Begrippen
Ad valorem equivalent (bruto kosten van een NTM)
Bij een ad valorem equivalent (of tariefequivalent) worden de kosten van de niet-tarifaire maatregel (NTM) geschat als percentage van de prijs.
Arbeidsproductiviteit
Toegevoegde waarde per werkzame persoon.
Conformiteitsbeoordeling (NTM’s)
Het proces waarin wordt aangetoond of is voldaan aan een bepaalde NTM. Er zijn verschillende vormen van conformiteitsbeoordelingen, zoals testen, certificering en inspecties.
Coverage ratio
Het percentage van de handelswaarde dat onderhevig is aan minimaal één niet-tarifaire maatregel (NTM).
Eenheidswaarde (unit value)
De waarde van de export gedeeld door de opgegeven hoeveelheid van het geëxporteerde product.
(Gepercipieerde) exportkwaliteit
Alle aspecten die de vraag naar een product vergroten ten opzichte van vergelijkbare producten die hetzelfde geprijsd zijn. Die betreft naast de fysieke kenmerken van een product ook marketinginspanningen, zoals branding en product placement, die bijdragen aan de ervaren kwaliteit van een product.
Frequency ratio
Het percentage van de verhandelde producten die aan minimaal één niet-tarifaire maatregel (NTM) onderhevig zijn.
Grootbedrijf
Hiertoe behoren alle bedrijven die gevestigd zijn in Nederland en onderdeel uitmaken van een concern met minstens 250 werkzame personen en/of een onderdeel zijn van een concern dat al in buitenlandse handen is.
Handelstarief
Zie invoerrechten.
Importtarief
Zie invoerrechten.
Importquotum
Maximaal bedrag of maximale hoeveelheid dat geïmporteerd mag worden.
Intermediaire goederen
Dit zijn inputs in het productieproces, zoals grondstoffen, halffabricaten of brandstoffen.
Een intermediair product wordt gebruikt tijdens het productieproces, vaak getransformeerd, en dan verwerkt in de uiteindelijke output. Het wordt dus gebruikt om weer andere goederen te produceren.
Internationale handel in goederen
Er is sprake van internationale handel in goederen wanneer ingezetenen goederen leveren aan het buitenland en omgekeerd. Bij invoer uit EU-landen is dit de waarde van de goederen inclusief vracht- en verzekeringskosten tot aan de Nederlandse grens. Bij invoer uit niet-EU-landen is dit de waarde inclusief vracht- en verzekeringskosten tot aan de buitengrens van de Europese Unie. De uitvoerwaarde is inclusief vracht- en verzekeringskosten tot aan de Nederlandse grens. Dit is in overeenstemming met de statistiek Internationale Handel in Goederen (IHG).
Internationale productieketen (waardeketen)
Een internationale productieketen omvat alle activiteiten – in meer dan één land – die nodig zijn om een product of dienst vanuit de conceptfase via de verschillende productiefases bij eindverbruikers te bezorgen en verwerking na gebruik.
Invoer
De som van invoer voor binnenlands gebruik en invoer voor wederuitvoer.
Invoerrechten (invoertarief)
Onder invoerrechten of invoertarieven wordt de belasting verstaan die geheven wordt op buitenlandse invoer om de binnenlandse markt te beschermen.
Invoer voor binnenlands gebruik
De voor ingezetenen bestemde goederen, die vanuit het buitenland in het economisch
gebied van Nederland zijn gebracht. Hiertoe behoren ook voor verwerking in het productieproces benodigde grondstoffen, halffabricaten, brandstoffen en voor investeringen bestemde vaste activa.
Invoer voor wederuitvoer
Goederen die Nederland binnenkomen, daarbij (tijdelijk) eigendom worden van een
ingezetene, en daarna, zonder dat significant industriële bewerking plaatsvindt, Nederland
weer verlaten.
Mediaan
De mediaan is de middelste waarneming in een reeks getallen die in oplopende volgorde zijn gesorteerd. Daarmee valt 50 procent van de waarnemingen onder de mediaan en 50 procent boven de mediaan. Bij een even aantal getallen in de reeks zijn er twee middelste getallen; in deze gevallen neemt men dan meestal het gemiddelde van deze twee getallen.
Niet-tarifaire maatregel (NTM)
Beleidsmaatregelen, maar geen tarieven, die mogelijk een economisch effect hebben op de internationale handel. De NTM’s kunnen hun effect hebben op het product via een veranderende hoeveelheid, een veranderde prijs, of beide. Grofweg in te delen in 2 groepen. De eerste groep zijn technische maatregelen zoals eisen aan kwaliteit of technische voorschriften, waaronder sanitaire en fytosanitaire maatregelen (SPS) en technische handelsbarrières (TBT) vallen. De tweede groep maatregelen behelst de niet-technische maatregelen zoals quota, lokale inhoudseisen, distributie, etc.
Prevalence ratio
Het gemiddelde aantal niet-tarifaire maatregelen (NTM’s) per verhandeld product.
Protectionisme
Het beschermen van de binnenlandse productie door onder andere invoerheffingen, niet-tarifaire maatregelen en importquota’s.
Quality adjusted AVE (kwaliteitsverdisconteerde AVE; netto kosten van een NTM)
Ad valorem equivalent van een niet-tarifaire maatregel (NTM) waarbij de geobserveerde prijsverschillen gezuiverd zijn van het effect dat een NTM op de kwaliteit kan hebben.
Regulatory distance
Het percentage van de verhandelde producten waarbij de regelgeving in het land van herkomst anders is dan de regelgeving in het land van bestemming.
Reshoring
Het terughalen van eerder naar het buitenland verplaatste bedrijfsonderdelen (offshoring) naar Nederland. Offshoring omvat zowel internationaal insourcen (verplaatsen van activiteiten naar het buitenland maar binnen het eigen concern) als internationaal outsourcen van activiteiten (buiten het eigen concern).
Sanitaire en fytosanitaire maatregelen (SPS)
Niet-tarifaire maatregel gericht op het waarborgen van de kwaliteit en veiligheid van individuele producten. Voornamelijk ten behoeve van de voedselveiligheid. Het verzamelt maatregelen zoals beperking voor stoffen en het waarborgen van de voedselveiligheid en het voorkomen van de verspreiding van ziekten of plagen. Het omvat ook alle conformiteitsbeoordelingsmaatregelen met betrekking tot voedselveiligheid, zoals certificering, testen en inspectie en quarantaine.
Stapelingseffect
Gemiddelde totale kosten door NTM’s, waarin bovenop de kosten door NTM’s op geïmporteerde grondstoffen en halffabricaten afkomstig uit niet-EU-landen die worden gebruikt in de productie voor de export additionele kosten optreden als gevolg van de aanwezigheid van een NTM op geëxporteerde goederen in bestemmingsmarkten buiten de Europese Unie. Dit noemen we ook wel de gemiddelde kosten door NTM’s binnen de Nederlandse keten.
Tarifaire maatregel
Zie invoerrechten.
Technische handelsbarrières (TBT)
Niet-tarifaire maatregel gericht op het waarborgen van de kwaliteit en veiligheid van individuele producten. Het verwijst naar maatregelen zoals etikettering, normen inzake technische specificaties en kwaliteitseisen, en andere maatregelen ter bescherming van het milieu. Net zoals SPS-maatregelen omvat het ook alle conformiteitsbeoordelingsmaatregelen met betrekking tot technische eisen, zoals certificering, testen en inspectie.
Toegevoegde waarde
Het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair verbruik (exclusief aftrekbare btw).
Uitvoer
De som van uitvoer van Nederlandse makelij en wederuitvoer.
Uitvoer van Nederlandse makelij
Uitvoer van Nederlandse makelij (oftewel eigen makelij) betreft uitvoer na productie in
Nederland dan wel uitvoer na significante bewerking van buitenlandse makelij (waarbij
wordt gekeken in hoeverre de statistische goederencode van het goed al dan niet sterk is
veranderd). Wederuitvoer en uitvoer van Nederlandse makelij vormen samen de totale
Nederlandse uitvoercijfers.
Vergrotingseffect
De toename in kosten door NTM’s, wat optreedt doordat er kosten door NTM’s bestaan op ingevoerde intermediaire goederen die worden gebruikt in de exportproductie. Dit noemen we ook wel de extra kosten door NTM’s voor exporteurs ten gevolge van NTM’s op ingevoerde inputs.
Verticale specialisatie
Ook wel het importgehalte van de export. De verticale specialisatie is een ratio van de in de exportproductie gebruikte invoer afgezet tegen de exportwaarde. Hoe hoger de verticale specialisatie, hoe hoger het verbruik van ingevoerde goederen en diensten in de productie voor de export. De mate van verticale specialisatie wordt in de wetenschappelijke literatuur gebruikt als indicator om de verwevenheid van landen en/of bedrijfstakken in internationale productieketens te kwantificeren. Hoe hoger de verticale specialisatie, hoe hoger de integratie in internationale productieketens. Een hogere verticale specialisatie betekent een lagere toegevoegde waarde voor 1 euro export.
Vrijhandelsverdrag
Met vrijhandelsverdragen tussen landen of regio’s proberen landen de toegang tot elkaars markt te vereenvoudigen. Ze verlagen hierbij de tarieven en reguleren niet-tarifaire maatregelen om investeringen en handel in goederen en diensten te stimuleren.
Wederuitvoer
Wederuitvoer betreft invoer van goederen van buitenlandse makelij die na aankomst in
Nederland niet of nauwelijks een bewerking ondergaan en daarna weer worden uitgevoerd
naar het buitenland. De goederen zijn tijdens het verblijf in Nederland (tijdelijk) eigendom
van een Nederlands bedrijf (in tegenstelling tot de quasi-doorvoer). Wederuitvoer en uitvoer van Nederlandse makelij vormen samen de totale Nederlandse uitvoercijfers.
Zelfstandig mkb
Het zelfstandig midden- en kleinbedrijf omvat alle bedrijven in Nederland die in Nederlandse handen zijn en waar minder dan 250 personen werkzaam zijn, bekeken op het niveau van de onderneming. Specifiek worden bedrijven die onderdeel zijn van een onderneming waar in totaal meer dan 250 werkzame personen zijn, óf bedrijven die onder buitenlandse zeggenschap vallen volgens deze afbakening niet als zelfstandig mkb geteld.