Niet-tarifaire maatregelen: investering in kwaliteit? – Een introductie
De afnemende internationale handelskosten zijn een belangrijke drijver achter globalisering. De Wereldhandelsorganisatie speelt bij deze dalende kosten een belangrijke rol. In de verdragen van deze organisatie hebben landen immers afgesproken om hun importtarieven zo laag mogelijk te houden en niet te discrimineren tussen buitenlandse en binnenlandse producenten. Er is echter een belangrijke uitzondering op deze niet-discrimineren bepaling. Wanneer een land kan aantonen dat het vanuit bepaalde overwegingen (bijvoorbeeld gezondheid of veiligheid) noodzakelijk is om een bepaalde, mogelijk discriminerende regel, in te voeren, dan is dat op basis van het voorzorgsbeginsel toegestaan. Onder deze regel komen veel zogenaamde niet-tarifaire maatregelen (NTM’s) tot stand.
UNCTAD omschrijft niet-tarifaire maatregelen als alle beleidsmaatregelen – anders dan gewone douanetarieven – die mogelijk een economisch effect kunnen hebben op de internationale handel in goederen. Voorbeelden van NTM’s zijn quota of prijscontroles, regelgevende en technische maatregelen met betrekking tot gezondheid en milieubescherming. NTM’s kunnen dus handelspolitieke maatregelen zijn, maar ze kunnen ook ingesteld worden om daadwerkelijk de kwaliteit en veiligheid van geïmporteerde producten te waarborgen. Zo kunnen ze invloed hebben op de prijs van ingevoerde producten omdat ze aan leveranciers bepaalde eisen opleggen wat betreft de kwaliteit van het exportproduct of productieproces. Ook al brengen zulke eisen dan extra kosten met zich mee voor de producent, door de verhoogde kwaliteit kan de vraag toch toenemen. Kortom, het effect van NTM’s op de handel is tweeledig.
Terwijl importtarieven wereldwijd al jarenlang afnemen, neemt het aantal NTM’s juist toe. Inmiddels zit er dan ook op zo’n 90 procent van de Nederlandse goederenuitvoer minimaal één NTM. Dit hoge aandeel is in overeenstemming met een ogenschijnlijke toename van wereldwijd protectionisme waar handelaren en producenten mee te maken hebben. De wereldwijde bezorgdheid over de mogelijke economische effecten van NTM’s neemt dan ook toe. Omdat NTM’s steeds vaker voorkomen én omdat hun effect op de internationale handel niet eenduidig is, biedt deze Internationaliseringsmonitor meer inzicht in, en een breed scala aan, aspecten van niet-tarifaire maatregelen.
Hoofdstuk 1 legt het concept NTM’s in algemene termen uit. Vragen die in dit hoofdstuk worden beantwoord, zijn: wat zijn NTM’s precies, waarom worden ze ingesteld, hoe werkt dat proces, welke typen bestaan er, en wat is er bekend over hun effect op de internationale handel. In hoofdstuk 2 wordt de aanwezigheid van deze NTM’s gekwantificeerd: welk deel van de Nederlandse export heeft te maken met NTM’s, en om welke producten en exportbestemmingen gaat het dan? Ook is er speciale aandacht voor de regels die Nederlandse bedrijven moeten naleven bij het exporteren van goederen.
Het effect van NTM’s op productkwaliteit wordt onderzocht in hoofdstuk 3. In hoeverre is de buitenlandse klant bereid om meer te betalen voor producten die onder bepaalde kwaliteitsvereisten zijn geproduceerd en geïmporteerd? Speelt de striktheid van de ingestelde NTM’s een bepalende rol als het om productkwaliteit gaat? En hoe zit dit met importtarieven?
Ongeacht of het product er beter van wordt, om aan de gestelde richtlijnen te voldoen, moeten producenten vaak kosten maken. In hoofdstuk 4 berekenen we die kosten in termen van de exportprijs. Ook kijken we in hoeverre die investering zich daadwerkelijk terugbetaalt in termen van hogere productkwaliteit. We onderzoeken met andere woorden in hoeverre de kosten van de NTM en de gestegen prijs van het product kunnen worden gecompenseerd door een hogere productkwaliteit als gevolg van de regelgeving.
Naast dergelijke directe effecten van NTM’s zijn er ook indirecte effecten. In een wereld van internationale productieketens werken handelsbarrières als gevolg van NTM’s namelijk ook door binnen die ketens. In hoofdstuk 5 onderzoeken we op welke manier en in hoeverre Nederlandse exporteurs én importeurs geconfronteerd worden met technische handelsbarrières (TBT's). Welke bedrijfstakken hebben relatief gezien veel last van extra kosten ten gevolge van ingestelde TBT’s? Tot slot berekenen we in hoeverre de kosten van TBT’s doorwerken binnen de productieketens van Nederlandse exporteurs.
Door de uitbraak van het coronavirus bestaat de mogelijkheid dat onder andere reguliere medische hulpmiddelen niet meer voorhanden zijn door tekorten. Zoals reeds aangegeven kan een regering er in een dergelijke noodsituatie voor kiezen om NTM’s aan te wenden om daarmee de nationale economie of volksgezondheid te beschermen. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de coronagerelateerde NTM’s. Door welke landen zijn ze ingesteld? Hadden de NTM’s een faciliterend of juist een belemmerend karakter? Zijn de NTM’s nog van kracht of al stopgezet? En hoe zag de Nederlandse handel in de coronagerelateerde goederen eruit onder invloed van de NTM’s?