Inleiding
‘Samen gezond, fit en veerkrachtig’ is het motto van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Dit geldt ook voor de generatie jeugdigen in Nederland, nu en in de toekomst. Hoewel het kabinet dit jaar is gevallen zal het ingezette beleid doorgaan zoals de Hervormingsagenda Jeugd, het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), en het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA) dat recent met betrokken partijen is gesloten.
Ook is dit jaar het ontwerp voor de Nationale Jeugdstrategie gelanceerd. Dit is ontwikkeld door de Nationale Jeugdraad (NJR) waartoe, door middel van jongerenparticipatie, input is opgehaald bij 12 duizend jongeren uit Nederland en Caribisch Nederland. Dit ontwerp geeft een kwalitatieve weergave van de uitdagingen van jongeren, maar ook de – volgens jongeren zelf – meest kansrijke oplossingen. Gezamenlijk identificeren zij drie overkoepelende uitdagingen die als een rode draad door het leven van jongeren lopen: ‘bestaanszekerheid in gevaar’, ‘verslechterde mentale gezondheid’, en ‘gebrek aan toekomstperspectief’. Zo gaven jongeren bijvoorbeeld aan te veel moeite te hebben om rond te komen en hebben zij vaker flexibele banen, schulden en hoge woonlasten. De jongeren formuleerden mogelijke oplossingsrichtingen op negen thema’s waaronder mentale en fysieke gezondheid, politiek en veiligheid, klimaat en milieu, en kunst en cultuur. Het is nu aan de betrokken ministeries om dit ontwerp om te zetten in positief en toekomstgericht jeugdbeleid, en om jongeren structureel te betrekken bij de uitvoering en monitoring hiervan.
Naast deze ontwikkelingen verscheen dit jaar ook het rapport Groeipijn met daarin een advies van de Deskundigencommissie over de uitvoering van de afspraken in de Hervormingsagenda Jeugd, mede in relatie tot de uitgavenontwikkeling. De commissie beoordeelde in hoeverre er, gegeven de huidige aanpak en uitvoering van de gemaakte afspraken, voldoende vertrouwen is om de beoogde effecten van de Hervormingsagenda in de komende jaren te realiseren, in het licht van het meerjarige financiële kader. Hieruit kwam onder andere naar voren dat de Hervormingsagenda een noodzakelijke, maar niet voldoende voorwaarde is om te komen tot een beter werkend stelsel. De oplossing voor de grote vraag naar jeugdzorg ligt vooral in de domeinen buiten de jeugdzorg, zoals in het gezin, op school en in de samenleving.
Begin 2025 was 27 procent van de bevolking jonger dan 25 jaar; dat is hoger dan het EU-gemiddelde. Hoe gaat het met deze jongeren? De Landelijke Jeugdmonitor geeft een actueel overzicht van de situatie van jongeren in Nederland. Op basis van de meest recente cijfers over 2024 en trends uit eerdere jaren belicht dit rapport verschillende onderdelen van hun leven zoals gezondheid, onderwijs, werk, welzijn en criminaliteit. Nieuw dit jaar is de aandacht voor het thema wonen.
Uit het jaarrapport blijkt dat het geluk, de tevredenheid met het leven en het persoonlijk welzijn van jongvolwassenen in 2024 gelijk zijn gebleven aan die van een jaar eerder en daarmee nog steeds lager liggen dan het pre-coronaniveau van 2019. Wel is het aandeel jongvolwassenen met een hoog persoonlijk welzijn op het gebied van gezondheid toegenomen en weer gelijk aan dat van voor de coronaperiode. Ook nam het vertrouwen in instituties, zoals de Tweede Kamer, rechters en politie, toe. Hiermee kwam er een einde aan de daling sinds 2021. Jongvolwassenen stonden in 2024 negatiever tegenover verschillende maatschappelijke kwesties dan in 2018. Hoewel criminaliteit en milieuvervuiling het vaakst werden beschouwd als een (heel) groot probleem, zat de meeste toename bij criminaliteit, de hoeveelheid mensen in Nederland en de mentaliteit van de bevolking. In 2024 vond tussen de 43 en 49 procent van de 18- tot 25‑jarigen deze maatschappelijke kwesties een (heel) groot probleem.
Het jeugdzorggebruik groeit in bijna alle gemeenten. In 2024 kreeg 1 op de 9 jongeren tot 23 jaar jeugdzorg, terwijl dit in 2015 nog om 1 op de 12 jongeren ging. De groei is het grootst bij 12- tot 18‑jarigen die ambulante jeugdhulp krijgen. Ook neemt het aantal jongeren in de jeugdreclassering toe. Daarnaast zijn er meer gestarte adviezen en ontvangen meldingen van kindermishandeling sinds 2019. Het aantal jongeren met jeugdbescherming is afgenomen.
Het aantal minderjarige bijstandskinderen daalt verder. De meeste bijstandskinderen wonen in Rotterdam, maar ook Heerlen, Amsterdam, Den Haag en grote steden buiten de Randstad (zoals Groningen) staan in de top tien van gemeenten met het hoogste aandeel bijstandskinderen. Hoewel het aantal bijstandskinderen in armoede afneemt, neemt de groep bijna-arme bijstandskinderen toe. Dit zijn kinderen die niet in armoede leven, maar wel behoren tot een huishouden met weinig vermogen en net genoeg inkomen om de basisbehoeften te kunnen betalen.
Binnen het onderwijs volgt de grootste groep leerlingen in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs een vmbo-opleiding, hoewel het aandeel vmbo’ers per gemeente uiteen loopt. Voorgaande jaren laten een vergelijkbaar beeld zien. Van de vmbo-gediplomeerden volgde bijna iedereen het jaar erop een opleiding. Dit aandeel is lager onder havo- en vwo-gediplomeerden. Ook nam het percentage havo-en vwo-gediplomeerden dat uitstroomt uit het onderwijs de afgelopen jaren toe.
De woon- en werkcijfers laten zien dat jongeren het ouderlijk huis op steeds latere leeftijd verlaten en dat er steeds meer thuiswonende jongeren zijn die wel willen verhuizen maar niets kunnen vinden. Het aandeel twintigers dat nog thuis woont is de afgelopen jaren toegenomen, vooral onder 25- tot 28‑jarigen. Onder jonge huishoudens (18 tot 30 jaar) met een zelfstandige woning verdubbelde het aandeel met een private huurwoning tussen 2012 en 2024. Het aandeel met een corporatie- of koopwoning nam daarentegen af. De maandelijkse woonlasten namen tussen 2018 en 2023 toe. Toch nam het deel van het inkomen dat jongeren kwijt zijn aan woonlasten af, omdat hun inkomens nog sterker toenamen. In 2024 was 77,7 procent van de jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar aan het werk. Dat is iets lager dan in 2023, toen het om 77,9 procent ging. Hiermee kwam er een einde aan de toename van de arbeidsdeelname sinds 2014, met uitzondering van een daling aan het begin van de coronapandemie in 2020. Ruim driekwart van de jonge werknemers is tevreden met hun werk en arbeidsomstandigheden.
Tot slot valt op dat de toename van het aantal vapers tussen 2021 en 2023 niet heeft doorgezet in 2024. Ook zijn jongvolwassenen (18 tot 25 jaar) in de afgelopen tien jaar minder gaan roken. Daarnaast voldoen steeds meer jongeren en jongvolwassenen aan de richtlijn voor alcoholgebruik. Als het gaat om voeding eten 16- tot 20‑jarigen van alle 1- tot 25‑jarigen het minst gezond.
Het rapport gaat ook in op de leefsituatie van jongeren in Caribisch Nederland. Hierbij komen onder andere de demografische situatie, onderwijsdeelname en arbeidsdeelname aan bod. In 2024 heeft in Caribisch Nederland ook onderzoek plaatsgevonden onder scholieren naar gezondheid, welzijn en vrijetijdsbesteding. Dit jaarrapport presenteert enkele hoofdlijnen van de bevindingen; voor meer gedetailleerde informatie kan het volledige artikel Jongeren in Caribisch Nederland: resultaten Scholierenonderzoek worden geraadpleegd.
De Jeugdmonitor is bedoeld om beleidsmakers, onderzoekers en andere belangstellenden te informeren over de situatie van jongeren, en om handvatten te bieden voor het ontwikkelen van beleid. Meer informatie is te vinden op de websites van de Landelijke Jeugdmonitor en Jeugdmonitor StatLine.