Foto omschrijving: Jonge vrouw zit met opgetrokken benen in een stoel en speelt met haar telefoon. Ze lijkt zich te hebben afgesloten voor de buitenwereld.

Jeugdzorg

Auteur: Isidora Stolwijk

In 2023 is het aantal jongeren dat jeugdzorg ontvangt verder gestegen. In 2022 kregen 469 duizend jongeren jeugdzorg en in 2023 waren dit er 474 duizend. Dat betekent dat 10,6 procent van de jongeren onder de 23 jaar jeugdzorg kreeg. De toename zit vooral bij jongeren die jeugdhulp zonder verblijf kregen.

Beleidsinformatie Jeugd

Elk halfjaar verzamelt het CBS gegevens over jeugdzorggebruik bij alle jeugdzorgaanbieders. Dit kunnen psychologenpraktijken of zorgboerderijen zijn met slechts een of enkele jeugdige cliënten, maar ook grote GGZ-instellingen en de gecertificeerde instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering. Wat hen bindt is dat zij hulp en zorg aan jongeren bieden waarvoor de gemeente volgens de Jeugdwet verantwoordelijk is. In dit hoofdstuk worden enkele resultaten van het onderzoek beschreven. Voor het jaar 2023 gaat het om de voorlopige cijfers (aangeduid met *), voor de overige jaren gaat het om definitieve cijfers.

474 duizend jongeren kregen jeugdzorg in 2023

3.1Ontwikkeling van jeugdzorggebruik sinds 2015

In 2023 kregen 474 duizend jongeren tot 23 jaar een vorm van jeugdzorg, waarbij jongeren met een persoonsgebonden budget (PGB) voor jeugdhulp niet zijn meegerekend. Jeugdhulp richt zich in eerste instantie op jongeren tot 18 jaar, maar kan worden verlengd tot 23 jaar. Jeugdbescherming stopt bij 18 jaar en jeugdreclassering kan worden opgelegd aan jongeren tussen de 12 en 23 jaar. Jongeren kunnen op hetzelfde moment meerdere jeugdzorgvormen ontvangen. In 2023 ontvingen 447 duizend jongeren jeugdhulp zonder verblijf, en 41 duizend met verblijf. Daarnaast kregen bijna 36 duizend jongeren jeugdbescherming (ondertoezichtstelling of voogdij) en 8 duizend jeugdreclassering.

Het aantal jongeren dat jeugdzorg kreeg is in 2023 met 29 procent toegenomen ten opzichte van 2015. Deze stijging wordt veroorzaakt door een toename van jeugdhulp zonder verblijf, die in 2023 34 procent hoger lag dan in 2015. Jeugdhulp met verblijf fluctueert iets over de jaren, maar is licht toegenomen in 2023 ten opzichte van 2015. Zowel jeugdbescherming als jeugdreclassering zijn in dezelfde periode afgenomen; bij jeugdbescherming was de daling het sterkst na 2021, bij jeugdreclassering is in 2023 een stijging te zien na een gestage daling vanaf 2015.noot1

3.1.1 Jongeren met jeugdzorg, naar hulpvorm 1) 2) (2015=100)
Jaartal Jeugdzorg Jeugdhulp zonder verblijf Jeugdhulp met verblijf Jeugdbescherming Jeugdreclassering
2015 100 100 100 100 100
2016 107 108 108 95 96
2017 113 114 114 94 91
2018 116 118 106 95 84
2019 120 122 107 98 82
2020 117 120 105 99 77
2021 127 130 108 98 72
2022 128 133 104 92 67
2023* 129 134 103 86 69
1) Door een trendbreuk in 2021 zijn de cijfers over jeugdhulp en jeugdzorg vanaf dat jaar minder goed vergelijkbaar met die van voorgaande jaren.
2) Jongeren die gebruikmaken van meerdere hulpvormen worden meerdere keren in de figuur weergegeven.
9 180 uithuisplaatsingen in 2023

Ruim 9 duizend uithuisplaatsingen in 2023

Als een kind onder toezicht wordt gesteld, blijft het meestal thuis wonen. Maar soms zijn de zorgen over het kind zo ernstig dat het beter is als het kind ergens anders gaat wonen en wordt er ook een machtiging uithuisplaatsing (MUHP) opgelegd. In 2023 liepen op enig moment 9 180 machtigingen uithuisplaatsing (MUHP’s). Hiervan waren 1 595 gecombineerd met een voorlopige ondertoezichtstelling. In deze gevallen is sprake van een spoed­machtiging. Daarnaast behoorden 7 510 MUHP’s bij een reguliere ondertoezicht­stelling. Jongeren met een MUHP en jongeren met voogdij verblijven vaak bij een jeugdhulp­aanbieder en krijgen dus ook jeugdhulp met verblijf. De overige jongeren kunnen bijvoorbeeld bij familie of in informele opvang verblijven.

Het aantal lopende MUHP’s is met 7 procent afgenomen ten opzichte van 2022, toen er nog sprake was van 9 885 MUHP’s. Deze daling bedroeg 5 procent bij MUHP’s gecombineerd met een reguliere ondertoezichtstelling (OTS) en 16 procent bij MUHP gecombineerd met een voorlopige OTS (spoedmachtiging).

3.1.2 Machtigingen uithuisplaatsing
Jaartal Met jeugdhulp met verblijf Zonder jeugdhulp met verblijf
MUHP i.c.m.
reguliere OTS
. .
2023* 6225 1285
2022 6735 1170
MUHP i.c.m.
voorlopige OTS
. .
2023* 1215 380
2022 1525 365

Gemiddelde duur jeugdzorgtraject was 434 dagen in 2023

De jeugdzorgtrajecten die in 2023 zijn afgesloten duurden gemiddeld 434 dagen. Dat is 80 dagen langer dan in 2015, toen trajecten gemiddeld 354 dagen duurden. Deze stijging komt vooral door de langere duur van afgesloten trajecten in de jeugdhulp met en zonder verblijf. De duur van trajecten in de jeugdhulp zonder verblijf nam toe van gemiddeld 290 dagen in 2015 naar 406 dagen in 2023. Voor jeugdhulp met verblijf ging het om een stijging van 422 dagen in 2015 naar 599 dagen in 2023. De gemiddelde duur van trajecten in de jeugdbescherming en reclassering nam af ten opzichte van 2015. Bij jeugdbeschermings­trajecten was er een afname tussen 2015 en 2019, maar een toename vanaf 2020. Jeugdbeschermingstrajecten die in 2023 werden afgesloten duurden gemiddeld 981 dagen en jeugdreclasseringstrajecten duurden gemiddeld 314 dagen.

3.1.3 Gemiddelde duur afgesloten jeugdzorgtrajecten per hulpvorm (2015=100)
jaar Jeugdzorg Jeugdhulp zonder verblijf Jeugdhulp met verblijf Jeugdbescherming Jeugdreclassering
2015 100 100 100 100 100
2016 96 97 101 97 98
2017 98 107 96 88 99
2018 103 114 94 83 92
2019 108 123 96 82 90
2020 119 137 120 81 94
2021 123 138 152 85 87
2022 117 133 114 89 80
2023* 122 140 142 93 74

3.2Jeugdzorggebruik naar gemeente

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdzorg. Voor het leveren van de jeugdhulp contracteert de gemeente jeugdhulpaanbieders. Dit kunnen grote jeugdhulpinstellingen zijn waar honderden jongeren worden geholpen, maar bijvoorbeeld ook gezinshuizen, zorgboerderijen of psychologenpraktijken met slechts enkele jonge cliënten. In sommige gemeenten bieden ook wijk- of buurtteams jeugdhulp aan. Jeugdbescherming en jeugdreclassering worden altijd uitgevoerd door een van de dertien gecertificeerde instellingen.

In Tiel en Veendam ontving meer dan 15 procent van de jongeren jeugdzorg

Het aandeel jongeren dat jeugdzorg kreeg, verschilde sterk per gemeente. In Tiel en Veendam kreeg meer dan 15 procent van de jongeren tot 23 jaar jeugdzorg, terwijl het op Vlieland minder dan 5 procent was. Deze verschillen komen door bijvoorbeeld sociaal­economische factoren, zoals inkomen, eenoudergezinnen en zorggebruik. Daarnaast kunnen gemeenten eigen keuzes maken in de manier waarop ze de jeugdzorg vormgeven. De hoeveelheid en het soort jeugdzorg dat beschikbaar is kan daardoor verschillen per gemeente.

3.2.1 Jongeren1) met jeugdzorg, 2023*
Gemeente_naam Jongeren met jeugdzorg
's-Gravenhage 11
's-Hertogenbosch 10,6
AaenHunze 11,3
Aalsmeer 11,3
Aalten 10,4
Achtkarspelen 9,7
Alblasserdam 11,2
Albrandswaard 8,2
Alkmaar 12,7
Almelo 12,2
Almere 11,1
Alphen-Chaam 9,4
AlphenaandenRijn 11
Altena 9,8
Ameland 5,4
Amersfoort 13
Amstelveen 8,9
Amsterdam 10,6
Apeldoorn 11,9
Arnhem 12,1
Assen 13,7
Asten 8,5
Baarle-Nassau 10,1
Baarn 11,8
Barendrecht 8,1
Barneveld 8,1
Beek 11,9
Beekdaelen 11,4
Beesel 12,6
Bergeijk 9,1
Bergen(L.) 11
Bergen(NH.) 9,7
BergenDal 9,9
BergenopZoom 14,1
Berkelland 10,1
Bernheze 10,8
Best 12,2
Beuningen 11,1
Beverwijk 10,6
Bladel 8,8
Blaricum 10,4
Bloemendaal 9,6
Bodegraven-Reeuwijk 9,8
Boekel 9,2
Borger-Odoorn 11,2
Borne 10,8
Borsele 11
Boxtel 10,6
Breda 10,2
Bronckhorst 9,8
Brummen 11,4
Brunssum 14,3
Bunnik 11,3
Bunschoten 12,7
Buren 12,6
CapelleaandenIJssel 13,3
Castricum 9,8
Coevorden 9,2
Cranendonck 10,8
Culemborg 11,3
Dalfsen 9,2
Dantumadiel 9,1
DeBilt 12,2
DeFryskeMarren 9,1
Delft 9,6
DenHelder 13,8
DeRondeVenen 8,3
Deurne 8,2
Deventer 9,4
DeWolden 9,1
Diemen 7,3
DijkenWaard 12,2
Dinkelland 6,9
Doesburg 12,9
Doetinchem 9,7
Dongen 11,7
Dordrecht 12,1
Drechterland 8
Drimmelen 12,5
Dronten 9,6
Druten 10,8
Duiven 12,2
Echt-Susteren 14,5
Edam-Volendam 6,5
Ede 10,1
Eemnes 10,8
Eemsdelta 10,7
Eersel 8,6
Eijsden-Margraten 9,6
Eindhoven 9,2
Elburg 8,7
Emmen 11,5
Enkhuizen 12
Enschede 10,2
Epe 10,2
Ermelo 11,2
Etten-Leur 12
Geertruidenberg 14
Geldrop-Mierlo 11,7
Gemert-Bakel 7,4
Gennep 12,3
GilzeenRijen 11,5
Goeree-Overflakkee 8,8
Goes 14
Goirle 10,7
GooiseMeren 11
Gorinchem 11,8
Gouda 12
Groningen 8,3
Gulpen-Wittem 10,4
Haaksbergen 8,3
Haarlem 9,3
Haarlemmermeer 10,4
Halderberge 11,9
Hardenberg 10,2
Harderwijk 12,4
Hardinxveld-Giessendam 8
Harlingen 10,3
Hattem 8,2
Heemskerk 10,4
Heemstede 10,3
Heerde 11,7
Heerenveen 10,7
Heerlen 13,2
Heeze-Leende 9,6
Heiloo 10,2
Hellendoorn 8,9
Helmond 10,1
Hendrik-Ido-Ambacht 11,2
Hengelo 11,2
HetHogeland 12,3
Heumen 8,9
Heusden 10,7
Hillegom 13,3
Hilvarenbeek 8
Hilversum 10,9
HoekscheWaard 10,3
HofvanTwente 8,7
HollandsKroon 11,4
Hoogeveen 11,1
Hoorn 11,2
HorstaandeMaas 10,4
Houten 10,5
Huizen 11,2
Hulst 12,1
IJsselstein 11,9
KaagenBraassem 10,3
Kampen 10,7
Kapelle 13,2
Katwijk 10,3
Kerkrade 13,5
Koggenland 8,9
KrimpenaandenIJssel 12,2
Krimpenerwaard 9,5
Laarbeek 8,7
Landgraaf 12,2
Landsmeer 10,2
LandvanCuijk 10
Lansingerland 9,6
Laren 10,5
Leeuwarden 13
Leiden 10,5
Leiderdorp 13,2
Leidschendam-Voorburg 11,9
Lelystad 9,6
Leudal 12,7
Leusden 11,6
Lingewaard 12,2
Lisse 12,4
Lochem 10,3
LoonopZand 10,8
Lopik 8,4
Losser 10,1
Maasdriel 9,9
Maasgouw 11,8
Maashorst 9,8
Maassluis 5,7
Maastricht 8,3
Medemblik 9,8
Meerssen 11,2
Meierijstad 10,3
Meppel 10,7
Middelburg 11,7
Midden-Delfland 8,2
Midden-Drenthe 10,8
Midden-Groningen 13,6
Moerdijk 12,8
Molenlanden 10,1
Montferland 9,6
Montfoort 7,6
MookenMiddelaar 8,4
Neder-Betuwe 10,6
Nederweert 11,8
Nieuwegein 12
Nieuwkoop 10,1
Nijkerk 9,9
Nijmegen 10,8
Nissewaard 12,9
Noardeast-Fryslân 10
Noord-Beveland 11,4
Noordenveld 10
Noordoostpolder 7,9
Noordwijk 11,8
Nuenen,GerwenenNederwetten 9,1
Nunspeet 9,4
Oegstgeest 12,1
Oirschot 11,6
Oisterwijk 8,8
Oldambt 12,5
Oldebroek 8,6
Oldenzaal 9,7
Olst-Wijhe 8,6
Ommen 9,7
Oosterhout 13,4
OostGelre 11,5
Ooststellingwerf 12,3
Oostzaan 6,6
Opmeer 8,9
Opsterland 9,5
Oss 13,5
OudeIJsselstreek 13
Ouder-Amstel 9,7
Oudewater 7,8
Overbetuwe 11,5
Papendrecht 11,8
PeelenMaas 9,1
Pekela 13,2
Pijnacker-Nootdorp 10
Purmerend 8,7
Putten 9,7
Raalte 5,8
Reimerswaal 10,6
Renkum 13,6
Renswoude 8,3
Reusel-DeMierden 8,8
Rheden 12,2
Rhenen 9,1
Ridderkerk 9,3
Rijssen-Holten 9,7
Rijswijk 11,4
Roerdalen 12,7
Roermond 12,6
Roosendaal 12,1
Rotterdam 8,1
Rozendaal 10,5
Rucphen 13,4
Schagen 9,3
Scherpenzeel 9,1
Schiedam 5,9
Schiermonnikoog 5,5
Schouwen-Duiveland 10,5
Simpelveld 9,6
Sint-Michielsgestel 8,4
Sittard-Geleen 13,6
Sliedrecht 14,4
Sluis 13,6
Smallingerland 12,6
Soest 11,5
Someren 7,7
SonenBreugel 11,5
Stadskanaal 11,9
Staphorst 5,3
StedeBroec 10,4
Steenbergen 12,7
Steenwijkerland 8,9
Stein 11,3
StichtseVecht 10,1
Súdwest-Fryslân 11,2
Terneuzen 14,8
Terschelling 8,5
Texel 10,4
Teylingen 11,1
Tholen 10,6
Tiel 20,1
Tilburg 10,1
Tubbergen 7,1
Twenterand 10,9
Tynaarlo 10,9
Tytsjerksteradiel 10,5
Uitgeest 8,5
Uithoorn 9,8
Urk 6,2
Utrecht 11,6
UtrechtseHeuvelrug 11
Vaals 7,5
ValkenburgaandeGeul 10,4
Valkenswaard 12,3
Veendam 15,5
Veenendaal 10,6
Veere 9,3
Veldhoven 12
Velsen 11,9
Venlo 11,4
Venray 10,6
Vijfheerenlanden 9
Vlaardingen 6,4
Vlieland 3,5
Vlissingen 13,7
Voerendaal 6,9
VoorneaanZee 7,6
Voorschoten 10,3
Voorst 8,4
Vught 10,3
Waadhoeke 10,5
Waalre 10,9
Waalwijk 10,9
Waddinxveen 10,1
Wageningen 8,1
Wassenaar 8,9
Waterland 9
Weert 11,7
WestBetuwe 11,1
Westerkwartier 11,7
Westerveld 9,7
Westervoort 14
Westerwolde 10,3
Westland 9,9
WestMaasenWaal 11,6
Weststellingwerf 8,7
Wierden 7,7
Wijchen 11,2
Wijdemeren 10,1
WijkbijDuurstede 12,5
Winterswijk 12,4
Woensdrecht 11,8
Woerden 10
Wormerland 6,7
Woudenberg 9,8
Zaanstad 13,1
Zaltbommel 10,3
Zandvoort 8,8
Zeewolde 12,6
Zeist 13
Zevenaar 12,6
Zoetermeer 14,3
Zoeterwoude 12,5
Zuidplas 10,7
Zundert 9,2
Zutphen 13,5
Zwartewaterland 7,3
Zwijndrecht 13,5
Zwolle 9,5
¹⁾ Personen van 0 t/m 22 jaar

3.3Samenloop van jeugdhulp met jeugdbescherming en jeugdreclassering

Jeugdbescherming (ondertoezichtstellingen en voogdijmaatregelen) en jeugdreclassering gaan in sommige gevallen gepaard met de inzet van jeugdhulp. Dit wordt in beeld gebracht door te kijken naar de inzet van jeugdhulp vóór, tijdens, en na afgesloten episodes van jeugdbescherming en jeugdreclassering. Jongeren die meerdere vormen van jeugd­bescherming en/of jeugdreclassering hebben gehad, zijn buiten beschouwing gelaten.

Vooral jeugdhulp voor en na afgesloten trajecten van jeugdbescherming en -‍reclassering

Zowel bij ondertoezichtstellingen, voogdij, als jeugdreclassering werd in 2023 bij meer dan de helft van de afgesloten episodes jeugdhulp ingezet vóór de start van de episode. Tijdens episodes van ondertoezichtstelling en voogdij werd in ongeveer 40 procent van de gevallen ook jeugdhulp verleend. Na afloop van ondertoezichtstellingen en voogdij werd respectievelijk bij ruim 60 en bijna 80 procent jeugdhulp ingezet. Bij jeugdreclassering werd jeugdhulp vooral voor en na de episode ingezet, in respectievelijk 50 procent en 35 procent van de gevallen. Tijdens de episodes van jeugdreclassering was dit ongeveer 20 procent.

3.3.1 Jeugdhulp voor-, tijdens- en na afgesloten trajecten van jeugdbescherming en jeugdreclassering1) (%)
Jaartal Voor Tijdens Na
Alleen OTS . . .
2e halfjaar 2023* 64 40 67
1e halfjaar 2023* 64 41 63
Alleen voogdij . . .
2e halfjaar 2023* 52 44 79
1e halfjaar 2023* 55 38 78
Alleen jeugdreclassering . . .
2e halfjaar 2023* 51 23 37
1e halfjaar 2023* 52 19 35
¹⁾ Het betreft een of meerdere vormen van jeugdhulp die zijn ingezet in de 12 maanden voor, gedurende, of 12 maanden na afgesloten trajecten van jeugdbescherming en jeugdreclassering.

3.4Herhaald beroep op jeugdbescherming en jeugdreclassering

Voor de afgesloten episodes van jeugdbescherming en jeugdreclassering in 2022 is bekeken hoeveel jongeren binnen een bepaalde periode opnieuw instromen in de jeugdbescherming en -reclassering. Jongeren die meerdere vormen van jeugdbescherming en/of -reclassering hebben gehad, zijn buiten beschouwing gelaten.

Ongeveer 2 procent van de afgesloten ondertoezichtstellingen leidde binnen een halfjaar tot terugkeer. Bij voogdij was dit 3 procent. Bij jeugdreclassering valt op dat er na een behoorlijk aantal afgesloten episodes sprake was van terugkeer binnen 1 maand, iets meer dan 10 procent. Dit kan deels komen doordat bij enkele specifieke vormen van jeugdreclassering (o.a., individuele trajectbegeleiding Harde Kern) vaststaat dat de jongere na afsluiting van een dergelijk traject direct doorstroomt naar de reguliere jeugdreclassering.

3.4.1 Herhaald beroep op jeugdbescherming en jeugdreclassering1) (%)
Periode Terugkeer binnen 1 maand Terugkeer binnen 1-6 maanden Terugkeer binnen 6-12 maanden Terugkeer na 12 maanden
Alleen OTS . . . .
2e halfjaar 2022 2 2 2 1
1e halfjaar 2022 1 2 2 2
Alleen voogdij . . . .
2e halfjaar 2022 0 2 0 0
1e halfjaar 2022 3 0 0 1
Alleen jeugdreclassering . . . .
2e halfjaar 2022 11 4 2 0
1e halfjaar 2022 12 5 2 1
1)In de resultaten zijn geen episodes meegenomen die eindigden door het bereiken van meerderjarigheid, het overlijden van de jeugdige, of de overgang naar volwassen reclassering.

3.5Achtergrondkenmerken van jongeren met jeugdzorg

In eerder CBS-onderzoek is onderzocht welke achtergrondkenmerken van ouders en het huishouden van jongeren samenhangen met de inzet van jeugdzorg (CBS, 2023). Dat wil niet zeggen dat deze kenmerken de oorzaak zijn van de inzet van jeugdzorg. In deze paragraaf worden twee achtergrondkenmerken van jongeren met en zonder jeugdzorg vergeleken.

De inzet van jeugdzorg hangt onder meer samen met het huishoudinkomen. Het aandeel jongeren dat jeugdzorg ontvangt, verschilt sterk per inkomensgroep. Hoe hoger het inkomen, hoe kleiner het aandeel jongeren dat jeugdzorg ontvangt. Van de jongeren in het laagste inkomenskwintiel heeft 3,6 procent jeugdbescherming, in het hoogste kwintiel is dit 0,2 procent. Eenzelfde patroon is te zien bij de andere vormen van jeugdzorg. Bij jeugd­reclassering loopt het aandeel van 1,1 procent in het laagste kwintiel naar 0,1 procent in het hoogste kwintiel. Bij jeugdhulp zonder verblijf is het aandeel 14,4 procent in het laagste kwintiel en 6,5 procent in het hoogste kwintiel. Bij jeugdhulp met verblijf is het aandeel 2,9 procent in het laagste kwintiel en 0,2 procent in het hoogste kwintiel.

3.5.1 Jeugdzorg naar huishoudinkomen per hulpvorm, 2023* (%)
<b>Jeugdbescherming</b> Met betreffende vorm van jeugdzorg
Jeugdbescherming¹⁾ .
Totaal 1,1
Laagste kwintiel 3,6
2e kwintiel 1,4
3e kwintiel 0,5
4e kwintiel 0,2
Hoogste kwintiel 0,2
.
Jeugdreclassering²⁾ .
Totaal 0,3
Laagste kwintiel 1,1
2e kwintiel 0,6
3e kwintiel 0,3
4e kwintiel 0,1
Hoogste kwintiel 0,1
.
Jeugdhulp zonder verblijf³⁾ .
Totaal 10
Laagste kwintiel 14,4
2e kwintiel 12,9
3e kwintiel 10,5
4e kwintiel 8,4
Hoogste kwintiel 6,5
.
Jeugdhulp met verblijf³⁾ .
Totaal 0,9
Laagste kwintiel 2,9
2e kwintiel 1,3
3e kwintiel 0,6
4e kwintiel 0,3
Hoogste kwintiel 0,2
¹⁾ Personen van 0 t/m 17 jaar.
²⁾ Personen van 12 t/m 22 jaar.
³⁾ Personen van 0 t/m 22 jaar.

Ouders van jongeren met jeugdzorg wonen vaak niet op hetzelfde adres

De inzet van jeugdzorg hangt ook samen met of beide juridische ouders op hetzelfde adres staan ingeschreven. Bij 77 procent van de Nederlandse jongeren van 0 tot en met 17 jaar woonden beide juridische ouders op hetzelfde adres. Bij jongeren met jeugdbescherming was dit 12 procent. Bij 65 procent van de Nederlandse jongeren van 12 tot en met 22 jaar woonden beide juridische ouders op hetzelfde adres, voor jongeren met jeugdreclassering was dit 30 procent. Bij 73 procent van de Nederlandse jongeren van 0 tot en met 22 jaar woonden beide juridische ouders op hetzelfde adres. Voor jongeren met jeugdhulp zonder verblijf was dit 61 procent, en voor jongeren met jeugdhulp met verblijf was dit 22 procent.

3.5.2 Jeugdzorg naar ouders op hetzelfde adres, 2023* (%)
Ouders op hetzelfde adres Ouders niet op hetzelfde adres
Jeugdbescherming¹⁾ . .
Totaal jongeren in Nederland 77 23
Jeugdbescherming 12 88
. .
Jeugdreclassering²⁾ . .
Totaal jongeren in Nederland 65 35
Jeugdreclassering 30 70
. .
Jeugdhulp³⁾ . .
Totaal jongeren in Nederland 73 27
Zonder verblijf 61 39
Met verblijf 22 78
¹⁾ Personen van 0 tot en met 17 jaar.
²⁾ Personen van 12 tot en met 22 jaar.
³⁾ Personen van 0 tot en met 22 jaar.

3.6Begrippen

Jeugdzorg

Het geheel van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering dat onder verantwoordelijkheid van de gemeente wordt uitgevoerd volgens de Jeugdwet. In dit hoofdstuk wordt de jeugdhulp vanuit het persoonsgebonden budget (PGB) buiten beschouwing gelaten.

Jeugdhulp

Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet. Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en/of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. De hulp is bedoeld voor kinderen en jongeren tot 18 jaar en kan verlengd worden tot 23 jaar. Als de jongere overnacht bij de jeugdhulpinstelling, het pleeggezin of het gezinshuis, is er sprake van jeugdhulp met verblijf. In dit hoofdstuk wordt de jeugdhulp vanuit het persoonsgebonden budget (PGB) buiten beschouwing gelaten.

Jeugdhulp zonder verblijf

Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet, en voor zover deze in natura is geleverd door de zorgaanbieder (dus exclusief PGB). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en/of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. De jongere verblijft thuis, in het eigen gezin. Of anders gezegd, de jongere slaapt formeel thuis. Het kan zijn dat de jongere bij opa en oma slaapt of bij iemand anders, echter dit is dan niet formeel zo geregeld.

Jeugdhulp met verblijf

Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet, en voor zover deze in natura is geleverd door de zorgaanbieder (dus exclusief PGB). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en/of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders.

De jongere verblijft in een pleeggezin, gezinshuis, leef- of behandelgroep, gesloten afdeling, GGZ-instelling of soortgelijke locaties waar jeugdhulp geleverd wordt. Of anders gezegd, de jongere slaapt formeel niet thuis in het eigen gezin. Dit betekent dat het hier alleen om de verblijfsvormen gaat waarbij er sprake is van een overnachting. Ook verblijf in logeerhuizen, alleen tijdens weekenden of juist door de week, vallen onder jeugdhulp met verblijf.

Gecertificeerde instelling

Gecertificeerde instellingen zijn organisaties die, conform de Jeugdwet, maatregelen van jeugdbescherming en jeugdreclassering uitvoeren. Deze instellingen moeten in het bezit zijn van een certificaat. Daarvoor moeten zij aan een aantal eisen voldoen gericht op het borgen van de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdbescherming en jeugdreclassering.

In de praktijk gaat het hier om de voormalige Bureaus Jeugdzorg en een aantal landelijk werkende gespecialiseerde instellingen (zoals de William Schrikker Groep en het Leger des Heils).

Jeugdbescherming

Een jeugdbeschermingsmaatregel wordt door de rechter dwingend opgelegd. Het doel van de jeugdbeschermingsmaatregel is het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Een kind of jongere wordt dan ‘onder toezicht gesteld’ of ‘onder voogdij geplaatst’.

Ondertoezichtstelling

Ondertoezichtstelling is een gezagsbeperkende maatregel. Als de ontwikkeling van een kind ernstig bedreigd wordt en de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouders of de ouder die het gezag uitoefenen, door dezen niet of onvoldoende wordt geaccepteerd, dan kan de rechter op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming of het Openbaar Ministerie een ondertoezichtstelling uitspreken. Het kind krijgt dan een gezinsvoogd toegewezen van een gecertificeerde instelling. Deze persoon begeleidt het kind en zijn ouders bij het oplossen van de opvoedingsproblemen. De ouders blijven zelf verantwoordelijk voor de opvoeding, maar hun gezag wordt door de maatregel gedeeltelijk ingeperkt. Zowel ouders als kind zijn verplicht de aanwijzingen op te volgen die de gezinsvoogd geeft. In principe blijft het kind thuis wonen. De rechter kan ook besluiten het kind (tijdelijk) uit huis te plaatsen, bijvoor­beeld in een pleeggezin. Een ondertoezichtstelling duurt maximaal een jaar. De rechter kan de duur telkens met (maximaal) een jaar verlengen tot het kind meerderjarig is.

Voorlopige ondertoezichtstelling

Als een kind acuut gevaar loopt en een onderzoek en een verzoekschriftprocedure door de Raad voor de Kinderbescherming niet afgewacht kunnen worden, kan de Raad voor de Kinderbescherming de rechter om een voorlopige ondertoezichtstelling verzoeken, vaak in combinatie met een machtiging uithuisplaatsing. Ouders en kind worden door de jeugdbeschermer van de gecertificeerde instelling begeleid. De maatregel duurt ten hoogste drie maanden. Tijdens de voorlopige ondertoezichtstelling zet de Raad het onderzoek voort. Denkt de Raad voor de Kinderbescherming dat de ondertoezichtstelling en de eventuele uithuisplaatsing langer moet duren? Dan vraagt de Raad voor de Kinder­bescherming binnen die drie maanden aan de rechter om een definitieve maatregel.

Voogdij

Bij een voogdijmaatregel wordt het gezag over een minderjarige door de rechter toegewezen aan een gecertificeerde instelling. Dit kan zijn na een gezagsbeëindigende maatregel of bij kinderen van wie de ouders zijn overleden (waarbij er geen voogd is vastgelegd in het gezagsregister of testament, of deze persoon de voogdij niet accepteert). De gezagsbeëindigende maatregel wordt opgelegd als een kind zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd en de ouder ook in de toekomst niet in staat geacht wordt om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding te dragen of als de ouder het gezag misbruikt. In veel gevallen is er al een ondertoezichtstelling en een uithuisplaatsing geweest voordat er een gezagsbeëindigende maatregel wordt uitgesproken door de rechter. De gezagsbeëindigende maatregel is in principe een definitieve maatregel die geldt tot het kind 18 jaar is.

Het betreft alleen gevallen waarbij de voogdij wordt uitgevoerd door de gecertificeerde instelling zelf, en het kind wordt opgevoed in een pleeggezin of tehuis. Situaties waarbij een pleegouder (pleegoudervoogd) of iemand anders die sterk betrokken is bij het kind (burgervoogd), de voogdij overneemt van de gecertificeerde instelling, vallen hierbuiten.

Machtiging uithuisplaatsing

Een machtiging uithuisplaatsing is een juridische maatregel die door de kinderrechter kan worden uitgesproken als er (ernstige) zorgen zijn over de verzorging en opvoeding van een kind óf als de kinderrechter het nodig acht dat de geestelijke of lichamelijke toestand van het kind onderzocht moet worden op een plek buiten het gezin. De kinderrechter machtigt de gecertificeerde instelling die de ondertoezichtstelling uitvoert, om het kind dag en nacht uit huis te plaatsen. Dit gebeurt als ouders het niet eens zijn met een uithuisplaatsing. Een machtiging uithuisplaatsing kan worden aangevraagd door de gecertificeerde instelling, door de Raad voor de Kinderbescherming of het Openbaar Ministerie. Als andere professionals, zoals bij Veilig Thuis, ernstige zorgen hebben over een kind, leggen zij die voor aan de Raad voor de Kinderbescherming. De Raad voor de Kinderbescherming kan vervolgens het verzoek tot een machtiging uithuisplaatsing doen.

Het betreft hier de machtiging uithuisplaatsing zoals bedoeld in artikel 265b van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

Jeugdreclassering

Jeugdreclassering is een combinatie van toezicht en begeleiding voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie of leerplichtambtenaar in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Bij jongvolwassenen in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar kan ook het jeugdstrafrecht toegepast worden op grond van het adolescenten­strafrecht, indien het ontwikkelingsniveau van de dader daartoe aanleiding geeft. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door de kinderrechter of het Openbaar Ministerie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart.

Individuele trajectbegeleiding Harde Kern

De individuele trajectbegeleiding (ITB) Harde Kern is een intensief begeleidingstraject voor jongeren met structureel crimineel gedrag. ITB Harde Kern is een alternatief voor detentie. Als de jongere niet wil deelnemen aan dit traject of als de jongere zich in dit traject niet aan de afspraken houdt, dan volgt alsnog onvoorwaardelijke detentie.

ITB Harde Kern kan worden gezien als een sterk repressief traject met weinig bewegings­ruimte voor de jongere. De jongere krijgt een strikt dagrooster, dat van minuut tot minuut gevolgd moet worden. Daarop wordt streng gecontroleerd. De jeugdreclassering werkt in deze maatregel intensief samen met de politie in een duidelijk omschreven taak- en rolverdeling. Daarnaast werkt de Jeugdreclassering ook intensief samen met gezin, school, vriendenkring en werkplek van de jongere en zet zich in om deze als steun voor de jongere te activeren. Binnen de maatregel kunnen ook programma’s worden opgelegd zoals agressietraining, sociale vaardigheidstraining en een leer- en werktraject.

ITB Harde Kern wordt opgelegd door de rechter. De maatregel heeft een duur van 6 maanden en kan met 6 maanden worden verlengd. Na ITB Harde Kern krijgt de jongere begeleiding vanuit het gewone programma van jeugdreclassering.

Episode

Een episode verwijst naar een jeugdhulptraject, of meerdere trajecten die inhoudelijk met elkaar verbonden zijn. Om te bekijken of er terugkeer in de jeugdbescherming en/of jeugdreclassering is en of (en wanneer) een jongere een jeugdhulptraject had lopen, is allereerst bepaald wat de episodes van maatregelen zijn per persoon. Hiervoor is per persoon gekeken welke maatregelen er wanneer liepen en wanneer deze werden afgesloten. Maatregelen die elkaar overlappen, op elkaar aansluiten of waarbij maximaal drie dagen zit tussen het einde van de ene maatregel en de start van de volgende maatregel, worden als één episode beschouwd.

3.7Meer informatie en literatuur

Meer informatie

In de onderzoeksbeschrijving Beleidsinformatie Jeugd staat beschreven hoe de cijfers worden samengesteld.

Cijfers over jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering zijn te vinden op Jeugdmonitor StatLine.

De ontwikkeling van de jeugdhulp is nader beschreven in de rapportage Jeugdhulp 2023.

De ontwikkeling van jeugdbescherming en jeugdreclassering is nader beschreven in de rapportage Jeugdbescherming en jeugdreclassering 2023.

Meer informatie over de samenloop tussen jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering, en over herhaald beroep op jeugdbescherming en- reclassering is te vinden in de tabel Herhaald beroep en verloop.

Een overzicht van publicaties, tabellen en nadere onderzoeken over jeugdzorg is te vinden in de Jeugdmonitor.

Literatuur

CBS (2023). Achtergrondkenmerken van jongeren met jeugdzorg. CBS longread.

Noten

Er is sprake van een trendbreuk in de ontwikkeling van jeugdhulp (en daardoor jeugdzorg) in 2021. Met ingang van 2021 is er een forse toename van de populatie van jeugdhulpaanbieders waarvan gegevens zijn verzameld. Het aantal jongeren met jeugdhulp steeg hierdoor met 7 procent. Hierdoor zijn de uitkomsten over jeugdhulp (en jeugdzorg) over de jaren 2021 en later minder goed te vergelijken met de uitkomsten over de jaren 2015 t/m 2020. Voor een uitgebreide beschrijving van deze wijziging en de gevolgen, zie Toelichting trendbreuk jeugdzorgcijfers 2020 en 2021.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016–2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/’17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/’05-2016/’17 oogstjaar enz., 2004/’05 tot en met 2016/’17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

1. Inleiding

Jessica Kofi (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

2. Jongeren in Nederland

Sevda Ulusoy-Sönmez

3. Jeugdzorg

Isidora Stolwijk

4. Opgroeien in de bijstand

Noortje Pouwels-Urlings

5. School

Bertina Ransijn, Iris van Santen

6. Werk

Jannes Kromhout

7. Middelengebruik, beweeggedrag en overgewicht bij jongeren

Christianne Hupkens

8. Criminaliteit

Mathilde Kennis, Iryna Rud, Wim Vissers

9. Jongeren in Caribisch Nederland

Corina Huisman, Suzanne Loozen

10. Welzijn van jongvolwassenen

Moniek Coumans

11. Jongeren die geen onderwijs volgen en niet werken

Paul Bokern

Redactie

Linda Fernandez Beiro

Francis van der Mooren

Robert de Vries

Eindredactie

Saskia Stavenuiter

Erratum

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, zijn er achteraf enkele onvolkomenheden geconstateerd. Onze excuses hiervoor.

Datum: 21 november 2024

Bij figuur 3.1.1 waren de aantallen per hulpvorm berekend op basis van het aantal trajecten, terwijl dit personen moesten zijn. De figuur en bijbehorende tekst zijn nu gecorrigeerd.
 
Oorspronkelijke tekst
Het aantal jongeren dat jeugdzorg kreeg is in 2023 met 33 procent toegenomen ten opzichte van 2015. Deze stijging wordt veroorzaakt door een toename van jeugdhulp zonder verblijf, die in 2023 44 procent hoger lag dan in 2015.[1] Jeugdhulp met verblijf fluctueert iets over de jaren. Zowel jeugdbescherming als jeugdreclassering zijn in dezelfde periode afgenomen; bij jeugdbescherming was de daling het sterkst na 2021, bij jeugdreclassering is in 2023 een stijging te zien na een gestage daling vanaf 2015.
 
Vernieuwde tekst
Het aantal jongeren dat jeugdzorg kreeg is in 2023 met 29 procent toegenomen ten opzichte van 2015. Deze stijging wordt veroorzaakt door een toename van jeugdhulp zonder verblijf, die in 2023 34 procent hoger lag dan in 2015. Jeugdhulp met verblijf fluctueert iets over de jaren, maar is licht toegenomen in 2023 ten opzichte van 2015. Zowel jeugdbescherming als jeugdreclassering zijn in dezelfde periode afgenomen; bij jeugdbescherming was de daling het sterkst na 2021, bij jeugdreclassering is in 2023 een stijging te zien na een gestage daling vanaf 2015.[1]