Bijlage B. Onderzoeks­verantwoording

In deze onderzoeksverantwoording worden de opzet en uitvoering van het onderzoek Belevingen 2023 beknopt beschreven. Achtereenvolgens komen aan de orde:

  1. Dataverzameling
  2. Vragenlijst
  3. Aandachtspunten bij onderzoeksresultaten
  4. Analysemethoden
  5. Onderzoek ‘Onderweg in Nederland (ODiN)’
  6. Gebruikte achtergrondkenmerken.

1. Dataverzameling

Doel en doelpopulatie

Doel van het onderzoek Belevingen (CBS, 2023a) is om aan de hand van opvattingen, percepties en meningen van inwoners van Nederland een beter beeld te krijgen van gevoelens en standpunten in de samenleving. In 2023 was het onderzoek gericht op klimaatverandering en energietransitie, waarbij thema’s als duurzaam wonen, duurzame mobiliteit, duurzame voeding en klimaatbewust leven aan bod kwamen, net als in 2020.

De doelpopulatie bestaat uit alle in Nederland woonachtige personen van 18 jaar of ouder bij de start van het veldwerk, die geregistreerd zijn als ingezetene in de Basisregistratie Personen (BRP) en die deel uitmaken van particuliere huishoudens. De institutionele bevolking – dat zijn personen in inrichtingen, instellingen of tehuizen – is voor dit onderzoek niet benaderd.

Veldwerk en onderzoeksdesign

Het veldwerk heeft plaatsgevonden van 7 februari tot en met 21 april 2023. De steekproefpersonen ontvingen bij aanvang van de veldwerkperiode een aanschrijfbrief (met inloggegevens) met daarin het verzoek om via internet deel te nemen aan het onderzoek. De intro van de aanschrijfbrief luidde als volgt:

We leven in een samenleving waarin veel verandert, zoals op het gebied van gezondheid, veiligheid en milieu. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is geïnteresseerd in wat u bezighoudt en wat u belangrijk vindt. Wat zijn volgens u de belangrijkste problemen in ons land? Vindt u het belangrijk dat de overheid zich bezighoudt met klimaatbeleid, of juist niet? Om antwoord te krijgen op dit soort vragen voert het CBS het onderzoek Belevingen uit. Hiermee krijgen we een beter beeld van de gevoelens en standpunten van de mensen in Nederland.

Er is bewust voor gekozen om deze intro breed in te steken en niet uitgebreid in te gaan op het klimaat of de energietransitie om selectie van respondenten zoveel mogelijk tegen te gaan. Anders bestaat het risico dat vooral mensen die veel bezig zijn met het klimaat deelnemen aan het onderzoek, waardoor uitspraken niet generaliseerbaar zijn naar de totale populatie. 

Twee weken na de aanschrijfbrief is aan steekproefpersonen een eerste rappelbrief verstuurd met daarin opnieuw het verzoek om via internet (CAWI, Computer-assisted web interviewing) deel te nemen aan het onderzoek. Deze brief is alleen verstuurd aan steekproefpersonen waarvan geen respons is ontvangen. Twee weken daarna is een tweede rappelbrief verstuurd aan de steekproefpersonen die op dat moment de internetvragenlijst nog niet hebben ingevuld. Om de respons te verhogen is er volgens CBS-beleid gebruik gemaakt van een incentive (kans om bij deelname een VVV-bon of IPad te winnen).

De waarneemstrategie van Belevingen 2023 bestaat uit internetwaarneming (CAWI only genoemd). Daarbij is gekozen voor een split half design. De vragenlijst van Belevingen 2023 komt grotendeels overeen met die van 2020, maar doordat er enkele vragen zijn toegevoegd en omdat de rekenfactor voor de duur per vraag is verhoogd, werd de vragenlijst te lang om deze in zijn geheel af te nemen. Daarom is besloten om twee versies van de vragenlijst te maken. De ene helft van de steekproef krijgt vragen over klimaatverandering en energiebronnen en over duurzaam wonen (variant 1). De andere helft krijgt ook de algemene vragen over klimaatverandering en energiebronnen, en daarnaast vragen over duurzame mobiliteit en over duurzame voeding (variant 2).

Respons

In totaal namen 18 327 personen van 18 jaar of ouder deel aan Belevingen 2023. De respons bedroeg 37,3 procent. 9 034 personen hebben de eerste variant van de vragenlijst ingevuld en 9 293 de tweede variant. Uit de responsanalyse is gebleken dat er sprake is van een selectieve respons die overeenstemt met de selectiviteit van de respons in Belevingen 2020 en andere CBS-onderzoeken. Zo nemen jongeren minder deel dan ouderen, laagopgeleiden minder dan hoogopgeleiden, personen met een niet-Nederlandse herkomst minder dan personen met een Nederlandse herkomst, stedelingen minder dan plattelandsbewoners, en personen met een lager huishoudensinkomen minder dan personen met een hoger huishoudensinkomen. Deze patronen gelden voor het totaal, maar ook voor beide varianten van de vragenlijst.

Voor deze selectiviteit in de respons is door weging zodanig gecorrigeerd dat de deelnemers aan het onderzoek een zo goed mogelijke representatieve vertegenwoordiging vormen van de doelpopulatie. In het onderzoek zijn vragen gesteld op persoonsniveau maar ook op huishoudensniveau (bijvoorbeeld de aanwezigheid van zonnepanelen en de intentie om elektrisch te gaan rijden). Er is zowel op persoonsniveau als op huishoudensniveau een weegfactor ontwikkeld zodat uitspraken op beide niveaus gedaan kunnen worden.

2. Vragenlijst

Inhoud

De vragenlijst van Belevingen 2023 peilt hoofdzakelijk opvattingen over het klimaat en de energietransitie, maar de mate waarin mensen zich op verschillende gebieden duurzaam gedragen komt ook aan bod. De vragenlijst bestaat uit de volgende blokken. Hierbij is aangegeven welke blokken in welke variant van de vragenlijst zijn opgenomen: 

  • Achtergrondgegevens (waaronder huishoudsamenstelling en opleidingsniveau) – variant 1 en 2
  • Problemen in Nederland – variant 1 en 2
  • Zorgen om klimaatverandering – variant 1 en 2
  • Opvattingen over energiebronnen – variant 1 en 2
  • Duurzaam wonen – variant 1
  • Mobiliteit: elektrisch rijden en vliegen – variant 2
  • Vlees- en zuivelconsumptie – variant 2.

Deze vragenblokken komen vrijwel overeen met die van 2020, met uitzondering van het blok over duurzaam wonen. De inhoud van dit blok is volledig gewijzigd, omdat achteraf bezien de overlap met het onderzoek WoON te groot werd bevonden. Ook zijn in 2023 meer actuele woonthema’s bevraagd, zoals aardgasvrij wonen en de zorgen ten aanzien van de energiekosten. Verder is er meer aandacht voor de opvattingen en belevingen van mensen op het gebied van duurzaam wonen.

Kwaliteit

Bij het ontwikkelen van de vragenlijst is veel aandacht besteed aan de kwaliteit, betrouwbaarheid en validiteit van de vraagstellingen. Zo is er gestreefd naar een neutrale, niet-sturende formulering van vragen en gebalanceerde antwoordschalen. Ook zijn stellingen afwisselend positief en negatief geformuleerd om respondenten te stimuleren stil te staan bij elk afzonderlijk item. Daarnaast is zoveel mogelijk het B1‑taalniveau gehanteerd, net zoals in alle vragenlijsten van het CBS.

De vragenlijst voor Belevingen 2020 is door het Vragenlab (afdeling methodologie, CBS) in een kwalitatief onderzoek getest in een face-to-face setting, met proefrespondenten die behoren tot de doelgroep. Op deze manier is onderzocht hoe de vraagstellingen overkomen op verschillende typen respondenten. Indien een vraagstelling cognitief te belastend bleek, is deze aangepast. Voor de vragenlijst van 2023 is niet opnieuw een Vragenlabtest uitgevoerd.

 

3. Aandachtspunten bij onderzoeksresultaten

Hieronder volgt een aantal aandachtspunten waarmee bij de interpretatie van de onderzoeksresultaten rekening moet worden gehouden.

Vergelijking uitkomsten van Belevingen 2020 en Belevingen 2023

Belevingen 2020 is de eerste editie van dit onderzoek in het teken van de klimaatverandering en energietransitie. Het veldwerk van Belevingen 2020 was enkele weken bezig toen het coronavirus zich eind februari in Nederland manifesteerde en de overheid medio maart 2020 maatregelen trof om verspreiding van het virus tegen te gaan (de zogeheten ‘intelligente lockdown’). De kans bestaat dat de coronacrisis en de getroffen maatregelen invloed hebben gehad op het responsverloop en het antwoordgedrag van respondenten van Belevingen 2020, maar over het algemeen werden er weinig significante afwijkingen vastgesteld in uitkomsten tussen respondenten die vóór 15 maart meededen (55 procent van de respondenten) en degenen die op of na 15 maart hadden deelgenomen (45 procent van de respondenten) (Kloosterman et al., 2021).

De coronapandemie had ook gevolgen voor de dataverzameling van Belevingen 2020. Initieel zou dit onderzoek een mixed-mode design hebben. Een deel van de steekproefpersonen die niet via internet hebben gerespondeerd zou door interviewers telefonisch benaderd worden met het verzoek alsnog deel te nemen (CATI, Computer-assisted telephone interviewing). Een ander deel zou door een interviewer thuis bezocht worden (CAPI, Computer-assisted personal interviewing). Door de coronacrisis was thuis bezoeken echter niet mogelijk waardoor ook de CAPI-respondenten telefonisch zijn benaderd en geïnterviewd. Deze respons viel tegen, grotendeels als gevolg van onbekende telefoonnummers en afgesloten telefoonlijnen.

De wens voor Belevingen 2023 was een CAWI/CATI-design, zodanig dat de data op de beste manier mogelijk vergeleken kon worden met de data uit 2020. Vanwege gebrek aan voldoende telefonische interviewers in de betreffende waarneemperiode is er echter voor gekozen om geen CATI-waarneming te doen. Daarbij speelde ook mee dat in 2020 het grootste deel van de respons via CAWI is binnengehaald (87 procent), de rest via CATI (13 procent). De uitkomsten voor de CAWI-respondenten verschilden in 2020 ook vrijwel niet van die van de CAWI- en CATI-respondenten samen. Dit maakt dat er in 2023 is gekozen voor een CAWI-only onderzoek.

Hoewel de maatschappelijke context waarin de onderzoeken van 2020 en 2023 plaatsvonden dus enigszins verschilde, en ook de onderzoeksdesigns niet exact gelijk waren, zijn er voldoende aanwijzingen dat de uitkomsten van beide onderzoeken plausibel zijn en met elkaar vergeleken kunnen worden.

Selectiviteit onderzoekspersonen Belevingen 2023

Eerder is aangegeven dat met behulp van weegfactoren gecorrigeerd is voor de selectiviteit in de respons op onder meer de kenmerken geslacht, leeftijd, opleiding, herkomst, stedelijkheid woongemeente, provincie en gestandaardiseerd huishoudensinkomen. Mogelijk is er ook nog sprake van enige selectiviteit als het gaat om de mate waarin onderzoekspersonen zich betrokken voelen en geïnteresseerd zijn in het thema klimaatverandering en energietransitie. Onderzoekspersonen met meer betrokkenheid en interesse in dit thema zouden dan oververtegenwoordigd zijn in de respons. Door de uitnodigingsbrief van het onderzoek zo breed mogelijk in te steken en duurzaamheidthema’s niet expliciet te benoemen is geprobeerd om deze selectiviteit zo veel mogelijk tegen te gaan. Helemaal uitgesloten worden kan dit echter niet. Zo lijkt het percentage huishoudens met een warmtepomp en met zonnepanelen enigszins overschat in Belevingen 2023 (zie hoofdstuk 4).

Betrouwbaarheidsmarges

Belevingen 2023 is gebaseerd op steekproefonderzoek. Dit betekent dat de gepresenteerde cijfers schattingen zijn, waarvan de werkelijke uitkomsten binnen betrouwbaarheidsmarges (aangegeven met een boven- en ondergrens) liggen. In dit onderzoek is een betrouwbaarheidsniveau van 95 procent gekozen. Dit betekent dat de werkelijke waarde in 95 van de 100 steekproeven zal liggen tussen de boven- en ondergrens die hoort bij de schatting. De betrouwbaarheidsmarges behorende bij de in deze publicatie gepresenteerde cijfers zijn opgenomen in de tabellenset die aan de publicatie is toegevoegd. 

4. Analysemethoden

De analysemethoden waarvan in deze publicatie gebruik is gemaakt worden hieronder kort toegelicht.

Bivariate analyses

In bivariate analyses is de relatie tussen twee variabelen bekeken, in dit geval de relatie tussen enerzijds de doelvariabelen over klimaatverandering, energietransitie, duurzaam wonen, duurzame mobiliteit en duurzame voeding en anderzijds de achtergrondkenmerken. Met behulp van significantietoetsing is onderzocht of het verband tussen twee variabelen in de populatie statistisch significant is op basis van het steekproefresultaat.

Logistische regressieanalyse

In sommige gevallen bestaat er een samenhang tussen de achtergrondkenmerken. Zo is er bijvoorbeeld een verband tussen leeftijd en opleidingsniveau (jongeren zijn doorgaans hoger opgeleid dan ouderen) en een verband tussen enerzijds opleidingsniveau en leeftijd en anderzijds bijvoorbeeld de opvatting ten aanzien van de transitie van aardgas naar duurzame energiebronnen (jongeren en hoogopgeleiden zijn hier doorgaans vaker positiever over). Met behulp van multivariate logistische regressieanalyses is gekeken of de verschillen naar achtergrondkenmerken in stand blijven wanneer gecorrigeerd wordt voor deze samenhangen tussen de kenmerken. De in dit artikel beschreven verschillen blijven na correctie voor deze samenhangen bestaan, tenzij anders aangegeven.

5. Onderzoek ‘Onderweg in Nederland (ODiN)’

In hoofdstuk 5 over duurzame mobiliteit is gebruik gemaakt van cijfers gebaseerd op het onderzoek Onderweg in Nederland (ODiN) 2022. Dit is de opvolger van het onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OViN; 2010–2018). In ODiN worden jaarlijks gegevens over het verplaatsingsgedrag van de Nederlandse bevolking van 6 jaar en ouder in particuliere huishoudens verzameld, dus exclusief bewoners van instellingen, inrichtingen en tehuizen. De dagelijkse mobiliteit van de Nederlandse bevolking wordt beschreven naar plaats van herkomst, bestemming, tijdstip waarop het vervoer plaatsvindt, gebruikte vervoermiddelen en de reismotieven voor de verplaatsingen. Dit resulteert onder andere in het gemiddelde aantal verplaatsingen, de afgelegde afstand en de reisduur per persoon, per dag en per jaar.

Aan de respondenten wordt gevraagd om voor één bepaalde dag van het jaar op te geven waar ze die dag naartoe zijn gegaan, met welk doel, met welk vervoermiddel en hoe lang het duurde om er te komen. Daarnaast zijn vragen gesteld over onderwerpen zoals hoe vaak een vervoermiddel gemiddeld wordt gebruikt. De respons van ODiN 2022 bedroeg ruim 25 procent; uiteindelijk zijn 61 953 respondenten van 6 jaar of ouder opgenomen in het databestand. ODiN is een doorlopend onderzoek en wordt uitgevoerd door middel van een internetvragenlijst (CAWI).

De gegevens in hoofdstuk 5 over het aantal verplaatsingen en de daarbij gemiddeld afgelegde afstand, alsook de gebruiksfrequentie van vervoermiddelen (de auto (als bestuurder), de fiets en het openbaar vervoer) zijn afkomstig uit ODiN. Hiervoor zijn personen van 18 jaar of ouder in het databestand geselecteerd. Dit betreft 54 217 personen.

Voor de cijfers uit ODIN is op basis van het 95‑procent betrouwbaarheidsinterval bepaald of verschillen tussen groepen significant zijn. Het betrouwbaarheidsinterval geeft aan dat met 95 procent zekerheid verwacht wordt dat de werkelijke waarde erbinnen ligt. Er zijn geen logistische regressieanalyses uitgevoerd.

6. Gebruikte achtergrondkenmerken

Om na te gaan of klimaatopvattingen en duurzaam gedrag verschillen tussen bevolkingsgroepen, zijn uitsplitsingen gemaakt naar een aantal achtergrondkenmerken. Deze achtergrondkenmerken worden hieronder kort omschreven:

Geslacht

Het gaat hier om ‘mannen’ en ‘vrouwen’.

Leeftijd

Leeftijdsgroepen zijn afgeleid met behulp van de leeftijd van de respondent op het moment van enquêteren. 

Opleidingsniveau

Het opleidingsniveau is in de meeste gevallen het hoogst behaalde (zelf gerapporteerde) opleidingsniveau. In het geval personen nog bezig zijn met een opleiding op een hoger niveau dan het op dat moment hoogst behaalde opleidingsniveau is gebruik gemaakt van het actuele opleidingsniveau. Het opleidingsniveau is in drie categorieën ingedeeld, namelijk laag, middelbaar en hoog. Een laag onderwijsniveau komt overeen met alleen basisonderwijs, vmbo, mbo 1 of avo onderbouw. Onder middelbaar opgeleiden vallen mensen met havo, vwo of een mbo-opleiding. Hoogopgeleiden hebben een diploma op hbo- of wo-niveau of zijn bezig met een hbo- of wo-opleiding.

Voor hoofdstuk 6 is ook gebruik gemaakt van opleidingsniveau in vijf categorieën: (1) basisonderwijs, (2) vmbo, mbo 1 of avo onderbouw, (3) mbo 2,3,4, havo, vwo, (4) hbo-, wo-bachelor, (5) wo-master, doctor. Voor deze meer gedetailleerde indeling is gekozen omdat bij het thema duurzame voeding binnen de groep hoogopgeleiden duidelijke verschillen naar voren kwamen.

Welvaart van het huishouden

De financiële welvaartsmaat voor huishoudens bevat informatie over zowel het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen als het vermogen van huishoudens. De rangschikkingen van huishoudens naar hoogte van het inkomen en van het vermogen zijn hierbij het uitgangspunt. De welvaart van een huishouden is vastgesteld als de som van het cumulatieve aandeel in het totale inkomen van alle huishoudens en het cumulatieve aandeel in het totale vermogen. Nadere uitleg en een voorbeeld is te vinden in het artikel van den Brakel en Gidding (2019). De financiële welvaart is ingedeeld in kwartielengroepen, waarbij de eerste kwartielgroep de 25 procent huishoudens met de laagste financiële welvaart omvat en de vierde kwartielgroep de 25 procent huishoudens met de hoogste financiële welvaart. 

Stedelijkheid van de woongemeente

De indeling van gemeenten naar stedelijkheid is gebaseerd op de omgevingsadressendichtheid van de gemeente. Allereerst is voor ieder adres binnen een gemeente de adressendichtheid vastgesteld van een gebied met een straal van 1 km rondom dat adres. De omgevingsadressendichtheid van een gemeente is de gemiddelde waarde hiervan voor alle adressen binnen die gemeente. De vijf stedelijkheidsklassen zijn gebaseerd op klassegrenzen van 2 500, 1 500, 1 000 en 500 adressen per km². De volgende klassen worden onderscheiden:

  • Zeer sterk stedelijk (omgevingsadressendichtheid van 2 500 of meer);
  • Sterk stedelijk (omgevingsadressendichtheid van 1 500 tot 2 500);
  • Matig stedelijk (omgevingsadressendichtheid van 1 000 tot 1 500);
  • Weinig stedelijk (omgevingsadressendichtheid van 500 tot 1 000);
  • Niet-stedelijk (omgevingsadressendichtheid van minder dan 500).

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016-2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/'17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/'05-2016/'17 oogstjaar enz., 2004/'05 tot en met 2016/'17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Rianne Kloosterman

Math Akkermans

Eveline Vandewal

Maartje Tummers – van der Aa

Carin Reep

Hermine Molnár – in ’t Veld