zorgen. Het deel van de bevolking dat zich veel zorgen maakt is iets gestegen ten opzichte van drie jaar eerder, toen dit 31 procent was. Het deel van de bevolking dat zich enige zorgen maakt is iets gedaald ten opzichte van 2020, toen dit 45 procent was.

Vooral vrouwen, ouderen, hoogopgeleiden en stedelingen maken zich veel zorgen over de gevolgen van klimaatverandering voor toekomstige generaties (zie tabellenset).

76% is bezorgd over gevolgen klimaatverandering voor toekomstige generaties

De zorgen van de Nederlandse bevolking gaan over steeds meer droge zomers (76 procent), steeds meer overstromingen (71 procent), het uitsterven van dier- en plantensoorten (68 procent), steeds meer zware regen- en hagelbuien (67 procent), steeds meer hete zomers (62 procent) en een kleiner woongebied als gevolg van een hogere zeespiegel (59 procent).

2.2.1 Bezorgdheid over gevolgen klimaatverandering, 2023 (% personen van 18 jaar of ouder)
Veel zorgen Enige zorgen Niet zo veel zorgen Geen zorgen Weet ik niet Geen antwoord Gelooft niet in klimaatverandering of weet het niet
Steeds meer hete zomers 20,8 40,9 21,8 8,2 1,0 0,8 6,6
Steeds meer droge zomers 34,4 41,3 12,0 3,9 0,9 0,7 6,6
Steeds meer zware regen- en hagelbuien 24,6 42,3 19,4 5,4 1,1 0,7 6,6
Steeds meer overstromingen 31,8 39,5 15,3 4,7 1,3 0,8 6,6
Kleiner woongebied als gevolg van hogere zeespiegel 23,4 35,5 21,7 9,0 2,5 1,2 6,6
Uitsterven van dier- en plantsoorten 33,9 33,7 16,1 6,8 2,0 0,9 6,6

2.3Opvattingen over het klimaatbeleid van de overheid

Nederlander hecht groot belang aan klimaatbeleid van de overheid

Ruim 8 op de 10 Nederlanders van 18 jaar of ouder (82 procent) vinden het (heel) belangrijk dat de overheid zich bezighoudt met klimaatbeleid. Dat is iets minder dan drie jaar eerder, toen 85 procent dit (heel) belangrijk vond. In 2023 vindt 13 procent het klimaatbeleid van de overheid niet belangrijk, maar ook niet onbelangrijk. In 2020 was dit 11 procent. (Heel) onbelangrijk vindt 5 procent het klimaatbeleid van de overheid, wat vergelijkbaar is met 2020. Vooral vrouwen, ouderen, hoogopgeleiden en stedelingen vinden klimaatbeleid door de overheid (heel) belangrijk (zie tabellenset).

44 procent vindt dat klimaatbeleid van de overheid niet ver genoeg gaat

Net als in 2020, vinden ruim 4 op de 10 volwassenen dat het klimaatbeleid van de overheid niet ver genoeg gaat. Een kleiner deel (23 procent) vindt dat het wel ver genoeg gaat, iets minder dan drie jaar eerder (25 procent). Het deel Nederlanders dat voor een intensiever klimaatbeleid is, is dus groter dan het deel dat het voldoende vindt zo. De meeste mensen (55 procent) vinden de aandacht voor klimaatverandering niet overdreven. Ook hieruit blijkt dat veel mensen het een belangrijk probleem vinden. Wel is dit percentage iets gedaald ten opzichte van 2020 (60 procent). Ruim twee op de tien (22 procent) vinden de aandacht voor het klimaat wél overdreven. Een even groot deel van de volwassen bevolking (22 procent) vindt dat de invloed van Nederland op klimaatverandering zo beperkt is, dat het niet uitmaakt wat we doen of laten.

Vrouwen, ouderen, hoogopgeleiden en stedelingen vinden relatief vaak dat het klimaatbeleid van de overheid niet ver genoeg gaat. Vooral vrouwen, jongeren, hoogopgeleiden, personen uit huishoudens met een hoge welvaart en stedelingen vinden de aandacht voor klimaatverandering niet overdreven (zie tabellenset).

Desnoods ook klimaatbeleid door Nederland zonder grote landen

Ruim 3 op de 10 volwassenen (33 procent) vinden dat Nederland alleen een streng klimaatbeleid moet voeren als grotere landen, zoals China en Amerika, dit ook doen. Een groter deel, namelijk 45 procent, is het daarmee oneens. Zij vinden dus dat Nederland ook zonder deze grote landen een streng klimaatbeleid moet voeren. Deze uitkomsten zijn vergelijkbaar met die van 2020.

2.3.1 Standpunt over klimaatbeleid en -aandacht, 2023 (% personen van 18 jaar of ouder)
(Helemaal) eens Niet eens, niet oneens (Helemaal) oneens Weet ik niet Geen antwoord
Het klimaatbeleid van de overheid gaat niet ver genoeg. 43,9 23,6 22,6 6,5 3,3
De aandacht voor klimaatverandering is overdreven. 21,9 17,9 55,2 2,8 2,2
Nederland moet alleen een streng klimaatbeleid voeren als grotere landen, zoals China en Amerika, dit ook doen. 33,2 15,3 45,4 3,3 2,9

Vooral grote bedrijven en industrie, luchtvaart en landen buiten EU doen volgens de Nederlander te weinig tegen klimaatverandering

Bijna driekwart van de volwassen bevolking (73 procent) vindt dat grote bedrijven en de industrie, en de luchtvaart te weinig doen om klimaatverandering tegen te gaan. 66 procent is van mening dat landen buiten de Europese Unie te weinig hieraan doen. Ongeveer de helft vindt dit van de landelijke overheid (51 procent), burgers (48 procent) en de Europese Unie (46 procent). Van boeren wordt het vaakst gevonden dat ze genoeg bijdragen om klimaatverandering tegen te gaan (38 procent). 6 procent vindt dat boeren teveel bijdragen.

2.3.2 Standpunt over bijdrage aanpak klimaatverandering, 2023 (% personen van 18 jaar of ouder)
Te veel Genoeg Te weinig Weet ik niet Geen antwoord Gelooft niet in klimaatverandering of weet het niet
Grote bedrijven en de industrie 1,6 8,0 73,1 9,1 1,5 6,6
Boeren 6,0 37,9 34,8 13,1 1,7 6,6
Luchtvaart 1,7 9,1 72,6 8,6 1,5 6,6
Burgers 2,4 27,7 48,0 13,5 1,7 6,6
Gemeente en provincie 2,6 26,5 37,4 25,0 2,0 6,6
Landelijke overheid 7,2 20,3 50,9 12,8 2,2 6,6
Europese Unie 8,1 18,3 46,2 18,5 2,3 6,6
Landen buiten de Europese Unie 1,4 3,7 66,3 19,8 2,3 6,6

Meer zorgen over kosten klimaatbeleid

In 2023 denkt 71 procent van de volwassen bevolking dat het klimaatbeleid van de overheid burgers veel geld gaat kosten. Dat is meer dan in 2020, toen 66 procent dit dacht. Vooral mannen, ouderen, laagopgeleiden en plattelandsbewoners zijn vaak van mening dat het klimaatbeleid van de overheid burgers veel geld gaat kosten.

Van degenen die denken dat het klimaatbeleid van de overheid burgers veel geld gaat kosten maken meer dan 8 op de 10 zich hier ook zorgen over: 33 procent maakt zich veel zorgen, 49 procent maakt zich enige zorgen. Dat is meer dan de helft (58 procent) van de Nederlandse bevolking van 18 jaar of ouder, een stijging ten opzichte van 2020, toen de helft van de bevolking zich zorgen hierover maakte. Vooral mannen, laagopgeleiden en personen uit huishoudens met een lage welvaart maken zich in 2023 veel zorgen hierover (zie tabellenset).

2.3.3 Bezorgdheid over kosten klimaatbeleid, 2023 (% personen van 18 jaar of ouder)
Veel zorgen Enige zorgen Niet zo veel zorgen Geen zorgen Geen antwoord Denkt niet dat klimaatbeleid burgers veel geld gaat kosten Weet niet of klimaatbeleid burgers veel geld gaat kosten
Totaal 23,5 34,8 10,7 1,8 0,5 6,9 21,8
Geslacht . . . . . . .
Man 24,6 36,5 12,4 2,3 0,4 7 16,8
Vrouw 22,5 33,1 9 1,4 0,6 6,8 26,6
Leeftijd . . . . . . .
18 tot 25 jaar 19,8 28,2 11,3 1,5 0,4 10,3 28,4
25 tot 35 jaar 24 27 10,6 2,8 0,6 10,5 24,6
35 tot 45 jaar 26,2 29,8 9,3 1,9 0,5 7,6 24,7
45 tot 55 jaar 24,7 35,4 10,9 1,8 0,5 7,2 19,4
55 tot 65 jaar 25,5 37,8 11 1,7 0,3 5,3 18,5
65 tot 75 jaar 21,4 43,5 11,2 1,5 0,5 3,8 18,2
75 jaar of ouder 20,9 43,5 10,8 1,4 0,5 3,3 19,7
Welvaart huishouden . . . . . . .
1e kwartielgroep (lage welvaart) 28,1 28,3 7,9 1,1 0,8 7,6 26,2
2e kwartielgroep 29,2 34,6 7,6 1,3 0,6 5,2 21,4
3e kwartielgroep 22,3 38,1 11,2 1,7 0,4 6,4 19,9
4e kwartielgroep (hoge welvaart) 18,4 37,7 14,5 2,8 0,3 6,9 19,5
58% is bezorgd over kosten van het klimaatbeleid van de overheid

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016-2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/'17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/'05-2016/'17 oogstjaar enz., 2004/'05 tot en met 2016/'17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Rianne Kloosterman

Math Akkermans

Eveline Vandewal

Maartje Tummers – van der Aa

Carin Reep

Hermine Molnár – in ’t Veld