Internationale handel in diensten en R&D – Een introductie
Diensten worden steeds belangrijker in de internationale handel, niet alleen als ‘eindproduct’ maar ook als ondersteuning van en aanvulling op de export van goederen (‘servitisering’). Zo leveren producenten van goederen in toenemende mate aanvullende diensten zoals installatie, training, onderhoud of reparatiediensten aan hun klanten. Ook worden machines of andere goederen steeds vaker niet meer als zodanig verkocht aan een buitenlandse klant, maar betaalt de klant voor het gebruik en onderhoud van de machine, bijvoorbeeld via een leaseconstructie. Daarnaast is bekend dat de Nederlandse economie per euro export het meeste verdient aan diensten, 63 eurocent, tegen 51 cent per euro export van goederen van Nederlandse makelij en 14 cent per euro wederuitvoer (Aerts et al., 2020). Het is daarbij de vraag welke factoren een rol spelen in de beslissing om diensten met het buitenland te verhandelen en in hoeverre die factoren verschillen van de keuze om in goederen te handelen. In deze Internationaliseringsmonitor wordt naar een aantal factoren gekeken: het combineren van goederen- en dienstenhandel, het exportgedrag van dienstenhandelaren, de rol van afstand en omvang (bbp) van de buitenlandse markten voor de export van diensten en de samenhang tussen R&D en export.
Een relevante en voor de hand liggende analyse is allereerst het onderzoeken van patronen in exportgedrag van dienstenhandelaren. Hoe ontwikkelt de populatie dienstenhandelaren zich en welke dynamiek vertoont deze? Hoe ziet de transitie van niet-handelaren, naar startende, incidentele en structurele dienstenhandelaren eruit? En zijn structurele dienstenexporteurs productiever dan incidentele dienstenexporteurs?
Daarnaast kan de rol van afstand en de omvang van de buitenlandse markten heel anders zijn voor dienstenexport dan voor goederenexport. In de literatuur is er voor de goederenexport meer dan voldoende empirisch bewijs voor het feit dat onder andere afstand tot de bestemmingsmarkt negatief, en de omvang van de partnereconomie positief samenhangt met de omvang van de export die naar die bestemmingsmarkt gaat. Andere factoren zoals een gedeelde grens, een gemeenschappelijke taal, valuta of vergelijkbare institutionele of culturele kenmerken blijken ook een verklarende factor te zijn van goederenstromen. Minder kennis bestaat er over dergelijke wetmatigheden bij de export van diensten. Men zou verwachten dat afstand bij dienstenhandel een andere rol speelt dan bij de goederenhandel omdat bij sommige typen dienstenhandel transportkosten geen factor zijn.
De literatuur geeft verder een aantal redenen waarom enerzijds exporterende bedrijven gerelateerd zijn aan meer innovatieve investeringen en anderzijds meer export ook innovatie aanjaagt. Een van de belangrijkste redenen is dat beide activiteiten tot lagere kosten kunnen leiden. Meer innovatie kan leiden tot lagere toetredingskosten naar nieuwe markten door bijvoorbeeld productkwaliteitsaanpassingen, het zoeken naar nieuwe marketingkanalen, bijkomende administratieve- en regelgevingskosten en transportkosten. Verwijzend naar het ‘learning-by-exporting effect’, kan ook het exportgedrag van bedrijven leiden tot meer innovatie.
Hoofdstuk 1 geeft allereerst een algemeen beeld van bedrijven die diensten in- en/of uitvoeren. In het hoofdstuk wordt beschreven hoe de internationale dienstenhandel van het Nederlandse bedrijfsleven verdeeld is over verschillende sectoren en grootteklassen. Daarbij wordt er ook een vergelijking gemaakt met bedrijven die goederen in- en/of uitvoeren. Ook gaat het hoofdstuk in op de vraag in hoeverre bedrijven alleen in diensten, alleen in goederen of in beide handelen. Daarbij wordt bekeken hoe dat verschilt qua aantallen handelaren en handelswaarde tussen sectoren en tussen grootteklassen.
Hoofdstuk 2 beschrijft het exportgedrag van dienstenhandelaren. Daarbij wordt ingegaan op een aantal vragen: hoe vaak komen incidentele exporteurs voor in het geval van dienstenhandel? Wat zijn de kenmerken van deze exporteurs wat betreft grootteklasse, bedrijfstak, goederenhandelsstatus, exportpartners en type handelaar? Hoeveel incidentele dienstenexporteurs groeien in drie jaar tijd door tot structurele exporteurs? En zijn structurele dienstenexporteurs productiever dan incidentele exporteurs?
Hoofdstuk 3 gaat dieper in op de vraag in hoeverre afstand tot het bestemmingsland en de grootte van de partnereconomie samenhangen met de omvang van de dienstenexport. Dit wordt onderzocht met een zwaartekrachtmodel. Een vraag die daarbij aan bod komt, is of afstand een groter effect heeft op de omvang van de dienstenexport dan op de goederenexport? Ook wordt onderzocht of voor diensten met een fysieke component, zoals vervoersdiensten, het effect van afstand sterker negatief is dan voor moderne diensten, zoals computerdiensten en het gebruik van intellectueel eigendom, die veelal digitaal geleverd worden.
Hoofdstuk 4 gaat in op de kenmerken van bedrijven met en zonder R&D en export activiteiten. Exporterende bedrijven zijn enerzijds gerelateerd aan meer innovatieve investeringen en anderzijds jaagt meer export ook innovatie aan. In dit hoofdstuk worden twee groepen bedrijven onderscheiden: bedrijven in de industrie en bedrijven in de dienstverlening. Bij de industrie wordt gekeken naar R&D en de export van goederen en bij de dienstverleners wordt gekeken naar R&D en de export van diensten. Wat kenmerkt bedrijven die al dan niet exporteren en/of aan R&D doen? Hoe zit dit met de financiële indicatoren?
In hoofdstuk 5 wordt onderzocht of er complementariteit bestaat tussen R&D en export, ofwel in hoeverre gaat R&D hand in hand met export. Daarvoor worden drie aspecten onderzocht. Ten eerste wordt bekeken wat de empirische kansen zijn voor bedrijven om in een bepaald jaar export en/of R&D op te pakken, gegeven de stand van zaken in het jaar ervoor. Vervolgens wordt bekeken welke factoren al dan niet bepalend zijn voor het oppakken van R&D of export. Ten slotte wordt het effect van R&D op export en omgekeerd econometrisch onderzocht.
Literatuur
Literatuur
Aerts, N., Notten, T., Prenen, L., Rooyakkers, J. & Wong, K. F. (2020). Nederlandse verdiensten aan internationale handel. In M. Jaarsma & A. Lammertsma (Red.), Nederland Handelsland 2020: export, investeringen en werkgelegenheid. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.