Het zelfstandig mkb droeg 10 procent bij aan de exportwaarde van dienstenhandelaren in 2018

Foto omschrijving: Zakenman fietst over brug met telefoon in de hand

Internationale dienstenhandelaren uitgelicht

Auteurs: Dennis Cremers, Dennis Dahlmans, Alex Lammertsma

Het belang van de dienstenhandel voor de Nederlandse economie is de laatste jaren sterk toegenomen. De actoren achter deze dienstenhandel – de zogenaamde dienstenhandelaren – zijn dermate interessant om ze nader te bestuderen en staan centraal in dit hoofdstuk. In welke sectoren zitten in het Nederlandse bedrijfsleven de meeste importeurs en exporteurs binnen de groep van dienstenhandelaren en hoe is dat in vergelijking met de groep goederenhandelaren? En welke sectoren importeren en exporteren qua waarde het meeste in deze twee groepen? In hoeverre handelen buitenlandse en Nederlandse multinationals, niet-multinationals in het grootbedrijf en het zelfstandig mkb alleen goederen, alleen diensten of beide en hoe verschilt dat tussen goederen- en dienstenhandelaren? Daarnaast is het de vraag in hoeverre er alleen in diensten, alleen in goederen of in beide gehandeld wordt. Ook wordt bekeken hoe dat verschilt qua aantallen handelaren en waarde tussen sectoren en tussen buitenlandse en Nederlandse multinationals, en niet-multinationals in het grootbedrijf en het zelfstandig mkb.

1.1Inleiding

Met 63 cent per euro wordt het meest verdiend aan de export van diensten

De welvaart in Nederland is nauw verbonden met ons internationale verdienvermogen. Zo draagt exporteren voor ongeveer een derde bij aan het bbp (Aerts et al., 2020). Er is daarbij wel een verschil tussen dienstenexport en goederenexport. Met exporteren van diensten verdient Nederland namelijk per euro meer dan met de export van goederen van Nederlandse makelij. Gemiddeld werd in 2018 per euro dienstenexport 63 cent verdiend (Van den Berg et al., 2020; CBS, 2020b). Ter vergelijking: aan de uitvoer van Nederlandse makelij werd ‘maar’ 51 cent per euro verdiend, en aan de wederuitvoer ‘slechts’ 14 cent.

Dienstenhandel is harder gestegen dan goederenhandel

De internationale handel in diensten is de laatste jaren harder gestegen dan de internationale handel in goederen, zie Van den Berg et al. (2020). Deze groei van de dienstenhandel is voor een deel toe te schrijven aan de toename van het aantal dienstenhandelaren. Zo is het aantal handelaren in internationale diensten gedurende de periode 2012–2016 met ruim 50 procent gestegen, veel meer dan de 9 procent toename in de totale bedrijfspopulatie. Met name het aantal importeurs is gestegen (Smit & Wong, 2017).

Een andere factor die aan de groei in dienstenhandel bijdraagt is de toename van het aantal goederenhandelaren dat ook in diensten handelt (CBS, 2019; CBS, 2020a). Zo krijgt in het businessmodel van maakbedrijven de dienstverlening een steeds grotere rol; dit verschijnsel wordt servitisering genoemd (ABN Amro, 2016). Door bijvoorbeeld extra diensten zoals onderhoud en financiering mee te leveren, kunnen goederenhandelaren hun export en winstgevendheid vergroten. Circa 30 procent van de industriële maakbedrijven heeft zo’n servitiseringsstrategie (NIBC, 2018).

Zelfstandig mkb draagt maar 17 procent bij aan dienstenexport

Als 17e economie, 5e goederen-, 8e dienstenexporteur en 4e investeerder ter wereld staat Nederland er internationaal goed voor (Lammertsma & Cremers, 2020). Om die positie te verstevigen ondersteunt Nederland met name het midden- en kleinbedrijf, startups en vrouwelijke ondernemers met handelsbeleid aangezien daar waarschijnlijk het grootste onbenut potentieel ligt om internationaal te ondernemen (Kaag, 2018). Waar het zelfstandig mkb namelijk 99 procent uitmaakt van het Nederlandse bedrijfsleven, handelt maar zo’n 35 procent daarvan met het buitenland (Lammertsma, 2020), en exporteren ze in verhouding minder dan het grootbedrijf. Zo droeg het zelfstandig mkb in 2018 maar 17 procent bij aan de waarde van dienstenexport; voor de goederenexport was dit 25 procent (Van den Berg et al., 2020). Het zelfstandig mkb ondervindt daarbij verschillende belemmeringen bij het toetreden tot buitenlandse markten. Zo kost het moeite om lokale partners te vinden, ontbreekt het aan lokale marktkennis, verschilt de wet- en regelgeving en gaat exporteren veelal gepaard met betaal- en valutarisico’s. Hoe groter de omvang van het bedrijf, hoe groter de kans dat een bedrijf exporteert (Brakman et al., 2018).

Of een bedrijf handelt, hangt daarnaast niet alleen samen met de omvang van het bedrijf maar ook met de zeggenschap (Vos & Jaarsma, 2017). Naarmate een bedrijf groter is of deel uitmaakt van een buitenlandse multinational, neemt niet alleen het aandeel handelaren toe, maar ook de combinatie van handelsstromen. Bedrijven onder buitenlandse zeggenschap hebben juist wel kennis over buitenlandse markten. Smit & Wong (2017) laten zien dat meer dan 80 procent van zowel de import- als de exportwaarde van dienstenhandelaren voor rekening komt van two-way traders, handelaren die zowel importeren als exporteren. Het aandeel two-way traders is daarbij aanzienlijk groter in het grootbedrijf en multinationals dan bij het zelfstandig mkb respectievelijk niet-multinationals (Lammertsma, 2020).

Importstatus beïnvloedt exportstatus

Ook de importstatus kan van invloed zijn op de kans om te exporteren. Door te importeren verkrijgt een bedrijf kennis van buitenlandse markten en verlaagt daardoor de kosten om een buitenlandse markt te betreden (Van den Berg et al., 2018). Verder kan importeren goedkoper zijn dan inputs voor het productieproces in Nederland aan te schaffen. Ook dat draagt bij aan een hogere productiviteit. Exporterende bedrijven zijn niet alleen productiever dan niet exporterende bedrijven, maar ze betalen ook hogere lonen en zijn innovatiever en meer kapitaalintensief (Brakman et al., 2018).

Onderzoeksvragen

In dit hoofdstuk gaan we in op de volgende onderzoeksvragen:

  • In welke sectoren zitten in het Nederlandse bedrijfsleven de meeste importeurs en exporteurs in de groep van dienstenhandelaren? En in hoeverre combineren ze import en export?
  • In welke sectoren zitten in het Nederlandse bedrijfsleven de meeste importeurs en exporteurs in de groep van goederenhandelaren en hoe verhoudt zich dat tot de groep dienstenhandelaren? En in hoeverre combineren ze import en export?
  • Welke sectoren importeren en exporteren qua waarde het meeste in deze twee groepen?
  • In hoeverre handelen buitenlandse en Nederlandse multinationals, niet-multinationals in het grootbedrijf en het zelfstandig mkb alleen goederen, alleen diensten of beide en hoe verschilt dat tussen goederen- en dienstenhandelaren?
  • In hoeverre wordt er alleen in diensten, alleen in goederen of in beide gehandeld? En hoe verschilt dat qua aantallen handelaren en waarde tussen sectoren en tussen buitenlandse en Nederlandse multinationals, en niet-multinationals in het grootbedrijf en het zelfstandig mkb?

Leeswijzer

In dit hoofdstuk beantwoorden we in paragraaf 1.2 eerst de vraag hoe de dienstenhandel zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Paragraaf 1.3 gaat dieper in op de populatie van dienstenhandelaren. De groep dienstenhandelaren wordt op basis van een aantal kenmerken – zoals sector en bedrijfsgrootte (zeggenschap) – vergeleken met de groep goederenhandelaren. Hierbij worden de handelaren onderscheiden in drie types handelsstatus: alleen export, alleen import en beide. Er worden zowel aantallen gegeven als de aandelen van de diverse groepen in de totale handelswaarde. In paragraaf 1.4 splitst de volledige groep handelaren (goederen- en dienstenhandelaren) op in bedrijven die alleen diensten, alleen goederen of beide verhandelen. Het verschil in aantallen handelaren en handelswaarde tussen sectoren en bedrijfsgrootte (zeggenschap) komt ook aan bod. Paragraaf 1.5 besluit met een conclusie.

10% droeg het zelfstandig mkb bij aan de exportwaarde van dienstenhandelaren in 2018
93% van het aantal dienstenhandelaren behoorde in 2018 tot het zelfstandig mkb

1.2Ontwikkeling van de dienstenhandel

Nederland exporteerde ruim 238 miljard euro aan diensten in 2019.noot1 In 2018 was dat nog

210 miljard euro, een toename van ruim 13 procent dus. De dienstenexport neemt al een aantal jaar toe, op 2016 na, zie figuur 1.2.1. Gemiddeld groeide de export in de periode 2015–2019 met 9,2 procent per jaar.

In 2019 werd er met bijna 71 miljard euro het meest aan andere zakelijke diensten geëxporteerd, dat is circa 30 procent van het totaal. Hiertoe behoren onderzoek en ontwikkeling (R&D), professionele en management adviesdiensten en technische, aan handel verbonden en overige zakelijke diensten. Ook werd er veel intellectueel eigendom gebruikt in het buitenland dat door Nederlandse bedrijven geleverd werd; de export hiervan was in 2019 bijna 60 miljard euro, een kwart van de totale export van diensten. Een derde grote dienstensoort zijn de vervoersdiensten, waarvan in 2019 meer dan 39 miljard euro werd geëxporteerd, ruim 16 procent van het totaal. Van deze drie groepen diensten groeide het gebruik van intellectueel eigendom het hardst, met ruim 23,5 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. De andere zakelijke diensten en de vervoersdiensten groeiden met respectievelijk 12 en ruim 7 procent ten opzichte van 2018.

1.2.1 Export en import van diensten (mld euro)
Jaar Export diensten Import diensten
2014 155,3 145,3
2015 178,3 192,4
2016 172,5 165,8
2017 195,4 191,7
2018 210,3 207,4
2019* 238,5 224,7
*voorlopige data

In 2019 werd voor ongeveer 224 miljard euro aan diensten geïmporteerd, zie figuur 1.2.1. Dat is een toename van ruim 8 procent sinds 2018. Gemiddeld groeide de import van diensten in de periode 2015–2019 met 10,2 procent per jaar.

Zakelijke diensten worden het vaakst ingevoerd. De import van deze diensten is sinds 2018 met ruim 8 procent toegenomen. In 2019 viel bijna 33 procent van de totale dienstenimport onder de andere zakelijke diensten. Het gebruik van intellectueel eigendom is hierna de grootste importcategorie, met een aandeel van ruim 27 procent van het totaal in 2019. Het gebruik van intellectueel eigendom is zelfs met ruim 12 procent toegenomen sinds 2018. Andere dienstensoorten met een groot aandeel van de import in 2019 zijn de vervoersdiensten (13 procent), het reisverkeer (9 procent) en telecommunicatie, computer- en informatiediensten (ruim 7 procent). Het aandeel van deze drie dienstensoorten in de totale import van diensten nam ten opzichte van 2018 iets af omdat ze minder hard groeiden dan zowel de andere zakelijke diensten als het gebruik van intellectueel eigendom.

In de rest van dit hoofdstuk wordt gefocust op het Nederlandse bedrijfsleven.noot2 Dat vertegenwoordigt 99 procent van zowel de totale export als import van goederen, en 94 procent van de totale export en import van diensten, zie de tabellensets behorende bij Van den Berg et al. (2020). Dat maakt het mogelijk om voor dezelfde populatie alle analyses te doen.noot3 Bovendien wordt er gekeken naar de periode 2014–2018; voor 2019 zijn er nog geen microcijfers van de internationale handel in diensten beschikbaar, deze lopen een jaar achter bij de totaalcijfers op Statline.

1.3Hoe verschillen diensten- en goederenhandelaren qua import en export per sector en grootteklasse?

63 procent van de dienstenhandelaren importeert zonder te exporteren

Binnen de groep dienstenhandelaren overheerst het aandeel bedrijven dat alleen diensten importeert; dat zijn overwegend kleine bedrijven. In 2018 had 63 procent alleen import, 11 procent alleen export en 9 procent had zowel export als import van diensten. Hoewel het aandeel exporterende bedrijven relatief klein is, hebben ze gemiddeld meer export dan de groep dienstenhandelaren met enkel import en de two-way traders. Voor 2014 zijn deze bevindingen vergelijkbaar.

Bij de dienstenhandel zitten de meeste handelaren in de sector zakelijke dienstverlening en de sector groot- en detailhandel, zie figuur 1.3.1. Tussen 2014 en 2018 traden er wel verschuivingen op. In 2018 vertegenwoordigde de zakelijke dienstverlening 29,4 procent van alle dienstenhandelaren waar dit in 2014 nog 26,9 procent was, een stijging van 2,5 procentpunt. En waar het aandeel dienstenhandelaren in de sector zakelijke dienstverlening steeg, daalde dit in de groot- en detailhandel. Zo was in 2018 het aandeel dienstenhandelaren in de groot- en detailhandel 27,4 procent, waar dit in 2014 nog 30,2 procent was; een daling van 2,8 procentpunt. Plek 3, 4 en 5 in de top 5 van sectoren met het grootste aandeel dienstenhandelaren wordt achtereenvolgens ingenomen door informatie en communicatie, de industrie en de bouwnijverheid. Deze vijf sectoren vertegenwoordigden in 2018 in totaal 83 procent van het aantal dienstenhandelaren in het Nederlandse bedrijfsleven; in 2014 was dat 84 procent.

29,4% van de dienstenhandelaren is actief in de zakelijke dienstverlening Buitenvorm Binnenvorm

Dienstenhandel vindt niet alleen plaats in de traditionele dienstensector maar ook daarbuiten, zoals in de industrie en de bouwnijverheid. Bij de dienstenhandel van de industrie moet bijvoorbeeld gedacht worden aan allerlei onderhoudswerkzaamheden en bij de bouwnijverheid aan waterbouwkundige projecten in het buitenland.

1.3.1 Top 5 SBI's met grootste aandeel dienstenhandelaren in het Nederlandse bedrijfsleven op 1-digit SBI-niveau (%)
Sector Jaar Alleen export Alleen import Import en export
Industrie 2014, Industrie 0,7 6,1 1,2
Industrie 2018, Industrie 0,6 5,5 1,1
Bouw-
nijverheid
2014, Bouw-
nijverheid
0,9 5,2 0,4
Bouw-
nijverheid
2018, Bouw-
nijverheid
0,7 5,4 0,4
Groot- en
detailhandel
2014, Groot- en
detailhandel
1,9 25,4 2,9
Groot- en
detailhandel
2018, Groot- en
detailhandel
1,6 23,2 2,6
Informatie en
communicatie
2014, Informatie en
communicatie
2,2 8,7 1,7
Informatie en
communicatie
2018, Informatie en
communicatie
2 8,7 2
Zakelijke
dienstverlening
2014, Zakelijke
dienstverlening
6,3 18,2 2,4
Zakelijke
dienstverlening
2018, Zakelijke
dienstverlening
5,9 20,7 2,8

52 procent van de goederenhandelaren is alleen importeur

Bij de goederenhandelaren bestaat de top 5 sectoren qua aantal handelaren in 2018 uit achtereenvolgens de groot- en detailhandel, zakelijke dienstverlening, industrie, de bouwnijverheid en informatie en communicatie, zie figuur 1.3.2. Dit zijn dezelfde sectoren die in de top 5 voor het aantal dienstenhandelaren staan, zie figuur 1.3.1. Net zoals bij de dienstenhandelaren overheerst in de top 5 het aandeel goederenhandelaren dat alleen importeert; dat aandeel is groter dan het aandeel van dienstenhandelaren die alleen importeren of zowel importeren als exporteren. Zo was in 2018 meer dan de helft van de goederenhandelaren alleen een importeur, was 26 procent zowel importeur als exporteur en 9 procent alleen een exporteur. Ten opzichte van 2014 zijn er behoorlijke verschuivingen: het aandeel dat alleen importeert is in 2018 zo’n 3,5 procentpunt groter waar het aandeel two-way traders, en het aandeel dat alleen exporteert beide 1,5 procentpunt kleiner zijn. Ten opzichte van de dienstenhandelaren is bij de goederenhandelaren het aandeel dat alleen importeert wel kleiner.

Binnen de groep van goederenhandelaren zijn de meeste handelaren actief in de groot- en detailhandel, zie figuur 1.3.2. In 2018 vertegenwoordigde de groot- en detailhandel in totaal 43 procent van alle goederenhandelaren, waar dit in 2014 met 44 procent, iets meer was. Plek 2 tot en met 5 in de top 5 van de sectoren met het grootste aandeel goederenhandelaren wordt achtereenvolgens ingenomen door zakelijke dienstverlening, industrie, bouwnijverheid en informatie en communicatie. Samen vertegenwoordigden deze vijf sectoren in 2018 in totaal 87 procent van alle goederenhandelaren in het Nederlandse bedrijfsleven; in 2014 was dat percentage vergelijkbaar.

Goederenhandel vindt echter niet alleen plaats in de traditionele goederensectoren zoals de industrie en de bouwnijverheid maar ook daarbuiten zoals in de sectoren zakelijke dienstverlening, en informatie en communicatie. Bij de zakelijke dienstverlening gaat het om bijvoorbeeld de export van propellers en rotors voor niet-gemotoriseerde vliegtuigen en helikopters, antiserums en andere bloedfragmenten, en geneesmiddelen, en bij informatie en communicatie om allerlei ICT-apparatuur.

1.3.2 Top 5 SBI's met grootste aandeel goederenhandelaren in het Nederlandse bedrijfsleven op 1-digit SBI-niveau (%)
Sector Jaar Alleen export Alleen import Import en export
Industrie 2014, Industrie 1,0 4,3 5,3
Industrie 2018, Industrie 0,9 4,9 5,2
Bouw-
nijverheid
2014, Bouw-
nijverheid
0,8 5,6 1,2
Bouw-
nijverheid
2018, Bouw-
nijverheid
0,6 7,4 1,1
Groot- en
detailhandel
2014, Groot- en
detailhandel
3,2 25,2 15,1
Groot- en
detailhandel
2018, Groot- en
detailhandel
3,1 24,9 15,1
Informatie en
communicatie
2014, Informatie en
communicatie
1,7 4,3 1,9
Informatie en
communicatie
2018, Informatie en
communicatie
1,2 4,5 1,4
Zakelijke
dienstverlening
2014, Zakelijke
dienstverlening
4,3 9,4 3,8
Zakelijke
dienstverlening
2018, Zakelijke
dienstverlening
2,7 10,6 3,0

Bijna de helft exportwaarde door dienstenhandelaren in zakelijke dienstverlening, en vervoer en opslag

Binnen de groep van dienstenhandelaren komt circa de helft van de exportwaarde voor rekening van de zakelijke dienstverlening (25 procent) en vervoer- en opslag (21 procent), zie figuur 1.3.3. Bij de import is de industrie het grootste (22 procent) gevolgd door de zakelijke dienstverlening (21 procent). Wat opvalt is dat vervoer en opslag een veel groter aandeel in de export heeft dan in de import en dat dit bij industrie en de groot- en detailhandel andersom is.

De top 5 sectoren binnen de groep dienstenhandelaren is bepaald door te kijken naar het grootste aandeel in de export- plus importwaarde in 2018. Bij de dienstenhandel bestaat die top 5 uit de sectoren zakelijke dienstverlening, informatie en communicatie, vervoer en opslag, industrie, en groot- en detailhandel. Deze top 5 weerspiegelde in 2018 83 procent van de exportwaarde van het Nederlandse bedrijfsleven en 88 procent van de waarde van de import. Ten opzichte van 2014 is het aandeel van deze vijf sectoren gedaald voor zowel de export als de import. Zo was het aandeel in de export in 2014 nog 86 procent en dat in de import 89 procent. Wat opvalt is dat waar het aantal dienstenhandelaren voor de sector vervoer en opslag niet in de top 5 staat, geldt dit wel voor de handelswaarde. De verklaring hiervoor is dat de handelswaarde per bedrijf in de sector vervoer en opslag relatief hoog is.

Tussen 2014 en 2018 treden er verschuivingen op in de verdeling van de export en de import over de verschillende sectoren. Zo nam het aandeel van de export door informatie en communicatie binnen de groep dienstenhandelaren met bijna 7 procentpunt toe, nam het aandeel van de export door vervoer en opslag met ruim 6 procentpunt af en daalde het aandeel van de groot- en detailhandel met bijna 4 procentpunt. Wat de import betreft nam het aandeel van de groot- en detailhandel met ruim 5 procentpunt af, terwijl het aandeel van informatie en communicatie met ruim 4 procentpunt toenam.

1.3.3 Top 5 SBI's met grootste aandeel import- en exportwaarde van dienstenhandelaren in het Nederlandse bedrijfsleven (%)
Sector Jaar Aandeel import Aandeel export
Industrie 2014, Industrie 21,7 11,0
Industrie 2018, Industrie 21,9 9,4
Groot- en
detailhandel
2014, Groot- en
detailhandel
23,8 13,1
Groot- en
detailhandel
2018, Groot- en
detailhandel
18,7 9,2
Vervoer en
opslag
2014, Vervoer en
opslag
13,6 27,1
Vervoer en
opslag
2018, Vervoer en
opslag
10,7 20,9
Informatie en
communicatie
2014, Informatie en
communicatie
11,2 11,5
Informatie en
communicatie
2018, Informatie en
communicatie
15,3 18,2
Zakelijke
dienstverlening
2014, Zakelijke
dienstverlening
18,9 23,2
Zakelijke
dienstverlening
2018, Zakelijke
dienstverlening
21,1 25,2

Holdings, concerndiensten en managementadvisering grootste exporteur van diensten

Om nog een beter beeld te krijgen welke sectoren binnen de groep van dienstenhandelaren veel bijdragen aan de export- en importwaarde staat in tabel 1.3.4 de top 20 daarvan vermeld op het 2‑digit SBI-niveau; dat is een niveau dieper dan waarop eerder in dit hoofdstuk geanalyseerd werd. Deze tabel laat zien dat bedrijven in de sectoren holdings, concerndiensten en managementadvisering met ruim 16 procent de grootste bijdrage leveren aan de export van diensten; de dienstverlening op het gebied van informatietechnologie was tweede met 8,6 procent. Ten opzichte van 2014 zijn dit ook de twee sectoren met de grootste toename in het exportaandeel. Wat betreft de import was in 2018 de groothandel en handelsbemiddeling met een aandeel van 17 procent de sector die relatief het meeste importeerde. Wat opvalt is dat dit aandeel sinds 2014 met 5 procentpunt gedaald is.

1.3.4Top 20 sectoren aandelen import- en exportwaarde van dienstenhandelaren op 2-digit SBI-niveau

2014 2018
Aandeel import Aandeel export Aandeel import Aandeel export
%
Dienstverlening voor de winning van delfstoffen 1,3 3,3 0,6 1,4
Voedingsmiddelenindustrie 1,7 1,1 1,7 0,8
Chemische industrie 2,7 2,6 3,9 2,7
Reparatie en installatie van machines 0,9 0,7 1,0 0,9
Grond-, water- en wegenbouw 1,1 1,2 0,9 1,3
Groothandel en handelsbemiddeling 22,3 11,5 17,1 7,4
Detailhandel 1,0 1,1 1,2 1,4
Vervoer over land 3,2 4,7 3,0 4,2
Vervoer over water 1,6 5,7 1,0 2,9
Luchtvaart 1,3 6,1 1,0 4,6
Opslag en dienstverlening voor vervoer 6,4 10,0 4,9 8,3
Post en koeriers 1,0 0,6 0,9 0,9
Productie en distributie van films, audio en televisieprogramma's 0,8 x 5,4 5,4
Dienstverlening op het gebied van informatietechnologie 6,2 6,5 6,8 8,6
Dienstverlening op het gebied van informatie 1,0 0,6 1,2 1,9
Rechtskundige dienstverlening en accountancy 1,3 1,6 0,9 1,4
Holdings, concerndiensten en managementadvisering 13,9 15,4 14,3 16,3
Architecten en ingenieurs; keuring en controle 1,3 3,0 4,0 4,9
Reclame en marktonderzoek 1,0 1,2 1,0 1,1
Verhuur en lease van roerende goederen 2,3 2,5 2,9 3,7

84 procent exportwaarde door goederenhandelaren in industrie, en groot- en detailhandel

Bij de export van de goederenhandelaren namen in 2018 de industrie en de groot- en detailhandel met respectievelijk 42,4 en 42 procent het leeuwendeel voor hun rekening, zie figuur 1.3.5. Bij de import domineerden in dat jaar dezelfde twee sectoren met 52 procent voor de groot- en detailhandel en 31 procent voor de industrie. De industrie heeft wel een veel groter aandeel in de export dan in de import; bij de groot- en detailhandel is dit andersom. Naast de industrie en de groot- en detailhandel staan ook vervoer en opslag, energie en zakelijke dienstverlening in de top 5 qua handelswaarde van goederenhandelaren. Deze top 5 weerspiegelde in 2018 97 procent van zowel de export- als de importwaarde van het Nederlandse bedrijfsleven. In vergelijking met de dienstenhandelaren staan vier van de vijf sectoren in de top 5 van goederenhandelaren qua handelswaarde ook in de top 5 van de dienstenhandelaren, namelijk de groot- en detailhandel, de industrie, vervoer en opslag en de zakelijke dienstverlening.

Ook voor de goederenhandelaren traden er tussen 2014 en 2018 verschuivingen op in de verdeling van de export en de import over de verschillende sectoren, maar die verschuivingen zijn kleiner dan voor de dienstenhandelaren. Zo nam het aandeel van de waarde van de export door de industrie binnen de groep goederenhandelaren met 2,2 procentpunt toe en nam het aandeel van vervoer en opslag met 2,0 procentpunt af. Wat de importwaarde betreft nam het aandeel van de groot- en detailhandel met 4,0 procentpunt toe, terwijl het aandeel van de industrie met 2,2 procentpunt afnam en dat van vervoer en opslag met 1,8 procentpunt.

1.3.5 Top 5 SBI's met grootste aandeel import- en exportwaarde van goederenhandelaren in het Nederlandse bedrijfsleven (%)
Sector Jaar Aandeel import Aandeel export
Industrie 2014, Industrie 33,2 40,2
Industrie 2018, Industrie 31,0 42,4
Energie 2014, Energie 2,8 4,6
Energie 2018, Energie 4,4 3,3
Groot- en
detailhandel
2014, Groot- en
detailhandel
48,0 41,2
Groot- en
detailhandel
2018, Groot- en
detailhandel
52,0 42,0
Vervoer en
opslag
2014, Vervoer en
opslag
7,9 6,4
Vervoer en
opslag
2018, Vervoer en
opslag
6,1 4,4
Zakelijke
dienstverlening
2014, Zakelijke
dienstverlening
3,9 4,9
Zakelijke
dienstverlening
2018, Zakelijke
dienstverlening
3,0 4,9

74 procent van de dienstenhandelaren in het zelfstandig mkb importeert alleen

Naast de sector waarin dienstenhandelaren actief zijn, kunnen ze ook getypeerd worden aan de hand van waar de zeggenschap ligt. In figuur 1.3.6 worden daarbij vier verschillende typen dienstenhandelaren onderscheiden: buitenlandse multinationals, Nederlandse multinationals, niet-multinationals in het grootbedrijf en niet-multinationals in het zelfstandig mkb. Met meer dan 93 procent vormde het zelfstandig mkb in 2018 het overgrote deel van de dienstenhandelaren. Daarvan is 74 procent alleen een dienstenimporteur; dit zijn veelal kleine bedrijven. Dit is niet verwonderlijk omdat bedrijven tegenwoordig heel gemakkelijk in het buitenland terecht kunnen voor bepaalde diensten. Denk hierbij aan adverteren op internet, licenties, het hosten van een website of het abonneren op een online boekhouddienst (Walhout, 2017; Smit & Wong, 2017). Meer dan de helft van de importeurs importeert daarom diensten uit Ierland omdat daar veel internet- en tech-bedrijven gevestigd zijn (Smit & Wong, 2017). Het aantal buitenlandse en Nederlandse multinationals maakte in 2018 respectievelijk 3,6 en 2,6 procent uit van de dienstenhandelaren. Tussen 2014 en 2018 verschoof de verdeling tussen deze vier typen handelaren bijna niet.

1.3.6 Verdeling aantal dienstenhandelaren over type handelaren in het Nederlandse bedrijfsleven (%)
klasse Jaar Alleen export Alleen import Import en export
Buitenlandse
multinationals
2014, Buitenlandse
multinationals
0,4 2 1,7
Buitenlandse
multinationals
2018, Buitenlandse
multinationals
0,3 1,7 1,6
Nederlandse
multinationals
2014, Nederlandse
multinationals
0,3 1,6 1,2
Nederlandse
multinationals
2018, Nederlandse
multinationals
0,2 1,3 1,1
Niet-multinationals,
grootbedrijf
2014, Niet-multinationals,
grootbedrijf
0,0 0,2 0,1
Niet-multinationals,
grootbedrijf
2018, Niet-multinationals,
grootbedrijf
0,0 0,2 0,1
Niet-multinationals,
zmkb
2014, Niet-multinationals,
zmkb
13,3 71,6 7,6
Niet-multinationals,
zmkb
2018, Niet-multinationals,
zmkb
11,9 73,6 7,9

60 procent van de goederenhandelaren in het zelfstandig mkb importeert alleen

Ook de goederenhandelaren kunnen getypeerd worden aan de hand van waar de zeggenschap ligt. Daarbij worden dezelfde vier typen goederenhandelaren onderscheiden als bij de dienstenhandelaren: buitenlandse multinationals, Nederlandse multinationals, niet-multinationals in het grootbedrijf en niet-multinationals in het zelfstandig mkb. Met meer dan 92 procent vormde in 2018 het zelfstandig mkb het overgrote deel van het aantal goederenhandelaren, zie figuur 1.3.7. Daarvan is 60 procent alleen een goederenimporteur, importeert en exporteert 23 procent, en is 9 procent alleen een exporteur. Het aandeel dat alleen goederen importeert is kleiner dan bij de dienstenhandelaren, maar het aandeel two-way traders is echter aanzienlijk groter. Het aantal buitenlandse en Nederlandse multinationals maakte in 2018 respectievelijk 4,2 en 3,3 procent uit van de goederenhandelaren. Tussen 2014 en 2018 waren er maar kleine veranderingen in de verdeling tussen deze vier typen handelaren.

1.3.7 Verdeling aantal goederenhandelaren over type handelaren in het Nederlandse bedrijfsleven (%)
klasse Jaar Alleen export Alleen import Import en export
Buitenlandse
multinationals
2014, Buitenlandse
multinationals
0,2 1,1 2,7
Buitenlandse
multinationals
2018, Buitenlandse
multinationals
0,2 1,3 2,7
Nederlandse
multinationals
2014, Nederlandse
multinationals
0,2 0,6 2,3
Nederlandse
multinationals
2018, Nederlandse
multinationals
0,2 0,8 2,3
Niet-multinationals,
grootbedrijf
2014, Niet-multinationals,
grootbedrijf
0,0 0,2 0,2
Niet-multinationals,
grootbedrijf
2018, Niet-multinationals,
grootbedrijf
0,0 0,2 0,2
Niet-multinationals,
zmkb
2014, Niet-multinationals,
zmkb
12,1 55,8 24,7
Niet-multinationals,
zmkb
2018, Niet-multinationals,
zmkb
9,3 60,1 22,8

Buitenlandse multinationals goed voor 73 procent van exportwaarde dienstenhandel in 2018

Waar de buitenlandse multinationals in 2018 maar 3,6 procent van het aantal dienstenhandelaren uitmaakten, exporteerden ze 66 procent van de totale exportwaarde van de dienstenhandelaren in het Nederlandse bedrijfsleven en importeerden ze 73 procent van de totale importwaarde, zie figuur 1.3.8. Ten opzichte van 2014 is hun aandeel in de export met 9 procentpunt gestegen en dat in de import met 5,6 procentpunt. Nederlandse multinationals leverden in 2018 in totaal 24 procent van de export van het Nederlandse bedrijfsleven waar dit in 2014 32 procent was, een daling van 8 procentpunt. Ook bij de import liep het aandeel van de Nederlandse multinationals terug. Waar ze in 2014 nog een aandeel van 24 procent hadden in de importwaarde, was dit in 2018 teruggelopen tot 19 procent, een daling van 5 procentpunt. Bij het zelfstandig mkb is de verhouding tussen de aantallen en handelswaarde omgekeerd. Waar het zelfstandig mkb in 2018 in totaal 93 procent uitmaakte van het aantal dienstenhandelaren, vertegenwoordigde het ‘slechts’ 10 procent van de exportwaarde en 8 procent van de importwaarde. In 2014 waren deze aandelen vergelijkbaar.

1.3.8 Verdeling import- en exportwaarde over type dienstenhandelaren in het Nederlandse bedrijfsleven (%)
Klasse Jaar Aandeel import Aandeel export
Buitenlandse
multinationals
2014, Buitenlandse
multinationals
67,2 56,5
Buitenlandse
multinationals
2018, Buitenlandse
multinationals
72,8 65,5
Nederlandse
multinationals
2014, Nederlandse
multinationals
23,6 31,9
Nederlandse
multinationals
2018, Nederlandse
multinationals
18,7 24
Niet-multinationals,
grootbedrijf
2014, Niet-multinationals,
grootbedrijf
1,2 1,4
Niet-multinationals,
grootbedrijf
2018, Niet-multinationals,
grootbedrijf
0,6 0,6
Niet-multinationals,
zmkb
2014, Niet-multinationals,
zmkb
8,0 10,1
Niet-multinationals,
zmkb
2018, Niet-multinationals,
zmkb
7,9 9,9

Buitenlandse multinationals goed voor 52 procent van export goederenhandel in 2018

Net zoals bij de dienstenhandelaren maken ook bij de goederenhandelaren de buitenlandse en Nederlandse multinationals slechts een klein deel uit van het aantal bedrijven maar vertegenwoordigen ze een omvangrijk deel van de export- en importwaarde. Hoewel de groep buitenlandse multinationals in 2018 maar 4,2 procent uitmaakte van het aantal goederenhandelaren, vertegenwoordigden ze in dat jaar wel 52 procent van de exportwaarde en 54 procent van de importwaarde, zie figuur 1.3.9. Ten opzichte van 2014 is hun aandeel in de export met 0,8 procentpunt toegenomen maar is hun importaandeel met 2 procentpunt teruggelopen. In 2018 was het aantal Nederlandse multinationals 3,3 procent van het aantal goederenhandelaren, maar bedroeg hun aandeel in de exportwaarde 31,7 procent en in de importwaarde 28,9 procent. Ten opzichte van 2014 is hun aandeel in de exportwaarde met 0,5 procentpunt afgenomen en hun aandeel in de importwaarde met 1,1 procent toegenomen. Bij het zelfstandig mkb is de verhouding tussen de aantallen en handelswaarde omgekeerd. Waar het zelfstandig mkb in 2018 in totaal 92 procent uitmaakte van het aantal goederenhandelaren, vertegenwoordigde het 15 procent van de exportwaarde en 16 procent van de importwaarde. In 2014 waren deze aandelen voor de export vergelijkbaar; voor de import was het aandeel van het zelfstandig mkb 1 procentpunt lager.

Buitenlandse multinationals hadden in 2018 bij de goederenhandelaren met 52 procent een veel kleiner aandeel in de export dan bij de dienstenhandelaren, waar dit 66 procent was. Het omgekeerde beeld is te zien bij de Nederlandse multinationals en het zelfstandig mkb. Waar de Nederlandse multinationals bij goederenhandelaren in 2018 een aandeel hadden van 32 procent in de exportwaarde, was dit bij de diensten 24 procent. Het zelfstandig mkb had op haar beurt in 2018 voor de goederenhandelaren een aandeel in de exportwaarde van 15 procent terwijl dat voor de dienstenhandelaren 10 procent was. Ook bij de import zijn dergelijke verschillen zichtbaar.

1.3.9 Verdeling import- exportwaarde over type goederenhandelaren in het Nederlandse bedrijfsleven (%)
Klasse Jaar Aandeel import Aandeel export
Buitenlandse
multinationals
2014, Buitenlandse
multinationals
56,0 51,5
Buitenlandse
multinationals
2018, Buitenlandse
multinationals
54,0 52,3
Nederlandse
multinationals
2014, Nederlandse
multinationals
27,8 32,2
Nederlandse
multinationals
2018, Nederlandse
multinationals
28,9 31,7
Niet-multinationals,
grootbedrijf
2014, Niet-multinationals,
grootbedrijf
1,0 1,0
Niet-multinationals,
grootbedrijf
2018, Niet-multinationals,
grootbedrijf
0,8 1,0
Niet-multinationals,
zmkb
2014, Niet-multinationals,
zmkb
15,2 15,3
Niet-multinationals,
zmkb
2018, Niet-multinationals,
zmkb
16,3 15,0

1.4Verhandelen dienstenhandelaren ook goederen? En omgekeerd, verhandelen goederenhandelaren ook diensten?

Waar in paragraaf 1.3 de diensten- en goederenhandelaren apart werden geanalyseerd, worden ze in deze paragraaf samengenomen en wordt bekeken in hoeverre ze alleen in diensten, alleen in goederen of in beide handelen. Figuur 1.4.1 geeft allereerst een beeld van welk aandeel van de handelaren alleen in diensten handelt, welk aandeel alleen in goederen en welk aandeel in beide. Het blijkt dat in 2018 zo’n 39 procent alleen in diensten handelde, 28 procent alleen in goederen en 33 procent in beide. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt naar import of export.

1.4.1 Verdeling aantal handelaren in het Nederlandse bedrijfsleven, 2018 (%)
Type handel Aandeel
Alleen diensten 39,3
Alleen goederen 28,0
Goederen en diensten 32,8

Meer dan 90 procent van de handelswaarde op conto van bedrijven met zowel goederen- als dienstenhandel

Als we kijken naar de export- en de importwaarde van deze drie groepen, dan blijkt dat in 2018 voor zowel de export- als de importwaarde meer dan 90 procent gerealiseerd werd door bedrijven die zowel in goederen als diensten handelen, zie figuur 1.4.2. Qua handelswaarde zijn er weinig bedrijven die alleen in goederen of alleen in diensten handelen. Bedrijven die alleen in goederen handelen leverden 6 procent van de export; bedrijven die alleen in diensten handelen leverden 2 procent van de export. De verdeling voor de import is vergelijkbaar met die van de export.

1.4.2 Verdeling import- en exportwaarde in het Nederlandse bedrijfsleven, 2018 (%)
goederenofdienst Aandeel import Aandeel export
Alleen diensten 2,1 2,1
Alleen goederen 7,1 6,2
Goederen en diensten 90,9 91,7

Zakelijke dienstverlening heeft grootste aantal handelaren in alleen diensten

De bedrijven in figuur 1.4.1 kunnen verder uitgesplitst worden naar sector. Figuur 1.4.3 geeft dit weer voor de top 10 sectoren met de meeste handelaren. De groot- en detailhandel heeft met 32 procent het grootste aantal handelaren, op de voet gevolgd door zakelijke dienstverlening met 26 procent. De sectoren zakelijke dienstverlening en informatie en communicatie hebben relatief veel bedrijven die alleen diensten handelen; het betreft over het algemeen vooral kleine bedrijven. Van de bedrijven die alleen in goederen handelen heeft de groot- en detailhandel met 12 procent het grootste aandeel. De groot- en detailhandel is met 14 procent ook de grootste sector van de bedrijven die zowel in goederen als diensten handelen.

1.4.3 Top 10 van het aantal handelaren in het Nederlandse bedrijfsleven op 1-digit SBI-niveau, 2018 (%)
Sector Alleen diensten Alleen goederen Goederen en diensten
Industrie 1,3 2,7 3,9
Bouwnijverheid 2,7 3,6 1,9
Groot- en
detailhandel
5,4 11,9 14,4
Vervoer en
opslag
1,9 0,6 1,3
Horeca 2,1 1,4 0,9
Informatie en
communicatie
6,2 1,4 2,9
Onroerend goed 0,9 0,3 0,3
Zakelijke
dienstverlening
15,8 4,5 5,4
Verhuur roerende
goederen
2,7 1,1 1,3
Reparatie 0,2 0,4 0,3

Industrie en groot- en detailhandel veruit de grootste export- en importwaarde

Ook de export- en importwaarde in figuur 1.4.2 kan onderverdeeld worden naar sector. Figuur 1.4.4 geeft dit weer voor de top 10 sectoren. Deze top 10 is bepaald aan de hand van de som van het export- en het importaandeel van de sectoren. Het blijkt dat de meeste export- en importwaarde wordt gerealiseerd door bedrijven die zowel in goederen als diensten handelen. Wat betreft de exportwaarde had in 2018 de industrie met 33 procent het grootste aandeel in de exportwaarde, op de voet gevolgd door de groot- en detailhandel met 32 procent. Bij de importwaarde is de groot- en detailhandel de grootste sector met 42 procent, op enige afstand gevolgd door de industrie met 28 procent.

65% van de exportwaarde door industrie en groot- en detailhandel Buitenvorm Binnenvorm

Waar de sectoren horeca, onroerend goed, en reparatie wel in de top 10 van de meeste handelaren voorkomen (figuur 1.4.3), staan ze niet in de top 10 van de sectoren met de meeste handelswaarde (figuur 1.4.4). Het zijn sectoren met wel veel handelaren, maar met gemiddeld lage import- en exportwaardes. Aan de andere kant staan de winning van delfstoffen, energie, en water en afvalbeheer wel in de top 10 van sectoren met de meeste handelswaarde (figuur 1.4.4), maar niet in de top 10 van de meeste handelaren (figuur 1.4.3). Het zijn sectoren met relatief weinig handelaren, maar met gemiddeld hoge export- en importwaarden per bedrijf.

1.4.4 Top 10 sectoren van import- en exportwaarde in het Nederlandse bedrijfsleven op 1-digit SBI-niveau, 2018 (%)
Sector Import of export Alleen diensten Alleen goederen Goederen en diensten
Winning van
delfstoffen
Import, Winning van
delfstoffen
0,0 0,0 0,3
Winning van
delfstoffen
Export, Winning van
delfstoffen
0,0 0,0 0,7
Industrie Import, Industrie 0,0 1,6 26,6
Industrie Export, Industrie 0,0 2,3 30,3
Energie Import, Energie 0,0 0,0 3,2
Energie Export, Energie 0,0 0,0 2,4
Water en
afvalbeheer
Import, Water en
afvalbeheer
0,0 0,0 0,3
Water en
afvalbeheer
Export, Water en
afvalbeheer
0,0 0,0 0,4
Bouw-
nijverheid
Import, Bouw-
nijverheid
0,0 0,1 0,8
Bouw-
nijverheid
Export, Bouw-
nijverheid
0,0 0,0 0,8
Groot- en
detailhandel
Import, Groot- en
detailhandel
0,2 4,6 37,1
Groot- en
detailhandel
Export, Groot- en
detailhandel
0,1 3,5 28,8
Vervoer en
opslag
Import, Vervoer en
opslag
0,3 0,4 6,9
Vervoer en
opslag
Export, Vervoer en
opslag
0,4 0,1 8,7
Informatie en
communicatie
Import, Informatie en
communicatie
0,3 0,1 5,2
Informatie en
communicatie
Export, Informatie en
communicatie
0,3 0,0 5,9
Zakelijke
dienstverlening
Import, Zakelijke
dienstverlening
0,2 0,2 8,1
Zakelijke
dienstverlening
Export, Zakelijke
dienstverlening
0,3 0,2 10,4
Verhuur
roerende goederen
Import, Verhuur
roerende goederen
0,9 0,1 2,2
Verhuur
roerende goederen
Export, Verhuur
roerende goederen
1,0 0,0 3,1

3 op de 10 zelfstandig mkb-ers handelt zowel in goederen als in diensten

De aantallen internationaal handelende bedrijven in figuur 1.4.1 kunnen ook uitgesplitst worden naar buitenlandse en Nederlandse multinationals, en niet-multinationals in het grootbedrijf en het zelfstandig mkb, zie figuur 1.4.5. Dan blijkt dat het zelfstandig mkb met 95 procent het leeuwendeel vormt van het aantal handelaren in het Nederlandse bedrijfsleven. Daarvan handelt 39 procent alleen in diensten, 29 procent in goederen en diensten en 27 procent alleen in goederen. Het aandeel van zowel goederen als diensten is daarmee relatief groot.

Ten opzichte van de populatie van alleen dienstenhandelaren en alleen goederenhandelaren – zie paragraaf 1.3 – is het aandeel zelfstandig mkb-bedrijven in de gecombineerde populatie iets hoger. Veel van de buitenlandse en Nederlandse multinationals hebben namelijk zowel goederen- als dienstenhandel terwijl het zelfstandig mkb voor meer dan 60 procent alleen in goederen of diensten handelt. De buitenlandse en Nederlandse multinationals maken respectievelijk 3 en 2 procent van de internationaal handelende bedrijven uit.

1.4.5 Verdeling aantal handelaren over type handelaren in het Nederlandse bedrijfsleven, 2018 (%)
Klasse Alleen diensten Alleen goederen Goederen en diensten
Buitenlandse
multinationals
0,4 0,4 2,2
Nederlandse
multinationals
0,3 0,3 1,6
Niet-multinationals,
grootbedrijf
0 0 0,2
Niet-multinationals,
zmkb
38,5 27,2 28,8

Handelswaarde is voor meer dan 90 procent een combinatie van goederen en diensten

Het beeld ten aanzien van de buitenlandse en Nederlandse multinationals, en niet-multinationals in het grootbedrijf en het zelfstandig mkb, is compleet anders als naar hun export- en de importwaarde wordt gekeken, zie figuur 1.4.6. Waar het zelfstandig mkb 95 procent van het aantal handelaren uitmaakte in 2018, is het aandeel van het zelfstandig mkb in de export- en de importwaarde beide maar 12 procent. Meer dan de helft van de export- en de importwaarde werd gerealiseerd door buitenlandse multinationals. De Nederlandse multinationals leverden een kwart van de export en importeerden ruim 23 procent van de totale import. Verder blijkt dat bij alle typen handelaren de meeste import en export wordt gerealiseerd door bedrijven die zowel in goederen als in diensten handelen. Voor zowel de export als de import wordt in totaal meer dan 90 procent van de waarde gerealiseerd door bedrijven die zowel in goederen als in diensten handelen.

1.4.6 Verdeling import- en exportwaarde over type handelaren in het Nederlandse bedrijfsleven, 2018 (%)
Klasse Import of export Alleen diensten Alleen goederen Goederen en diensten
Buitenlandse
multinationals
Import, Buitenlandse
multinationals
0,8 3,8 55,1
Buitenlandse
multinationals
Export, Buitenlandse
multinationals
0,6 2,9 52,7
Nederlandse
multinationals
Import, Nederlandse
multinationals
0,3 2,0 23,4
Nederlandse
multinationals
Export, Nederlandse
multinationals
0,4 2,5 26,6
Niet multinationals,
grootbedrijf
Import, Niet multinationals,
grootbedrijf
0,0 0,0 0,7
Niet multinationals,
grootbedrijf
Export, Niet multinationals,
grootbedrijf
0,0 0,0 0,9
Niet multinationals,
zmkb
Import, Niet multinationals,
zmkb
1,0 1,2 11,6
Niet multinationals,
zmkb
Export, Niet multinationals,
zmkb
1,2 0,9 11,5

1.5Samenvatting en conclusie

Binnen de groep van internationale dienstenhandelaren zijn de meeste handelaren in het Nederlandse bedrijfsleven actief in de sector zakelijke dienstverlening en groot- en detailhandel. De top 5 sectoren in de groep van dienstenhandelaren vertegenwoordigde in 2018 in totaal 83 procent van het aantal dienstenhandelaren in het Nederlandse bedrijfsleven; in 2014 was dat 84 procent. In deze sectoren overheerst daarbij het aandeel dienstenhandelaren dat alleen importeert; dat zijn wel overwegend kleine bedrijven. Qua handelswaarde zaten in 2018 in deze groep de sectoren zakelijke dienstverlening, informatie en communicatie, vervoer en opslag, industrie en de groot- en detailhandel in de top 5. Deze vijf sectoren vormden in 2018 83 procent van de exportwaarde van het Nederlandse bedrijfsleven en 88 procent van de waarde van de import. Bijna de helft van de exportwaarde kwam voor rekening van zakelijke dienstverlening en vervoer- en opslag. Holdings, concerndiensten en managementadvisering leverden in 2018 met ruim 16 procent de grootste bijdrage aan de exportwaarde van dienstenhandelaren; de dienstverlening op het gebied van informatietechnologie was tweede met 8,6 procent. Wat betreft de import was in 2018 de groothandel en handelsbemiddeling met een aandeel van 17 procent de sector die relatief het meeste importeerde.

Met meer dan 93 procent vormde het zelfstandig mkb in 2018 het overgrote deel van het aantal dienstenhandelaren. Daarvan is 74 procent alleen een dienstenimporteur. Het aantal buitenlandse en Nederlandse multinationals maakte in 2018 respectievelijk 3,6 en 2,6 procent uit van de dienstenhandelaren. Buitenlandse multinationals exporteerden in 2018 twee derde van de totale exportwaarde van de dienstenhandelaren in het Nederlandse bedrijfsleven en importeerden 73 procent van de totale importwaarde. Nederlandse multinationals leverden in 2018 in totaal 24 procent van de export van het Nederlandse bedrijfsleven en importeerden 19 procent van het totaal. Het zelfstandig mkb vertegenwoordigde in 2018 daarentegen maar 10 procent van de exportwaarde en 8 procent van de importwaarde binnen de groep diensthandelaren.

In de groep van goederenhandelaren zijn de meeste handelaren actief in de groot- en detailhandel. Samen vertegenwoordigden de top 5 sectoren in 2018 87 procent van het aantal goederenhandelaren in het Nederlandse bedrijfsleven. Net zoals bij de dienstenhandelaren overheerst daarbij het aandeel goederenhandelaren dat alleen importeert. 84 procent van de exportwaarde van goederenhandelaren komt voor rekening van de industrie en de groot- en detailhandel. De top 5 sectoren qua handelswaarde binnen de groep goederenhandelaren bestond in 2018 uit de sectoren industrie, groot- en detailhandel, vervoer en opslag, energie, en zakelijke dienstverlening. Deze vijf sectoren weerspiegelden in 2018 97 procent van zowel de export- als de importwaarde van het Nederlandse bedrijfsleven.

Met meer dan 92 procent vormde in 2018 het zelfstandig mkb het overgrote deel van het aantal goederenhandelaren. Daarvan is 60 procent alleen een dienstenimporteur, importeert en exporteert 23 procent, en is 9 procent alleen een exporteur. Het aantal buitenlandse en Nederlandse multinationals maakte in 2018 respectievelijk 4,2 en 3,3 procent uit van de goederenhandelaren. Buitenlandse multinationals vertegenwoordigden in 2018 meer dan de helft van de export- en de importwaarde in de groep goederenhandelaren. Het zelfstandig mkb vertegenwoordigde in 2018 zo’n 15 procent van de exportwaarde en 16 procent van de importwaarde binnen de groep goederenhandelaren.

Van de goederen- en dienstenhandelaren samen handelde in 2018 39 procent alleen in diensten, 28 procent alleen in goederen en 33 procent in beide. De groot- en detailhandel heeft met 32 procent het grootste aantal handelaren, op de voet gevolgd door zakelijke dienstverlening met 26 procent. De zakelijke dienstverlening is de sector met het meeste aantal bedrijven dat alleen in diensten handelt, namelijk 16 procent van het totaal aantal handelaren. Het zelfstandig mkb maakt met 95 procent het leeuwendeel uit van het aantal handelaren in het Nederlandse bedrijfsleven. De buitenlandse en Nederlandse multinationals maken respectievelijk 3 en 2 procent daarvan uit.

In 2018 werd meer dan 90 procent van zowel de export- als de importwaarde gerealiseerd door bedrijven die zowel in goederen als diensten handelen. De industrie had met 33 procent het grootste aandeel in de export, gevolgd door de groot- en detailhandel met 32 procent. Bij de import is de groot- en detailhandel de grootste sector met 42 procent, op enige afstand gevolgd door de industrie met 28 procent. Meer dan de helft van de export- en de importwaarde werd gerealiseerd door buitenlandse multinationals. De Nederlandse multinationals leverden een kwart van de export en importeerden ruim 23 procent van de totale import. Het aandeel van het zelfstandig mkb in de export- en de importwaarde was maar 12 procent. Bij alle typen handelaren is zichtbaar dat de meeste import- en exportwaarde wordt gerealiseerd door bedrijven die zowel in goederen als in diensten handelen.

1.6Literatuur

Open literatuurlijst

Literatuur

Aerts, N., Notten, T., Prenen, L., Rooyakkers, J. & Wong, K. F. (2020). Nederlandse verdiensten aan internationale handel. In M. Jaarsma & A. Lammertsma (Red.), Nederland Handelsland 2020: export, investeringen en werkgelegenheid. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

ABN Amro (2016). Servitization: dienstverlening is de toekomst van de industrie. Amsterdam/Zeist. Geraadpleegd op 12 augustus 2020.

Berg, van den, M., Cremers, D., Lemmers, O. & Van Marrewijk, C. (2018). Does importing foster export performance? An overview of existing literature. Geraadpleegd op 21 augustus 2020.

Berg, van den, M., Lammertsma, A., Peeters, T. & Rooyakkers, J. (2020). Samenstelling van de Nederlandse handel. In M. Jaarsma & A. Lammertsma (Red.), Nederland Handelsland 2020: export, investeringen en werkgelegenheid. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Brakman, S., Garretsen, H., Van Maarseveen, R. & Zwaneveld, P. (2018). Firm heterogeneity and exports in the Netherlands: Identifying export potential. CPB Discussion Paper, 369. Den Haag: CPB.

CBS (2019). Exportbestemmingen MKB per bedrijfstak voor goederen en diensten. [Dataset]. Geraadpleegd op 10 augustus 2020.

CBS (2020a). Exportbestemmingen naar grootteklasse en landen voor goederen en diensten. [Dataset]. Geraadpleegd op 10 augustus 2020.

CBS (2020b). Verdiensten en arbeidsvolume; uitvoerstromen, landen. [Dataset]. Geraadpleegd op 10 augustus 2020.

Kaag, S. A. M. (2018, 5 oktober). Handelsagenda [Kamerbrief]. Geraadpleegd op 18 augustus 2020.

Lammertsma, A. (2020). Kenmerken van het internationale bedrijfsleven. In M. Jaarsma & A. Lammertsma (Red.), Nederland Handelsland 2020: export, investeringen en werkgelegenheid. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Lammertsma, A. & Creemers, S. (2020). Economisch profiel van China. In S. Creemers, M. Jaarsma & R. Voncken (Red.), Internationaliseringsmonitor 2020, tweede kwartaal: China. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

NIBC (2018). Servitization: Alles wat je moet weten op weg naar een op diensten gebaseerd verdienmodel. Geraadpleegd op 10 augustus 2020.

Smit, R. & Wong, K. F. (2017). Ontwikkeling microdata 2012–2016: Internationale handel in diensten; tijdreeks 2012–2016. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek. Geraadpleegd op 11 augustus 2020.

Vos, S. & Jaarsma, M. (2017). Bedrijven met internationale handel in diensten; dezelfde prestaties als bedrijven met goederenhandel? In M. Jaarsma & R. Voncken (Red.), Internationaliseringsmonitor 2017, tweede kwartaal: Internationale handel in diensten. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Walhout, J. (2017). Karakteristieken van bedrijven met internationale handel in diensten. In M. Jaarsma & R. Voncken (Red.), Internationaliseringsmonitor 2017, tweede kwartaal: Internationale handel in diensten. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Noten

Dit zijn de meest recente cijfers op het moment van publicatie.

Tot het Nederlandse bedrijfsleven worden de bedrijven gerekend die in het Algemeen Bedrijven Register (ABR) tot de sectie B tot en met N plus divisie S95 behoren, met uitzondering van die in sectie K. De landbouw, bosbouw en visserij (A), de financiële instellingen (K), openbaar bestuur (O), onderwijs (P), gezondheidszorg (Q), cultuur, sport en recreatie (R), levensbeschouwelijke en politieke organisaties (divisie 94), wellness en uitvaartbranche (divisie 96), huishoudens (T) en extraterritoriale organisaties en lichamen (U) vallen dus buiten de populatie van het Nederlandse bedrijfsleven.

Buiten het Nederlandse bedrijfsleven is er geen afbakening voor de multinationals beschikbaar.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

. Gegevens ontbreken
* Voorlopig cijfer
** Nader voorlopig cijfer
x Geheim
Nihil
(Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0 (0,0) Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
2019–2020 2019 tot en met 2020
2019/2020 Het gemiddelde over de jaren 2019 tot en met 2020
2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2019 en eindigend in 2020
2017/’18–2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2017/’18 tot en met 2019/’20

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

Sarah Creemers

Dennis Cremers

Dennis Dahlmans

Marjolijn Jaarsma

Alex Lammertsma

Angie Mounir

Michael Polder

Rik van Roekel

Iryna Rud

Mark Vancauteren

Redactie

Sarah Creemers

Marjolijn Jaarsma

Alex Lammertsma

Eindredactie

Sarah Creemers

Marjolijn Jaarsma

Dankwoord

We danken de volgende collega’s voor hun constructieve bijdrage aan deze editie van de Internationaliseringsmonitor:

Marcel van den Berg

Elijah Cats

Loe Franssen

Richard Jollie

Irene van Kuik

Carla Sebo

Roos Smit 

Sandra Vasconcellos

Gabriëlle de Vet

Hans Westerbeek

Karolien van Wijk

Hendrik Zuidhoek