Foto omschrijving: Tiener puber met een mobiele telefoon mobieltje.

Criminaliteit

Jeugdige verdachten en slachtoffers

Auteurs: Lisanne Jong, Willem Gielen

Het aandeel als verdachte geregistreerde jongeren nam af tussen 2010 en 2018 en nam licht toe in 2019. Het aandeel jongeren dat slachtoffer werd van traditionele criminaliteit is tussen 2012 en 2019 gedaald, terwijl het percentage slachtoffers van cybercrime in recente jaren juist iets is toegenomen.

8.1Jeugdige verdachten

Kustgemeenten en grote gemeenten hoogste percentage verdachte jongeren

Volgens voorlopige cijfers werden in 2019 bijna 55 duizend jongeren geregistreerd als verdachte van een misdrijf, 1,8 procent van alle jongeren van 12 tot 25 jaar. Dit aantal is een kleine toename ten opzichte van 2018, na een dalende trend vanaf 2007. Het aandeel verdachten onder jongeren verschilt per gemeente. Dit was het hoogst in de gemeenten Vlissingen, Terneuzen en Zandvoort (3,1 procent) en het laagst in de gemeenten Dinkelland en Mill en Sint Hubert (0,5 procent). Met name de grote steden en gemeenten aan de kust laten hogere aandelen verdachte jongeren zien.

8.1.1 Geregistreerde verdachte jongeren, 2019*
gemeente Aandeel geregistreerde verdachte jongeren
Vlissingen 3,1
Terneuzen 3,1
Zandvoort 3,1
Amsterdam 3,0
Lelystad 3,0
Noord-Beveland 2,9
Rotterdam 2,9
Middelburg (Z.) 2,8
Almere 2,8
Kerkrade 2,8
Delfzijl 2,8
Zoetermeer 2,7
s-Gravenhage (gemeente) 2,7
Nissewaard 2,6
Leidschendam-Voorburg 2,5
Heerlen 2,5
Blaricum 2,5
Capelle aan den Ijssel 2,5
Rijswijk (ZH.) 2,4
Heerhugowaard 2,4
Smallingerland 2,4
Dordrecht 2,4
Appingedam 2,4
Oost Gelre 2,3
Boxtel 2,3
Helmond 2,3
Pekela 2,3
Maassluis 2,3
Zaanstad 2,3
Landsmeer 2,2
Arnhem 2,2
Purmerend 2,2
Assen 2,2
Tiel 2,2
Hulst 2,2
Eijsden-Margraten 2,2
Den Helder 2,2
Gouda 2,2
Nieuwegein 2,2
Utrecht (gemeente) 2,2
Schiedam 2,2
Vlaardingen 2,2
Zwijndrecht 2,2
Soest 2,2
Oosterhout 2,1
Oostzaan 2,1
Woensdrecht 2,1
Hoorn 2,1
Geertruidenberg 2,1
Midden-Groningen 2,1
Sudwest_Fryslan 2,1
Ermelo 2,0
Roosendaal 2,0
Landgraaf 2,0
Noordwijk 2,0
Venlo 2,0
Zwolle 2,0
Weststellingwerf 2,0
Enkhuizen 2,0
Eindhoven 2,0
Tilburg 2,0
Veendam 2,0
Haarlem 2,0
Hellevoetsluis 2,0
Bunschoten 2,0
Heerenveen 2,0
Alkmaar 2,0
Deventer 1,9
Almelo 1,9
's-Hertogenbosch 1,9
Zeist 1,9
Bloemendaal 1,9
Hillegom 1,9
Apeldoorn 1,9
Leeuwarden 1,9
Achtkarspelen 1,9
Sittard-Geleen 1,9
Veldhoven 1,9
Diemen 1,9
Waalwijk 1,8
Amersfoort 1,8
Roermond 1,8
Gorinchem 1,8
Nijkerk 1,8
Oss 1,8
Vught 1,8
Amstelveen 1,8
Hilversum 1,8
Maasdriel 1,8
Leiderdorp 1,8
Bergen op Zoom 1,8
Oegstgeest 1,7
De Bilt 1,7
Overbetuwe 1,7
Ede 1,7
Baarn 1,7
Lisse 1,7
Huizen 1,7
Emmen 1,7
Oldambt 1,7
Velsen 1,7
Beverwijk 1,7
Geldrop-Mierlo 1,7
Sluis 1,7
Veenendaal 1,7
Zutphen 1,7
Goes 1,7
Stichtse Vecht 1,7
Hengelo (O.) 1,7
Uithoorn 1,7
Hoogeveen 1,7
Voorst 1,7
Doetinchem 1,6
Gemert-Bakel 1,6
Dongen 1,6
Opsterland 1,6
Breda 1,6
Cuijk 1,6
Alphen aan den Rijn 1,6
Uden 1,6
Gennep 1,6
Weesp 1,6
Haarlemmermeer 1,6
Dantumadiel 1,6
Renkum 1,6
Meierijstad 1,6
Gooise Meren 1,6
Barendrecht 1,6
Groningen (gemeente) 1,6
Lansingerland 1,6
Laarbeek 1,6
Son en Breugel 1,5
Steenwijkerland 1,5
Culemborg 1,5
Leusden 1,5
Brunssum 1,5
Schouwen-Duiveland 1,5
Epe 1,5
Bladel 1,5
Meppel 1,5
Westervoort 1,5
Harderwijk 1,5
Heemskerk 1,5
Valkenswaard 1,5
Rheden 1,5
Gilze en Rijen 1,5
Waadhoeke 1,5
Drimmelen 1,5
Noordoostpolder 1,5
Beesel 1,5
Enschede 1,5
Het Hogeland 1,5
De Ronde Venen 1,5
Deurne 1,5
Leiden 1,5
Ooststellingwerf 1,5
Papendrecht 1,5
Berg en Dal 1,5
Loon op Zand 1,5
Ridderkerk 1,4
Doesburg 1,4
Teylingen 1,4
Zuidplas 1,4
Westland 1,4
Kampen 1,4
Zeewolde 1,4
Maastricht 1,4
Stede Broec 1,4
Sliedrecht 1,4
Bergen (NH.) 1,4
Aalsmeer 1,4
Pijnacker-Nootdorp 1,4
Hattem 1,4
Katwijk 1,4
Someren 1,4
Wormerland 1,4
Etten-Leur 1,4
Waalre 1,4
Midden-Drenthe 1,4
Borsele 1,4
Westerveld 1,4
Voorschoten 1,4
Zevenaar 1,4
Meerssen 1,4
Lingewaard 1,4
Reimerswaal 1,3
Krimpen aan den IJssel 1,3
Harlingen 1,3
Schagen 1,3
Albrandswaard 1,3
Grave 1,3
Asten 1,3
Barneveld 1,3
Waddinxveen 1,3
Stadskanaal 1,3
Weert 1,3
Terschelling 1,3
Nuenen, Gerwen en Nederwetten 1,3
Lochem 1,3
Alblasserdam 1,3
Urk 1,3
Wassenaar 1,3
Winterswijk 1,3
Westvoorne 1,3
Nijmegen 1,3
Valkenburg aan de Geul 1,3
Wijdemeren 1,3
Delft 1,3
Dronten 1,3
Renswoude 1,3
West Betuwe 1,3
Boekel 1,3
Westerkwartier 1,3
Hoeksche Waard 1,3
Tynaarlo 1,3
Langedijk 1,3
Westerwolde 1,3
Bodegraven-Reeuwijk 1,3
Heemstede 1,3
Halderberge 1,2
Baarle-Nassau 1,2
Reusel-De Mierden 1,2
Oudewater 1,2
Utrechtse Heuvelrug 1,2
Medemblik 1,2
Moerdijk 1,2
Waterland 1,2
Bernheze 1,2
Steenbergen 1,2
Beek (L.) 1,2
Twenterand 1,2
De Frysek Marren 1,2
Venray 1,2
Gulpen-Wittem 1,2
Goirle 1,2
Buren 1,2
Oisterwijk 1,2
Leudal 1,2
Uitgeest 1,2
Kapelle 1,2
Elburg 1,2
Castricum 1,2
IJsselstein 1,2
Brummen 1,2
Zaltbommel 1,2
Heusden 1,2
Nieuwkoop 1,2
Echt-Susteren 1,2
Noardeast-Fryslan 1,2
Bergeijk 1,2
Best 1,2
Berkelland 1,2
Heiloo 1,1
Noordenveld 1,1
Hendrik-Ido-Ambacht 1,1
Ouder-Amstel 1,1
Raalte 1,1
Nederweert 1,1
Sint-Michielsgestel 1,1
Hardinxveld-Giessendam 1,1
Coevorden 1,1
Vijheerenlanden 1,1
Rhenen 1,1
Hardenberg 1,1
Kaag en Braassem 1,1
Borger-Odoorn 1,1
Brielle 1,1
Goeree-Overflakkee 1,1
Duiven 1,1
Roerdalen 1,1
Oldenzaal 1,1
Edam-Volendam 1,1
Laren (NH.) 1,1
Krimpenerwaard 1,1
Maasgouw 1,1
Heumen 1,1
Boxmeer 1,1
Scherpenzeel 1,0
Altena 1,0
Molenlanden 1,0
Landerd 1,0
Tholen 1,0
Borne 1,0
Oirschot 1,0
Beekdaelen 1,0
Beemster 1,0
Zoeterwoude 1,0
Woerden 1,0
Hollands Kroon 1,0
Haaksbergen 1,0
Cranendonck 1,0
Hof van Twente 1,0
Oldebroek 1,0
Heerde 1,0
Opmeer 1,0
Nunspeet 1,0
Montferland 1,0
Oude IJsselstreek 1,0
Eersel 1,0
Tytsjerksteradiel 1,0
Veere 1,0
Loppersum 1,0
Zwartewaterland 1,0
Staphorst 1,0
Mook en Middelaar 1,0
Druten 1,0
Neder-Betuwe 1,0
Stein (L.) 1,0
Rijssen-Holten 1,0
Hilvarenbeek 1,0
Aa en Hunze 1,0
Drechterland 0,9
Koggenland 0,9
Beuningen 0,9
Midden-Delfland 0,9
Bergen (L.) 0,9
West Maas en Waal 0,9
Ommen 0,9
Losser 0,9
Woudenberg 0,9
Zundert 0,9
Simpelveld 0,8
Dalfsen 0,8
Wijk bij Duurstede 0,8
Bronckhorst 0,8
De Wolden 0,8
Olst-Wijhe 0,8
Eemnes 0,8
Wageningen 0,8
Houten 0,8
Wijchen 0,8
Peel en Maas 0,8
Lopik 0,8
Texel 0,8
Vaals 0,8
Heeze-Leende 0,8
Putten 0,7
Aalten 0,7
Haaren 0,7
Wierden 0,7
Rucphen 0,7
Sint Anthonis 0,7
Horst aan de Maas 0,7
Montfoort 0,7
Bunnik 0,6
Hellendoorn 0,6
Tubbergen 0,6
Voerendaal 0,6
Alphen-Chaam 0,6
Mill en Sint Hubert 0,5
Dinkelland 0,5
Ameland .
Schiermonnikoog .
Vlieland .
Rozendaal .
*voorlopige cijfers

Geregistreerde verdachten

De politie registreert een persoon als verdachte van een misdrijf als er een redelijk vermoeden van schuld aan dat misdrijf bestaat. De gegevens over geregistreerde verdachten komen uit de ‘Basisvoorziening Informatie’ (BVI) van de politie.

Een persoon wordt in een jaar als verdachte geteld als de persoon geregistreerd is als verdachte van een delict dat gemeld is in het betreffende jaar. Personen die verdacht zijn van meerdere misdrijven in een jaar worden éénmaal als verdachte geteld. De aantallen verdachten per type misdrijf tellen dan ook op tot een getal dat hoger is dan het totale aantal unieke verdachten, omdat er mensen zijn die van meer dan één type misdrijf worden verdacht. In zo’n geval wordt een persoon slechts één keer meegeteld in het totale aantal verdachten. Wel wordt deze persoon dan één keer geteld per type delict waarvan hij of zij is verdacht. Een voorbeeld: een verdachte van tien inbraken en twee geweldsdelicten wordt éénmaal geteld bij het vaststellen van het totale aantal verdachten, éénmaal bij de hoofdgroep vermogensdelicten en éénmaal bij de hoofdgroep geweldsdelicten.

3,8% van de 19‑jarige jongens is verdacht Buitenvorm Binnenvorm

Hoogste percentage verdachten onder 19‑jarige jongens

Het aandeel geregistreerde verdachten is lager onder vrouwen dan onder mannen. Met name voor jongeren is dit het geval. In 2019 was het aandeel het hoogst bij 19‑jarige jongens. 3,8 procent van de jongens van 19 was geregistreerd als verdachte. Bij meisjes lag de piek op jongere leeftijd, was deze lager en minder steil. Op 15 tot 18‑jarige leeftijd was 0,9 procent van de meisjes geregistreerd als verdachte.

8.1.2 Geregistreerde verdachten, 2019* (%)
leeftijd Mannen Vrouwen
12 0,4 0,1
13 1,0 0,3
14 2,0 0,7
15 2,8 0,9
16 3,4 0,9
17 3,7 0,9
18 3,8 0,9
19 3,8 0,7
20 3,6 0,7
21 3,3 0,6
22 3,1 0,6
23 2,9 0,6
24 2,8 0,5
25 2,6 0,5
26 2,5 0,5
27 2,5 0,6
28 2,5 0,6
29 2,3 0,5
30 2,4 0,6
31 2,4 0,5
32 2,2 0,5
33 2,3 0,5
34 2,2 0,5
35 2,2 0,5
36 2,0 0,5
37 2,0 0,5
38 1,9 0,4
39 1,9 0,4
40 1,8 0,4
41 1,6 0,4
42 1,5 0,4
43 1,5 0,3
44 1,5 0,4
45 1,4 0,3
46 1,4 0,3
47 1,3 0,3
48 1,3 0,4
49 1,2 0,3
50 1,1 0,3
51 1,1 0,3
52 1,1 0,3
53 1,0 0,3
54 1,0 0,2
55 0,9 0,2
56 0,8 0,2
57 0,8 0,2
58 0,7 0,2
59 0,6 0,2
60 0,6 0,2
61 0,6 0,2
62 0,5 0,1
63 0,5 0,2
64 0,5 0,1
65 0,4 0,1
66 0,4 0,1
67 0,4 0,1
68 0,3 0,1
69 0,3 0,1
70 0,3 0,1
71 0,2 0,1
72 0,2 0,1
73 0,2 0,1
74 0,2 0,1
75 0,2 0,1
76 0,2 0,1
77 0,2 0,1
78 0,2 0,1
79 0,1 0,1
80 0,2 0,1
81 0,1 0,0
82 0,1 0,0
83 0,2 0,0
84 0,1 0,0
85 0,2 0,1
86 0,1 0,0
87 0,1 0,0
88 0,1 0,0
89 0,2 0,0
*voorlopige cijfers

Dalende trend aandeel verdachten stabiliseert

Sinds 2010 is er een afname in het aandeel geregistreerde verdachten. Deze daling geldt voor alle leeftijdsgroepen, maar is sterker voor jongeren dan voor 25‑plussers. Tussen 2010 en 2019 is het aandeel verdachten onder de 12- tot 25‑jarigen met meer dan de helft afgenomen. In de laatste jaren lijkt de trend echter te stabiliseren. De afname in het aandeel verdachten onder 12- tot 15‑jarigen was relatief het sterkst in deze periode. Het aandeel verdachten in de groep 25- tot 45‑jarigen nam het minst sterk af.

8.1.3 Geregistreerde verdachten naar leeftijdsgroepen1) (%)
leeftijdsgroep 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018* 2019*
12 tot 15 jaar 1,7 1,6 1,4 1,2 1,1 1,0 1,0 0,9 0,7 0,8
15 tot 18 jaar 4,5 4,1 3,6 3,0 2,7 2,6 2,4 2,2 2,0 2,1
18 tot 25 jaar 4,1 4,0 3,7 3,3 3,0 2,6 2,4 2,2 2,0 2,0
25 tot 45 jaar 2,0 2,0 2,0 1,9 1,8 1,6 1,5 1,4 1,3 1,3
45 tot 65 jaar 1,0 1,0 0,9 0,9 0,9 0,8 0,7 0,7 0,6 0,6
*voorlopige cijfers
1)De groep 65-plussers heeft zeer lage aandelen en is weggelaten vanwege leesbaarheid

12- tot 15‑jarigen minst vaak verdachte onder jonge mannen

Bij mannen van 12 tot 25 jaar is een duidelijk verschil te zien tussen de leeftijdsgroepen. Het percentage verdachten onder de 12- tot 15‑jarige jongens was in 2019 met 1,1 procent beduidend lager dan bij de 15- tot 18‑jarigen en de 18- tot 25‑jarigen (3,3 procent). In de afgelopen tien jaar is het aandeel verdachte jongens voor alle onderscheiden leeftijdsgroepen met meer dan de helft afgenomen. Sinds 2018 neemt het aandeel verdachten onder minderjarige jongens toe.

8.1.4 Als verdachte geregistreerde jonge mannen (%)
jaar 12 tot 15 jaar 15 tot 18 jaar 18 tot 25 jaar
2010 2,5 6,9 6,9
2011 2,4 6,3 6,6
2012 2,0 5,6 6,0
2013 1,7 4,6 5,3
2014 1,6 4,2 4,8
2015 1,5 4,1 4,3
2016 1,4 3,7 3,9
2017 1,3 3,4 3,5
2018* 1,0 3,1 3,3
2019* 1,1 3,3 3,3
*voorlopige cijfers

15- tot 18‑jarigen hoogste aandeel verdachten bij jonge vrouwen

Niet alleen staan jonge vrouwen (12 tot 25 jaar) minder vaak dan jonge mannen geregistreerd als verdachte, ook de verschillen tussen de leeftijdsgroepen zien er anders uit. Waar bij de jongens consistent een groot verschil te zien is tussen de 12- tot 15‑jarigen en de 15- tot 25‑jarigen, is bij de meisjes, met name de laatste jaren, weinig verschil tussen de leeftijdsgroepen te zien.

8.1.5 Als verdachte geregistreerde jonge vrouwen (%)
jaar 12 tot 15 jaar 15 tot 18 jaar 18 tot 25 jaar
2010 1,0 2,0 1,3
2011 0,8 1,8 1,3
2012 0,7 1,5 1,3
2013 0,7 1,3 1,2
2014 0,6 1,2 1,0
2015 0,5 1,1 0,9
2016 0,5 1,0 0,8
2017 0,4 0,9 0,7
2018* 0,4 0,8 0,7
2019* 0,4 0,9 0,7
*voorlopige cijfers

Aandeel verdachten vermogensdelicten het hoogst

In het type delict waarvan jongeren verdacht worden, zijn ook verschillen tussen mannen en vrouwen zichtbaar. Zo komen drugs- en (vuur)wapendelicten vrijwel niet voor bij meisjes, en is het aandeel delicten van het type vernieling en openbare orde bij meisjes een stuk lager dan bij jongens. Wat wel overeenkomt, is dat het aandeel geregistreerde verdachten van de categorie vermogensdelicten het hoogst is bij jongens en meisjes van vrijwel alle leeftijdsgroepen. Bij vermogensdelicten gaat het bijvoorbeeld om winkeldiefstal, fietsendiefstal of oplichting. Bij meerderjarige jongeren komen ook verkeersdelicten veel voor.

8.1.6 Geregistreerde verdachte jongeren naar type delict, 2019* (% van totaal jongeren van zelfde leeftijdsgroep en geslacht)
categorie Geweld Vermogen Vernieling en openbare orde Verkeer Drugs Vuurwapen
Mannen . . . . . .
12 tot 15 jaar 0,2 0,7 0,3 0,0 0,0 0,1
15 tot 18 jaar 0,7 1,7 0,8 0,2 0,2 0,3
18 tot 25 jaar 0,8 0,9 0,6 1,0 0,5 0,2
Vrouwen . . . . . .
12 tot 15 jaar 0,1 0,3 0,1 0,0 0,0 0,0
15 tot 18 jaar 0,1 0,6 0,1 0,0 0,0 0,0
18 tot 25 jaar 0,1 0,3 0,1 0,1 0,0 0,0
*voorlopige cijfers

Groter aandeel verdachte jongeren voor eerste keer in aanraking met politie

In figuur 8.1.7 wordt aangegeven welk deel van de verdachte jongeren voor de eerste keer met de politie in aanraking kwam. Tussen 2013 en 2019 nam het aandeel verdachte jongeren dat voor de eerste keer geregistreerd werd, toe. Het aandeel jongeren dat al eerder geregistreerd werd als verdachte nam af. De gemiddelde leeftijd waarop verdachten tussen de 12 en 25 jaar oud voor het eerst een delict pleegden, is tussen 2010 en 2019 toegenomen van 17,5 tot 17,8 jaar.

8.1.7 Voor het eerst als verdachte geregistreerde jongeren (% van totaal verdachten binnen leeftijdsgroep)
jaar 12 tot 18 jaar 18 tot 25 jaar
2010 72 41
2011 67 38
2012 64 36
2013 63 35
2014 63 35
2015 64 36
2016 66 37
2017 67 39
2018* 68 39
2019* 70 41
*voorlopige cijfers

8.2Jeugdige slachtoffers

Minder jeugdige slachtoffers van traditionele criminaliteit

Van alle jongeren tussen de 15 en 25 jaar is het aandeel dat slachtoffer werd van veelvoorkomende criminaliteit, waaronder gewelds-, vermogens- of vandalismedelicten, tussen 2012 en 2019 gedaald van 26 naar 17 procent. Deze daling was onder minderjarigen relatief wat sterker dan onder meerderjarige jongeren.

8.2.1 Slachtofferschap traditionele criminaliteit, 15 tot 25 jaar1) (% slachtoffers)
jaar 15 tot 25 jaar 15 tot 18 jaar 18 tot 25 jaar
2012 26,2 22,7 27,6
2013 25,9 21,8 27,7
2014 25,4 20,5 27,4
2015 22,9 17,5 25,4
2016 22,1 18,8 23,8
2017 19,5 15,6 21,4
2018 . . .
2019 17,4 14,9 18,8
1)In 2018 heeft geen meting plaatsgevonden.

Veiligheidsmonitor

De cijfers over de jeugdige slachtoffers van criminaliteit en de onveiligheidsgevoelens onder jongeren komen uit de Veiligheidsmonitor, een grootschalige enquête onder Nederlanders van 15 jaar en ouder, die in 2019 werd ingevuld door 135 duizend personen. De enquête bestaat in de huidige vorm sinds 2012. Tot 2017 werd deze elk jaar afgenomen, daarna tweejaarlijks. Bij de slachtoffers van criminaliteit gaat het zowel om ‘traditionele’ criminaliteit waaronder gewelds-, vermogens- en vandalismedelicten, als om cybercrime, waaronder identiteitsfraude, koop- en verkoopfraude, hacken en cyberpesten. Personen zijn slachtoffer als ze in de enquête aangeven in de twaalf maanden voorafgaande aan het onderzoek slachtoffer te zijn geweest van één of meerdere van deze delicten.

17% van de jongeren slachtoffer van traditionele criminaliteit Buitenvorm Binnenvorm

15- tot 25‑jarigen vaker dan ouderen slachtoffer traditionele criminaliteit

Jongeren tussen de 15 en 25 jaar waren met 17 procent vaker slachtoffer van traditionele criminaliteit dan personen van 25 jaar of ouder (13 procent). Meerderjarige jongeren (19 procent) waren vaker slachtoffer dan minderjarigen (15 procent).

Jongeren werden met 13 procent het vaakst slachtoffer van vermogensdelicten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om (poging tot) inbraaknoot1, fietsdiefstal, autodiefstal, zakkenrollerij en beroving. Met vandalisme- (4 procent) en geweldsdelicten (3 procent) kregen zij relatief wat minder vaak te maken. Het aandeel slachtoffers verschilde in 2019 niet significant tussen 15- tot 25‑jarige mannen en vrouwen. Jonge mannen (4 procent) werden wel vaker slachtoffer van geweldsdelicten dan jonge vrouwen (2 procent).

8.2.2 Slachtofferschap traditionele criminaliteit, 2019 (% slachtoffers)
delict 15 tot 25 jaar 15 tot 18 jaar 18 tot 25 jaar
Totaal 17,4 14,9 18,8
Geweldsdelicten 2,9 2,4 3,1
Vermogensdelicten 12,6 10,5 13,7
Vandalismedelicten 4,3 3,6 4,6

Jongeren in zeer sterk stedelijke buurten vaker slachtoffer

Jongeren die in een zeer sterk stedelijke buurt wonen, waren met 24 procent vaker slachtoffer van één of meerdere vormen van traditionele criminaliteit dan jongeren in niet- (13 procent) of weinig (14 procent) verstedelijkte buurten.

8.2.3 Slachtofferschap traditionele criminaliteit naar stedelijkheid woonbuurt, 15 tot 25 jaar, 2019 (% slachtoffers)
stedelijkheid slachtofferschap
Zeer sterk stedelijk 24,0
Sterk stedelijk 16,6
Matig stedelijk 16,0
Weinig stedelijk 14,3
Niet stedelijk 13,1

Meeste jeugdige slachtoffers in Noord-Holland

In Noord-Holland waren relatief veel (22 procent) jongeren slachtoffer van traditionele criminaliteit. Ook in Groningen (21 procent) was dat percentage naar verhouding hoog. In de provincies Zeeland (11 procent) en Fryslân (14 procent) werd juist een kleiner deel van de jongeren slachtoffer.

8.2.4 Slachtofferschap traditionele criminaliteit, 15 tot 25 jaar, 2019
Provincies Slachtofferschap
Groningen (PV) 20,9
Fyslân (PV) 14,3
Drenthe (PV) 18,4
Overijssel (PV) 15,7
Flevoland (PV) 18,6
Gelderland (PV) 14,5
Utrecht (PV) 17,2
Noord-Holland (PV) 22,0
Zuid-Holland (PV) 18,0
Zeeland (PV) 11,3
Noord-Brabant (PV) 15,6
Limburg (PV) 17,1

Weer kleine toename jongere slachtoffers van cybercrime

Naast de traditionele vormen van criminaliteit kunnen jongeren ook slachtoffer worden van cybercrime. Tussen 2013 en 2016 nam het slachtofferschap van cybercrime onder jongeren af van 20 naar 16 procent. Na 2016 nam het aandeel slachtoffers weer wat toe, tot bijna 18 procent in 2019. Het aandeel meerderjarige slachtoffers (18 tot 25 jaar) van cybercrime nam tussen 2016 en 2019 toe van 15 naar 17 procent. Onder minderjarigen (15 tot 18 jaar) nam het aandeel slachtoffers in dezelfde periode niet significant toe.

8.2.5 Slachtofferschap cybercrime, 15 tot 25 jaar1) (% slachtoffers)
jaar 15 tot 25 jaar 15 tot 18 jaar 18 tot 25 jaar
2012 19,5 20,2 19,2
2013 20,0 21,9 19,2
2014 17,7 20,7 16,5
2015 17,1 20,3 15,7
2016 15,6 16,8 15,0
2017 17,3 18,9 16,5
2018 . . .
2019 17,6 18,3 17,2
1)In 2018 heeft geen meting plaatsgevonden.

Minderjarige jongeren vaakst slachtoffer van cyberpesten

Net als bij traditionele criminaliteit waren jongeren in 2019 vaker dan 25‑plussers slachtoffer van cybercrime: 18 procent van de 15- tot 25‑jarigen tegenover 12 procent van de personen van 25 jaar of ouder. Van alle vormen van cybercrime kwam cyberpesten (8 procent) het meest voor; van hacken en koop- en verkoopfraude werd 6 procent slachtoffer. Identiteitsfraude (0,2 procent) kwam onder jongeren nauwelijks voor. Van alle vormen van cybercrime werden minderjarige jongeren het vaakst slachtoffer van cyberpesten, terwijl meerderjarigen juist wat vaker te maken kregen met hacken. Koop- en verkoopfraude kwam onder beide groepen jongeren ongeveer even vaak voor.

8.2.6 Slachtofferschap cybercrime, 2019 (% slachtoffers)
misdrijf 15 tot 25 jaar 15 tot 18 jaar 18 tot 25 jaar
Cybercrime totaal 17,6 18,3 17,2
Identiteitsfraude 0,2 . 0,2
Koop- en verkoopfraude 5,7 5,5 5,9
Hacken 6,2 5 6,7
Cyberpesten 7,9 10,8 6,5

15- tot 25‑jarige vrouwen werden in 2019 slachtoffer niet significant vaker slachtoffer van cybercrime dan mannen in dezelfde leeftijdsgroep. Vrouwen tussen de 15 en 18 jaar (21 procent) werden wel vaker slachtoffer van cybercrime dan mannen van deze leeftijd (16 procent).

8.3Onveiligheidsgevoelens jongeren

Jongeren voelen zich minder onveilig in eigen buurt

De algemene onveiligheidsgevoelens van jongeren zijn vooral tussen 2014 en 2016 afgenomen. Voelde in 2014 nog 45 procent van de 15- tot 25‑jarigen zich wel eens onveilig in het algemeen, in 2016 bedroeg dat nog 40 procent. Na 2016 bleef dat percentage op een vergelijkbaar niveau. De onveiligheidsgevoelens van jongeren in eigen buurt namen tussen 2014 en 2019 af van 25 naar 17 procent.

8.3.1 Onveiligheidsgevoelens, 15 tot 25 jaar1) (%)
jaar Voelt zich wel eens onveilig in het algemeen Voelt zich wel eens onveilig in buurt
2012 44,5 22,4
2013 44,5 24,3
2014 44,8 24,6
2015 43,5 21,7
2016 40,5 18,0
2017 40,9 19,3
2018 . .
2019 40,1 16,9
1)In 2018 heeft geen meting plaatsgevonden.

Onveiligheidsgevoelens hoger onder jongeren

In 2019 voelde 40 procent van de Nederlandse jongeren zich in het algemeen wel eens onveilig. Dat is hoger dan bij 25‑plussers: hiervan voelde 30 procent zich in 2019 wel eens onveilig. 18- tot 25‑jarigen voelden zich met 42 procent vaker onveilig dan 15- tot 18‑jarigen, bij wie dat percentage 37 bedroeg. Verder voelden 15- tot 25‑jarige vrouwen (54 procent) zich dubbel zo vaak onveilig als mannen (26 procent) van dezelfde leeftijd.

In de eigen buurt voelde 17 procent van de jongeren zich wel eens onveilig; dat is wederom hoger dan onder personen van 25 jaar of ouder (14 procent). Meerderjarige jongeren (18 procent) voelden zich vaker wel eens onveilig in de buurt dan minderjarige (15 procent). Ook in de eigen buurt voelden jonge vrouwen (23 procent) zich ruim 2 keer zo vaak wel eens onveilig als jonge mannen (11 procent).

8.3.2 Onveiligheidsgevoelens, 2019 (%)
leeftijd Voelt zich wel eens onveilig in het algemeen Voelt zich wel eens onveilig in buurt
15 tot 25 jaar 40,1 16,9
15 tot 18 jaar 36,9 14,5
18 tot 25 jaar 41,8 18,0

Jongeren in stedelijke buurten vaker onveilig gevoel

Naast het feit dat jongeren vaker slachtoffer worden van traditionele criminaliteit in (zeer) sterk stedelijke buurten, voelen ze zich er ook onveiliger dan jongeren in niet- of weinig stedelijke buurten. Zo voelde in 2019 van de 15- tot 25‑jarigen die in een zeer sterk stedelijke woonbuurt wonen 24 procent zich wel eens onveilig in de eigen buurt, tegenover 11 procent onder jongeren in niet-stedelijke buurten.

8.3.3 Onveiligheidsgevoelens naar stedelijkheid woonbuurt, 15 tot 25 jaar, 2019 (% voelt zich wel eens onveilig in de buurt)
stedelijkheid stedelijkheid
Zeer sterk stedelijk 24,1
Sterk stedelijk 18,6
Matig stedelijk 13,1
Weinig stedelijk 12,6
Niet stedelijk 11,1

Onveiligheidsgevoelens in buurt onder jongeren relatief hoog in Limburg

Jongeren in Limburg voelden zich met 21 procent relatief vaak onveilig in hun eigen buurt. Dat geldt ook voor Flevoland en Zuid-Holland (beide 20 procent). In Zeeland (10 procent) en Drenthe (11 procent) was dat percentage lager.

8.3.4 Onveiligheidsgevoelens in buurt, 15 tot 25 jaar, 2019
Provincies Onveiligheidsgevoelens in buurt
Groningen (PV) 16,2
Fyslân (PV) 13,1
Drenthe (PV) 10,7
Overijssel (PV) 12,0
Flevoland (PV) 19,9
Gelderland (PV) 14,4
Utrecht (PV) 16,7
Noord-Holland (PV) 19,2
Zuid-Holland (PV) 19,6
Zeeland (PV) 9,8
Noord-Brabant (PV) 15,7
Limburg (PV) 21,0

8.4Begrippen

Cyberpesten (Veiligheidsmonitor)

Pesten via het internet, variërend van laster en stalken tot chantage/afpersing en bedreiging met geweld.

Drugsmisdrijven (Standaardclassificatie misdrijven)

Harddrugs, Softdrugs, Overige drugsmisdrijven.

Geweldsdelicten (Veiligheidsmonitor)

Mishandeling, bedreiging en seksuele delicten.

Geweldsmisdrijven (Standaardclassificatie misdrijven)

Mishandeling, bedreiging, stalking, seksuele misdrijven, levensmisdrijven, vrijheidsbeneming/gijzeling, mensenhandel, mensensmokkel en overige geweldsmisdrijven.

Hacken (Veiligheidsmonitor)

Met kwade bedoelingen inbreken of inloggen op iemands computer, e-mailaccount, website of profielsite (bijvoorbeeld Facebook, Twitter).

Identiteitsfraude (Veiligheidsmonitor)

Gebruik van persoonsgegevens zonder toestemming en voor financieel gewin.

Koop- en verkoopfraude (Veiligheidsmonitor)

Het niet leveren van gekochte goederen of diensten (koopfraude) en/of het niet betalen voor geleverde goederen en diensten (verkoopfraude).

Vandalismedelicten (Veiligheidsmonitor)

Vernielingen aan voertuigen en overige vernielingen.

Verkeersmisdrijven (Standaardclassificatie misdrijven)

Verlaten plaats ongeval, rijden onder invloed, rijden tijdens ontzegging, rijden tijdens rijverbod, voeren vals kenteken, joyriding, weigeren blaastest/bloedonderzoek en overige verkeersmisdrijven.

Vermogensdelicten (Veiligheidsmonitor)

(Poging tot) inbraak, fietsdiefstal, autodiefstal, diefstal uit/vanaf de auto, diefstal andere voertuigen, (poging tot) zakkenrollerij/beroving en overige vormen van diefstal.

Vermogensmisdrijven (Standaardclassificatie misdrijven)

Diefstal/verduistering en inbraak, bedrog, valsheidsmisdrijven, heling, afpersing en afdreiging, bankbreuk, witwassen en overige vermogensmisdrijven.

Vernieling en misdrijven tegen openbare orde en gezag (Standaardclassificatie misdrijven)

Vernieling en beschadiging, openbare orde misdrijven, brandstichting/ontploffing, openbaar gezag misdrijven.

Vuurwapenmisdrijven (Standaardclassificatie misdrijven)

Misdrijven omschreven in artikel 55 van de Wet Wapens en Munitie. De wet regelt de opsporing, vervolging en berechting van handelingen die te maken hebben met (verboden) wapenbezit en wapenhandel.

8.5Meer informatie en literatuur

Meer informatie

Cijfers over verdachten van 12 tot 25 jaar naar delictgroep en persoonskenmerken zijn te vinden in Jeugdmonitor StatLine.

Cijfers over verdachten tot 25 jaar naar delictgroep en woonregio zijn te vinden in Jeugdmonitor StatLine.

Cijfers over verdachten naar delictgroep, geslacht, leeftijd en migratieachtergrond zijn te vinden in StatLine.

Cijfers over slachtofferschap van criminaliteit onder jongeren van 15 tot 25 jaar zijn te vinden in Jeugdmonitor StatLine.

Cijfers over slachtofferschap van criminaliteit naar persoonskenmerken zijn te vinden in StatLine.

Cijfers over veiligheidsbeleving onder jongeren van 15 tot 25 jaar zijn te vinden in Jeugdmonitor StatLine.

Cijfers over veiligheidsbeleving naar persoonskenmerken zijn te vinden in StatLine.

Noten

Van de jongeren tussen de 15 en 25 jaar woont een groot gedeelte nog thuis bij hun ouder(s). Bij het slachtofferschap van een (poging tot) inbraak betekent dat dit bij jongeren daarom ook vaak heeft plaatsgevonden in het huishouden waar ze deel van uitmaken.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

. Gegevens ontbreken
* Voorlopig cijfer
** Nader voorlopig cijfer
x Geheim
Nihil
(Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0 (0,0) Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
2019–2020 2019 tot en met 2020
2019/2020 Het gemiddelde over de jaren 2019 tot en met 2020
2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2019 en eindigend in 2020
2017/’18–2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2017/’18 tot en met 2019/’20

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

1. Inleiding

Ruud van Herk (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

2. Jongeren in Nederland

Dominique van Roon

3. Ontwikkeling van de jeugdzorg 2015–2019

Rudi Bakker

4. Opgroeien in bijstand

Daniël Herbers

5. School

Brigitta Struijkenkamp en Marijke Hartgers

6. Werk

Willem Gielen

7. Middelengebruik en gezondheid

Christianne Hupkens

8. Criminaliteit

Lisanne Jong en Willem Gielen

9. Jongeren in Caribisch Nederland

Suzanne Loozen, Carel Harmsen en Mark Ramaekers

10. Welzijn van jongeren

Moniek Coumans

11. Trends in gebruik speciale onderwijsvoorzieningen

Tom van Yperen, Afke Donker en Chaja Deen (Nederlands Jeugdinstituut)

12. Gemeenten zien meer beleidseffecten

Jaap van Sandijk (Freelance journalist)

Redactie

Astrid Pleijers

Martijn Souren

Robert de Vries

Linda Fernandez Beiro

Eindredactie

Karolien van Wijk