Jongeren in Caribisch Nederland
Op 1 januari 2022 woonden er 7,3 duizend 0- tot 25-jarigen in Caribisch Nederland: 26 procent van de bevolking. Op Bonaire woonde 60 procent van de 0- tot 18-jarigen bij beide ouders en ruim een kwart bij één ouder; onder 18- tot 25-jarigen was dat 40 en 23 procent. In het schooljaar van 2021/’22 waren er 2 448 basisschoolleerlingen in Caribisch Nederland. In 2020 vond ruim de helft van de scholieren in het voortgezet onderwijs en het mbo op Bonaire hun school leuk. Op Saba was dit 58 procent.
9.1Jongeren naar leeftijd
Begin 2022 woonden er op Bonaire 5,9 duizend jongeren van 0 tot 25 jaar. Dat zijn er 900 meer dan in 2012. Naar verhouding nam de groep jongeren van 0 tot 18 jaar het meest toe. Wel nam het aandeel jongeren in de totale bevolking af, van 30 procent in 2012 naar 26 procent in 2022.
leeftijd | 2012 | 2022 |
---|---|---|
0 tot 4 jaar | 798 | 948 |
4 tot 12 jaar | 1655 | 1998 |
12 tot 18 jaar | 1245 | 1496 |
18 tot 25 jaar | 1307 | 1462 |
Begin 2022 woonden er op Sint Eustatius 947 jongeren van 0 tot 25 jaar, 29 procent van de totale bevolking. Begin 2012 woonden er nog 1 070 jongeren, 28 procent van de totale bevolking. Het aantal jongeren van 0 tot 4 jaar is tussen 2012 en 2022 ongeveer gelijk gebleven. In de overige leeftijdsgroepen daalde het aantal jongeren. Deze daling was het sterkst bij de 4- tot 12‑jarigen.
leeftijd | 2012 | 2022 |
---|---|---|
0 tot 4 jaar | 155 | 157 |
4 tot 12 jaar | 382 | 312 |
12 tot 18 jaar | 287 | 266 |
18 tot 25 jaar | 246 | 212 |
Op 1 januari 2022 woonden er op Saba 449 jongeren, 23 procent van de totale bevolkig. Dat zijn er 166 minder dan begin 2012, het aandeel jongeren bedroeg toen 31 procent. Dit komt door de afname van het aantal 18- tot 25‑jarigen. Deze afname komt grotendeels door het beter bijhouden van de bevolkingsadministratie op Saba vanaf 2018. Het gaat met name om studenten uit Noord-Amerika die Saba hebben verlaten, maar met enige vertraging werden uitgeschreven uit de bevolkingsadministratie van Saba.
leeftijd | 2012 | 2022 |
---|---|---|
0 tot 4 jaar | 65 | 60 |
4 tot 12 jaar | 149 | 161 |
12 tot 18 jaar | 99 | 122 |
18 tot 25 jaar | 302 | 106 |
9.2Jongeren naar huishoudenssamenstelling
Begin 2021 woonde 57 procent van de 0- tot 18‑jarigen in Caribisch Nederland bij beide ouders. 31 procent woonde bij één ouder. De rest, 12 procent, was overig lid van een huishouden. Dat betekent dat ze bijvoorbeeld bij hun ouders inwonen met hun partner (en eventuele kinderen), ingetrokken zijn bij een zelfstandig wonende broer of zus, of bij een oom of tante wonen.
Op Bonaire meer jongeren bij één of beide ouders
Op 1 januari 2021 woonde 60 procent van de 0- tot 18‑jarigen op Bonaire bij beide ouders, en ruim een kwart bij één van beide ouders. Het aandeel kinderen dat bij één of beide ouders woont, is toegenomen ten opzichte van 2012. Begin 2021 waren kinderen minder vaak overig lid van een huishouden dan in 2012.
Van de 18- tot 25‑jarigen op Bonaire woonde 40 procent bij beide ouders en 23 procent bij één ouder. Het aandeel jongvolwassenen dat bij één of beide ouders woonde, is toegenomen ten opzichte van 2021. Jongvolwassenen woonden begin 2021 aanzienlijk minder vaak zelfstandig dan begin 2012. Ook waren ze minder vaak overig lid van een huishouden.
leeftijd | jaar | Kind bij 2 ouders | Kind bij 1 ouder | Zelfstandig wonend | Overig |
---|---|---|---|---|---|
0 tot 18 jaar | 2012, 0 tot 18 jaar | 58 | 25 | 0 | 17 |
0 tot 18 jaar | 2021, 0 tot 18 jaar | 60 | 28 | 0 | 12 |
18 tot 25 jaar | 2012, 18 tot 25 jaar | 34 | 17 | 33 | 16 |
18 tot 25 jaar | 2021, 18 tot 25 jaar | 40 | 23 | 24 | 12 |
Op Sint Eustatius meer jongeren bij één ouder dan bij beide ouders
Begin 2021 woonden op Sint Eustatius meer 0- tot 18‑jarigen bij één ouder (43 procent) dan bij beide ouders (41 procent). Begin 2012 was dit nog heel anders: toen woonde 30 procent van de kinderen bij één ouder en 45 procent bij beide ouders. Het aandeel kinderen dat als overig lid deel uitmaakt van een huishouden is tussen 2012 en 2021 afgenomen.
Ook onder 18- tot 25‑jarigen was het aandeel dat bij één ouder woonde (35 procent) begin 2021 hoger dan het aandeel dat bij beide ouders woonde (32 procent). Begin 2012 woonde nog een ruime meerderheid van de jongvolwassenen bij beide ouders (37 procent) en minder dan een kwart (23 procent) bij één ouder. Het aandeel jongvolwassenen dat zelfstandig woonde, bleef nagenoeg gelijk. Er waren in 2021 minder jongvolwassenen die als overig lid deel uitmaakten van een huishouden dan in 2012.
leeftijd | jaar | Kind bij 2 ouders | Kind bij 1 ouder | Zelfstandig wonend | Overig |
---|---|---|---|---|---|
0 tot 18 jaar | 2012, 0 tot 18 jaar | 45 | 30 | 2 | 23 |
0 tot 18 jaar | 2021, 0 tot 18 jaar | 41 | 43 | 0 | 16 |
18 tot 25 jaar | 2012, 18 tot 25 jaar | 37 | 23 | 23 | 17 |
18 tot 25 jaar | 2021, 18 tot 25 jaar | 32 | 35 | 24 | 10 |
Op Saba daling aandeel zelfstandig wonende jongvolwassenen
Op 1 januari 2021 woonde op Saba 57 procent van de 0- tot 18‑jarigen bij beide ouders en 35 procent bij één ouder. In vergelijking met 2012 is het aandeel kinderen dat bij beide ouders woont afgenomen en het aandeel dat bij één ouder woont, toegenomen. Het aandeel kinderen dat als overig lid deel uitmaakte van het huishouden, bleef nagenoeg gelijk.
Van de 18- tot 25‑jarigen woonde begin 2021 38 procent bij beide ouders en 22 procent bij één ouder. Zowel het aandeel jongvolwassenen dat bij beide ouders woont, als het aandeel dat bij één ouder woont, is toegenomen sinds 2012. Tegelijkertijd nam het aandeel jongvolwassenen dat zelfstandig woont af van 61 naar 35 procent. Hier speelt mee dat tijdens de coronapandemie veel buitenlandse studenten zijn vertrokken. Ook waren jongvolwassenen begin 2021 minder vaak overig lid van een huishouden.
leeftijd | jaar | Kind bij 2 ouders | Kind bij 1 ouder | Zelfstandig wonend | Overig |
---|---|---|---|---|---|
0 tot 18 jaar | 2012, 0 tot 18 jaar | 68 | 24 | 0 | 9 |
0 tot 18 jaar | 2021, 0 tot 18 jaar | 57 | 35 | 0 | 8 |
18 tot 25 jaar | 2012, 18 tot 25 jaar | 13 | 6 | 61 | 20 |
18 tot 25 jaar | 2021, 18 tot 25 jaar | 38 | 22 | 35 | 5 |
9.3Migratie op Bonaire
Van de jongeren geboren in Europees Nederland verhuisden in 2021 per saldo meer 0- tot 4- jarigen en 12- tot 18‑jarigen naar Bonaire dan in de jaren daarvoor. Onder 4- tot 12‑jarigen die zijn geboren in Europees Nederland is het aantal dat naar Bonaire verhuisde juist afgenomen sinds 2019.
Onder 18- tot 25‑jarigen was het migratiesaldo in 2021 nagenoeg gelijk aan dat in 2020; in beide jaren was dit hoger dan in 2019. Vooral twintigers uit Europees Nederland vestigden zich vaker op het eiland dan in 2019 het geval was. Migratie en toerisme wordt hier alleen voor Bonaire behandeld.
leeftijd | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|
0 tot 4 jaar | 8 | 9 | 15 |
4 tot 12 jaar | 42 | 32 | 25 |
12 tot 18 jaar | -7 | -3 | 10 |
18 tot 25 jaar | -3 | 17 | 15 |
Meer Nederlandse toeristen met verblijf tot zes maanden
Naast migranten wisten ook toeristen met de Nederlandse nationaliteit Bonaire voor één of meerdere overnachtingen te vinden. In 2021 kwamen in totaal 11 duizend jongeren met een Nederlandse nationaliteit voor maximaal een halfjaar naar Bonaire: dat is aanzienlijk meer dan in 2019 (8,8 duizend) en meer dan het dubbele van het aantal in 2020 (4,7 duizend). Vooral 18- tot 25‑jarigen kwamen voor een verblijf naar het eiland. Daarnaast gold voor alle leeftijdsgroepen dat ze in 2021 vaker naar Bonaire kwamen voor een verblijf van maximaal twee maanden dan in de jaren daarvoor, waarbij het aantal toeristen in 2020 lager was door coronamaatregelen. De meerderheid van de jonge toeristen die voor een verblijf van twee tot zes maanden naar het eiland kwamen, was tussen de 18 en 25 jaar.
leeftijd | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|
0 tot 4 jaar | 564 | 364 | 635 |
4 tot 12 jaar | 1438 | 758 | 1789 |
12 tot 18 jaar | 2310 | 1030 | 2844 |
18 tot 25 jaar | 4228 | 2367 | 5441 |
leeftijd | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|
0 tot 4 jaar | 9 | 18 | 9 |
4 tot 12 jaar | 31 | 26 | 33 |
12 tot 18 jaar | 19 | 18 | 12 |
18 tot 25 jaar | 244 | 118 | 252 |
9.4Onderwijsdeelname en schoolbeleving
Bijna 5 duizend leerlingen in po, vo, mbo en cvq
In het schooljaar 2021/’22* volgden ruim 4,8 duizend leerlingen (bekostigd) basisonderwijs, voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs in Caribisch Nederland. Ruim de helft van deze leerlingen, 2 448, zat in het basisonderwijs.
Caribisch Nederland kent verschillende onderwijssystemen voor het door de overheid (ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) bekostigd voortgezet onderwijs. Bonaire hanteert het Nederlandse systeem met praktijkonderwijs vmbo, havo en vwo, en daarnaast enkele speciale lesplaatsen voor kinderen die extra zorg nodig hebben. Vanaf het schooljaar 2019/’20 zijn Sint Eustatius en Saba overgestapt op een Caribisch onderwijssysteem voor voortgezet onderwijs én beroepsonderwijs. Na een driejarige onderbouw kiezen leerlingen binnen dit systeem voor twee niveaus van algemeen vormend onderwijs, of voor een beroepsopleiding binnen de Caribbean Vocational Qualification (cvq), dat enigszins te vergelijken is met het mbo.
Het voortgezet onderwijs op Caribisch Nederland telde 1 571 leerlingen. Op Bonaire volgden 725 leerlingen een opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Op Saba en Sint Eustatius volgden respectievelijk 21 en 68 leerlingen les op het cvq.
Veel mbo’ers op Bonaire in sectoren economie en zorg en welzijn
Op Bonaire volgden 241 van de 725 mbo-leerlingen een opleiding in de sector economie, bijvoorbeeld tot financieel administratief medewerker, secretaresse, of tot leisure en hospitality host. Met die laatste opleiding kunnen gediplomeerden aan het werk in de verblijfsrecreatie. Daarnaast volgden 135 leerlingen een opleiding in de technische sector (bijvoorbeeld een opleiding tot monteur) en 248 een opleiding in de sector zorg (bijvoorbeeld in helpende zorg en welzijn). Tot slot volgden 101 leerlingen een combinatie-opleiding. Hieronder vallen alle assistentopleidingen (mbo-entreeopleiding), zoals bijvoorbeeld de opleidingen tot assistent horeca, voeding of voedingsindustrie en assistent dienstverlening en zorg. Van de 725 mbo’ers volgden 172 leerlingen mbo op niveau 4, waarmee doorstroming naar hbo mogelijk is.
sector | Mbo-entreeopleiding | Mbo niveau 2 | Mbo niveau 3 | Mbo niveau 4 |
---|---|---|---|---|
Combinatie van sectoren | 101 | 0 | 0 | 0 |
Sector economie | 0 | 85 | 76 | 80 |
Sector techniek | 0 | 53 | 53 | 29 |
Sector zorg en welzijn | 0 | 69 | 116 | 63 |
Van de leerlingen in het voortgezet onderwijs en mbo tot 18 jaar op Bonaire en Saba is bekend hoe zij school beleven. Voor Sint Eustatius zijn geen cijfers beschikbaar vanwege een te grote non-respons in de enquête voor het onderzoek. In 2020 vond ruim de helft van de leerlingen (52 procent) op Bonaire en 58 procent van de leerlingen op Saba hun school leuk, en respectievelijk 52 en 42 procent van de leerlingen ging met plezier naar school. Bijna de helft (46 en 48 procent) gaf aan na het behalen van hun diploma een vervolgopleiding te willen gaan doen. Drie kwart van de leerlingen op Bonaire en Saba zei weleens hulp te krijgen bij huiswerk van familie (76 en 73 procent). Jongens vonden hun school vaker leuk en gingen ook vaker met plezier naar school dan meisjes.
eiland | oordeel | Totaal | Man | Vrouw |
---|---|---|---|---|
Bonaire | Leuke school, Bonaire | 52 | 57 | 48 |
Bonaire | Met plezier naar school, Bonaire | 52 | 58 | 47 |
Saba | Leuke school, Saba | 58 | 62 | 54 |
Saba | Met plezier naar school, Saba | 42 | 48 | 34 |
9.5Arbeidsdeelname
4 op de 10 jongeren aan het werk
In 2020 had 41,3 procent van de 2 550 15- tot 25‑jarigen in Caribisch Nederland betaald werk. Het aandeel werkende jongeren op de eilanden was daarmee lager dan het aandeel werkende jongeren in Europees Nederland (62,5 procent). Het aandeel werkende jongeren was in 2020 met 42,7 procent het hoogst op Bonaire. Op Saba had 41,7 procent werk en op Sint Eustatius 31,9 procent.
Het lagere aandeel werkzame jongeren op de eilanden kwam vooral doordat de 1 220 onderwijsvolgende jongeren in Caribisch Nederland naast hun studie minder vaak betaald werk hadden (17,9 procent) dan jongeren in Europees Nederland (66,1 procent). De arbeidsdeelname onder de 1 340 niet-onderwijsvolgende jongeren verschilde minder sterk met die van de niet-onderwijsvolgende jongeren in Europees Nederland (respectievelijk 62,6 procent en 81,3 procent).
Ruim helft niet op zoek naar en niet beschikbaar voor werk
Naast de werkende jongeren zijn er 1 500 jongeren die geen betaald werk hadden in 2020. Een aantal hiervan (140 jongeren) was werkloos. Zij zijn op zoek naar werk én hiervoor ook direct beschikbaar. Samen met de werkende jongeren vormen zij de beroepsbevolking. In Caribisch Nederland was in 2020 11,4 procent van de beroepsbevolking van 15 tot 25 jaar werkloos, tegenover 9,1 procent van de jongeren in Europees Nederland.
Het merendeel van de jongeren in Caribisch Nederland behoorde niet tot de beroepsbevolking: ze hadden geen betaald werk, zochten er niet recent naar of waren hiervoor niet direct beschikbaar. Het overgrote deel van deze niet-beroepsbevolking bestaat uit jongeren die aangaven niet gezocht te hebben naar werk én hier ook niet voor beschikbaar te zijn; 53 procent van het totaal aantal jongeren in Caribisch Nederland in 2020. De voornaamste reden voor jongeren om niet te zoeken en niet beschikbaar te zijn was het volgen van een opleiding of studie.
gebied | onderwijs | Werkzaam | Werkloos | Niet-beroepsbevolking |
---|---|---|---|---|
Caribisch Nederland |
Volgt onderwijs, Caribisch Nederland |
220 | 40 | 960 |
Caribisch Nederland |
Volgt geen onderwijs, Caribisch Nederland |
840 | 100 | 400 |
Bonaire | Volgt onderwijs, Bonaire |
210 | 30 | 740 |
Bonaire | Volgt geen onderwijs, Bonaire |
670 | 80 | 330 |
Sint Eustatius |
Volgt onderwijs, Sint Eustatius |
0 | 0 | 140 |
Sint Eustatius |
Volgt geen onderwijs, Sint Eustatius |
100 | 20 | 50 |
Saba | Volgt onderwijs, Saba |
10 | 10 | 80 |
Saba | Volgt geen onderwijs, Saba |
70 | 0 | 20 |
9.6Begrippen
Buitenlandse migratiesaldo
Personen die zich in een gemeente in Caribisch Nederland vestigen (exclusief personen vanuit Bonaire, Saba en Sint Eustatius) min de inwoners die een gemeente in Caribisch Nederland verlaten om zich elders te vestigen.
Caribisch Nederland
De benaming van de Nederlandse eilanden Bonaire, Saba en Sint Eustatius.
Emigratie
Verhuizing van personen naar het buitenland.
Europees Nederland
Het Europese deel van Nederland is het deel van Nederland dat in Europa ligt, ter onderscheiding van Caribisch Nederland dat in het Caribisch gebied ligt.
Geboorteland
Het land waar iemand geboren is.
Huishouden
Particulier of institutioneel huishouden.
Institutioneel huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats. Het gaat om personen in instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire inrichtingen, die daar in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Nationaliteit
Het wettelijk onderdaan zijn van een bepaalde staat (staatsburgerschap). Personen kunnen meerdere nationaliteiten hebben. Om dubbeltellingen te voorkomen, wordt in statistische overzichten aan personen die meerdere nationaliteiten slechts één nationaliteit toegekend. Daartoe worden prioriteringsregels gesteld. Die komen erop neer dat iemand met de Nederlandse nationaliteit in de statistiek steeds Nederlander is.
Overig lid van een huishouden
Een persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden. Te denken valt aan ouder(s) van de referentiegroepen, broer(s) of zus(sen) van de referentiepersoon of anderszins met het huishouden verbonden personen.
Particulier huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf niet-bedrijfsmatig voorzien van de dagelijkse behoeften.
9.7Meer informatie en literatuur
Meer informatie
Cijfers over jongeren in huishoudens in Caribisch Nederland naar leeftijd zijn te vinden in StatLine.
Cijfers over huishoudens in Caribisch Nederland zijn te vinden in de volgende maatwerktabellen.
Cijfers over de stand van de bevolking op 1 januari in Caribisch Nederland zijn te vinden in StatLine.
Cijfers over het aantal jongeren op 1 januari in Caribisch Nederland zijn te vinden in StatLine.
Cijfers over de bevolkingsontwikkeling van jongeren In Caribisch Nederland zijn te vinden in StatLine.
Cijfers over leerlingen in het po, vo en mbo in Caribisch NL zijn te vinden in StatLine.
Cijfers over deelnemers mbo, niveau, sector, domein in Caribisch NL zijn te vinden in StatLine.
Cijfers over schoolbeleving en toekomstplannen van vo en mbo scholieren Caribisch NL zijn te vinden in Jeugdmonitor StatLine.
Cijfers over de arbeidsdeelname van jongeren in Caribisch NL zijn te vinden in Jeugdmonitor StatLine.
Literatuur
CBS (29 april 2022). Bevolking Caribisch Nederland in 2021 met ruim 900 toegenomen. CBS Nieuwsbericht.