De eurozone – Een introductie
‘Within our mandate, the ECB is ready to do whatever it takes to preserve the euro. And believe me... it will be enough.’ Mario Draghi, president ECB, 26 juli 2012
Deze woorden van Mario Draghi tijdens de Global Investment Conference in Londen vormden een keerpunt in de eurocrisis, waar de eurozone zich sinds 2009 in bevond (De Waard, 2021). Terwijl Europese landen nog aan het herstellen waren van de wereldwijde kredietcrisis, ontstond eind 2009 de eurocrisis, toen bleek dat Griekenland haar staatsfinanciën jarenlang te rooskleurig had voorgesteld (CBS, 2019). Financiële markten begonnen te twijfelen of Griekenland nog aan haar betalingsverplichtingen kon voldoen en de rente op Griekse staatsobligaties nam sterk toe. Door de grote economische en financiële verwevenheid kwamen in de daaropvolgende jaren ook andere eurozonelanden in de problemen, zoals Ierland, Portugal, Italië, Spanje en Cyprus, elk om andere redenen. Maar het gevolg was hetzelfde; enorme financiële druk op de getroffen eurozonelanden, die alleen tegen (hele) hoge rente geld konden lenen en hun staatsschulden steeds moeilijker konden terugdringen (Ballegeer, 2022). Financiële steunpakketten van de EU en het IMF aan diverse eurozonelanden voorkwamen het uiteenvallen van de eurozone maar er was in die tijd regelmatig acute twijfel aan de houdbaarheid van de euro. Tot de beroemde ‘whatever it takes’ speech van Mario Draghi, toenmalig president van de Europese Centrale Bank. Draghi maakte duidelijk dat de ECB zoveel staatsleningen zou accepteren als nodig was om de euro overeind te houden. Ook al was de eurocrisis daarmee niet direct voorbij, hij bracht het vertrouwen terug in het ‘euro-project’ (Ballegeer, 2022). Ook nu zijn de oorspronkelijke weeffouten bij de start van de euro nog steeds actueel (Brakman & Garretsen, 2020). Mede door de coronacrisis zijn staatsschulden in sommige eurozonelanden tot grote hoogte opgelopen. Door de lage rentestand, het opkoopbeleid van de ECB en de coronanoodsteun heeft dit echter nog niet tot een nieuwe eurocrisis geleid (Ballegeer, 2022). De huidige hoge inflatie, door de hoge energie- en grondstofprijzen, en de economische onzekerheid door de recente oorlog in Oekraïne, stellen de ECB opnieuw voor grote uitdagingen. Om de inflatie in de eurozone niet verder aan te wakkeren, kondigde de ECB op 11 maart 2022 aan fors minder staatsschulden te zullen gaan opkopen en houdt de optie open – voor het eerst sinds 2011 – de rente te verhogen (NOS, 2022). De Nederlandse centrale bank houdt rekening met een inflatie van 6,5 procent voor 2022, tot 9,5 procent, in het geval van het slechtste scenario dat de oorlog in Oekraïne verder escaleert en voortduurt (DNB, 2022). Dit hangt samen met de grote Europese afhankelijkheid van Rusland wat betreft minerale brandstoffen als olie en gas, verstoringen in de wereldhandel door enerzijds sancties tegen Rusland en anderzijds productietekorten van bijvoorbeeld graan of kritieke grondstoffen als neon uit Oekraïne, en enorme prijsstijgingen van energie en grondstoffen op de wereldmarkt. Ook het CPB becijferde dat een somber scenario in Oekraïne de Nederlandse economie hard kan raken, door een daling in de koopkracht, daling van de wereldhandel en lagere investeringsbereidheid (CBP, 2022).
De eurozone is onderdeel van, maar niet synoniem voor de Europese Unie. Het is de verzamelnaam voor EU-landen die de euro als munteenheid hebben ingevoerd. Op 1 januari 2002 kwam de euro in twaalf EU-landen in omloop, drie jaar na de officiële introductie van de nieuwe munteenheid. Momenteel bestaat de eurozone uit 19 van de 27 EU-lidstaten, zoals onderstaande figuur laat zien (ECB, 2022). Ook worden in deze figuur de landen van de Europese Douaneunie en het Schengengebied getoond. Het VK heeft de EU op 31 januari 2020 verlaten en behoort daarmee niet meer tot één van deze gebieden.
Eurozone verleden, heden en de toekomst
Ondanks de eurocrisis heeft een groot deel van de EU-bevolking de euro inmiddels al twintig jaar in handen. De euro is na de dollar de tweede valuta ter wereld en inmiddels gebruiken 60 landen wereldwijd de euro of hebben deze landen hun munt eraan gekoppeld (Europese Raad, 2021). De introductie van de euro en de Europese Monetaire Unie was echter een politiek proces van vele decennia, en ging gepaard met ups en downs. Hoofdstuk 1 in deze publicatie gaat in op de historische aanloop, de uitgangspositie van de deelnemende landen, de convergentiecriteria, de economische ontwikkelingen na de introductie van de euro, de eurocrisis en de uitdagingen voor de toekomst.
Bilaterale handel tussen Nederland en de eurozone
Ondanks de tekortkomingen en risico’s van één gezamenlijke munt en monetair beleid, heeft het ook grote voordelen voor burgers en bedrijven. Door enerzijds het wegvallen van omwisselkosten en daarmee gepaard gaande onderlinge wisselkoersonzekerheid, en anderzijds grotere prijstransparantie heeft de euro de internationale goederen- en dienstenhandel tussen eurozonelanden verder vergemakkelijkt, bovenop de voordelen van de interne markt. Hoofdstuk 2 in deze publicatie laat zien hoe de Nederlandse goederenhandel met andere eurozonelanden zich sinds 2002 heeft ontwikkeld. Deze ontwikkeling wordt afgezet tegen de groei in de handel naar andere regio’s in de wereld, en is er is speciale aandacht voor de handel met EU-landen die recent de euro hebben ingevoerd. De dienstenhandel tussen Nederland en andere landen binnen het eurogebied voor de periode 2014–2021 komt ook aan bod.
Exportverdiensten: direct versus indirect
Door de introductie van de euro heeft de Europese integratie en samenwerking een nog diepere dimensie gekregen. De economieën van de deelnemende landen zijn door meer handel en investeringen nog verder met elkaar vervlochten geraakt en een veel gehoorde uitdrukking is dan ook dat ‘eenmaal geklutst zijn de eieren onmogelijk uit de omelet terug te halen’ (Europa Nu, 2011; Ballegeer & Hekking, 2021). De verwevenheid van Nederland met de eurozonelanden, door middel van deelname en integratie in productieketens, staat centraal in het derde hoofdstuk van deze publicatie. Hier wordt niet alleen vanuit het Nederlands oogpunt gekeken wat Nederland verdient aan directe en indirecte export van goederen en diensten naar de eurozone, maar ook andersom.
Effect van EMU-deelname op de Nederlandse export
Of de euro ook daadwerkelijk tot meer internationale handel heeft geleid dan wanneer elk land zijn eigen nationale munt had behouden, lijkt een retorische vraag. Toch lopen de schattingen van de additionele handelsgroei door de euro fors uiteen, en variëren bovendien over tijd. Zo lijkt de krediet- en eurocrisis in sommige handelsrelaties een kantelpunt, en lijkt de euro niet bepalend voor de groei in de handel met sommige niet-eurozonelanden. Dit blijkt uit hoofdstuk 4, waarin wordt onderzocht wat de invoering van de euro voor de Nederlandse goederenhandel met de eurozone betekende en in hoeverre de toename toe te schrijven is aan de additionele voordelen van de eurozone bovenop de voordelen van de interne markt.
Kenmerken eurozone exporteurs langs intensieve en extensieve marge
Met de introductie van de euro viel voor bedrijven met handel in de eurozone een deel van de transactiekosten weg en was er grotere prijstransparantie en daarmee concurrentie tussen landen. De literatuur op dit vlak laat zien dat dit een impuls heeft gegeven aan zowel het aantal bedrijven dat internationaal handelt binnen de eurozone alsook aan de omvang van de transacties. Het vijfde en laatste hoofdstuk van deze publicatie zoomt in op Nederlandse bedrijven met export naar de eurozone, en beschrijft hun kenmerken en ontwikkelingen.
In deze editie van de Internationaliseringsmonitor staat de eurozone centraal. Het laatste nieuws en rapporten op het gebied van internationale handel en globalisering, alsook eerdere edities van de Internationaliseringsmonitor zijn te vinden in het dossier Globalisering.
Literatuur
Literatuur
Ballegeer, D. (2022). Meer staatsschulden dan ooit, maar niemand lijkt bezorgd. Dreigt een herhaling van de eurocrisis? De Volkskrant.
Ballegeer, D. & Hekking, H. (2021). De lessen van dertig jaar euro. FD.
Brakman, S. & Garretsen, H. (2020). Coronavirus legt een nieuwe bom onder de euro. Expertisecentrum In the Lead. Rijksuniversiteit Groningen.
CBS (2019). Schuldenzone eurozone nog steeds hoger dan voor de crisis. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CPB (2022). Verdieping Centraal Economisch Plan 2022. Den Haag: Centraal Planbureau.
DNB (2022). Economische gevolgen van de oorlog in Oekraïne. Amsterdam: De Nederlandsche Bank.
ECB (2022). Ons geld. Europese Centrale Bank, Eurosysteem.
Europa Nu (2011). Geraadpleegd op de website: De euro afschaffen? Er is geen weg terug! – Europa Nu (europa-nu.nl)
Europese Raad (2021). Internationale rol van de euro. Europese Raad; Raad van de Europese Unie.
NOS (2022). Europese Centrale Bank gaat veel minder leningen opkopen, rente wellicht omhoog.
Waard, de, P. (2019). 20 jaar euro: De dag dat Mario Drahi de gemeenschappelijke munt redde. De Volkskrant.