Eurozone – verleden, heden en toekomst
Dertig jaar na de ondertekening van het Verdrag van Maastricht blikken we terug op hoogte- en dieptepunten in de nog relatief jonge geschiedenis van de eurozone. Hoe hebben de euro-economieën zich ontwikkeld? Zijn de onderlinge verschillen groter of kleiner geworden? Wat waren de intrinsieke kwetsbaarheden tijdens de eurocrisis die de eurozone nog vele jaren in zijn greep zou houden? En waar staan we nu: is het eurogebied sterk genoeg om een volgende eurocrisis te overleven?
1.1Inleiding
Veel Europeanen zullen zich de jaarwisseling 2001–2002 nog goed herinneren. Niet alleen werd het nieuwe jaar feestelijk ingeluid, ook kregen de inwoners van twaalf EU-landen de tot dan toe rekenkundige munteenheid ‘de euro’ voor het eerst in handen.noot1 Formeel was de euro al op 1 januari 1999 een feit, maar deze werd in de tussenliggende drie jaren alleen als rekenvaluta gebruikt. Banken voerden sindsdien onderlinge transacties in euro’s uit, elektronische betalingen en nieuwe overheidsschuld werden voortaan in euro’s weergegeven (Europa Nu, 2002). Maar voor burgers en de meeste bedrijven werd de euro pas op 1 januari 2002 een feit. Voor veel mensen was het een periode van dubbele beprijzing van producten, voortdurend omrekenen naar de oude nationale valuta en grote discussie over geldontwaarding. In het geval van Nederland betekende de introductie van de euro namelijk dat niet alleen de prijs van goederen en diensten in euro’s ruim tweemaal kleiner werd dan in guldens, maar ook het inkomen werd zogenaamd ‘gehalveerd’. Kon je met een euro nog wel evenveel kopen als voorheen met de gulden?
Een lange aanloop
De oprichting van de EMU en de introductie van de euro vond niet van vandaag op morgen plaats. Na de Tweede Wereldoorlog werd de wederopbouw en internationale samenwerking vormgegeven op basis van het ‘Bretton-Woods’ systeem. Dit was een internationaal monetair systeem van stabiele wisselkoersen, met de Amerikaanse dollar gekoppeld aan goud ter waarde van 35 dollar per ounce (De Waard, 2021). De VS had de verantwoordelijkheid om de goudprijs stabiel te houden en – samen met het nieuw opgerichte IMF en de Wereldbank – de wereldwijde vraag naar, en aanbod van dollars te reguleren om het vertrouwen in het systeem te behouden (EUR-Lex, 2011). Daarmee werd de dollar wereldwijd de belangrijkste valuta. Door grote Amerikaanse uitgaven (zoals voor de Vietnamoorlog en de ruimte-wedloop) en het bijdrukken van dollars, kwam de dollar-goudstandaard onder enorme druk te staan (Europese Goudstandaard, 2003). Het einde van het Bretton-Woods systeem begin jaren ’70 ging wereldwijd gepaard met een periode van financiële onzekerheid en grote fluctuaties tussen wisselkoersen (EUR-Lex, 2011). Dit bracht de economische en monetaire samenwerking van zes Europese landen, die in de jaren ’50 al de grondvesten van de latere Europese Unie legdennoot2, echter in een stroomversnelling. Het daaropvolgende Europese Monetaire Stelsel (EMS) in 1979 bracht uiteindelijk weer grotere stabiliteit tussen (Europese) wisselkoersen en vormde daarmee een grote stap naar een gemeenschappelijk, Europees monetair beleid. De politieke wens om de Europese economieën verder te laten convergeren, was hiermee verder verankerd (EUR-Lex, 2011). In veel opzichten was de introductie van de euro een technisch, politiek en monetair hoogstandje; nooit eerder werd er op zo’n grote schaal en voor zoveel landen, instellingen en inwoners tegelijk een nieuwe munteenheid in omloop gebracht.
Voordelen voor burgers, bedrijven en Europa
Voor burgers en ondernemers bestonden de voordelen van de Economische en Monetaire Unie (EMU) en de nieuwe valuta er vooral uit dat er binnen de EMU geen wisselkoersrisico meer was (Europese Unie, 2021a). Kosten die samenhingen met het omruilen van de ene nationale valuta in de andere vielen weg – bijvoorbeeld voor toeristen – en er was grotere prijstransparantie tussen landen. De euro maakte handel tussen deelnemende landen gemakkelijker en goedkoper, en het strenge monetaire beleid van de Europese Centrale Bank zou zorgen voor een stabiele en sterke munt. Naast de economische voordelen en doelstellingen had men met de euro ook grote politieke en diplomatieke aspiraties, zoals verdere Europese integratie, meer invloed op de wereldeconomie en een symbool van Europese identiteit (Europese Unie, 2021a). De oprichting van de EMU was een verdere verankering van onderling vertrouwen in de Europese interne markt en economische integratie (Segers, 2020). Landen als het Verenigd Koninkrijk en Denemarken maakten gebruik van een zogenaamde opt-out clausule. Dit maakte het mogelijk dat de Europese Unie het proces van economische integratie kon voortzetten ondanks dat sommige lidstaten zich niet aan bepaalde plannen wilden committeren (Europa Nu, 2021). Dat er ook nadelen en risico’s kleefden aan het samensmelten van diverse nationale munten van variërende hardheid, het niet weggewerkt hebben van macro-economische onevenwichtigheden tussen de deelnemende landen, en het uit handen geven van nationaal monetair beleid, was op voorhand duidelijk. De gevolgen daarvan zouden in de komende decennia blijken.
Leeswijzer
Zoals de titel al suggereert, wordt in dit hoofdstuk het heden, verleden en de toekomst van de eurozone beschreven. De euro en de Economische en Monetaire Unie (EMU) kent namelijk niet alleen een lange aanloop maar maakt inmiddels ook al ruim twintig jaar deel uit van ons dagelijks leven. Paragraaf 1.2 presenteert – aan de hand van een aantal economische variabelen zoals het bbp, het handelssaldo, investeringen en de werkloosheid – een algemeen beeld van ‘de eurozone’ en de groeiende groep deelnemende landen in de afgelopen twintig jaar. Paragraaf 1.3 gaat vervolgens dieper in op de historische aanloop en de voorwaarden van deelname aan de euro (convergentiecriteria) komen uitgebreid aan bod. In de periode van ruim twintig jaar dat negentien EU-lidstaten deel uitmaken van de EMU waren er rustige tijden, maar ook moeilijke perioden, zoals tijdens de Europese staatsschuldencrisis (eurocrisis). De onderliggende problemen worden besproken in paragraaf 1.4. Welke lessen hieruit getrokken zijn, maar ook de nog resterende uitdagingen en onevenwichtigheden staan centraal in paragraaf 1.5. Het hoofdstuk besluit met een samenvatting en conclusie.
1.2De eurozone in cijfers
De landen die vandaag de dag de eurozone vormen, zijn een diverse groep. Zowel qua cultuur, oppervlakte, geografie als economie, zijn er grote verschillen, waarbij die laatste voor de eurozone de belangrijkste factor is. Want de theorie schrijft voor dat het belangrijk is dat de economieën van de deelnemers van een monetaire unie vergelijkbaar zijn om een monetaire unie goed te laten functioneren, zodat ze op dezelfde manier op (exogene) schokken reageren, en dezelfde monetaire en fiscale beslissingen nodig hebben.