Foto omschrijving: Dagelijks leven op Bonaire

Jongeren in Caribisch Nederland

Auteurs: Corina Huisman, Suzanne Loozen

Een kwart van de bevolking in Caribisch Nederland was op 1 januari 2024 jonger dan 25 jaar. In totaal woonden er 7,7 duizend 0-‍ tot 25‑jarigen, 838 meer dan begin 2019. 46 procent van de jongeren is ook geboren in Caribisch Nederland. Op Sint Eustatius en Saba zijn relatief veel jongeren geboren op Sint Maarten. Tussen begin 2011 en eind 2016 kwamen er in totaal 3 014 jongeren die niet op de eilanden waren geboren naar Bonaire, Sint Eustatius of Saba. Zeven jaar later was 68 procent van hen weer vertrokken.

9.1Leeftijd jongeren

Het overgrote deel van de jongeren in Caribisch Nederland woont op Bonaire. Begin 2024 waren dat er 6,4 duizend, bijna 900 meer dan in 2019. Sint Eustatius en Saba hadden veel minder jongeren dan Bonaire, respectievelijk 877 en 495. Op deze eilanden is het aantal jongeren vergeleken met 2019 licht afgenomen.

De toename van het aantal jongeren op Bonaire is terug te zien in alle leeftijdsgroepen, en vooral bij de 12-‍ tot 18‑jarigen. Op Sint Eustatius nam het aantal 0-‍ tot 4‑jarigen toe, terwijl het aantal 4-‍ tot 12‑jarigen afnam. Op Saba groeiden de aantallen 4-‍ tot 12‑jarigen en 12-‍ tot 18‑jarigen, maar daalden de aantallen 0-‍ tot 4‑jarigen en 18-‍ tot 24‑jarigen.

9.1.1 Bonaire, jongeren naar leeftijd, 1 januari
Leeftijdsgroep 2019 2024
0 tot 4 jaar 806 977
4 tot 12 jaar 1933 2104
12 tot 18 jaar 1350 1664
18 tot 25 jaar 1394 1625
9.1.2 Sint Eustatius, jongeren naar leeftijd, 1 januari
Leeftijdsgroep 2019 2024
0 tot 4 jaar 131 152
4 tot 12 jaar 336 285
12 tot 18 jaar 245 251
18 tot 25 jaar 186 189
9.1.3 Saba, jongeren naar leeftijd, 1 januari
Leeftijdsgroep 2019 2024
0 tot 4 jaar 89 72
4 tot 12 jaar 149 158
12 tot 18 jaar 118 125
18 tot 25 jaar 167 140
57% van de jongeren op Bonaire woonde begin 2024 bij beide ouders

9.2Thuissituatie jongeren

De thuissituatie van jongeren hangt samen met hun leeftijd. Zo wonen minderjarige jongeren veelal bij minstens één van hun (juridische) ouders. Dit geldt voor alle drie de eilanden. Wel verschilt het per eiland of ze vooral bij beide ouders wonen of bij één van hen.

Begin 2024 woonde op Bonaire 57 procent van de jongeren tot 18 jaar bij beide ouders, en 30 procent bij één ouder. In 2019 woonde nog 61 procent bij beide ouders en 28 procent bij één ouder. Op Sint Eustatius woonde begin 2024 een relatief groot deel van de jongeren bij één ouder: 45 procent, terwijl 38 procent bij beide ouders woonde. Het aandeel dat bij beide ouders woont, is sinds 2019 afgenomen. Op Saba woonde begin 2024 ruim 60 procent van de jongeren tot 18 jaar bij beide ouders. Dat aandeel is nagenoeg gelijk gebleven. 30 procent woonde bij één ouder, iets meer dan begin 2019 het geval was.

9.2.1 Jongeren van 0 tot 18 jaar naar plaats in het huishouden (%)
Categorie Woont bij twee ouders Woont bij één ouder Woont zelfstandig Overig
Bonaire . . . .
2024 57 30 0 12
2019 61 28 0 11
Saba . . . .
2024 63 30 0 6
2019 62 28 1 10
Sint Eustatius . . . .
2024 38 45 0 16
2019 43 44 0 13

Wanneer jongeren volwassen worden, gaan ze vaker op zichzelf wonen. Begin 2024 woonde 23 procent van de 18-‍ tot 25‑jarigen op Bonaire zelfstandig. Dat is een veel kleiner deel dan in 2019, toen ging het om 29 procent. In dezelfde periode is het aandeel jongvolwassenen dat in overige huishoudens woont, zoals bij een broer of zus of als kostganger bij een gezin, juist toegenomen. Het aandeel jongvolwassenen dat bij één of beide ouder(s) woont, bedraagt respectievelijk 23 en 39 procent. Dit is ongeveer hetzelfde als in 2019.

Op Sint Eustatius woonde begin 2024 27 procent van de jongvolwassenen zelfstandig. Dit is vergelijkbaar met vijf jaar geleden. Van de 18-‍ tot 25‑jarigen woonde een kwart bij beide ouders en 31 procent bij één ouder. Het aandeel dat bij beide ouders woont, is tussen 2019 en 2024 afgenomen, terwijl het aandeel jongvolwassenen in een overig huishouden juist is gestegen.

Op Saba wonen jongvolwassenen relatief vaak op zichzelf: bijna 40 procent begin 2024. Dat aandeel is met 20 procentpunten afgenomen in vergelijking met 2019. Dit komt mogelijk doordat studenten tijdens de coronapandemie zijn vertrokken van het eiland en niet in hetzelfde aantal zijn teruggekeerd. In diezelfde periode nam het aandeel overige huishoudens flink toe. Van de 18-‍ tot 25‑jarigen woonde 29 procent bij beide ouders en 18 procent bij één ouder. Beide percentages zijn ten opzichte van 2019 toegenomen.

9.2.2 Jongeren van 18 tot 25 jaar naar plaats in het huishouden (%)
Categorie Woont bij twee ouders Woont bij één ouder Woont zelfstandig Overig
Bonaire . . . .
2024 38,9 22,6 23,0 15,5
2019 40,2 21,7 29,0 9,1
Saba . . . .
2024 28,6 17,9 37,9 15,7
2019 25,7 13,8 58,1 2,4
Sint Eustatius . . . .
2024 25,4 31,2 27,0 16,4
2019 33,3 33,3 28,0 5,4
44% van de jongeren op Sint Eustatius is geboren op Aruba, Curaçao of Sint Maarten

9.3Geboorteland jongeren

Van de jongeren van 0 tot 25 jaar die begin 2024 op Bonaire woonden, was de helft geboren in Caribisch Nederland. Een kleine 20 procent had Aruba, Curaçao of Sint Maarten als geboorteland, 15 procent werd geboren in Europees Nederland en 14 procent in Midden- of Zuid-Amerika (exclusief Caribisch Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten). Vergeleken met 2019 is het aandeel jongeren dat geboren is in Midden- of Zuid-Amerika, en dan vooral in Venezuela en de Dominicaanse Republiek, toegenomen. Ook het aandeel jongeren dat geboren is in Europees Nederland is gestegen. Tegelijkertijd werd de groep die is geboren op Aruba, Curaçao, Sint Maarten of Caribisch Nederland kleiner, vooral door een afname van jongeren uit Curaçao.

9.3.1 Bonaire, jongeren naar geboorteland, 1 januari (%)
Jaartal Aruba, Curaçao en Sint Maarten Caribisch Nederland Midden- en Zuid-Amerika (excl. Caribisch Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten) Europees Nederland Noord-Amerika Overig
2024 18,8 49,5 14,1 15,3 0,7 1,5
2019 21,4 51 11 13,7 0,7 2,2

Op Sint Eustatius is 44 procent van de 0-‍ tot 25‑jarigen geboren op Aruba, Curaçao of Sint Maarten. 36 procent is geboren in Caribisch Nederland, 13 procent in Midden- of Zuid-Amerika en 5 procent in Europees Nederland. Tussen begin 2019 en 2024 is het aandeel dat is geboren op Aruba, Curaçao of Sint Maarten het sterkst toegenomen. Dat kwam vooral door de toename van het aandeel jongeren dat is geboren op Sint Maarten. Tegelijkertijd nam het aandeel uit Europees Nederland en Caribisch Nederland af. Binnen Caribisch Nederland is vooral het aandeel jongeren dat is geboren op Sint Eustatius gedaald.

9.3.2 Sint Eustatius, jongeren naar geboorteland, 1 januari (%)
Jaartal Aruba, Curaçao en Sint Maarten Caribisch Nederland Midden- en Zuid-Amerika (excl. Caribisch Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten) Europees Nederland Noord-Amerika Overig
2024 43,6 35,6 13,3 5,5 0,9 1,1
2019 37,4 38 13,3 8,4 1,6 1,4

Van de jongeren die op 1 januari 2024 op Saba woonden, was iets meer dan de helft geboren op Aruba, Curaçao of Sint Maarten. 16 procent was geboren in Midden- of Zuid-Amerika, 14 procent in Caribisch Nederland en 10 procent in Noord-Amerika. Het aandeel dat is geboren op Aruba, Curaçao of Sint Maarten is het sterkst toegenomen ten opzichte van 2019, gevolgd door Midden- en Zuid-Amerika. De stijging binnen de groep uit Aruba, Curaçao en Sint Maarten kwam vooral door meer jongeren uit Sint Maarten. Bij de Midden- en Zuid-Amerikaanse landen droeg de Dominicaanse Republiek het meest bij aan de stijging. Het aandeel jongeren uit Caribisch Nederland (vooral Saba) is het meest afgenomen, gevolgd door Europees Nederland en Noord-Amerika (vooral Canada).

9.3.3 Saba, jongeren naar geboorteland, 1 januari (%)
Jaartal Aruba, Curaçao en Sint Maarten Caribisch Nederland Midden- en Zuid-Amerika (excl. Caribisch Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten) Europees Nederland Noord-Amerika Overig
2024 51,7 13,9 15,6 4,2 9,7 4,8
2019 45,3 18,4 11,1 6,5 11,7 7,1

9.4Geboorten

In 2023 werden op Bonaire 237 kinderen levend geboren. Omdat het aantal geboortes in Caribisch Nederland relatief laag is en kan fluctueren, wordt dit aantal vergeleken met het gemiddelde van de voorgaande vijf jaar. Voor Bonaire lag dit gemiddelde tussen 2018 en 2022 op 218 geboortes per jaar, en is er dus sprake van een lichte toename in 2023. Vooral bij vrouwen van 35 tot 40 jaar werden meer kinderen geboren: 55 in 2023 tegenover gemiddeld 34 in de periode daarvoor.

9.4.1 Levend geboren kinderen, naar leeftijd moeder1), Bonaire
Leeftijd Gemiddelde 2018-2022 2023
Jonger dan 20 jaar 11 14
20 tot 25 jaar 37 35
25 tot 30 jaar 63 62
30 tot 35 jaar 62 58
35 tot 40 jaar 34 55
40 jaar of ouder 10 13
1) Leeftijd van de moeder bij de geboorte van het kind.

Op Sint Eustatius en Saba worden minder kinderen geboren dan op Bonaire. In 2023 werden op Sint Eustatius 30 kinderen geboren en op Saba 15 kinderen. Op Sint Eustatius werden in 2023 iets minder kinderen geboren dan het gemiddelde van 37 kinderen in de periode 2018–2022. De meeste kinderen werden geboren bij vrouwen van 20 tot 25 jaar en 30 tot 35 jaar. Op Saba lag het aantal geboorten in 2023 juist iets boven het gemiddelde van 13 geboortes per jaar over de periode 2018–2022. Op dit eiland werden de meeste kinderen geboren bij vrouwen van 30 tot 35 jaar.

9.5Immigratie, retourmigratie en verblijfsduur van jongeren

Tussen 2011 en 2016 immigreerden 3 014 jongeren, die niet waren geboren op de voormalige Nederlandse Antillen of Aruba, naar Caribisch Nederland. 1 864 van hen gingen naar Bonaire, 284 jongeren naar Sint Eustatius en 866 jongeren naar Saba. Zeven jaar later was het grootste deel echter ook weer van het betreffende eiland vertrokken.

Binnen zeven jaar vertrok 90 procent van de jonge immigranten van Saba, het hoogste percentage van de drie eilanden. Hun verblijf op Saba duurde meestal een of twee jaar. Ongeveer de helft van de jongeren die na een of twee jaar Saba weer verliet, was geboren in Canada of de Verenigde Staten. Dit waren waarschijnlijk studenten die naar Saba toekwamen om een deel van hun medische opleiding te volgen. Na zeven jaar waren vrijwel alle immigranten uit Noord-Amerika weer vertrokken.

Op Sint Eustatius had 64 procent van de jonge immigranten het eiland binnen zeven jaar weer verlaten, en op Bonaire was dit 59 procent. Ook voor hen gold dat het vaak om een verblijf van een jaar ging. Op Sint Eustatius volgden verblijfsduren van korter dan een jaar en twee jaar, terwijl op Bonaire verblijven tussen de twee en vijf jaar vaker voorkwamen. Van de bijna duizend jonge immigranten die zijn geboren in Europees Nederland en die zich tussen 2011 en 2016 op Bonaire vestigden, had bijna 70 procent het eiland binnen zeven jaar weer verlaten.

9.5.1 Vertrek van immigranten 1) (%)
Verblijfsduur in Caribisch Nederland in jaren Bonaire Saba Sint Eustatius
0 5,3 2,8 14,1
1 19,8 53,7 31,3
2 30,0 79,6 43,7
3 38,8 83,6 50,0
4 47,2 86,6 55,3
5 54,1 87,9 59,9
6 56,7 89,3 62,7
7 58,8 89,7 63,7
1) Personen die tussen 1-1-2011 en 31-12-2016 immigreerden naar Caribisch Nederland, jonger dan 25 jaar waren op het moment van migratie en niet geboren zijn op de voormalige Nederlandse Antillen of Aruba. De verblijfsduur is afgerond op hele jaren.

9.6Meer informatie en literatuur

Meer informatie

Cijfers over de bevolking van Caribisch Nederland naar leeftijd zijn te vinden op StatLine  en Jeugdmonitor StatLine.

Cijfers over de bevolkingsontwikkeling van Caribisch Nederland zijn te vinden op StatLine.

Cijfers over de bevolking in huishoudens in Caribisch Nederland zijn te vinden op Jeugdmonitor StatLine en als maatwerktabel.

Cijfers over de bevolking in Caribisch Nederland naar geboorteland zijn te vinden op StatLine en Jeugdmonitor StatLine.

Cijfers over levend geboren kinderen in Caribisch Nederland naar leeftijd van de moeder zijn te vinden op StatLine en Jeugdmonitor StatLine.

Meer informatie over jongeren in Caribisch Nederland is te vinden in de Jeugdmonitor.

Literatuur

CBS (2024, 30 mei). Bevolking Caribisch Nederland in 2023 met bijna duizend toegenomen. CBS nieuwsbericht.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016–2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/’17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/’05-2016/’17 oogstjaar enz., 2004/’05 tot en met 2016/’17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

1. Inleiding

Jessica Kofi (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

2. Jongeren in Nederland

Sevda Ulusoy-Sönmez

3. Jeugdzorg

Isidora Stolwijk

4. Opgroeien in de bijstand

Noortje Pouwels-Urlings

5. School

Bertina Ransijn, Iris van Santen

6. Werk

Jannes Kromhout

7. Middelengebruik, beweeggedrag en overgewicht bij jongeren

Christianne Hupkens

8. Criminaliteit

Mathilde Kennis, Iryna Rud, Wim Vissers

9. Jongeren in Caribisch Nederland

Corina Huisman, Suzanne Loozen

10. Welzijn van jongvolwassenen

Moniek Coumans

11. Jongeren die geen onderwijs volgen en niet werken

Paul Bokern

Redactie

Linda Fernandez Beiro

Francis van der Mooren

Robert de Vries

Eindredactie

Saskia Stavenuiter

Erratum

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, zijn er achteraf enkele onvolkomenheden geconstateerd. Onze excuses hiervoor.

Datum: 21 november 2024

Bij figuur 3.1.1 waren de aantallen per hulpvorm berekend op basis van het aantal trajecten, terwijl dit personen moesten zijn. De figuur en bijbehorende tekst zijn nu gecorrigeerd.
 
Oorspronkelijke tekst
Het aantal jongeren dat jeugdzorg kreeg is in 2023 met 33 procent toegenomen ten opzichte van 2015. Deze stijging wordt veroorzaakt door een toename van jeugdhulp zonder verblijf, die in 2023 44 procent hoger lag dan in 2015.[1] Jeugdhulp met verblijf fluctueert iets over de jaren. Zowel jeugdbescherming als jeugdreclassering zijn in dezelfde periode afgenomen; bij jeugdbescherming was de daling het sterkst na 2021, bij jeugdreclassering is in 2023 een stijging te zien na een gestage daling vanaf 2015.
 
Vernieuwde tekst
Het aantal jongeren dat jeugdzorg kreeg is in 2023 met 29 procent toegenomen ten opzichte van 2015. Deze stijging wordt veroorzaakt door een toename van jeugdhulp zonder verblijf, die in 2023 34 procent hoger lag dan in 2015. Jeugdhulp met verblijf fluctueert iets over de jaren, maar is licht toegenomen in 2023 ten opzichte van 2015. Zowel jeugdbescherming als jeugdreclassering zijn in dezelfde periode afgenomen; bij jeugdbescherming was de daling het sterkst na 2021, bij jeugdreclassering is in 2023 een stijging te zien na een gestage daling vanaf 2015.[1]