Foto omschrijving: een Puber meisje tiener van 13 achter haar iphone

Jongeren en internetgebruik

Auteur: Judit Arends-Tóth

Internet is niet meer weg te denken in het dagelijks leven van jongeren. Ze zijn druk bezig op sociale media, zoeken online naar informatie, ze internetbankieren en doen aankopen in webwinkels. Vooral smartphones met snelle internetverbindingen zorgen ervoor dat jongeren vrijwel altijd en overal internet kunnen gebruiken. In 2018 gebruikte 95 procent van de jongeren van 12 tot 25 jaar het internet dagelijks. Daarnaast hadden (vrijwel) alle jongeren thuis toegang tot internet. Binnen Europa stond de Nederlandse jeugd in de kopgroep van internetgebruikers.

Het CBS doet jaarlijks onderzoek naar het ICT-gebruik van Nederlandse huishoudens en personen. Ieder jaar doen rond 5 duizend mensen mee aan dit onderzoek, waaronder ongeveer 800 jongeren van 12 tot 25 jaar. De lidstaten van de Europese Unie zijn overeengekomen dat zij het ICT-onderzoek geharmoniseerd uitvoeren; alle landen gebruiken (in principe) dezelfde vragen en dezelfde definities. Op deze manier kan internet- en ICT-gebruik vergeleken worden binnen de Europese Unie. Het Europese onderzoek gaat over de bevolking van 16 tot 75 jaar. Het CBS zelf werkt met een uitgebreidere leeftijdsgroep voor Nederland, namelijk inwoners van 12 jaar of ouder.

11.1ICT-voorzieningen en internetgebruik

Internet thuis vanzelfsprekend voor jongeren

In 2018 hadden bijna alle jongeren (99,8 procent) thuis toegang tot internet, net zoals in 2012. Nederland behoorde tot de kopgroep van Europese landen met het hoogste aandeel huishoudensnoot1 met toegang tot internet. In 2018 had 98 procent van de Nederlandse huishoudens thuis internet. Andere Europese landen waar het overgrote deel van huishoudens internettoegang had, zijn het Verenigd Koninkrijk (95 procent), Duitsland en Finland (beiden 94 procent), en Denemarken en Luxemburg (beiden 93 procent). Het aandeel huishoudens met internet was in veel Zuid- en Oost-Europese landen aanzienlijk kleiner. Binnen de EU had gemiddeld 89 procent van de huishoudens in 2018 een internetaansluiting.

Smartphone meest gebruikte apparaat thuis en buitenshuis

Een grote meerderheid van de jongeren van 12 tot 25 jaar (95 procent) gebruikte elke dag internet. Dat was in 2012 niet anders. De manier waarop ze internetten is wel veranderd. Net als bij andere leeftijdsgroepen maakten jongeren thuis steeds minder gebruik van een pc of desktop. In 2012 gebruikte 84 procent van hen daar nog een pc voor, in 2018 was dat 63 procent. Daarentegen zijn meer jongeren gebruik gaan maken van de mobiele telefoon of smartphone. In 2012 gebruikte 86 procent internet op een mobiele telefoon, in 2018 was dit 99 procent. Het gebruik van spelcomputers met internet is in deze periode toegenomen van 47 naar 59 procent.

Steeds meer jongeren gebruiken mobiele apparaten voor internettoegang buitenshuis. In 2018 gebruikte 94 procent mobiel internet, terwijl dat in 2012 84 procent was. In recente jaren werd vooral de smartphone erg populair. In 2018 gebruikte 93 procent een smartphone om te internetten op andere plekken dan thuis, tegen 73 procent in 2012. Laptops zijn ook populair voor mobiel internetgebruik; 50 procent van de jongeren gebruikte een laptop voor mobiele internettoegang in 2018. In 2012 was dat 48 procent. Tablets werden in 2018 minder gebruikt voor mobiel internet; 24 procent van de jongeren deed dat, dat is vrijwel gelijk aan 2012.

Gemiddeld gebruikte 90 procent van de Europese jongeren van 16 tot 25 jaar de smartphone op andere plekken dan thuis in 2018. De Nederlandse jongeren in die leeftijdsklasse liepen met 95 procent voorop.

95% van de jongeren van 12 tot 25 jaar gebruikt elke dag internet
82% van de jongeren deed online aankopen in 2018

11.2Activiteiten en diensten op internet

Online communiceren

De meest voorkomende internetactiviteit van jongeren is online communiceren. Sociale netwerken zijn hierbij het populairst. In 2012 gebruikte 67 procent van hen deze netwerken om tekstberichten te versturen (bijvoorbeeld via WhatsApp), in 2018 was dat gestegen naar 94 procent. Het gebruik van sociale netwerken als Facebook, Twitter, Instagram of Snapchat is onverminderd populair. In 2018 maakte 87 procent hier gebruik van. Meisjes gebruiken deze sociale netwerken vaker (91 procent) dan jongens (83 procent). Bij andere online communicatievormen zijn er vrijwel geen verschillen tussen jongens en meisjes.

Ook zijn steeds meer jongeren actief op een professioneel netwerk, zoals LinkedIn. In 2012 deed 14 procent van de jongeren dit, in 2018 bijna een kwart. 38 procent van de jongvolwassenen (18 tot 25 jaar) gebruikte in 2018 professionele netwerken tegen 7 procent van minderjarige jongeren (12 tot 18 jaar).

Bellen via internet is toegenomen van 34 procent in 2012 naar 77 procent in 2018. E-mailen wordt nog steeds, net als in eerdere jaren, gebruikt voor online communicatie. In 2018 verstuurden/ontvingen 89 procent van de jongeren e-mails. Jongvolwassenen deden dit vaker dan minderjarige jongeren (96 tegen 80 procent).

Informatie zoeken en vermaak

Van de jongeren had 78 procent in 2018 online informatie over goederen en diensten opgezocht en 59 procent over gezondheid en leefstijl. Jongvolwassenen deden dit vaker dan minderjarige jongeren; 89 procent van de jongvolwassenen zocht informatie over goederen en diensten tegen 64 procent van de minderjarige jongeren. Bij gezondheidsinformatie was dit 69 tegen 47 procent. Bij het laatste gaat het bijvoorbeeld om informatie over ziekte, voeding of beweging. Meisjes waren vaker op zoek naar online informatie over gezondheid en leefstijl dan jongens; 68 tegen 51 procent. Er was geen verschil tussen jongens en meisjes als het om opzoeken van informatie over goederen en diensten gaat.

Meer dan de helft van de jongeren las online nieuws; 58 procent in 2018. In 2012 was dat 50 procent. Van de jongvolwassenen deed drie kwart dit in 2018 en 39 procent van de minderjarige jongeren.

In 2018 maakte 67 procent van de jongeren gebruik van overheidswebsites, zoals websites van overheidsinstanties of andere publieke organisaties zoals onderwijs- en gezondheidsinstellingen. In 2013 was dat 32 procent. Naast informatie zoeken (64 procent) downloadde 38 procent van de jongeren in 2018 documenten en 36 procent stuurde documenten via internet terug.

Video’s of filmpjes kijken via een video sharing site was de populairste activiteit onder zowel jongvolwassen en minderjarige jongeren (92 procent). Online televisiekijken is de afgelopen jaren toegenomen. 65 procent van de jongeren keek in 2018 televisie via internet. In 2012 was dat nog 54 procent. Meisjes keken in 2018 vaker online televisie dan jongens; 70 tegen 60 procent. Jongvolwassenen keken vaker on demand films, series of programma’s (bijvoorbeeld via Netflix) dan minderjarige jongeren; 81 tegen 70 procent.

Binnen de EU behoorden Nederlandse jongeren tot de kopgroep wat betreft het kijken van online televisie, films en video’s.

75% van de jongeren bankiert via internet

Internetbankieren steeds populairder

In 2018 bankierde 75 procent van de jongeren via internet. In 2012 was dit nog 64 procent. Jongvolwassenen deden dit vaker dan minderjarige jongeren; 95 tegen 50 procent in 2018. Jongens en meisjes verschilden hier niet van elkaar.

Binnen de EU stonden Nederlandse jongeren (16 tot 25 jaar) met 91 procent op de eerste plaats van het internetbankieren. Gemiddeld bankierde 51 procent van de jongeren via internet in de EU. Estland, Denemarken en Finland namen de tweede, derde en vierde plaats in. Bulgarije en Roemenië stonden met 7 en 3 procent onderaan. In 2012 bankierde 80 procent van de Nederlandse jongeren via internet. Toen stond Nederland ook al op de eerste plaats.

11.3Online winkelen

Online winkelen wordt steeds belangrijker voor jongeren, ze doen steeds vaker online aankopen en geven hier meer geld aan uit. In 2018 deed 82 procent van de jongeren online aankopen. In 2012 was dit 70 procent. Meer dan 90 procent van de jongvolwassenen deed online aankopen tegen 67 procent van de minderjarige jongeren. Meisjes en jongen deden dit even vaak.

Binnen de EU stonden Nederlandse jongeren (16 tot 25 jaar) in 2018 in de kopgroep van online aankopen. Van de Nederlandse jongeren kocht 78 procent minsten een keer iets online in de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek, goed voor een tweede plaats samen met Denemarken. Het Verenigd Koninkrijk stond met 88 procent bovenaan. Het EU gemiddelde was 60 procent.

Kleding en sportartikelen het vaakst gekocht

Kleding of sportartikelen werden het vaakst online gekocht; 63 procent van de jongeren deed dat in 2018. 49 procent van de jongeren kocht online kaartjes voor evenementen, 39 procent schafte reizen en vakanties aan. Meisjes kochten deze producten en diensten vaker dan jongens.

11.3.1_Jeugdmonitor 11.3.1 Top drie online winkelen naar soort aankopen, 2018 koopt online kleding of sport artikelen koopt online kaartjes voor evenementen koopt online reizen en accomodatie 63% 49% 39% 56% meisjes 42% jongens 58% jongens 34% jongens 69% meisjes 44% meisjes

Daarnaast kocht meer dan 30 procent van de jongeren software, elektronische benodigdheden en digitaal studie- of leermateriaal. Rond een kwart heeft online boeken, tijdschriften of kranten gekocht, telecommunicatiediensten (abonnementen) aangeschaft of huishoudelijke goederen en apparaten gekocht. 16 procent heeft films of muziek online gekocht en 7 procent medicijnen.

Frequentie en waarde van online aankopen

De helft van de jongeren deed in 2018 één tot zes keer online aankopen: een kwart 1 of 2 keer en een kwart 3 tot 6 keer.noot2 18 procent deed dat zes keer of vaker. Vooral de frequentie van online aankopen is toegenomen; in 2015 deed 7 procent 6 keer of vaker online aankopen, in 2017 was dat 15 procent.

Bij ruim drie van de tien kocht in de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek voor minder dan 100 euro via internet. Ruim een kwart van de jongeren deed gedurende die periode aankopen in de prijsklasse tussen 100 en 500 euro. 8 procent gaf 500 euro of meer uit aan online aankopen. Het bedrag dat jongeren sinds 2015 besteden aan online aankopen is toegenomen; in 2015 had nog 18 procent van de jongeren aankopen gedaan tussen 100 en 500 euro en 5 procent boven 500 euro.

Vooral aankopen binnen Nederland

De meerderheid van de jongeren (71 procent) kocht goederen of diensten bij Nederlandse webwinkels. Daarnaast deed 37 procent dit (ook) bij andere Europese landen en 28 procent (ook) bij webwinkels uit landen buiten Europa.

11.4Meer informatie en literatuur

Meer informatie

Cijfers over het internetgebruik van jongeren zijn te vinden op Jeugdmonitor StatLine.

Cijfers over het internetgebruik zijn te vinden op StatLine.

Cijfers over online winkelen zijn te vinden op StatLine.

Relevante publicaties

CBS (2018). ICT, kennis en economie 2018.

Noten

Het gaat hier om huishoudens met ten minste één persoon van 16 tot 75 jaar.

In de afgelopen drie maanden voorafgaand aan het onderzoek.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

. Gegevens ontbreken
* Voorlopig cijfer
** Nader voorlopig cijfer
x Geheim
Nihil
(Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0 (0,0) Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
2018–2019 2018 tot en met 2019
2018/2019 Het gemiddelde over de jaren 2018 tot en met 2019
2018/’19 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2018 en eindigend in 2019
2016/’17–2018/’19 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2016/’17 tot en met 2018/’19

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

1. Inleiding

Ruud van Herk (VWS)

2. Jongeren in Nederland

Dominique van Roon

3. Jeugdzorg en de weg naar volwassenheid

Rudi Bakker, Jennifer Swart en Claire Poppelaars

4. Opgroeien in de bijstand

Daniël Herbers

5. School

Brigitta Struijkenkamp en Marijke Hartgers

6. Werk

Willem Gielen

7. Leefstijlverschillen tussen jongvolwassenen

Jan-Willem Bruggink

8. Veiligheid

Lisanne Jong en Willem Gielen

9. Jongeren in Caribisch Nederland

Suzanne Loozen, Carel Harmsen en Linda Fernandez Beiro

10. Welzijn van jongeren

Moniek Coumans

11. Jongeren en internetgebruik

Judit Arends-Tóth

12. Gemeenten willen maatwerkdata voor uitvoering jeugdhulpbeleid

Jaap van Sandijk (Freelance journalist)

Redactie

Astrid Pleijers

Robert de Vries

Francis van der Mooren

Linda Fernandez Beiro

Eindredactie

Karolien van Wijk