Welzijn
Het geluk, de tevredenheid met het leven en het persoonlijk welzijn van jongvolwassenen zijn in 2024 niet veranderd ten opzichte van een jaar eerder, maar liggen nog steeds onder het niveau van pre-coronajaar 2019. Het enige aspect van persoonlijk welzijn dat wel veranderde, is het vertrouwen in instituties, zoals de Tweede kamer, rechters en politie: dit nam in 2024 toe, waarmee er een einde aan de daling sinds 2021 kwam. Jongvolwassenen stonden in 2024 negatiever tegenover verschillende maatschappelijke kwesties dan in 2018, vooral wat betreft criminaliteit en de hoeveelheid mensen in Nederland.
10.1Geluk en tevredenheid
In 2024 voelde 81 procent van de 18- tot 25‑jarigen zich gelukkig, en 79 procent was tevreden met het leven. Ten opzichte van 2023 was er geen significante verandering in het aandeel gelukkige of tevreden jongvolwassenen. Hoewel de meerderheid van de jongvolwassenen gelukkig en tevreden is, zijn de percentages jongvolwassenen die zich gelukkig of tevreden voelen nog niet terug op het niveau van voor de coronapandemie.
| Jaartal | Gelukkig | Tevreden |
|---|---|---|
| 2013 | 90,0 | 85,6 |
| 2014 | 89,6 | 82,6 |
| 2015 | 88,7 | 86,2 |
| 2016 | 88,5 | 85,5 |
| 2017 | 87,5 | 85,3 |
| 2018 | 85,8 | 83,8 |
| 2019 | 87,5 | 86,1 |
| 2020 | 83,8 | 81,4 |
| 2021 | 80,9 | 76,9 |
| 2022 | 78,9 | 75,5 |
| 2023 | 82,5 | 76,1 |
| 2024 | 81,4 | 78,5 |
Onderzoek Sociale samenhang en welzijn
De resultaten in dit hoofdstuk zijn gebaseerd op het onderzoek Sociale samenhang en welzijn (SSW). Dit onderzoek wordt uitgevoerd onder inwoners van Nederland van 15 jaar of ouder. Personen in instellingen zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. Er doen jaarlijks ongeveer 7 500 respondenten mee.
De vragenlijst bestaat uit een vast onderdeel met jaarlijks terugkerende onderwerpen, zoals geluk, tevredenheid, sociale contacten en vertrouwen in instituties, en een ad-hoc-deel waarin elk jaar andere thema’s worden opgenomen. Voorbeelden van ad-hoc-thema’s zijn vragen over de kwaliteit van sociale contacten, eenzaamheid en opvattingen over maatschappelijke kwesties. Voor cijfers over welzijn worden personen van 18 jaar of ouder als uitgangspunt genomen. Dit hoofdstuk richt zich op jongvolwassenen van 18 tot 25 jaar. Dit zijn jaarlijks zo’n 800 respondenten.
In deze bijdrage wordt alleen gesproken van een verandering of een verschil tussen groepen als deze statistisch significant is. Daarbij wordt een significantieniveau van 5 procent (α = 0,05) gehanteerd. Als dat anders is, dan wordt dit vermeld.
10.2Persoonlijk welzijn
In 2024 had 61 procent van de jongvolwassenen een hoog persoonlijk welzijn. Dit is nagenoeg hetzelfde als in voorgaande jaren, waarmee de daling na 2020 zich niet verder heeft doorgezet.
Over de gehele periode 2013 tot en met 2024 lag het percentage met een hoog persoonlijk welzijn hoger bij mannen dan bij vrouwen. Zowel bij mannen als bij vrouwen was er in 2021 een daling ten opzichte van pre-coronajaar 2019. Mannen waren in 2024 weer vrijwel terug op het niveau van 2019, terwijl vrouwen daar nog steeds onder zaten. In 2023 lag het aandeel vrouwen met een hoog persoonlijk welzijn weer wat hoger; er was toen geen significant verschil meer met 2019.
| Jaar | Totaal | Mannen | Vrouwen |
|---|---|---|---|
| 2013 | 64,8 | 71,5 | 58,0 |
| 2014 | 63,9 | 70,7 | 56,9 |
| 2015 | 62,6 | 67,5 | 57,5 |
| 2016 | 66,3 | 72,2 | 60,3 |
| 2017 | 71,7 | 77,3 | 65,7 |
| 2018 | 70,9 | 76,3 | 65,0 |
| 2019 | 68,5 | 75,3 | 61,4 |
| 2020 | 70,1 | 73,7 | 66,3 |
| 2021 | 62,9 | 72,9 | 52,8 |
| 2022 | 59,4 | 66,8 | 51,8 |
| 2023 | 59,2 | 63,3 | 54,9 |
| 2024 | 60,7 | 69,4 | 51,9 |
Vertrouwen in instituties iets toegenomen
Het persoonlijk welzijn is op verschillende dimensies gemeten. In 2024 was op de meeste dimensies niet veel veranderd ten opzichte van 2023. Alleen op het gebied van vertrouwen in instituties (de Tweede Kamer, rechters en politie) steeg het aandeel mensen met een hoog persoonlijk welzijn (van 39 procent naar 43 procent). In 2023 was er nog sprake van een daling. Deze daling begon al eerder: na een piek van 61 procent in 2020, daalde het in 2021 tot ongeveer de helft van de jongvolwassenen en zakte het in 2022 verder (naar 46 procent), onder het niveau van 2019 (51 procent).
Tevredenheid over gezondheid vrijwel weer op niveau van voor corona
Hoewel het persoonlijke welzijn van jongvolwassenen in 2024 op de meeste dimensies nauwelijks veranderde ten opzichte van 2023, met uitzondering van het vertrouwen in instituties, zijn er vergeleken met eerdere jaren en met het pre-coronajaar 2019 wel enkele ontwikkelingen zichtbaar.
Allereerst is het aandeel jongvolwassenen met een hoog persoonlijk welzijn op het gebied van gezondheid weer terug op het niveau van voor corona. Na een daling in 2021, zette vanaf 2022 een herstel in. Ook op het gebied van het sociale leven was er in 2021 een duidelijke afname te zien. Hoewel dit aandeel in de jaren daarna toenam, lag het in 2024 nog steeds onder het niveau van 2019.
De tevredenheid met de financiële situatie nam tijdens de coronajaren juist toe, waarna deze weer afnam. In 2023 en 2024 lag het niveau weer rond dat van voor corona. Het welzijn op het gebied van de financiële toekomst was altijd al het laagste van alle dimensies. In 2020 was er een tijdelijke toename, maar daarna daalde het aandeel weer. In 2024 bleef dit onder het niveau van 2019.
Het persoonlijk welzijn op het gebied van veiligheid bleef de laatste jaren vrij stabiel, maar lag in 2024 nog altijd lager dan in 2019. Op de dimensies opleiding/beroep en de buurt is er sinds 2019 niet veel veranderd.
| Dimensies | 2024 | 2023 | 2019 |
|---|---|---|---|
| Persoonlijke welzijn | 60,7 | 59,2 | 68,5 |
| Opleiding/beroep | 88,0 | 89,8 | 87,7 |
| Buurt | 80,2 | 81,7 | 80,9 |
| Gezondheid | 79,6 | 80,5 | 82,5 |
| Sociale leven | 75,7 | 77,7 | 83,1 |
| Veiligheid | 75,3 | 78,0 | 81,3 |
| Financiën | 73,4 | 71,7 | 70,8 |
| Vertrouwen in instituties | 43,3 | 38,7 | 50,1 |
| Financiële toekomst | 37,9 | 36,1 | 47,7 |
| 1) Het persoonlijk welzijn wordt als hoog beschouwd vanaf een score van 7 op de Persoonlijke Welzijnsindex (PWI) | |||
10.3Opvattingen over maatschappelijke kwesties
In deze paragraaf wordt ingezoomd op hoe jongvolwassenen tegen een aantal maatschappelijke kwesties aankijken. Er werd gevraagd in hoeverre zij een aantal kwesties als een probleem ervaren: criminaliteit, de hoeveelheid mensen in Nederland, de mentaliteit van de bevolking en milieuvervuiling. In 2018 werden dergelijke vragen ook gesteld. In dat jaar was de vraagstelling iets anders en werd in plaats van naar de hoeveelheid mensen in Nederland gevraagd naar de bevolkingsdichtheid.
Meer jongvolwassenen zien criminaliteit, mentaliteit en hoeveelheid mensen als (groot) probleem
In 2024 ervoer 49 procent van de jongvolwassenen criminaliteit als een (heel) groot probleem en een even hoog percentage vond dat van milieuvervuiling. De hoeveelheid mensen en de mentaliteit van de bevolking vindt 43 procent (hele) grote problemen.
De percentages liggen een stuk hoger dan in 2018. Vooral bij criminaliteit en bij de hoeveelheid mensen (in 2018 gevraagd als bevolkingsdichtheid) zijn de verschillen groot. In 2018 lag het aandeel voor criminaliteit op 30 procent en voor bevolkingsdichtheid op 19 procent (tegenover 49 en 43 procent in 2024). De mening over milieuvervuiling verschilt niet significant van 2018.
Ook de rangorde van problemen is iets veranderd. In 2018 werd milieuvervuiling van alle kwesties nog duidelijk het vaakst als (heel) groot probleem ervaren, maar in 2024 deelde milieuvervuiling deze positie met criminaliteit (beide 49 procent).
| Maatschappelijke kwestie | 2024 | 2018 |
|---|---|---|
| Criminaliteit | 49,0 | 30,4 |
| Milieuvervuiling | 49,0 | 44,8 |
| Mentaliteit bevolking | 42,7 | 24,7 |
| Hoeveelheid mensen in Nederland | 42,5 | 19,0 |
Ook 25‑plussers zijn duidelijk negatiever in hun oordeel over deze kwesties dan in 2018. In 2018 waren 18- tot 25‑jarigen nog positiever over álle kwesties vergeleken met 25‑plussers. In 2024 was er geen verschil meer tussen jongvolwassenen en 25‑plussers op het gebied van de hoeveelheid mensen in Nederland.
Jongvolwassenen met lager welzijn zien hoeveelheid mensen en mentaliteit vaker als probleem
Waarom jongvolwassenen in 2024 negatiever waren over maatschappelijke kwesties dan in 2018, is met dit onderzoek niet goed vast te stellen. Mogelijk hangt de negatievere kijk samen met het lagere niveau van geluk, tevredenheid en persoonlijk welzijn ten opzichte van 2018. Nadere analyses laten echter zien dat er alleen een samenhang is met het persoonlijk welzijn en uitsluitend bij de thema’s ‘hoeveelheid mensen in Nederland’ en ‘mentaliteit van de bevolking’. Jongvolwassenen die geen hoog persoonlijk welzijn hebben, ervaren deze twee kwesties vaker als een (heel) groot probleem.
De verschuiving in opvattingen sluit aan bij de resultaten uit de Monitor Brede Welvaart (CBS, 2025), waarin de ontwikkeling van de brede welvaart van mensen, waaronder ook mensen die jonger zijn dan 25 jaar, ten opzichte van 2019 wordt gevolgd. Zo laten mensen jonger dan 25 jaar op meerdere indicatoren een minder gunstige ontwikkeling zien ten opzichte van 2019. Zij rapporteren vaker slachtofferschap van criminaliteit, zijn minder tevreden met hun leven en met hun vrije tijd, hebben meer last van milieuproblemen in de eigen woonomgeving en hebben minder vertrouwen in instituties. Bovendien scoort deze leeftijdsgroep al enkele jaren relatief ongunstig ten opzichte van het nationale gemiddelde.
Hbo’ers en wo’ers vinden milieuvervuiling vaakst een probleem
Jongvolwassenen die tijdens het onderzoek een hbo- of wo-opleiding volgden, vinden criminaliteit minder vaak een (heel) groot probleem dan mensen die een andere opleiding volgden. Daarentegen vinden hbo’ers en wo’ers de mentaliteit van de Nederlandse bevolking en milieuvervuiling vaker een (heel) groot probleem dan jongvolwassenen die geen hbo- of wo-opleiding volgen.
| Maatschappelijke kwestie | Hbo en wo | Voortgezet onderwijs en mbo |
|---|---|---|
| Milieuvervuiling | 56,3 | 40,3 |
| Mentaliteit bevolking | 46,7 | 37,4 |
| Criminaliteit | 46,0 | 53,1 |
| Hoeveelheid mensen in Nederland | 43,6 | 41,4 |
10.4Begrippen
Geluk
Of mensen gelukkig zijn, wordt vastgesteld aan de hand van de vraag: ‘Kunt u op een schaal van 1 tot en met 10 aangeven in welke mate u zichzelf een gelukkig mens vindt? Een 1 staat voor volledig ongelukkig en 10 voor volledig gelukkig.’ Er worden vervolgens drie groepen onderscheiden: degenen met een score van 1 tot en met 4 (ongelukkig), degenen met een score van 5 of 6 (niet gelukkig, niet ongelukkig) en degenen met een score van 7 tot en met 10 (gelukkig).
Tevredenheid
Of mensen tevreden zijn, wordt gemeten aan de hand van de vraag: ‘Kunt u op een schaal van 1 tot en met 10 aangeven in welke mate u tevreden bent met het leven dat u nu leidt? Een 1 staat voor volledig ontevreden en een 10 voor volledig tevreden.’ Er worden vervolgens drie groepen onderscheiden: degenen met een score van 1 tot en met 4 (ontevreden), degenen met een score van 5 of 6 (niet ontevreden, niet tevreden) en degenen met een score van 7 tot en met 10 (tevreden).
Persoonlijk welzijn
Het persoonlijke welzijn van jongvolwassenen is bepaald aan de hand van de Persoonlijke Welzijnsindex (PWI). Deze index bestaat uit 12 indicatoren verdeeld over 8 dimensies:
- Materiële levensstandaard: (a) tevredenheid over de financiële situatie.
- Economische risico’s: (b) zorgen over de financiële toekomst.
- Opleiding en arbeid: (c) tevredenheid met de opleidingskansen, (d) tevredenheid met het werk (bij een betaalde baan van minimaal 12 uur per week) of de dagelijkse bezigheden (bij minder dan 12 uur werk per week of geen betaalde baan).
- Gezondheid: (e) tevredenheid met de lichamelijke gezondheid, (f) tevredenheid met de psychische gezondheid.
- Sociale relaties: (g) tevredenheid met het sociale leven.
- Maatschappelijke participatie en vertrouwen: (h) vertrouwen in de Tweede Kamer, (i) in rechters en (j) in de politie.
- Veiligheid: (k) gevoel van (on)veiligheid.
- Milieu en leefomgeving: (l) tevredenheid met de woonbuurt.
Per indicator zijn de resultaten omgerekend naar een score van 1 tot en met 10. Vervolgens is voor elke dimensie een score bepaald en zijn de acht resulterende scores samengevoegd tot een index, de Persoonlijke Welzijnsindex. Elke dimensie telt even zwaar in de index, die loopt van 1 tot en met 10. Een score van 7 of hoger op de PWI betekent een hoog persoonlijk welzijn (Van Beuningen et al., 2015).
10.5Meer informatie en Literatuur
Meer informatie
Meer informatie over geluk en tevredenheid met het leven naar persoonskenmerken vanaf 1997 tot en met 2021 is te vinden op StatLine.
Meer informatie over geluk en tevredenheid met het leven naar persoonskenmerken van 2013 tot en met 2025 is te vinden op Statline.
Literatuur
Beuningen van J., K. van der Houwen en L. Moonen (2014). Measuring well-being An analysis of different response scales. Heerlen/Den Haag, CBS.
Beuningen, J. van , C. Jol en L. Moonen (2015). De Persoonlijke Welzijnsindex. De ontwikkeling van een index voor subjectief welzijn.
CBS (2025). Monitor Brede Welvaart en sustainable developments goals 2025. Samenvatting verdeling.
Coumans, A.M. (2022). H10 Welzijn van jongvolwassenen. In: L. Fernandez Beiro, Pleijers, A., Vries, J. de, Vries, R. de en K. van Wijk (red.). Jaarrapport landelijke Jeugdmonitor 2022. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.