Foto omschrijving: Drie meiden luieren in het gras en genieten van de zon

Met hart en ziel kwetsbare jeugdgroepen helpen staat onder druk

Oplossing voor arbeidsmarkt­problematiek is grootste uitdaging

Auteur: Jan Hendriks (Communicatie- en tekstbureau Blitz)

Het aantal jongeren dat jeugdhulp nodig heeft wordt elk jaar groter. Tegelijkertijd staat het aanbod van jeugdzorg onder druk. Een meerderheid van de jeugdzorgprofessionals meldt een toename van de werkdruk. Een rondgang langs vier gemeenten, VNG en Jeugdzorg Nederland bevestigt het beeld dat de jeugdzorg onder druk staat. Een oplossing vinden voor de arbeidsmarktproblematiek lijkt dan ook de grootste uitdaging voor deze zorgdiscipline.

Directeur Inclusieve Samenleving Ingrid Hoogstrate van VNG onderkent dat de jeugdzorg in Nederland zich voor grote uitdagingen gesteld weet. ‘De arbeidsmarktproblematiek speelt hierbij een grote rol. Het aantal vacatures aan de kant van de gemeenten loopt op. En het beeld bij zorgaanbieders is niet anders. In zijn algemeenheid geldt dat hoe specialistischer de zorgdiscipline, hoe moeilijker het is om goede mensen te vinden. Vooral binnen de jeugdbescherming is dit echt problematisch met oplopende wachttijden en verschraling van de hulp tot gevolg.’ Volgens Hoogstrate ligt het gevaar van een vicieuze cirkel op de loer. ‘De caseload en daarmee de druk op de betrokken jeugdzorgprofessionals loopt op met als gevaar dat mensen uitvallen met een burn-out of hun heil zoeken in ander werk.’

Nijpende arbeidsmarktsituatie

Adviseur beleid werkgeverszaken Yolanda van Aspert van Jeugdzorg Nederland constateert eveneens dat de nijpende arbeidsmarktsituatie de jeugdzorg voor groeiende problemen stelt. ‘De instroom van nieuwe collega’s blijft gelijk of neemt zelfs iets af, terwijl het verzuim en het verloop toenemen. Wat bovenal zorgelijk is, is dat we zien dat mensen die met veel energie en enthousiasme starten, er na een jaar of drie alweer mee stoppen. Veel jeugdzorgprofessionals werken in teams, waarbij de teamleden intensief met elkaar samenwerken. Bij het huidige groeiende verloop worden die teams minder stabiel. Dat is niet goed voor de cliënten, die steeds een andere hulpverlener krijgen toegewezen. Maar het ondermijnt ook die hechte zorgteams.’

Bijspringende ouders en kantoormedewerkers

‘Teamleden worden ineens geconfronteerd met een nieuwe collega of bijvoorbeeld zzp’ers die kortstondig inspringen. Waar men gewend was om steun en hulp bij elkaar te zoeken, voelt men zich ineens niet meer zo senang in het team. Met alle risico’s van uitval en verloop tot gevolg.’ Hoe nijpend het groeiend tekort in de jeugdzorg is, wordt treffend geïllustreerd door beleidsadviseur Jeugd Eugen van der Meij van de gemeente Veendam. ‘Ik weet dat er hier in Veendam al ouders zijn gevraagd om als begeleider te overnachten op een verblijfslocatie voor gehandicapten. Ook zien we dat bij een andere zorgaanbieder kantoormedewerkers moeten bijspringen in de zorg omdat ze moeite hebben om de roosters rond te krijgen.’

Ervaren agressie

Naast de werkdruk blijkt ook de mate van ervaren agressie een rol te spelen bij het werkplezier onder jeugdzorgprofessionals en de keuzes die zij maken. Alle geïnterviewden maken zich in meer of mindere mate zorgen over de verharding in de maatschappij en het effect hiervan op de jeugdzorg. ‘Een zorgmedewerker zal eerder kiezen voor het begeleiden van jonge kinderen met agressieproblemen. De agressie blijft dan veelal beperkt tot bijten en krabben,’ zegt Eugen van der Meij van de gemeente Veendam. ‘Bij oudere kinderen, die sterker zijn, kan de agressie zich ook op andere manieren uiten. In zijn algemeenheid merk ik dat de veiligheid bij de GGZ-zorg en bij de begeleiding van verstandelijk gehandicapten steeds meer in het geding komt. Het wordt steeds moeilijker om hier mensen voor te vinden. Dat geldt ook voor het vinden van een verblijfs- of woonplek voor kinderen met problematisch gedrag, waarbij agressie een rol speelt.’

Met hart en ziel kwetsbare groepen helpen

Alle geïnterviewden zijn eensgezind als het gaat om de intrinsieke motivatie van jeugdzorgprofessionals. ‘Ze willen met hart en ziel kwetsbare groepen helpen. Dat is wat hen drijft.’ De vraag is volgens betrokkenen echter wat de huidige druk op de jeugdzorgprofessional met die motivatie doet. Hoe lang weegt hun intrinsieke motivatie nog op tegen de groeiende werkstress als gevolg van oplopende werkdruk, ervaren agressie en nimmer aflatende administratieve lasten. Opvallend is dat de gemeente Veendam bij de lopende aanbesteding van de jeugdzorg het werkgeluk van de jeugdzorgprofessionals centraal stelt. Van der Meij: ‘Voor de zwaardere zorgtrajecten gaan we straks een vaste vergoeding bieden aan een consortium van jeugdzorgaanbieders, waarbij zij zonder diagnose of indicatiestelling aan de slag kunnen. Dat scheelt veel administratief gedoe en komt het werkplezier van de jeugdzorgprofessional ten goede.’

Zorgen bij zwaardere zorgtrajecten

In de gemeente Heerde is het beeld ten aanzien van het vervullen van vacatures in de jeugdzorg wisselend volgens beleidsmedewerker Lisa de Leeuw. ‘In de GGZ is de situatie zorgelijk. Daar lopen de wachttijden op tot 15 à 20 weken omdat er geen personeel is te vinden of omdat betrokken partijen fuseren. Aan de andere kant zien we dat een rol als gezinscoach, waarvan we er 8 hebben, zich wel goed laat invullen. Onlangs kregen we nog 11 brieven toen we een nieuwe gezinscoach zochten. Daarnaast ontvangen we ook nog wel eens open sollicitaties en met grote regelmaat aanvragen voor stages.’

Zwaardere zorgtrajecten problematisch

De situatie in Heerde is exemplarisch voor het landelijke beeld; voor de lichte zorgfuncties lukt het nog wel om mensen te vinden, voor de zwaardere zorgtrajecten is dit inmiddels zeer problematisch. De Leeuw signaleert met het intreden van de zogenaamde varkenscyclus een andere zorgelijke ontwikkeling in het aanbod van jeugdzorg. ‘Wat je ziet is dat op zich goedwillende organisaties geldgedreven gaan werken en de krenten uit de pap gaan pakken. Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat een dyslexieaanbieder ineens mensen met een angststoornis gaat begeleiden. Deze ontwikkeling komt niet altijd ten goede aan de kwaliteit van de jeugdzorg.’

Meer autonomie

Yolanda van Aspert van Jeugdzorg Nederland is een voorstander van meer autonomie voor de jeugdzorgprofessionals. ‘We moeten er op vertrouwen dat professionals zelf in staat zijn om te bepalen hoeveel begeleiding en ondersteuning een cliënt nodig heeft en dit minder strak vastleggen. Waar voor de ene cliënt twee uur niet toereikend is, kan dit voor een andere cliënt weer te veel zijn. Geef het vertrouwen aan de jeugdzorgprofessional en laat deze zelf bepalen wat een cliënt aan zorg nodig heeft. Ik doe dan ook graag een oproep aan gemeenten en bestuurders van zorgaanbieders om meer te vertrouwen op de kennis en kunde van zorgprofessionals.’ Volgens Van Aspert kan op deze wijze de administratieve lastendruk voor mensen actief in de jeugdzorg substantieel worden teruggebracht.

Jeugdbescherming zeer zorgelijk

Alle betrokkenen maken zich ernstige zorgen over de continuïteit van de jeugdbescherming. Hierbij wordt met name verwezen naar de explosieve groei van het aantal vechtscheidingen. ‘Mensen zitten dan zo in hun emotie, dat dit kan uitmonden in agressie. Met alle consequenties voor de kinderen.’

De administratieve lastendruk is volgens Van Aspert van Jeugdzorg Nederland een grote dissatisfier voor jeugdprofessionals. Zij krijgt op dit onderdeel bijval van alle andere geïnterviewden. Van Aspert: ‘Het aandeel van de administratie kan oplopen tot wel zo’n 30 procent. Toegegeven, iets als bijvoorbeeld dossieropbouw is onontbeerlijk in het kader van cliëntbegeleiding, net als de mogelijke afhandeling van een klacht of een tuchtrechtzaak. Maar op het vlak van tijdschrijven is nog veel winst te behalen, onder meer door standaardisatie van contracten.’

Primaire arbeidsvoorwaarden

Volgens Van Aspert spelen niet alleen de primaire arbeidsvoorwaarden een rol als het gaat om de attractiviteit van werken in de jeugdzorg. ‘Randvoorwaarden als werkdruk, administratieve lasten en agressie spelen ook een belangrijke rol. Wij zijn betrokken geweest bij de cao-onderhandelingen voor de cao Jeugdzorg. Uitgangspunt was het afspreken van een cao die recht doet aan de inzet van professionals. De salarissen zitten niet aan de bovenkant, maar zeker ook niet aan de onderkant als je kijkt naar de sector zorg en welzijn.’ Beleidsadviseur Jeugd Eugen van der Meij van de gemeente Veendam nuanceert het salarisniveau binnen de jeugdzorg. ‘Ik ben zelf recent overgestapt van een zorgaanbieder in de gehandicaptenzorg naar mijn huidige rol als beleidsadviseur. Het basissalaris in de gehandicaptenzorg is echt niet om over naar huis te schrijven. Op dat vlak zijn dus echt nog wel stappen te maken.’

Focus op preventie

Preventie lijkt een van de mogelijke antwoorden in de strijd tegen de arbeidsmarktproblematiek. Alle betrokken gemeenten ondernemen een groeiend aantal initiatieven op dit vlak. ‘We richten ons hierbij met name op de meest kwetsbare groepen,’ aldus Teammanager Rian Smit van de gemeente Rotterdam. ‘We subsidiëren bijvoorbeeld groepscursussen voor kinderen die gepest worden. Welzijnswerk in kwetsbare wijken versterkt kinderen op wat ze kunnen (positive behaviour) en ouders worden ondersteund bij opvoedkundige taken. Ook hebben we met Erasmus Medisch Centrum een app ‘Grow It!’ ontwikkeld, die jongeren onder meer helpt om vroegtijdig een depressie te herkennen.’

Lokaal preventieakkoord

In de gemeente Heerde hebben ze veel energie gestoken in het afsluiten van een lokaal preventieakkoord. ‘Hier hebben we onder meer ook de scholen en de kerk bij kunnen betrekken. De dominees helpen bijvoorbeeld om samen met een gezinscoach en een schoolbegeleider seksueel overschrijdend gedrag bespreekbaar te maken. De scholen spelen bij ons een belangrijke rol als het gaat om signalering en opvoeding. Om hen hierbij te ondersteunen brengen wij samen met onze partners Tactus Verslavingszorg, de GGD en Halt in kaart aan welke ondersteuning zij behoefte hebben.’

SKJ-registratie loslaten

Als mogelijke deeloplossing om de druk op de jeugdzorgprofessionals te verlichten wordt door de geïnterviewden meer dan eens geopperd anders om te gaan met de SKJ-registratie. ‘Uiteraard wel binnen strikte kaders.’ Van Aspert van Jeugdzorg Nederland: ‘Iedereen vist in dezelfde vijver met SKJ-geregistreerde professionals terwijl er misschien ook professionals zonder registratie zijn, die graag zouden willen werken in de jeugdzorg. Daardoor mis je mensen die op basis van competenties wel goed voldoen en die wellicht een gedeelte van het werk zouden kunnen doen, maar niet beschikken over het juiste papiertje.’

On speaking terms

Alle druk op de lokale jeugdzorgmarkt ten spijt leidt dit niet tot ongewenste concurrentie daar waar het de werving van jeugdzorgprofessionals betreft. Zonder uitzondering zijn gemeenten op dit vlak ‘on speaking terms’ met lokale zorgaanbieders. ‘Met bestuurders van zorgaanbieders is besproken om niet onder elkaars duiven te schieten,’ aldus Rian Smit van de gemeente Rotterdam. ‘Daarnaast vormt de arbeidsmarktproblematiek een vast agendapunt tijdens overleggen hier in de Rijnmondregio. Ook wil Rotterdam met partijen een zorgakkoord opstellen, met oog voor de beschikbaarheid van schaars personeel.’

Data als instrument voor beleidsontwikkeling, sturing en monitoring

Het gebruik van data als instrument voor beleidsontwikkeling, sturing en monitoring lijkt aan belang te winnen binnen gemeenteland. Zonder uitzondering beschikken de betrokken gemeenten over eigen databases, waarin op basis van het berichtenverkeer met zorgaanbieders onder meer zichtbaar is welke vormen van jeugdzorg aan welke leeftijdsgroepen en jeugdcategorieën is geleverd. Ingrid Hoogstrate van VNG pleit ervoor om bij data-analyse meer nadruk te leggen op de effectiviteit van de geboden zorg. ‘Wat je uiteindelijk wilt is dat de hulp terecht komt bij de jongeren die het ’t hardst nodig hebben. Gegeven het gelimiteerde budget is het dan belangrijk om inzicht te hebben in wat werkt en wat niet.’ Het is volgens Hoogstrate geen toeval dat 2 van de 7 thema’s binnen de Hervormingsagenda Jeugd, die VNG opstelde samen met het ministerie van VWS, zorgaanbieders, cliëntenvertegenwoordigers en jeugdzorgprofessionals, alles van doen hebben met data.

Thema kennis, leren en ontwikkelen

‘Naast het thema data en monitoring hebben we met elkaar het thema kennis, leren en ontwikkelen centraal gesteld. Het delen van kennis en data tussen gemeenten speelt hierbij een belangrijke rol. Wat ons betreft zou dit delen nog structureler van aard moeten zijn. Waar je dan een beetje tegenaan loopt is dat de ene gemeente daar al verder in is dan de andere. De goede voorbeelden zitten overigens niet per se bij de grote gemeenten. Zo hebben bijvoorbeeld de 8 gemeenten in de regio Foodvalley het uitstekend voor elkaar.’ Volgens de Directeur Inclusieve Samenleving draagt harmonisatie sterk bij aan het succesvol kunnen delen van data. ‘Om de administratieve lasten te verminderen, staat dit onderwerp sowieso al hoog op onze agenda. Een prettige bijkomstigheid is dat het onderling kunnen vergelijken van data hierdoor ook eenvoudiger wordt. Op het vlak van harmonisatie is al een behoorlijke slag gemaakt, onder meer door het landelijk en regionaal inkopen van zorgarrangementen. Maar het kan nog altijd beter.’

Gebruik Jeugdmonitor

Rian Smit van de gemeente Rotterdam raadpleegt met enige regelmaat de data van de Jeugdmonitor, vooral om gemeenten met elkaar te vergelijken. ‘De vraag is of alle input klopt. Zijn de cijfers wel compleet, wordt bijvoorbeeld rekening gehouden met nacalculaties en zijn de bestanden compleet?’ De teammanager geeft aan dat de gemeente Rotterdam onder de naam ‘De Staat van de Jeugd’ jaarlijks een jeugdmonitor publiceert. ‘In deze monitor brengen we een groot aantal cijfers bij elkaar om inzichtelijk te maken hoe het gaat met de Rotterdamse jeugd.’ Het doel van het Rotterdamse jeugdbeleid is volgens Smit dat kinderen en jongeren kansrijker, veiliger en gezonder opgroeien in de stad. ‘De cijfers uit onze jeugdmonitor worden gebruikt om te laten zien hoe we hierin slagen. Ook voor deze data geldt dat van groot belang is dat de bronnen compleet zijn.’

Datagedreven maatschappij

Maria Huisman van het Team Beleid Sociaal Domein van gemeente Krimpen aan den IJssel maakt regelmatig gebruik van data uit de databank ‘Waar staat je gemeente’ van VNG, waaraan door het CBS gepubliceerde cijfers ten grondslag liggen. Huisman constateert dat we steeds meer richting een datagedreven maatschappij gaan. ‘Ik gebruik de data vooral om alle signalen die wij ontvangen zo goed mogelijk te staven met cijfers. Ik vind data-analyse voor onze tak van sport nog een relatief onontgonnen terrein. Ik weet zeker dat we nog lang niet alle beschikbare data benutten. Aan de andere kant wil je ook niet verzuipen in data. Wat is nuttig en wat niet? Het is de uitdaging om hier een goede balans in te vinden.’ In de jeugdhulpregio, waar Krimpen aan den IJssel in participeert, is voor de gemeenten een dashboard ontwikkeld. ‘Dit dashboard is gebaseerd op data van jeugdzorgaanbieders. Het is wel jammer dat gemeentes nog geen toegang hebben tot de cijfers van andere gemeenten. Dan zou je namelijk kunnen vergelijken en daar het gesprek over aangaan om van elkaar te leren.’

Prachtinstrument

Directeur Inclusieve Samenleving Ingrid Hoogstrate van VNG is blij met de beschikbaarheid van de Jeugdmonitor. ‘Voor gemeenten is dit een prachtinstrument om de zorgsituatie in hun gemeente te vergelijken met die in andere gemeenten.’ Eugen van der Meij van de gemeente Veendam komt tot dezelfde conclusie. ‘Ik kende de Jeugdmonitor nog niet, maar vind het als sturingsinstrument een indrukwekkend hulpmiddel. Heel nuttig om de cijfers van je eigen gemeente te kunnen vergelijken met die van andere gemeenten.’

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016–2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/’17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/’05-2016/’17 oogstjaar enz., 2004/’05 tot en met 2016/’17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

1. Inleiding

Ruud van Herk (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

2. Jongeren in Nederland

Dominique van Roon

3. Jeugdzorg en Veilig Thuis

Brigitta Struijkenkamp

4. Opgroeien in ongelijke omstandigheden

Kai Gidding

5. School

Kiki van Neden, Robbert Molenaar

6. Werk

Harry Bierings

7. Middelengebruik en leefstijlkenmerken bij jongeren

Kim Knoops

8. Criminaliteit

Rob Kessels, Elianne Derksen

9. Jongeren in Caribisch Nederland

Carel Harmsen, Susanne Loozen, Mark Ramaekers

10. Welzijn van jongvolwassenen

Moniek Coumans

11. Werken in de Jeugdzorg

Willem Gielen

12. Met hart en ziel kwetsbare jeugdgroepen helpen staat onder druk

Jan Hendriks (Communicatie- en tekstbureau Blitz)

Redactie

Linda Fernandez Beiro

Astrid Pleijers

Jannes de Vries

Robert de Vries

Eindredactie

Karolien van Wijk

Erratum

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, zijn er achteraf enkele onvolkomenheden geconstateerd. Onze excuses hiervoor.

Datum: 9 november 2022

De cijfers in figuur 6.1.3 waren niet op het juiste peilmoment berekend. In de longread en de PDF is de figuur 6.1.3 aangepast met de juiste cijfers.