Werken in de jeugdzorg
In de afgelopen jaren hebben werknemers in de jeugdzorg te maken met een toename van het aantal jongeren dat gebruik maakt van deze zorg. In dit hoofdstuk wordt daarom gekeken naar de werknemers in het brede jeugddomein. Het grootste deel van de werknemers in het brede jeugddomein is vrouw, relatief jong en hoogopgeleid. Ze werken meer uren per week dan gemiddeld in de bedrijfstak zorg en welzijn, en beschikken meestal over een vaste arbeidsrelatie. Werknemers in het brede jeugddomein zijn in iets mindere mate tevreden met hun werk, vinden hun werkdruk vaker te hoog en ervaren vaker agressie door cliënten of patiënten dan gemiddeld in de bedrijfstak zorg en welzijn.
11.1Inleiding
Het CBS publiceert halfjaarlijks cijfers over het aantal jongeren met jeugdzorg in Nederland. In 2021 ontvingen 461 duizend jongeren één of meerdere vormen van jeugdzorg. 450 duizend van hen ontvingen jeugdhulp, 31 duizend ontvingen een jeugdbeschermingsmaatregel (OTS of voogdij) en 8 duizend kregen een jeugdreclasseringsmaatregel opgelegd. Het aantal jongeren met jeugdzorg is met 21 procent gestegen ten opzichte van 2015. Rijk, gemeenten, aanbieders, professionals en cliënten (de zogenaamde vijfhoek) hebben met elkaar geconstateerd dat er hervormingen nodig zijn om te zorgen dat kinderen en gezinnen de juiste zorg op de juiste plek krijgen, om het stelsel zorginhoudelijk en organisatorisch te verbeteren en duurzaam houdbaar te maken.noot1 Enkele van de geconstateerde knelpunten in het jeugdstelsel liggen op het terrein van de arbeidsmarkt. In dit hoofdstuk wordt daarom nader ingegaan op het werken in het brede jeugddomein.
Werknemersenquête zorg en welzijn
Sinds 2019 brengt het CBS twee keer per jaar resultaten van de Werknemersenquête (WNE) zorg en welzijn naar buiten. Dit onderzoek wordt door het CBS uitgevoerd met financiering door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) voor het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW). De onderzoekspopulatie bestaat uit werknemers in de zorg- en welzijnsbedrijfstak. Er komen verschillende thema’s in de WNE aan bod, van arbeidskenmerken tot gezond en veilig werken. De meest recente meting waarover in dit hoofdstuk cijfers worden getoond komt uit het vierde kwartaal van 2021.
In het AZW-programma worden tien branches onderscheiden, waaronder jeugdzorg. In dit hoofdstuk worden cijfers gepresenteerd over werknemers die in de branche jeugdzorg werken, plus mensen uit de branches gehandicaptenzorg en de GGZ die aangeven jeugdhulp te verlenen. Dit wordt het brede jeugddomein genoemd. In het vierde kwartaal van 2021 werkten er ruim 66 duizend werknemers in het brede jeugddomein. Ook in andere branches in de zorg en welzijn zijn er werknemers die jeugdhulp verlenen. Omdat deze werknemers in de Werknemersenquête niet zijn gevraagd of ze jeugdhulp verlenen, worden deze hier buiten beschouwing gelaten. De resultaten dekken dus niet het gehele jeugddomein af. In dit hoofdstuk wordt het brede jeugddomein vergeleken met de bedrijfstak zorg en welzijn smal. Dat is de bedrijfstak zorg en welzijn, exclusief de branche kinderopvang.
11.2Werknemers in het brede jeugddomein
Merendeel werknemers in brede jeugddomein is vrouw
In het vierde kwartaal van 2021 was 84 procent van de werknemers in het brede jeugddomein vrouw en 16 procent man. Verder waren de meeste werknemers in het brede jeugddomein tussen de 25 en 35 jaar (31 procent) en 35 tot 45 jaar (25 procent). Van de 16- tot 25‑jarige werknemers had 87 procent in de voorgaande 12 maanden nog scholing gevolgd. Ruim drie kwart van de werknemers (76 procent) had een hoog onderwijsniveau, een vijfde (20 procent) een middelbaar onderwijsniveau en 4 procent een laag onderwijsniveau.
In vergelijking met alle werknemers in de bedrijfstak zorg en welzijn smal is de gemiddelde leeftijd in het brede jeugddomein lager, en hebben meer werknemers een hoog onderwijsniveau.
categorie | Brede jeugddomein | Zorg en welzijn smal |
---|---|---|
Man | 15,8 | 16,6 |
Vrouw | 84,2 | 83,4 |
. | . | |
16 tot 25 jaar | 12,9 | 10,8 |
25 tot 35 jaar | 30,9 | 22,2 |
35 tot 45 jaar | 24,8 | 19,0 |
45 tot 55 jaar | 16,7 | 21,7 |
55 tot 65 jaar | 13,6 | 24,1 |
65 jaar of ouder | 1,1 | 2,1 |
. | . | |
Laag onderwijsniveau | 3,7 | 11,8 |
Middelbaar onderwijsniveau | 20,2 | 42,1 |
Hoog onderwijsniveau | 75,7 | 45,0 |
Meer uren dan gemiddeld werkzaam
Werknemers in het brede jeugddomein werken over het algemeen minder lang in de bedrijfstak zorg en welzijn dan gemiddeld, en werken ook minder lang dan gemiddeld bij hun huidige werkgever. Zo waren werknemers in het brede jeugddomein gemiddeld 12,4 jaar werkzaam in de bedrijfstak zorg en welzijn, waarvan 7,2 jaar bij hun huidige werkgever. Bij alle werknemers in de zorg en welzijn was dat respectievelijk 16,0 en 10,2 jaar.
Verder werkten werknemers in het brede jeugddomein meer uren per week dan gemiddeld: 29,5 uren per week, tegenover 27,4 uren in de hele bedrijfstak. Drie kwart van de werknemers in het brede jeugddomein had een vast dienstverband. Dat is minder dan gemiddeld, al was het aandeel tijdelijke werknemers met uitzicht op een vast dienstverband wel groter.
contract | Brede jeugddomein | Zorg en welzijn smal |
---|---|---|
Vast dienstverband, met vaste uren | 75,1 | 81,1 |
Tijdelijk met uitzicht op vast, met vaste uren | 10,8 | 6,4 |
Tijdelijk dienstverband, met vaste uren | 7,5 | 5,8 |
Oproep-, inval- of uitzendkracht | 3,6 | 4,5 |
Tijdelijk of vast, zonder vaste uren | 2,6 | 2,1 |
Onbekend | 0,4 | 0,2 |
Zowel het gemiddeld lagere aantal werkzame jaren in de zorg en welzijn en bij de huidige werkgever, als het lagere percentage werknemers met een vast dienstverband in het brede jeugddomein, hebben deels te maken met de gemiddeld lagere leeftijd van werknemers die hier werkzaam zijn.
Jeugdzorgwerker meest voorkomend beroep
Van de werknemers in het brede jeugddomein gaf 84 procent aan in een cliëntgebonden beroep werkzaam te zijn. Dat is meer dan gemiddeld in de zorg en welzijn (76 procent). Cliëntgebonden beroepen zijn beroepen waarin werknemers rechtstreeks in contact komen met bijvoorbeeld cliënten, leerlingen of patiënten. Verder zei 6 procent van de werknemers in het brede jeugddomein werkzaam te zijn in een jeugdteam van de gemeente.
Jeugdzorgwerkers vormen met 17 procent van de werknemers met afstand de grootste beroepsgroep in het brede jeugddomein. Daarna volgen persoonlijk (9 procent), ambulant (8 procent) en thuisbegeleiders (7 procent).
beroep | voorkomen |
---|---|
Jeugdzorgwerker | 16,8 |
Persoonlijk begeleider | 8,7 |
Ambulant begeleider | 7,7 |
Thuisbegeleider | 7,4 |
(sociaal) Pedagogisch medewerker | 6,5 |
Groeps- en woonbegeleider | 4,7 |
Orthopedagoog | 3,8 |
Gedragswetenschapper | 3,7 |
Administratief personeel overig | 3,5 |
Gezondheidszorgpsycholoog | 3,2 |
Uitstroom van werknemers uit de zorg en welzijn
Eerder in 2022 heeft het CBS een analyse gemaakt op basis van de WNE, waarin met behulp van de Polisadministratie is gekeken naar de uitstroom van werknemers in de zorg welzijn. Daarbij ging het om uitstroom naar een andere werkgever binnen dezelfde branche, een andere werkgever in een andere branche binnen de zorg en welzijn of een andere werkgever buiten de bedrijfstak zorg en welzijn.noot2 Hieruit bleek dat werknemers in de jeugdzorg (excl. werknemers in andere branches die ook jeugdhulp verlenen) het meest van alle branches de zorg en welzijn verlaten. Ook is de jeugdzorg de enige branche waarin relatief veel werknemers naar een andere branche binnen de zorg en welzijn overstappen.
11.3Werkdruk en tevredenheid
Werkdruk in brede jeugddomein relatief hoog
49 procent van de werknemers in het brede jeugddomein vond haar of zijn werkdruk in het vierde kwartaal van 2021 (veel) te hoog. Precies de helft beoordeelde de werkdruk als goed, en één procent gaf aan dat de werkdruk (veel) te laag is. Daarmee ervaren deze werknemers hun werkdruk vaker als (veel) te hoog dan gemiddeld in de bedrijfstak zorg en welzijn smal, waar dit 43 procent was. De door werknemers in het brede jeugddomein ervaren werkdruk is sinds het tweede kwartaal van 2019 niet veel veranderd, al wijkt het vierde kwartaal 2020 hiervan wel af, toen werknemers vaker aangaven dat hun werkdruk goed is.
kwartaal | (veel) Te laag | Goed | (veel) Te hoog |
---|---|---|---|
2e kwartaal 2019 | 1,7 | 48,1 | 50,2 |
4e kwartaal 2019 | 0,8 | 49,1 | 50,2 |
4e kwartaal 2020 | 2,6 | 54,2 | 43,2 |
2e kwartaal 2021 | 1,9 | 48,9 | 49,1 |
4e kwartaal 2021 | 0,8 | 50,1 | 49,0 |
Werknemers zijn ook gevraagd naar hun oordeel over de ontwikkeling van de werkdruk in het afgelopen jaar (figuur 11.3.2). Hieruit bleek dat in het vierde kwartaal van 2021 64 procent van de werknemers in het brede jeugddomein van mening was dat de werkdruk in het afgelopen jaar is toegenomen. Volgens 32 procent is deze gelijk gebleven, en 3 procent gaf aan dat de werkdruk is afgenomen. Onder werknemers in de zorg en welzijn was dat respectievelijk 67, 29 en 4 procent.
kwartaal | Toegenomen | Gelijk gebleven | Afgenomen |
---|---|---|---|
2e kwartaal 2019 | 68,1 | 28,7 | 3,1 |
4e kwartaal 2020 | 60,5 | 33,6 | 6,0 |
4e kwartaal 2021 | 64,4 | 32,4 | 3,3 |
Drie kwart werknemers in brede jeugddomein tevreden met werk
In het vierde kwartaal van 2021 was drie kwart van de werknemers in het brede jeugddomein (zeer) tevreden met haar of zijn werk. Dat was onder alle werknemers in de bedrijfstak zorg en welzijn met 77 procent wat hoger. De arbeidstevredenheid in het brede jeugddomein in het vierde kwartaal van 2021 was lager dan in het tweede kwartaal van 2020, toen deze piekte met 81 procent.
66 procent van de werknemers in het brede jeugddomein was tevreden met de organisatie waar ze werken. Dat is vergelijkbaar met het gemiddelde onder werknemers in de zorg en welzijn. Daarmee is de tevredenheid met de organisatie bij werknemers in het brede jeugddomein ten opzichte van het tweede kwartaal 2019 (63 procent) en het vierde kwartaal 2020 (65 procent) toegenomen.
kwartaal | Brede jeugddomein | Zorg en welzijn smal |
---|---|---|
Tevredenheid met werk | . | . |
2e kwartaal 2019 | 76,9 | 77,8 |
4e kwartaal 2019 | 79,2 | 77,7 |
4e kwartaal 2020 | 80,6 | 80,9 |
2e kwartaal 2021 | 78,9 | 80,8 |
4e kwartaal 2021 | 75,1 | 76,8 |
Tevredenheid met organisatie | . | . |
2e kwartaal 2019 | 62,6 | 62,5 |
4e kwartaal 2020 | 65,4 | 70,8 |
4e kwartaal 2021 | 65,8 | 66,3 |
Er is ook een aantal stellingen die te maken hebben met de tevredenheid over een aantal specifieke aspecten van het werk voorgelegd. Zo gaven werknemers in het brede jeugddomein met 65 procent het vaakst aan dat ze het (helemaal) eens zijn met de stelling dat ze zichzelf kunnen ontplooien en ontwikkelen op het werk. Aan de andere kant was met 31 procent een relatief klein aandeel het (helemaal) eens met de stellingen dat ze voldoende betaald krijgen voor het werk dat ze doen, en dat er voldoende tijd is om cliënten of patiënten goed te verzorgen.
In vergelijking met het totaal van de bedrijfstak zorg en welzijn, zeiden werknemers in het brede jeugddomein vaker voldoende tijd te hebben om hun cliënten of patiënten persoonlijke aandacht te geven. Ook gaven ze vaker dan gemiddeld aan voldoende betaald te krijgen voor het werk dat ze doen. Ze vinden wel wat minder vaak dan gemiddeld dat ze voldoende tijd hebben om cliënten of patiënten goed te verzorgen.
aspect | Brede jeugddomein | Zorg en welzijn smal |
---|---|---|
Ik kan mij ontplooien/ontwikkelen in mijn werk | 65,4 | 60,3 |
Ik krijg voldoende ondersteuning van mijn leidinggevende | 52,8 | 55,9 |
Ik krijg voldoende ondersteuning van mijn organisatie bij de uitvoering van mijn werk | 52,0 | 51,9 |
Ik heb voldoende tijd om mijn patiënten/cliënten persoonlijke aandacht te geven | 39,9 | 33,6 |
Ik krijg voldoende betaald voor het werk dat ik doe | 31,4 | 28,0 |
Ik heb voldoende tijd om mijn patiënten/cliënten goed te verzorgen | 31,0 | 34,0 |
Samenhang werkdruk en tevredenheid met werk
Werknemers in het brede jeugddomein die hun werkdruk als goed ervaren waren aanzienlijk vaker (zeer) tevreden met hun werk (88 procent) dan werknemers die hun werkdruk (veel) te laag of te hoog vinden (respectievelijk 61 en 62 procent). Om te onderzoeken in hoeverre de werkdruk van werknemers in het brede jeugddomein een rol speelt bij de tevredenheid met het werk is een logistische regressieanalyse uitgevoerd. Hierbij wordt nagegaan in hoeverre de ervaren werkdruk samenhangt met de tevredenheid met het werk, rekening houdend met de andere kenmerken van werknemers. Naast werkdruk zijn daarbij de achtergrondkenmerken geslacht, leeftijd en onderwijsniveau toegevoegd. Verder is ook rekening gehouden met een aantal baankenmerken: het aantal jaar dat men werkzaam is in de bedrijfstak zorg en welzijn en bij de organisatie, de arbeidsduur in uren per week, of iemand een vaste of flexibele arbeidsrelatie heeft en of men in een cliëntgebonden beroep werkt.
In tabel 11.3.5 zijn de belangrijkste resultaten van deze analyse weergegeven; dat is voor ieder kenmerk een odds rationoot3 uit het logistisch regressiemodel. Op basis hiervan kan worden geconstateerd dat geslacht, leeftijd en onderwijsniveau niet heel erg sterk samenhangen met de tevredenheid met het werk. Dat geldt ook voor de vijf arbeidskenmerken, deze hangen niet significant samen met de tevredenheid met het werk. Werkdruk wel, dit is met afstand het sterkst gerelateerd aan de tevredenheid met het werk. Werknemers die hun werkdruk (veel) te hoog vinden, hadden in het vierde kwartaal van 2021 een aanzienlijk lagere kans om (zeer) tevreden te zijn met het werk dan werknemers die hun werkdruk als goed beoordeelden.
Odds ratio | |
---|---|
Man (ref: vrouw) | 0,630 |
Leeftijd (ref: 16 tot 25 jaar) | |
25 tot 35 jaar | 0,454* |
35 tot 45 jaar | 0,452 |
45 tot 55 jaar | 0,734 |
55 tot 65 jaar | 0,631 |
65 jaar of ouder | 1,310 |
Hoogst behaalde onderwijsniveau (ref: laag) | |
Middelbaar | 1,289 |
Hoog | 1,771 |
Onbekend | 0,635 |
Aantal jaren werkzaam in sector zorg en welzijn | 0,995 |
Aantal jaren werkzaam bij huidige werkgever | 1,003 |
Gemiddelde arbeidsduur in uren per week | 1,023 |
Vaste arbeidsrelatie (ref: flexibele arbeidsrelatie) | 1,393 |
Cliëntgebonden beroep (ref: geen cliëntgebonden beroep) | 1,108 |
Werkdruk (ref: goed) | |
(Veel) te laag | 0,223 |
(Veel) te hoog | 0,192*** |
Constant | 3,715 |
N (ongewogen) | 669 |
Pseudo R2 (Nagelkerke) | 0,163 |
Afhankelijke variabele: tevredenheid met werk. 1: (zeer) tevreden, 0: neutraal of (zeer) ontevreden.
*=p<.05; **=p<.01; ***= p<.001.
11.4Agressie
Ervaren agressie in brede jeugddomein afgenomen
Van de werknemers in het brede jeugddomein zei 74 procent in het vierde kwartaal van 2021 weleens te maken te hebben gehad met agressie op het werk door cliënten of patiënten in de afgelopen 12 maanden. Dat is hoger dan gemiddeld onder werknemers in de zorg en welzijn, waar 64 procent weleens te maken kreeg met agressie door cliënten of patiënten. Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2019 is die groep wel kleiner geworden in het brede jeugddomein, toen rapporteerde nog 81 procent van de werknemers in de afgelopen 12 maanden weleens met agressie te maken te hebben gekregen.
29 procent van de werknemers zei in het vierde kwartaal van 2021 weleens te maken hebben gehad met agressie op het werk door leidinggevenden of collega’s in de afgelopen 12 maanden. Dat was iets lager dan gemiddeld in de zorg en welzijn (31 procent), en ook iets lager dan in het tweede kwartaal van 2019, toen 31 procent van de werknemers in het brede jeugddomein dit rapporteerde.
sector | kwartaal | Door patiënten of cliënten | Door leidinggevenden of collega's |
---|---|---|---|
Brede jeugddomein |
2e kwartaal 2019, Brede jeugddomein |
80,6 | 31,0 |
Brede jeugddomein |
4e kwartaal 2020, Brede jeugddomein |
75,4 | 27,9 |
Brede jeugddomein |
4e kwartaal 2021, Brede jeugddomein |
74,1 | 29,4 |
Zorg en welzijn smal |
2e kwartaal 2019, Zorg en welzijn smal |
66,5 | 33,9 |
Zorg en welzijn smal |
4e kwartaal 2020, Zorg en welzijn smal |
65,1 | 30,2 |
Zorg en welzijn smal |
4e kwartaal 2021, Zorg en welzijn smal |
64,0 | 31,4 |
Agressie op het werk kan bijvoorbeeld fysieke of verbale agressie zijn, maar ook pesten, bedreiging, seksuele intimidatie of discriminatie. In het brede jeugddomein werd verbale agressie door cliënten of patiënten met 67 procent van de werknemers veruit het vaakst gerapporteerd. Seksuele intimidatie is de enige vorm van agressie door cliënten of patiënten die in het brede jeugddomein (10 procent) minder vaak werd gerapporteerd dan gemiddeld in de zorg en welzijn (13 procent). Pesten werd in het brede jeugddomein met 22 procent het vaakst ervaren van de vormen van agressie door leidinggevenden of collega’s. Daarna kwamen verbale agressie (11 procent) en discriminatie (10 procent).
ervaring | Brede jeugddomein | Zorg en welzijn smal |
---|---|---|
Door cliënten of patiënten | . | . |
Verbale agressie | 67,4 | 55,4 |
Pesten | 30,4 | 23,3 |
Bedreiging of intimidatie | 22,0 | 11,1 |
Seksuele intimidatie | 10,1 | 13,4 |
Discriminatie | 19,0 | 14,2 |
Fysieke agressie | 34,7 | 25,0 |
Door leidinggevenden of collega's | . | . |
Verbale agressie | 11,4 | 15,3 |
Pesten | 22,2 | 20,7 |
Bedreiging of intimidatie | 4,9 | 3,2 |
Seksuele intimidatie | 3,2 | 3,4 |
Discriminatie | 9,6 | 6,5 |
Fysieke agressie | 2,2 | 3,3 |
Kwart geeft aan dat agressie is toegenomen
Een kwart van de werknemers in het brede jeugddomein zei in het vierde kwartaal van 2021 dat de agressie door cliënten of patiënten is toegenomen in de afgelopen 12 maanden. Volgens 47 procent was deze gelijk gebleven en 2 procent was van mening dat deze is afgenomen. Ruim een kwart van de respondenten weigerde deze vraag te beantwoorden. Dat is meer dan bij bijvoorbeeld de vraag over de ervaren agressie, die door vrijwel geen respondenten werd geweigerd te beantwoorden. Gemiddeld in de bedrijfstak zorg en welzijn smal weigerde 35 procent de vraag over de ontwikkeling van agressie door cliënten of patiënten te beantwoorden.
Agressie op het werk door leidinggevenden of collega’s was volgens 5 procent van de werknemers in het brede jeugddomein toegenomen, 44 procent zei dat deze gelijk is gebleven en 3 procent zei dat deze is afgenomen. Bijna de helft (48 procent) weigerde deze vraag te beantwoorden.
dader | sector | Toegenomen | Gelijk gebleven | Afgenomen | Weigert |
---|---|---|---|---|---|
Door patiënten of cliënten | Brede jeugddomein, Door patiënten of cliënten | 24,6 | 46,5 | 2,5 | 26,4 |
Door patiënten of cliënten | Zorg en welzijn smal, Door patiënten of cliënten | 26,6 | 36,2 | 2,1 | 35,1 |
Door leidinggevenden of collega’s | Brede jeugddomein, Door leidinggevenden of collega’s | 5,3 | 43,9 | 3,1 | 47,7 |
Door leidinggevenden of collega’s | Zorg en welzijn smal, Door leidinggevenden of collega’s | 6,3 | 37,7 | 3,3 | 52,6 |
11.5Begrippen
Jeugdhulp
Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet (2014). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en/of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders.
Jeugdbescherming
Een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Het doel van de kinderbeschermingsmaatregelen is het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Een kind of jongere wordt dan ‘onder toezicht gesteld’ of ‘onder voogdij geplaatst’.
Jeugdreclassering
Een combinatie van begeleiding en controle voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie of leerplichtambtenaar in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Indien gewenst kan het jeugdstrafrecht eveneens worden toegepast op jongvolwassenen in de leeftijd 18 tot en met 22 jaar. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat.
Noten
Odds laten een kansverhouding zien: de kans dat iets gebeurt, afgezet tegen de kans dat dat niet gebeurt. De odds ratio is dan weer de verhouding tussen twee odds voor die gebeurtenis. In tabel 11.3.5 betekent een odds ratio van bijvoorbeeld 3, dat de odds dat iemand (zeer) tevreden is met het werk drie keer zo groot zijn als de odds dat hij of zij dat niet is. Met andere woorden, hoe groter de odds ratio, hoe groter de kans dat iemand tevreden is met het werk.