Foto omschrijving: Eens per maand wordt er met de ouders gesproken en overlegd om zo goed mogelijk als team te kunnen handelen.

Jeugdzorg en Veilig Thuis

Auteur: Rudi Bakker

Sinds 2015, toen gemeenten verantwoordelijk werden voor de uitvoering van de jeugdzorg, is het aantal jongeren dat jeugdzorg ontvangt met ruim 100 duizend gestegen. De groei is het grootst bij jongeren van 12 tot 18 jaar die ambulante jeugdhulp krijgen. Ook het aantal gestarte adviezen en ontvangen meldingen van kinder­mishandeling zijn sinds 2019 toegenomen.

In 2024 kregen 481 duizend jongeren jeugdzorg. Dat is bijna 11 procent van alle jongeren in Nederland tot 23 jaar. Het CBS onderscheidt binnen jeugdzorg verschillende zorgvormen en financieringsmogelijkheden. Bij de financiering gaat het om zorg in natura, waarbij de gemeente de zorg direct aan de jeugdzorgaanbieder vergoedt, en het persoonsgebonden budget (pgb), waarbij de jongere via de Sociale Verzekeringsbank een eigen budget krijgt om de zorg te betalen. Het aantal jongeren dat gebruik maakt van een pgb daalt al jaren, van 32 duizend in 2015 naar 13 duizend in 2024. Dat is een daling van 60 procent. Het aantal jongeren dat zorg in natura ontvangt is daarentegen met 63 duizend toegenomen. Particuliere jeugdzorg, waarbij de ouders de zorg zelf betalen, wordt niet meegenomen in het CBS-onderzoek.

3.1.1 Ontwikkeling jeugdzorg en jeugdhulp (2015=100)
Jaartal Jeugdzorg Jeugdhulp totaal Pgb Jeugdhulp zonder verblijf Jeugdhulp met verblijf
2015 100 100 100 100 100
2016 106 107 91 108 108
2017 110 112 71 114 114
2018 113 115 66 118 106
2019 117 119 62 122 107
2020 115 117 61 120 105
2021¹⁾ 124 126 56 130 113
2022 125 129 51 133 108
2023 129 132 49 138 106
2024* 127 130 40 136 102
1) 2021 trendbreuk

Meer jongeren krijgen jeugdhulp zonder verblijf

Jeugdzorg in natura kent drie zorgvormen: jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugd­reclassering. De meeste jongeren met jeugdzorg krijgen jeugdhulp; in 2024 ging het om 467 duizend jongeren. De grootste groep daarvan, 341 duizend jongeren, kreeg ambulante hulpverlening op locatie van de jeugdhulpaanbieder. Dit is een vorm van jeugdhulp waarbij de jongere thuis slaapt, de zogenaamde jeugdhulp zonder verblijf.

Naast de ambulante hulpverlening zijn er nog drie andere hulpvormen waarbij de jongere thuis slaapt: jeugdhulp van het wijk- of buurtteam (69 duizend), daghulp (38 duizend) en jeugdhulp in het netwerk van de jongere (102 duizend). In 2015 kregen in totaal 333 duizend jongeren jeugdhulp zonder verblijf. In 2024 is dit aantal gestegen naar 452 duizend. Omdat jongeren gedurende het jaar meerdere vormen van jeugdhulp kunnen krijgen, is het totaal aantal jongeren kleiner dan de optelsom van alle hulpvormen.

Bij jeugdhulp met verblijf slaapt de jongere niet thuis maar in een pleeggezin, gezinshuis of instelling. Het aantal jongeren met jeugdhulp met verblijf, schommelt sinds 2015 tussen de 40- en 46 duizend. In 2024 kregen 41 duizend jongeren jeugdhulp met verblijf.

481 duizend jongeren kregen jeugdzorg in 2024

Minder jongeren met jeugdbescherming

Wanneer een kind in het eigen gezin niet veilig kan opgroeien, kan de rechter een bevel tot jeugdbescherming geven. Dit kan met een voogdijmaatregel, waarbij de ouders hun ouderlijk gezag wordt ontnomen en een voogd wordt toegewezen, of met een ondertoezicht­stelling, waarbij de ouders gedeeltelijk hun gezag verliezen. Het kind krijgt dan een jeugdbeschermer toegewezen. Als een kind onder toezicht wordt gesteld, blijft het meestal thuis wonen, maar als er toch ernstige zorgen zijn over de thuissituatie kan er een machtiging tot uithuisplaatsing worden opgelegd.

In 2024 hadden 25 duizend jongeren een ondertoezichtstelling en 9 duizend een voogdijmaatregel. Het aantal jongeren met een ondertoezichtstelling daalde tussen 2015 en 2019 van 33- naar 29 duizend, en nam daarna toe tot 31 duizend in 2021. Tussen 2021 en 2024 nam dit aantal weer af. Het aantal jongeren met een voogdijmaatregel steeg van 11 duizend in 2015 naar 12 duizend in 2020 en nam daarna flink af naar 9 duizend in 2024. Het CBS beschikt pas sinds 2022 over gegevens over jongeren met een machtiging tot uithuisplaatsing; dit aantal daalde van 10 duizend in 2022 naar 9 duizend in 2024.

3.1.2 Ontwikkeling jeugdbescherming en -reclassering (2015=100)
Jaartal Jeugdbescherming totaal Jeugdbescherming: ondertoezichtstelling Jeugdbescherming: voogdij Jeugdreclassering Machtiging uithuisplaatsing
2015 100 100 100 100 .
2016 95 92 107 96 .
2017 94 89 109 91 .
2018 95 90 109 84 .
2019 98 94 109 82 .
2020 99 94 108 77 .
2021 98 95 102 72 .
2022 92 88 97 67 100
2023 85 80 91 69 95
2024* 81 76 85 74 90

Toename jongeren met jeugdreclassering

De derde vorm van jeugdzorg is jeugdreclassering. Jeugdreclassering is bedoeld voor jongeren die een proces-verbaal hebben gekregen van de politie of een leerplicht­ambtenaar. De jongere krijgt dan begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat deze opnieuw in de fout gaat. Tussen 2015 en 2022 daalde het aantal jongeren met jeugdreclassering van 11 duizend naar 7 duizend. In 2023 nam dit aantal jongeren voor het eerst weer toe, en die groei zette door in 2024. In dat jaar kregen 8 duizend jongeren jeugdreclassering.

3.2Jeugdzorggebruik naar gemeenten

Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdzorg. Iedere gemeente kan daarvoor eigen beleid ontwikkelen dat het beste aansluit bij de lokale omstandigheden en het aantal jongeren dat een beroep doet op jeugdzorg.

Jeugdzorggebruik groeit in bijna alle gemeenten

Figuur 3.2.1 laat per gemeente het percentage jongeren met jeugdzorg zien, zowel in 2015 als in 2024. In 2015 kregen 380 duizend jongeren tot 23 jaar jeugdzorg, dat is 8,5 procent. In 2024 is dit toegenomen tot 481 duizend jongeren (10,8 procent). De figuur laat zien dat deze stijging in bijna alle gemeenten heeft plaatsgevonden. Het CBS heeft geen onderzoek gedaan naar de oorzaken van de verschillen tussen gemeenten. Wel is bekend dat echtscheiding van de ouders, een lager huishoudinkomen en ander zorggebruik in het huishouden samenhangen met een hoger jeugdzorggebruik.

3.2.1a Jongeren (tot 23 jaar) met jeugdzorg, 2015
Gemeente_naam Jongeren met jeugdzorg
's-Gravenhage (gemeente) 10,2
's-Hertogenbosch 8,6
Aa en Hunze 9,4
Aalburg 7,0
Aalsmeer 6,1
Aalten 7,9
Achtkarspelen 11,2
Alblasserdam 8,4
Albrandswaard 7,3
Alkmaar 7,6
Almelo 9,6
Almere 9,6
Alphen aan den Rijn 10,7
Alphen-Chaam 6,2
Ameland 6,5
Amersfoort 8,5
Amstelveen 7,1
Amsterdam 6,6
Apeldoorn 9,2
Appingedam 12,0
Arnhem 7,7
Assen 13,0
Asten 8,2
Baarle-Nassau 5,6
Baarn 7,8
Barendrecht 7,7
Barneveld 7,0
Bedum 11,0
Beek (L.) 9,4
Beemster 6,8
Beesel 8,5
Bellingwedde 10,2
Bergeijk 7,8
Bergen (L.) 8,9
Bergen (NH.) 7,3
Bergen op Zoom 9,4
Berkelland 8,5
Bernheze 10,2
Best 7,3
Beuningen 9,1
Beverwijk 8,3
Binnenmaas 9,8
Bladel 6,8
Blaricum 7,8
Bloemendaal 5,7
Bodegraven-Reeuwijk 7,8
Boekel 9,5
Borger-Odoorn 10,4
Borne 7,2
Borsele 8,7
Boxmeer 10,4
Boxtel 8,8
Breda 7,2
Brielle 8,4
Bronckhorst 7,4
Brummen 7,8
Brunssum 11,2
Bunnik 7,9
Bunschoten 6,9
Buren 7,7
Bussum 7,0
Capelle aan den IJssel 12,3
Castricum 6,5
Coevorden 8,5
Cranendonck 7,2
Cromstrijen 8,8
Cuijk 9,5
Culemborg 7,3
Dalfsen 7,6
Dantumadiel 7,9
De Bilt 7,0
De Friese Meren 8,0
De Marne 12,5
De Ronde Venen 6,1
De Wolden 8,3
Delft 6,0
Delfzijl 12,9
Den Helder 10,8
Deurne 8,6
Deventer 10,0
Diemen 5,8
Dinkelland 4,6
Doesburg 9,3
Doetinchem 9,7
Dongen 6,8
Dongeradeel 8,4
Dordrecht 10,0
Drechterland 7,6
Drimmelen 8,1
Dronten 7,9
Druten 8,6
Duiven 9,2
Echt-Susteren 9,9
Edam-Volendam 4,4
Ede 7,4
Eemnes 8,5
Eemsmond 14,9
Eersel 8,5
Eijsden-Margraten 8,2
Eindhoven 7,4
Elburg 6,7
Emmen 11,1
Enkhuizen 10,7
Enschede 7,5
Epe 7,2
Ermelo 10,0
Etten-Leur 9,6
Ferwerderadiel 7,6
Franekeradeel 8,3
Geertruidenberg 9,1
Geldermalsen 6,9
Geldrop-Mierlo 9,7
Gemert-Bakel 6,9
Gennep 8,7
Giessenlanden 8,5
Gilze en Rijen 6,8
Goeree-Overflakkee 6,9
Goes 9,7
Goirle 7,7
Gorinchem 8,2
Gouda 8,9
Grave 9,0
Groesbeek 8,6
Groningen (gemeente) 6,9
Grootegast 10,8
Gulpen-Wittem 8,7
Haaksbergen 6,3
Haaren 7,7
Haarlem 7,1
Haarlemmerliede en Spaarnw 7,2
Haarlemmermeer 8,6
Halderberge 8,7
Hardenberg 8,5
Harderwijk 8,9
Hardinxveld-Giessendam 8,8
Haren 9,2
Harlingen 9,4
Hattem 8,9
Heemskerk 7,9
Heemstede 6,2
Heerde 8,4
Heerenveen 10,4
Heerhugowaard 9,7
Heerlen 12,0
Heeze-Leende 6,4
Heiloo 7,3
Hellendoorn 7,3
Hellevoetsluis 9,9
Helmond 9,6
Hendrik-Ido-Ambacht 8,9
Hengelo (O.) 8,0
het Bildt 9,3
Heumen 7,3
Heusden 7,5
Hillegom 10,8
Hilvarenbeek 5,3
Hilversum 7,8
Hof van Twente 7,1
Hollands Kroon 8,0
Hoogeveen 11,2
Hoogezand-Sappemeer 14,1
Hoorn 9,8
Horst aan de Maas 8,7
Houten 8,3
Huizen 9,0
Hulst 9,1
IJsselstein 9,0
Kaag en Braassem 12,2
Kampen 9,0
Kapelle 7,2
Katwijk 9,4
Kerkrade 11,6
Koggenland 7,4
Kollumerland en Nieuwkruis 7,5
Korendijk 9,5
Krimpen aan den IJssel 9,9
Krimpenerwaard 8,1
Laarbeek 7,4
Landerd 11,5
Landgraaf 11,1
Landsmeer 7,6
Langedijk 6,9
Lansingerland 7,8
Laren (NH.) 7,1
Leek 11,0
Leerdam 9,0
Leeuwarden 9,5
Leeuwarderadeel 8,7
Leiden 8,7
Leiderdorp 10,1
Leidschendam-Voorburg 8,3
Lelystad 10,1
Leudal 11,2
Leusden 7,7
Lingewaal 7,1
Lingewaard 7,9
Lisse 8,8
Littenseradiel 6,7
Lochem 8,6
Loon op Zand 7,3
Lopik 7,0
Loppersum 9,5
Losser 6,7
Maasdriel 8,0
Maasgouw 10,2
Maassluis 9,1
Maastricht 8,6
Marum 9,0
Medemblik 9,0
Meerssen 10,6
Menameradiel 8,0
Menterwolde 14,0
Meppel 10,2
Middelburg (Z.) 9,2
Midden-Delfland 5,1
Midden-Drenthe 10,8
Mill en Sint Hubert 8,8
Moerdijk 9,4
Molenwaard 8,0
Montferland 9,4
Montfoort 7,6
Mook en Middelaar 6,7
Muiden 6,6
Naarden 7,5
Neder-Betuwe 6,9
Nederweert 9,6
Neerijnen 6,8
Nieuwegein 9,2
Nieuwkoop 9,0
Nijkerk 7,8
Nijmegen 7,4
Nissewaard 9,8
Noord-Beveland 10,2
Noordenveld 9,8
Noordoostpolder 7,6
Noordwijk 8,8
Noordwijkerhout 10,4
Nuenen, Gerwen en Nederwet 6,5
Nunspeet 6,6
Nuth 8,2
Oegstgeest 9,8
Oirschot 4,4
Oisterwijk 7,8
Oldambt 12,8
Oldebroek 8,2
Oldenzaal 6,6
Olst-Wijhe 8,6
Ommen 7,1
Onderbanken 10,4
Oost Gelre 9,8
Oosterhout 8,1
Ooststellingwerf 9,7
Oostzaan 7,3
Opmeer 6,9
Opsterland 8,6
Oss 12,8
Oud-Beijerland 9,1
Oude IJsselstreek 7,7
Ouder-Amstel 6,8
Oudewater 5,7
Overbetuwe 8,0
Papendrecht 9,1
Peel en Maas 7,3
Pekela 12,4
Pijnacker-Nootdorp 9,0
Purmerend 8,9
Putten 10,8
Raalte 7,0
Reimerswaal 8,0
Renkum 9,0
Renswoude 7,0
Reusel-De Mierden 6,6
Rheden 9,2
Rhenen 6,8
Ridderkerk 7,0
Rijnwaarden 8,9
Rijssen-Holten 6,2
Rijswijk (ZH.) 8,5
Roerdalen 10,6
Roermond 11,7
Roosendaal 10,3
Rotterdam 8,9
Rozendaal 6,3
Rucphen 8,0
Schagen 7,3
Scherpenzeel 6,6
Schiedam 7,1
Schiermonnikoog 4,7
Schijndel 9,1
Schinnen 8,6
Schouwen-Duiveland 8,1
Simpelveld 9,4
Sint Anthonis 8,2
Sint-Michielsgestel 7,9
Sint-Oedenrode 7,0
Sittard-Geleen 11,3
Sliedrecht 8,6
Slochteren 10,9
Sluis 8,9
Smallingerland 10,6
Soest 7,6
Someren 7,4
Son en Breugel 7,0
Stadskanaal 12,9
Staphorst 4,9
Stede Broec 9,7
Steenbergen 8,8
Steenwijkerland 8,1
Stein (L.) 10,2
Stichtse Vecht 7,9
Strijen 10,3
Súdwest-Fryslân 8,0
Ten Boer 10,8
Terneuzen 9,5
Terschelling 5,2
Texel 7,6
Teylingen 11,4
Tholen 8,6
Tiel 11,1
Tilburg 7,3
Tubbergen 4,9
Twenterand 7,8
Tynaarlo 8,9
Tytsjerksteradiel 9,3
Uden 13,1
Uitgeest 7,1
Uithoorn 7,0
Urk 4,5
Utrecht (gemeente) 5,8
Utrechtse Heuvelrug 7,3
Vaals 7,9
Valkenburg aan de Geul 9,8
Valkenswaard 8,2
Veendam 13,3
Veenendaal 8,4
Veere 6,5
Veghel 11,0
Veldhoven 9,2
Velsen 9,4
Venlo 9,7
Venray 9,0
Vianen 8,5
Vlaardingen 7,4
Vlagtwedde 10,5
Vlieland 5,2
Vlissingen 8,5
Voerendaal 6,7
Voorschoten 8,9
Voorst 7,8
Vught 8,4
Waalre 8,6
Waalwijk 6,7
Waddinxveen 7,3
Wageningen 6,3
Wassenaar 6,4
Waterland 5,7
Weert 11,1
Weesp 6,4
Werkendam 9,6
West Maas en Waal 8,1
Westerveld 9,2
Westervoort 10,0
Westland 7,4
Weststellingwerf 9,1
Westvoorne 7,9
Wierden 5,8
Wijchen 8,7
Wijdemeren 7,1
Wijk bij Duurstede 7,2
Winsum 10,5
Winterswijk 9,7
Woensdrecht 9,7
Woerden 7,8
Wormerland 7,0
Woudenberg 8,0
Woudrichem 9,0
Zaanstad 7,9
Zaltbommel 9,7
Zandvoort 6,6
Zederik 6,2
Zeevang 6,3
Zeewolde 8,7
Zeist 9,2
Zevenaar 9,4
Zoetermeer 11,7
Zoeterwoude 8,5
Zuidhorn 9,8
Zuidplas 8,4
Zundert 7,1
Zutphen 11,2
Zwartewaterland 6,4
Zwijndrecht 10,0
Zwolle 9,7
3.2.1b Jongeren (tot 23 jaar) met jeugdzorg, 2024*
Gemeente_naam Jongeren met jeugdzorg
's-Gravenhage 9,2
's-Hertogenbosch 10,8
AaenHunze 10,7
Aalsmeer 11,6
Aalten 11,0
Achtkarspelen 10,6
Alblasserdam 11,9
Albrandswaard 9,2
Alkmaar 13,0
Almelo 12,7
Almere 11,6
Alphen-Chaam 10,2
AlphenaandenRijn 8,5
Altena 10,7
Ameland 7,4
Amersfoort 12,9
Amstelveen 9,5
Amsterdam 9,9
Apeldoorn 12,6
Arnhem 12,4
Assen 13,6
Asten 9,2
Baarle-Nassau 10,6
Baarn 12,0
Barendrecht 9,2
Barneveld 9,0
Beek(L.) 12,3
Beekdaelen 12,5
Beesel 13,6
Bergeijk 10,1
Bergen(L.) 11,1
Bergen(NH.) 10,7
BergenDal 10,6
BergenopZoom 13,9
Berkelland 11,3
Bernheze 10,3
Best 12,4
Beuningen 11,7
Beverwijk 9,6
Bladel 10,1
Blaricum 10,8
Bloemendaal 9,8
Bodegraven-Reeuwijk 9,8
Boekel 9,7
Borger-Odoorn 11,8
Borne 10,6
Borsele 12,8
Boxtel 11,0
Breda 10,5
Bronckhorst 11,1
Brummen 12,2
Brunssum 14,1
Bunnik 11,3
Bunschoten 11,5
Buren 12,6
CapelleaandenIJssel 14,7
Castricum 10,1
Coevorden 10,0
Cranendonck 11,0
Culemborg 11,2
Dalfsen 9,9
Dantumadiel 9,8
DeBilt 15,5
DeFryskeMarren 9,7
Delft 9,6
DenHelder 14,5
DeRondeVenen 8,4
Deurne 9,8
Deventer 9,9
DeWolden 9,2
Diemen 7,7
DijkenWaard 12,5
Dinkelland 7,4
Doesburg 14,3
Doetinchem 11,1
Dongen 11,4
Dordrecht 12,3
Drechterland 8,1
Drimmelen 13,0
Dronten 9,8
Druten 12,8
Duiven 12,6
Echt-Susteren 14,7
Edam-Volendam 6,7
Ede 10,4
Eemnes 10,4
Eemsdelta 11,6
Eersel 8,5
Eijsden-Margraten 11,7
Eindhoven 10,5
Elburg 9,4
Emmen 11,8
Enkhuizen 12,6
Enschede 10,5
Epe 11,1
Ermelo 12,0
Etten-Leur 11,9
Geertruidenberg 15,1
Geldrop-Mierlo 14,5
Gemert-Bakel 9,7
Gennep 12,8
GilzeenRijen 11,2
Goeree-Overflakkee 9,1
Goes 14,7
Goirle 11,8
GooiseMeren 12,0
Gorinchem 10,9
Gouda 11,9
Groningen 8,4
Gulpen-Wittem 10,6
Haaksbergen 8,6
Haarlem 9,4
Haarlemmermeer 10,8
Halderberge 11,9
Hardenberg 10,7
Harderwijk 12,4
Hardinxveld-Giessendam 9,0
Harlingen 10,4
Hattem 8,9
Heemskerk 9,1
Heemstede 10,1
Heerde 12,8
Heerenveen 11,0
Heerlen 13,1
Heeze-Leende 11,8
Heiloo 10,8
Hellendoorn 9,8
Helmond 11,6
Hendrik-Ido-Ambacht 10,5
Hengelo(O.) 10,9
HetHogeland 11,7
Heumen 9,7
Heusden 12,4
Hillegom 15,2
Hilvarenbeek 9,3
Hilversum 10,9
HoekscheWaard 10,5
HofvanTwente 8,9
HollandsKroon 10,7
Hoogeveen 11,6
Hoorn 11,5
HorstaandeMaas 10,9
Houten 12,1
Huizen 12,1
Hulst 12,3
IJsselstein 11,8
KaagenBraassem 10,9
Kampen 10,6
Kapelle 14,6
Katwijk 10,5
Kerkrade 14,4
Koggenland 8,3
KrimpenaandenIJssel 12,7
Krimpenerwaard 10,0
Laarbeek 9,9
Landgraaf 12,0
Landsmeer 11,0
LandvanCuijk 10,4
Lansingerland 10,5
Laren(NH.) 12,1
Leeuwarden 12,6
Leiden 9,6
Leiderdorp 12,6
Leidschendam-Voorburg 11,3
Lelystad 9,3
Leudal 12,4
Leusden 11,6
Lingewaard 13,3
Lisse 14,2
Lochem 10,7
LoonopZand 11,4
Lopik 8,6
Losser 11,0
Maasdriel 11,2
Maasgouw 11,6
Maashorst 10,0
Maassluis 7,5
Maastricht 8,6
Medemblik 10,6
Meerssen 12,2
Meierijstad 10,1
Meppel 9,7
Middelburg(Z.) 13,2
Midden-Delfland 9,1
Midden-Drenthe 11,4
Midden-Groningen 13,4
Moerdijk 12,3
Molenlanden 10,3
Montferland 11,1
Montfoort 7,6
MookenMiddelaar 9,4
Neder-Betuwe 11,3
Nederweert 12,0
Nieuwegein 11,9
Nieuwkoop 9,6
Nijkerk 11,0
Nijmegen 10,6
Nissewaard 10,5
Noardeast-Fryslân 10,1
Noord-Beveland 14,7
Noordenveld 10,8
Noordoostpolder 8,9
Noordwijk 13,3
Nuenen,GerwenenNederwetten 11,2
Nunspeet 10,0
Oegstgeest 11,7
Oirschot 11,0
Oisterwijk 9,7
Oldambt 12,5
Oldebroek 9,0
Oldenzaal 10,3
Olst-Wijhe 9,7
Ommen 10,4
Oosterhout 13,6
OostGelre 13,7
Ooststellingwerf 12,5
Oostzaan 10,1
Opmeer 9,4
Opsterland 9,2
Oss 14,6
OudeIJsselstreek 13,5
Ouder-Amstel 9,6
Oudewater 8,8
Overbetuwe 11,8
Papendrecht 11,2
PeelenMaas 9,8
Pekela 12,8
Pijnacker-Nootdorp 10,3
Purmerend 8,7
Putten 10,5
Raalte 10,5
Reimerswaal 12,2
Renkum 13,7
Renswoude 9,5
Reusel-DeMierden 9,1
Rheden 11,8
Rhenen 10,6
Ridderkerk 10,3
Rijssen-Holten 9,4
Rijswijk(ZH.) 11,3
Roerdalen 13,4
Roermond 13,4
Roosendaal 11,4
Rotterdam 8,5
Rozendaal 12,0
Rucphen 13,0
Schagen 9,4
Scherpenzeel 10,0
Schiedam 7,8
Schiermonnikoog 9,6
Schouwen-Duiveland 11,0
Simpelveld 11,3
Sint-Michielsgestel 9,4
Sittard-Geleen 13,9
Sliedrecht 9,1
Sluis 13,8
Smallingerland 12,5
Soest 11,1
Someren 8,0
SonenBreugel 12,2
Stadskanaal 12,2
Staphorst 5,6
StedeBroec 10,7
Steenbergen 12,3
Steenwijkerland 9,4
Stein(L.) 11,7
StichtseVecht 9,4
Súdwest-Fryslân 11,3
Terneuzen 15,2
Terschelling 6,5
Texel 10,2
Teylingen 11,7
Tholen 10,9
Tiel 20,1
Tilburg 10,7
Tubbergen 8,0
Twenterand 11,5
Tynaarlo 11,5
Tytsjerksteradiel 11,4
Uitgeest 9,6
Uithoorn 10,5
Urk 7,2
Utrecht 10,8
UtrechtseHeuvelrug 12,2
Vaals 7,3
ValkenburgaandeGeul 12,0
Valkenswaard 13,6
Veendam 15,5
Veenendaal 10,9
Veere 11,3
Veldhoven 13,2
Velsen 11,5
Venlo 11,4
Venray 10,2
Vijfheerenlanden 9,8
Vlaardingen 9,1
Vlieland 5,5
Vlissingen 14,6
Voerendaal 6,9
VoorneaanZee 9,9
Voorschoten 10,4
Voorst 8,9
Vught 10,8
Waadhoeke 10,3
Waalre 13,1
Waalwijk 11,6
Waddinxveen 10,5
Wageningen 8,0
Wassenaar 9,2
Waterland 9,6
Weert 11,8
WestBetuwe 12,1
Westerkwartier 12,0
Westerveld 9,9
Westervoort 13,9
Westerwolde 9,8
Westland 10,4
WestMaasenWaal 12,6
Weststellingwerf 8,9
Wierden 8,3
Wijchen 13,5
Wijdemeren 10,7
WijkbijDuurstede 12,9
Winterswijk 12,6
Woensdrecht 11,5
Woerden 9,7
Wormerland 9,3
Woudenberg 9,6
Zaanstad 13,4
Zaltbommel 12,6
Zandvoort 8,8
Zeewolde 13,1
Zeist 13,0
Zevenaar 12,7
Zoetermeer 13,0
Zoeterwoude 12,1
Zuidplas 11,2
Zundert 9,6
Zutphen 14,0
Zwartewaterland 6,9
Zwijndrecht 13,2
Zwolle 9,3

3.3Ambulante jeugdhulp

De meeste jongeren met jeugdhulp krijgen ambulante hulp op locatie van de jeugdhulp­aanbieder. Daarbij wordt in principe maar één expertise tegelijk ingezet. Het gaat dan bijvoorbeeld om therapiesessies van een jongere met een jeugdpsycholoog op diens praktijk, of een groepsgesprek bij een jeugdhulpinstelling.

341 duizend jongeren met ambulante jeugdhulp

Het aantal jongeren met ambulante jeugdhulp is de afgelopen jaren sterk toegenomen. In 2015 kregen 265 duizend jongeren deze hulpvorm, in 2024 was dit gegroeid naar 341 duizend. Het aandeel ambulante jeugdhulp binnen het totaal aantal jongeren met jeugdzorg is licht gestegen, van bijna 70 procent in 2015 naar 71 procent in 2024.

3.3.1 Jongeren met ambulante jeugdhulp (x 1 000)
Jaartal 0 tot 4 jaar 4 tot 8 jaar 8 tot 12 jaar 12 tot 18 jaar 18 tot 23 jaar
2015 8,58 47,11 98,63 109,58 1,39
2016 8,32 46,20 98,66 112,41 3,48
2017 9,82 48,66 99,28 118,85 4,92
2018 10,37 48,71 100,02 117,94 4,47
2019 10,69 48,99 105,39 121,71 4,74
2020 10,71 45,37 102,59 117,97 5,05
2021¹⁾ 12,58 50,81 113,74 136,35 5,41
2022 13,47 52,65 113,13 145,31 5,95
2023 13,21 55,64 117,57 152,99 6,91
2024* 13,63 55,18 115,65 150,03 6,74
1) 2021 trendbreuk
22 duizend meer 12- tot 18‑jarige meiden met ambulante jeugdhulp in afgelopen vier jaar

Vooral 12- tot 18‑jarige meiden doen vaker een beroep op ambulante jeugdhulp

Figuur 3.3.1 toont het aantal jongeren met ambulante jeugdhulp uitgesplitst naar leeftijd. Opvallend is de groei van het aantal jongeren van 12 tot 18 jaar vanaf 2020. De twee grootste leeftijdscategorieën (8 tot 12 jaar en 12 tot 18 jaar) zijn in figuur 3.3.2 uitgesplitst naar geslacht. Hieruit blijkt duidelijk dat het vooral de 12- tot 18‑jarige meiden zijn die de laatste jaren veel vaker een beroep doen op ambulante jeugdhulp.

In 2015 kregen 59 duizend jongens en 51 duizend meiden van 12 tot 18 jaar ambulante jeugdhulp. In 2019 waren jongens en meiden gelijk in aantal (61 duizend) en daarna groeide het verschil tot 66 duizend jongens en 84 duizend meiden. Ook bij 8- tot 12‑jarigen nam het aantal jongeren met ambulante jeugdhulp toe, maar in deze groep waren er altijd ongeveer 20 duizend meer jongens dan meiden.

3.3.2 Jongeren (8 tot 18 jaar) met ambulante jeugdhulp (x 1 000)
Jaartal Jongens: 8 tot 12 jaar Meiden: 8 tot 12 jaar Jongens: 12 tot 18 jaar Meiden: 12 tot 18 jaar
2015 62,28 36,36 58,69 50,89
2016 61,79 36,87 59,77 52,64
2017 61,91 37,37 61,76 57,09
2018 61,44 38,59 59,82 58,13
2019 63,83 41,56 60,61 61,10
2020 61,59 41,00 56,60 61,38
2021¹⁾ 67,36 46,38 62,20 74,15
2022 66,82 46,31 63,92 81,39
2023 68,78 48,79 67,15 85,84
2024* 67,08 48,57 66,43 83,60
1) 2021 trendbreuk

Tienermeiden uit huishoudens met hogere inkomens krijgen vaker ambulante jeugdhulp

Eerder CBS-onderzoek wees uit dat huishoudinkomen samenhangt met jeugdhulpgebruik. Jongeren uit huishoudens met een lager inkomen maken relatief meer gebruik van jeugdzorg dan jongeren uit huishoudens met een hoger inkomen. In figuur 3.3.3 is te zien uit welk inkomenskwintiel de jongeren met ambulante jeugdhulp komen. Een inkomens­kwintiel wordt berekend door alle huishoudinkomens te verdelen in vijf gelijke groepen, van laag naar hoog. Het eerste kwintiel omvat de 20 procent laagste inkomens, het tweede kwintiel de volgende 20 procent, en zo verder tot het vijfde kwintiel met de hoogste inkomens.

Van alle jongens van 4 tot 8 jaar met ambulante jeugdhulp woonde 23 procent in een huishouden uit het laagste inkomenskwintiel (kwintiel 1) en 13 procent in een huishouden met een inkomen uit het hoogste kwintiel (kwintiel 5). Van de meiden van 12 tot 18 jaar woonde 14 procent in een huishouden met een inkomen uit het laagste kwintiel en 21 procent in een huishouden met een inkomen uit het hoogste kwintiel.

Het CBS heeft geen gegevens over de aard van de problematiek van de jongeren, noch over de intensiteit van de geleverde zorg. Daardoor is het lastig te verklaren waarom vooral tienermeiden uit de hogere inkomensgroepen ambulante jeugdhulp krijgen.

3.3.3 Jongeren met ambulante jeugdhulp naar inkomenskwintiel, 2024*
Kenmerken 1e kwintiel (laagste inkomens) 2e kwintiel 3e kwintiel 4e kwintiel 5e kwintiel (hoogste inkomens)
4 tot 8 jaar . . . . .
Jongens 7605 6565 8400 6820 4265
Meiden 4465 3895 5020 4090 2630
. . . . .
8 tot 12 jaar . . . . .
Jongens 11385 11885 16690 15125 10775
Meiden 7900 8600 12235 11030 7960
. . . . .
12 tot 18 jaar . . . . .
Jongens 10415 11260 15015 15290 12750
Meiden 11210 13630 18965 20400 17580

3.4Adviezen en meldingen kindermishandeling

Naast cijfers over jeugdzorg verzamelt het CBS gegevens over huiselijk geweld en kindermishandeling voor het onderzoek Beleidsinformatie Veilig Thuis. Deze gegevens zijn afkomstig van alle 25 regionale Veilig Thuis-organisaties.

Toename adviezen kindermishandeling

In 2024 gaven de Veilig Thuis-organisaties 81 duizend adviezen over hoe te handelen bij kindermishandeling, of bij een vermoeden daarvan. In 2019 waren dat er 52 duizend. De adviezen gaan vooral over emotionele verwaarlozing en emotionele mishandeling. Omdat per advies meerdere soorten kindermishandeling kunnen worden vermeld, tellen de aantallen per soort niet op tot het totaal. Het gemiddelde aantal vormen van kinder­mishandeling waarover werd geadviseerd, steeg licht van 1,38 in 2019 naar 1,45 in 2024.

3.4.1 Gestarte adviezen kindermishandeling (x 1 000)
Jaartal Totaal adviezen Emotionele verwaarlozing Emotionele mishandeling Getuige van geweld Fysieke mishandeling Overig¹⁾
2024* 81,24 36,26 29,08 17,42 16,70 18,02
2023 75,99 34,22 26,22 16,28 15,06 16,73
2022 68,64 30,03 24,33 14,29 12,98 15,55
2021 69,80 30,87 24,73 14,24 12,89 16,15
2020 63,16 27,10 23,23 12,86 12,14 14,05
2019 52,08 20,50 18,73 9,01 10,75 12,95
1) Overig bevat de categorieën verwaarlozing, seksueel misbruik, Pediatric Condition Falsification en anders.

Meer meldingen kindermishandeling

Het aantal meldingen dat de Veilig Thuis-organisaties ontvingen van een situatie of vermoeden van kindermishandeling steeg van 56 duizend in 2019 naar 66 duizend in 2024. Ten opzichte van 2023 is het aantal meldingen van emotionele verwaarlozing met duizend gedaald. Net als bij de adviezen kunnen per melding meerdere vormen van kinder­mishandeling worden genoemd. In 2019 werden per melding gemiddeld 2,5 vormen genoemd, en sindsdien is dit aantal stabiel gebleven op 2,6.

3.4.2 Ontvangen meldingen kindermishandeling (x 1 000)
Jaartal Totaal meldingen Emotionele verwaarlozing Emotionele mishandeling Getuige van geweld Fysieke mishandeling Overig¹⁾
2024* 66,40 31,38 23,60 25,94 12,24 11,20
2023 65,75 32,34 23,49 25,21 11,58 11,21
2022 62,46 30,75 22,64 24,42 10,67 10,90
2021 61,50 29,54 22,51 24,69 9,82 10,94
2020 62,80 27,76 23,00 25,22 10,25 10,89
2019 55,59 21,85 19,76 20,46 9,75 10,97
1) Overig bevat de categorieën verwaarlozing, seksueel misbruik, Pediatric Condition Falsification en anders.

3.5Begrippen

Jeugdzorg

Jeugdzorg is het geheel van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering dat onder verantwoordelijkheid van de gemeente wordt uitgevoerd volgens de Jeugdwet (2014). De cijfers over jeugdhulp in dit bericht zijn exclusief de 4 845 jongeren die jeugdhulp uitsluitend financieren met een persoonsgebonden budget.

Jeugdhulp zonder verblijf

Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet, en voor zover deze in natura is geleverd door de zorgaanbieder (dus exclusief PGB). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. De jongere verblijft thuis, in het eigen gezin. Of anders gezegd, de jongere slaapt thuis. In ieder geval formeel. Het kan zijn dat de jongere bij opa en oma slaapt of bij iemand anders, echter dit is dan niet formeel zo geregeld.

Ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder

Ambulante jeugdhulp op locatie betreft ambulante hulp of groepsgesprekken op locatie bij de zorgaanbieder of digitaal waarbij in principe één (algemene) expertise tegelijkertijd binnen de hulpverlening wordt ingezet. Het betreft fysieke of digitale face-to-face contacten (groepsgesprekken of individueel) met de jeugdige en/of ouders. De gesprekken duren doorgaans maximaal twee uur. PGB gefinancierde jeugdhulp is hierin niet meegenomen.

Jeugdhulp met verblijf

Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet. Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. De jongere verblijft in een pleeggezin, gezinshuis, leef- of behandelgroep, gesloten afdeling, GGZ-instelling of soortgelijke locaties waar jeugdhulp geleverd wordt. Of anders gezegd, de jongere slaapt formeel niet thuis in het eigen gezin. Dit betekent dat het hier alleen om de verblijfsvormen gaat waarbij er sprake is van een overnachting. Ook verblijf in logeerhuizen, alleen tijdens weekenden of juist door de week, vallen onder jeugdhulp met verblijf.

Jeugdbescherming

Een jeugdbeschermingsmaatregel wordt door de rechter dwingend opgelegd. Het doel van de jeugdbeschermingsmaatregel is het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Een kind of jongere wordt dan ‘onder toezicht gesteld’ of ‘onder voogdij geplaatst’.

Ondertoezichtstelling

Ondertoezichtstelling is een maatregel waarbij het gezag van de ouders wordt beperkt. Als de ontwikkeling van een kind ernstig bedreigd wordt en ouders de zorg die nodig is om de bedreiging weg te nemen niet of onvoldoende accepteren, dan kan de rechter op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming (of in een enkel geval het openbaar ministerie) een ondertoezichtstelling uitspreken. Het kind krijgt dan een jeugdbeschermer toegewezen van een Gecertificeerde Instelling. Deze persoon begeleidt het kind en zijn ouders bij het oplossen van de opvoedingsproblemen. De ouders blijven zelf verantwoordelijk voor de opvoeding, maar hun gezag wordt door de maatregel gedeeltelijk ingeperkt. Zowel ouders als kind zijn verplicht de aanwijzingen op te volgen die de jeugdbeschermer geeft.

Als de situatie veilig genoeg is, kan het kind thuis blijven wonen. De rechter kan ook besluiten het kind (tijdelijk) uit huis te plaatsen, bijvoorbeeld in een pleeggezin. Een ondertoezichtstelling duurt maximaal een jaar. De rechter kan de duur telkens met (maximaal) een jaar verlengen tot het kind meerderjarig is.

Voorlopige ondertoezichtstelling

Als een kind acuut gevaar loopt en een onderzoek en een verzoekschriftprocedure door de Raad voor de Kinderbescherming niet afgewacht kunnen worden kan de Raad voor de Kinderbescherming de rechter om een voorlopige ondertoezichtstelling verzoeken, vaak in combinatie met een machtiging uithuisplaatsing. Ouders en kind worden door de jeugdbeschermer van de Gecertificeerde Instelling begeleid. De maatregel duurt ten hoogste drie maanden. Tijdens de voorlopige ondertoezichtstelling zet de Raad het onderzoek voort. Denkt de Raad voor de Kinderbescherming dat de ondertoezichtstelling en de eventuele uithuisplaatsing langer moet duren? Dan vraagt de Raad voor de Kinderbescherming binnen die drie maanden aan de rechter om een definitieve maatregel.

In dit hoofdstuk is een ondertoezichtstelling het totaal van ondertoezichtstellingen en voorlopige ondertoezichtstellingen.

Voogdij

Bij een voogdijmaatregel wordt het gezag over een minderjarige door de rechter toegewezen aan een Gecertificeerde Instelling. Dit kan zijn na een gezagsbeëindigende maatregel of bij kinderen van wie de ouders zijn overleden (waarbij er geen voogd is vastgelegd in het gezagsregister of testament of deze persoon de voogdij niet accepteert). De gezagsbeëindigende maatregel wordt opgelegd als een kind zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd en de ouder ook in de toekomst niet in staat geacht wordt om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding te dragen of als de ouder het gezag misbruikt. In veel gevallen is er al een ondertoezichtstelling en een uithuisplaatsing geweest voordat er een gezagsbeëindigende maatregel wordt uitgesproken door de rechter. De gezagsbeëindigende maatregel is in principe een definitieve maatregel die geldt tot het kind 18 jaar is. Het betreft alleen gevallen waarbij de voogdij wordt uitgevoerd door de Gecertificeerde Instelling zelf, waarbij het kind wordt opgevoed in een pleeggezin of tehuis. Situaties waarbij een pleegouder (pleegoudervoogd) of iemand anders die sterk betrokken is bij het kind (burgervoogd), de voogdij overneemt van de Gecertificeerde Instelling, vallen hierbuiten.

Voorlopige voogdij

Er is sprake van voorlopige voogdij bij een acute situatie die bedreigend is voor het kind. Het gezag over het kind komt bij de Gecertificeerde Instelling te liggen. De voorlopige voogdij gaat vrijwel altijd gepaard met de (tijdelijke) schorsing van het gezag van de ouder(s). De voorlopige voogdij duurt maximaal drie maanden. Als binnen die drie maanden een verzoek door de Raad voor de Kinderbescherming wordt ingediend om blijvend in het gezag te voorzien, kan de voorlopige voogdij voortduren tot er een einduitspraak is.

Tijdelijke voogdij

Er is sprake van tijdelijke voogdij als de gezaghebbende ouder het gezag tijdelijk niet zelf kan uitoefenen. Bijvoorbeeld als ouders minderjarig zijn, langdurig in het buitenland verblijven of een ouder onder curatele is gesteld en er geen andere ouder is die het gezag kan uitoefenen. De tijdelijke voogdij duurt voort totdat de rechtbank het gezag van de ouder, op diens verzoek, heeft hersteld.

In dit hoofdstuk is voogdij het totaal van voogdij, voorlopige voogdij en tijdelijke voogdij.

Jeugdreclassering

Jeugdreclassering is een combinatie van toezicht en begeleiding voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie of leerplichtambtenaar in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Bij jongvolwassenen in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar kan ook het jeugdstrafrecht toegepast worden op grond van het adolescenten­strafrecht, indien het ontwikkelingsniveau van de dader daartoe aanleiding geeft. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door de kinderrechter of het openbaar ministerie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart.

Advies kindermishandeling

Een op de behoefte van de adviesvrager afgestemde set van aanwijzingen, raadgevingen en tips die Veilig Thuis met de adviesvrager deelt, met als doel de adviesvrager in staat te stellen zelf verder te kunnen handelen in situaties van huiselijk geweld en/of kindermishandeling of bij een vermoeden daarvan. De adviesvrager blijft zelf verantwoordelijk voor eventuele verdere stappen, Veilig Thuis onderneemt geen enkele verdere actie richting de direct­betrokkenen bij het huiselijk geweld of de kindermishandeling.

Melding kindermishandeling

Het kenbaar maken aan Veilig Thuis van een situatie of vermoeden van huiselijk geweld en/of kindermishandeling met vermelding van de persoonsgegevens van de betrokkene(n). Het verschil met een advies is dat bij een melding de verantwoordelijkheid voor het zicht op de veiligheid van de directbetrokkenen is overgedragen van de melder aan Veilig Thuis.

Voorlopige cijfers

De ervaring leert dat de voorlopige uitkomsten over beide vormen van jeugdhulp een onderschatting zijn van de definitieve uitkomsten. Het definitieve aantal jongeren dat jeugdhulp zonder verblijf kreeg, was over 2023 2,7 procent hoger dan het aantal in de voorlopige schatting. Het definitieve cijfer voor jeugdhulp met verblijf lag 3,4 procent hoger. Dit verschil wordt veroorzaakt door betere respons en doordat over het tweede halfjaar nieuwe gegevens worden aangeleverd die ook betrekking hebben op het eerste halfjaar.

Trendbreuk

Met ingang van 2021 is er een forse toename van de berichtgeverspopulatie van jeugdhulpaanbieders. Het aantal jongeren met jeugdhulp in natura stijgt hierdoor met 7 procent. Hierdoor zijn de uitkomsten over de jaren 2021 en later niet goed te vergelijken met de uitkomsten over de jaren 2015 t/m 2020 en worden de cijfers vanaf 2021 gepubliceerd in een nieuwe tabel. Voor een uitgebreide beschrijving van deze wijziging en de gevolgen, zie Toelichting trendbreuk jeugdzorgcijfers 2020 en 2021.

3.6Meer informatie en literatuur

Meer informatie

In de onderzoeksbeschrijving Beleidsinformatie Jeugd staat beschreven hoe de cijfers worden samengesteld.

In de onderzoeksbeschrijving Huiselijk geweld en kindermishandeling staat beschreven hoe de cijfers worden samengesteld.

Cijfers over jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering zijn te vinden op Jeugdmonitor StatLine.

De ontwikkeling van de jeugdhulp is nader beschreven in de rapportage Jeugdhulp 2024.

De ontwikkeling van de jeugdbescherming en jeugdreclassering is nader beschreven in de rapportage Jeugdbescherming en jeugdreclassering 2024.

Een overzicht van publicaties, tabellen en nadere onderzoeken over jeugdzorg is te vinden in de Jeugdmonitor.

Meer informatie over de achtergrondkenmerken van jongeren met jeugdzorg is te vinden in Achtergrondkenmerken van jongeren met jeugdzorg.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016-2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/'17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/'05-2016/'17 oogstjaar enz., 2004/'05 tot en met 2016/'17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

1. Inleiding

Jessica Kofi (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

2. Jongeren in Nederland

Saskia te Riele

3. Jeugdzorg en Veilig Thuis

Rudi Bakker

4. Opgroeien in de bijstand

Noortje Pouwels-Urlings

5. School

Sascha de Breij, Lixin Lakeman

6. Werk

Jannes Kromhout

7. Roken, vapen, alcohol, drugs en voeding

Jan-Willem Bruggink

8. Criminaliteit en veiligheid

Mathilde Kennis, Rob Kessels

9. Jongeren in Caribisch Nederland

Suzanne Loozen, Corina Huisman, Mark Ramaekers

10. Welzijn

Moniek Coumans

11. Wonen

Jesper van Thor

Redactie

Linda Fernandez Beiro

Francis van der Mooren

Robert de Vries

Eindredactie

Saskia Stavenuiter