1 op 3 incidentele dienstenexporteurs groeit na drie jaar uit tot structurele dienstenexporteur

Foto omschrijving: Binnenvaartschip met gas lig is geladen op weg door het Hartelkanaal

Incidentele dienstenhandelaren

Auteurs: Angie Mounir, Sarah Creemers

Net zoals bij goederenhandelaren, is er bij dienstenhandelaren ook sprake van incidentele exporteurs. Dit is een groep bedrijven die bij herhaling slechts kort actief is op de buitenlandse markt en zich dan weer terugtrekt op de binnenlandse markt. In 2018 bestond de groep dienstenexporteurs voor 56 procent uit incidentele handelaren. Met andere woorden, 44 procent van de dienstenexporteurs werd geclassificeerd als structurele exporteur. Dit zijn bedrijven die in de periode 2015–2018 minimaal drie jaar diensten hebben geëxporteerd. Wat zijn de kenmerken van deze exporteurs wat betreft grootteklasse, bedrijfstak, goederenhandelsstatus, exportpartners en type handelaar? Hoeveel incidentele dienstenexporteurs groeien in drie jaar tijd door tot structurele exporteurs? Zijn structurele exporteurs productiever dan incidentele exporteurs?

2.1Inleiding

Volgens cijfers van de Wereldbank was Nederland in 2018 de achtste dienstenexporteur en de vijfde goederenexporteur ter wereld, met een bedrag van 166 miljard euro aan dienstenexport (Worldbank, 2019a) en 612 miljard euro aan goederenexport (Worldbank, 2019b). Jaarlijks is grofweg 14 op de 100 bedrijven in Nederland actief als dienstenexporteur en ongeveer 2 op de 10 importeert diensten. In het geval van goederen is jaarlijks ongeveer 1 op de 10 bedrijven actief als exporteur en een kwart als importeur. Dienstenhandel komt dus iets minder vaak voor dan goederenhandel onder Nederlandse bedrijven. Volgens Damijan et al. (2015) zijn er namelijk grotere barrières voor dienstenhandel dan voor goederenhandel. Zo zou het starten met exporteren van diensten bijvoorbeeld gepaard gaan met hogere kosten ten opzichte van het starten met goederenhandel. Desalniettemin levert de uitvoer van diensten ons land per euro wel het meeste op, namelijk zo’n 63 cent per euro. In totaal bracht de export van diensten in 2018 bijna 105 miljard euro op, wat goed is voor 14 procent van het bbp (Aerts et al., 2020).

In een vorig onderzoek hebben Van den Berg et al. (2019a) en Boutorat et al. (2019) uitgebreid gekeken naar het fenomeen incidenteel exporteren onder goederenhandelaren. Zo blijkt een op de drie goederenexporteurs dat slechts incidenteel te doen. Met andere woorden ongeveer een op de drie goederenexporteurs heeft minimaal één en maximaal twee van de laatste vier jaren goederen geëxporteerd. De rest van de goederenexporteurs doet dat structureel, oftewel hebben doorgaans in minimaal drie van de voorafgaande vier jaren goederen geëxporteerd. Structurele goederenexporteurs waren in 2018 goed voor 97 procent van de exportwaarde. Structurele goederenexporteurs zijn vaker groter in termen van werkzame personen, behoren vaker tot een multinational en zijn vooral actief in de industrie en de handel. Verder bevinden incidentele exporteurs zich als aparte groep tussen de structurele exporteurs aan de ene kant en de niet-exporteurs aan de andere kant in termen van productiviteit en kapitaalintensiteit (Boutorat et al., 2019).

Ook internationale dienstenhandelaren blijken geen uniforme groep te vormen. Zo is er een relatief kleine groep bedrijven die jaar-op-jaar diensten exporteert en/of importeert, maar wel goed is voor het grootste deel van de dienstenhandel. Zo blijkt uit eerder onderzoek dat slechts 18 procent van de bedrijven die tussen 2012 en 2016 diensten hebben geëxporteerd dat ook ieder jaar deed. Deze groep bedrijven was goed voor bijna 90 procent van de waarde van de dienstenexport in de betreffende periode. Aan de andere kant bestaat het grootste deel van de dienstenexporteurs uit eenmalige exporteurs die maximaal één jaar actief zijn op de buitenlandse markt (Van Den Berg et al., 2019b). Naast bedrijven die doorgaans exporteren en de eenmalige exporteurs, bestaat een groep bedrijven die herhaaldelijk starten en stoppen met exporteren. Deze ‘knipperlichtexporteurs’ vormen samen met eenmalige exporteurs de groep incidentele exporteurs. Dit hoofdstuk richt zich op de handel in diensten en typeert exporteurs naar structurele en incidentele handelaren volgens de afbakening van CBS (Boutorat et al., 2019).

Handel in goederen en in diensten worden vaak als twee aparte vormen van internationale handel gezien. Bevindingen in de literatuur wijzen op sterke verbanden tussen de twee vormen van handel, met name onder grote bedrijven. Zo laten Ariu, Mayneris & Parenti (2018) zien dat het starten met exporteren van diensten voor een bedrijf dat al goederen exporteert tot een toename in de export van goederen kan leiden. Dit komt omdat goederenexporteurs die daarnaast ook diensten exporteren vaak de twee handelsstromen samen gebundeld aanbieden. Denk bijvoorbeeld aan het verkopen van een onderhoudscontract naast de geëxporteerde machines.

In dit hoofdstuk worden de incidentele en structurele dienstenexporteurs onder de loep genomen. Hoeveel incidentele dienstenexporteurs kent Nederland? Wat zijn de belangrijkste bedrijfskenmerken van de gemiddelde structurele (incidentele) dienstenexporteur? Zien we onder dienstenexporteurs ook een verschil in productiviteit tussen deze twee groepen exporteurs? Blijven incidentele exporteurs altijd incidenteel handelen of groeit een deel van ze op termijn uit naar een structurele exporteur? Hoeveel incidentele dienstenexporteurs zijn vier jaar later nog actief als exporteur? Hoe verschillen dienstenexporteurs hierin van goederenexporteurs? Exporteren incidentele en structurele dienstenexporteurs ook goederen? Starten bedrijven die zowel goederen als diensten exporteren meestal eerst met goederen of met diensten? Deze en andere vragen worden in dit hoofdstuk beantwoord.

Leeswijzer

De rest van dit hoofdstuk is als volgt opgebouwd. In paragraaf 2.2 worden incidentele en structurele dienstenhandelaren afgebakend. Paragraaf 2.3 kijkt naar de belangrijkste verschillen tussen structurele en incidentele dienstenexporteurs in termen van bedrijfskenmerken zoals bedrijfsomvang en bedrijfstak. Paragraaf 2.4 kijkt naar het goederenhandelsgedrag van de structurele en incidentele dienstenexporteurs. In 2.5 wordt de dynamiek van incidentele en structurele dienstenexporteurs tussen de jaren 2015–2018 onderzocht. Paragraaf 2.6 toont de verschillen in productiviteit tussen de verschillende groepen exporteurs. Paragraaf 2.7 bevat een samenvatting en conclusie.

68 000 incidentele en 53 000 structurele dienstenexporteurs in 2018
1 op 3 incidentele dienstenexporteurs groeit na drie jaar uit tot structurele dienstenexporteur

2.2Een typologie van bedrijven naar dienstenhandelsstatus

In deze paragraaf worden incidentele en structurele dienstenhandelaren afgebakend. Hoe zien de groepen incidentele en structurele dienstenhandelaren eruit in beschrijvende zin? Hoeveel incidentele en structurele dienstenhandelaren waren er in 2018? Kunnen we binnen de twee groepen incidentele en structurele exporteurs nog verschillende types onderscheiden? Hoeveel dragen incidentele exporteurs bij aan de waarde van de dienstenexport in 2018? Deze en andere vragen worden in deze paragraaf beantwoord. Figuur 2.2.1 toont het aantal dienstenexporteurs per jaar in de periode 2012 – 2018. Zo blijkt het aantal dienstenexporteurs in Nederland gestaag toe te nemen van ruim 47 duizend in 2012 naar bijna 80 duizend in 2018. Deze toename van aantallen exporteurs ging echter niet altijd even snel. De groei van het aantal dienstenexporteurs nam in de loop van de jaren geleidelijk af.

2.2.1 Ontwikkeling van het aantal dienstenexporteurs
Jaar Aantal dienstenexporteurs
2012 47968
2013 56409
2014 62086
2015 66925
2016 72329
2017 76207
2018 79187

Een bedrijf telt in figuur 2.2.1 alleen mee als dienstenexporteur als het in het betreffende jaar ook dienstenexport rapporteerde. De focus in figuur 2.2.1 ligt dus op het handelsgedrag van een bedrijf in één jaar. Dit hoofdstuk typeert exporteurs naar structurele en incidentele handelaren en volgt hierin de afbakening van Boutorat et al. (2019); om dat te doen moet naar het handelsgedrag in meerdere jaren gekeken worden. Een bedrijf dat in minimaal drie van de vier laatste jaren diensten heeft geëxporteerd, beschouwen we als een structurele dienstenexporteur. Een bedrijf dat in minimaal één en maximaal twee jaar diensten heeft geëxporteerd, beschouwen we als een incidentele dienstenexporteur. Een bedrijf kan dus bijvoorbeeld in 2018 gekenmerkt worden als incidentele dienstenexporteur terwijl het in het betreffende jaar helemaal geen diensten exporteert. In plaats van bijna 80 duizend exporteurs, kent Nederland ruim 120 duizend incidentele en structurele exporteurs in 2018. Ruim 40 duizend structurele en incidentele exporteurs verkopen in het betreffende jaar geen diensten aan het buitenland, maar hebben in de voorafgaande drie jaar wel de benodigde exportervaring opgedaan om volgens onze afbakening gekenmerkt te worden als exporteur. Diverse redenen maken dat we er toch voor kiezen om deze bedrijven als exporteurs te kenmerken. Zo laat wetenschappelijk onderzoek bijvoorbeeld zien dat bedrijven die actief zijn op de buitenlandse markt pas twee jaar na het stoppen met exporteren niet meer te onderscheiden zijn van bedrijven die nooit hebben geëxporteerd. Een bedrijf dat net één jaar gestopt is, is qua kenmerken (zoals productiviteit) niet te onderscheiden van een exporteur die nog steeds actief is. Daarnaast zijn rapportagefouten bij het opgeven van de handel door een bedrijf in sommige jaren niet uit te sluiten.

Figuur 2.2.2 toont de verdeling van het aantal bedrijven dat actief was in 2018 en de waarde van de dienstenexport naar exportstatus van diensten. Zo was ruim 6 procent van de bedrijven actief als dienstenexporteur. Hiervan bestond bijna 56 procent uit incidentele exporteurs, wat neerkomt op bijna 68 duizend bedrijven die in de periode 2015–2018 één of twee jaar diensten hebben geëxporteerd. Hoewel structurele dienstenexporteurs slechts 44 procent van de populatie dienstenexporteurs vormden, waren deze 53 duizend bedrijven goed voor 94 procent van de totale waarde van de dienstenexport in 2018. Het aandeel van incidentele dienstenexporteurs is sterk vergelijkbaar met dat bij goederenexporteurs.

2.2.2 Verdeling bedrijven naar exportstatus van diensten, 2018 (%)
Dienstenexportstatus Incidenteel Structureel Niet-exporteur
Aantal diensten-
exporteurs
3,6 2,8 93,6
Totale exportwaarde 6,3 93,7 0,0

Een typologie van dienstenhandelaren naar exportstatus

De afbakening van incidentele en structurele dienstenexporteurs kan nog verder verfijnd worden door een aantal subgroepen per categorie te onderscheiden.noot1 Zo bestaat de groep structurele exporteurs met name uit volwassen exporteurs die in een periode van vier jaar vrijwel ieder jaar diensten exporteerden. Daarnaast bestaat de groep structurele exporteurs elk jaar voor ongeveer 15 procent uit bedrijven die na een periode van drie jaar met dienstenexport voor het eerst geen export rapporteerden, oftewel de uittredende structurele exporteurs. Binnen de groep incidentele exporteurs onderscheiden we vijf subgroepen:

  • beginnende exporteurs die voor het eerst diensten exporteerden na drie jaar niet geëxporteerd te hebben;
  • herbeginnende exporteurs die ooit gestopt zijn met diensten exporteren en nu opnieuw een start maken;
  • jongvolwassen exporteurs die al twee opeenvolgende jaren diensten exporteerden na in de twee voorafgaande jaren niet geëxporteerd te hebben;
  • uittredende exporteurs die net één jaar gestopt zijn en dus na een periode van dienstenexport voor het eerst geen export rapporteerden;
  • voormalige exporteurs die al twee of drie jaren gestopt zijn met het exporteren van diensten.

Figuur 2.2.3 toont de verdeling van incidentele en structurele exporteurs naar deze subgroepen. Zo bestaan incidentele exporteurs ieder jaar voor meer dan de helft uit uittredende en voormalige exporteurs, oftewel bedrijven die in het betreffende jaar niet actief waren als exporteur van diensten. Ongeveer 14 procent van de incidentele exporteurs waren jongvolwassen dienstenexporteurs en meer dan 30 procent begon voor het eerst of opnieuw met exporteren van diensten in het betreffende jaar.

In termen van de totale exportwaarde van diensten was de groep volwassen (structurele) exporteurs goed voor ruim 95 procent van de totale dienstenexportwaarde in 2018. Daarnaast was de groep jongvolwassen exporteurs verantwoordelijk voor ongeveer 5 procent van de totale dienstenexport. De groep jongvolwassen exporteurs groeit vaak uit tot volwassen exporteur. Zo was 75 procent van de groep jongvolwassen exporteurs van 2017 uitgegroeid tot volwassen exporteur in 2018.

2.2.3 Verdeling structurele en incidentele exporteurs naar type, 2018 (%)
Type Beginnend Herbeginnend Jongvolwassen Volwassen Uittredend Voormalig
Aantal diensten-
exporteurs
16,3 1,5 8,1 39,6 15,4 19,1
Totale exportwaarde 1,7 0,1 4,5 93,7 0,0 0,0

2.3Een schets van incidentele en structurele dienstenhandelaren

In deze paragraaf worden incidentele en structurele dienstenhandelaren verder onder de loep genomen. In welke bedrijfstakken komen ze veel voor? Hoe groot zijn incidentele en structurele dienstenexporteurs in termen van werkzame personen? Hoe belangrijk is de handel binnen de EU voor elke groep exporteurs? Deze en andere vragen worden in deze paragraaf beantwoord.

1 op de 8 structurele dienstenexporteurs behoort tot het grootbedrijf, terwijl dat voor de groep incidentele dienstenexporteurs ‘slechts’ 3 op 100 is

Dienstenexporteurs vaker in het grootbedrijf

Grote en buitenlandse bedrijven exporteren vaker diensten dan het Nederlandse zelfstandig mkb. Zo neemt het aandeel dienstenexporteurs toe naarmate de omvang van het bedrijf in termen van werkzame personen toeneemt. Dit geldt vooral voor structurele exporteurs. De meeste incidentele en structurele dienstenexporteurs bestaan uit kleine bedrijven met maximaal 1 werkzame persoon. In 2018 waren er meer dan 47 duizend incidentele dienstenexporteurs met maximaal 1 werkzame persoon, wat neerkomt op 70 procent van alle incidentele dienstenexporteurs. De groep structurele dienstenexporteurs bestond in 2018 uit bijna 25 duizend bedrijven met maximaal 1 werkzame persoon, oftewel 47 procent van alle structurele dienstenexporteurs. Onder structurele goederenexporteurs is het aandeel van de groep bedrijven met maximaal 1 werkzame persoon slechts 33 procent. Het lijkt dus relatief makkelijker om als klein bedrijf structureel diensten te exporteren dan goederen. Opvallend is ook dat één op de acht structurele dienstenexporteurs tot het grootbedrijf behoort, terwijl dat voor de groep incidentele dienstenexporteurs ‘slechts’ 3 op 100 is.

Figuur 2.3.1 geeft de verdeling weer tussen incidentele, structurele dienstenexporteurs en niet-exporteurs per grootteklasse. Zo blijkt dat het aandeel structurele exporteurs onder bedrijven met meer dan 10 maar minder dan 50 werkzame personen rond de 14 procent ligt. Echter, dit aandeel verdubbelt bijna als we naar zelfstandig mkb-bedrijven kijken met 50 of meer werkzame personen. Onder het grootbedrijf is meer dan 30 procent van de bedrijven actief als structurele dienstenexporteur.

2.3.1 Verdeling dienstenexporteurs naar grootteklasse, 2018
Bedrijfsomvang Incidentele dienstenexporteur Structurele dienstenexporteur Niet-exporteur
Mkb
(0-1 WP)
47326 24729 1390183
Mkb
(2-9 WP)
13925 13522 322089
Mkb
(10-49 WP)
3719 6756 37531
Mkb
(50-249 WP)
707 2032 5769
Grootbedrijf en
buitenlandse MNE's
2029 6114 11337

Zakelijke dienstverlening goed voor een derde van de Nederlandse export van diensten

Structurele dienstenexporteurs komen niet in alle bedrijfstakken even vaak voor. Figuur 2.3.2 laat zien dat structurele exporteurs goed zijn voor meer dan de helft van de dienstenexporteurs in de industrie, handel en vervoer, horeca en informatie. In bedrijfstakken zoals de zakelijke dienstverlening exporteert drie op de vijf van de bedrijven zijn diensten juist incidenteel. Dit wil niet zeggen dat de zakelijke dienstverlening van minder belang is dan bedrijfstakken zoals de industrie en de handel als het gaat om de structurele export van diensten. Integendeel, in 2018 was de zakelijke dienstverlening namelijk goed voor ruim 36 procent van de structurele dienstenexporteurs en meer dan een derde van de waarde van de Nederlandse export van diensten. Structurele exporteurs zijn dus minder vertegenwoordigd in een bedrijfstak zoals de zakelijke dienstverlening omdat deze bedrijfstak juist veel meer incidentele exporteurs heeft dan de rest.

2.3.2 Verdeling dienstenexporteurs naar bedrijfstak, 2018
Bedrijfstak Incidentele dienstenexporteur Structurele dienstenexporteur
Landbouw en delfstoffenwinning 1321 1169
Industrie 3399 3897
Bouwnijverheid en energie 4377 2096
Handel 9236 9469
Vervoer, horeca en informatie 12290 12572
Financiële diensten en onroerend goed 681 600
Zakelijke dienstverlening 28128 19041
Niet-commerciële dienstverlening 8274 4309

Figuur 2.3.3 toont de verdeling van de dienstenexportwaarde binnen de verschillende bedrijfstakken naar exportstatus. Zo blijken structurele exporteurs in bijna alle bedrijfstakken goed te zijn voor 90 procent of meer van de totale dienstenexport.

2.3.3 Verdeling waarde dienstenexport naar bedrijfstak, 2018
Bedrijfstak Incidentele dienstenexporteur Structurele dienstenexporteur
Landbouw & delfstoffenwinning 31 2543
Industrie 721 12617
Bouwnijverheid & energie 181 3180
Handel 724 12313
Vervoer, horeca en informatie 2292 53102
Financiële diensten & onroerend goed 195 7287
Zakelijke dienstverlening 5226 48587
Niet-commerciële dienstverlening 139 1574

Extra-EU-dienstenexporteurs van groot belang voor totale waarde dienstenexport

Onder dienstenexporteurs blijkt de intra-EU-handel bepalend te zijn voor de uiteindelijke handelsstatus. Van de ruim 67 duizend incidentele dienstenexporteurs in 2018 handelde bijna 93 procent incidenteel binnen de EU en helemaal niet buiten de EU. De resterende 7 procent handelde op incidentele basis zowel binnen als buiten de EU. Bij structurele dienstenexporteurs is het beeld niet erg verschillend. Zo exporteerde ruim 99 procent van deze groep structureel naar EU-landen. Slechts 10 procent exporteert ook structureel buiten de EU. Met andere woorden, bedrijven die structureel exporteren naar landen buiten de EU exporteren vrijwel altijd tegelijkertijd ook structureel naar landen binnen de EU. Omgekeerd is dit niet het geval. Deze bevindingen zijn in lijn met resultaten van eerder onderzoek waaruit blijkt dat exporteurs van zowel goederen als diensten vooral binnen de EU beginnen met handelen en pas de stap buiten de EU zetten als ze voldoende ervaring binnen de EU hebben opgedaan (Boutorat et al., 2019).

Hoewel de groep extra-EU-dienstenexporteurs relatief beperkt in omvang is, draagt de export buiten de EU nog altijd minstens 40 procent bij aan de waarde van de totale dienstenexport zowel voor structurele als incidentele exporteurs, zie figuur 2.3.4. Dus het relatief beperkte aantal bedrijven dat buiten de EU exporteert, exporteert dan ook relatief veel. Dit is mogelijk toe te schrijven aan de hogere toetredingskosten die terugverdiend moeten worden in het geval van extra-EU-markten ten opzichte van landen binnen de EU.

2.3.4 Belang extra-EU export in de waarde dienstenexport, 2018 (%)
Type Intra-EU dienstenexport Extra-EU dienstenexport
Incidentele dienstenexporteur 5475,7 4034,2
Structurele dienstenexporteur 83263,7 57938,0

2.4Incidentele en structurele dienstenexporteurs als goederenexporteur

Deze paragraaf legt het verband tussen de twee handelsstromen, namelijk diensten- en goederenhandel. Hoe vaak exporteren incidentele en structurele goederenexporteurs naast goederen ook diensten? En hoe vaak exporteren incidentele en structurele dienstenexporteurs ook goederen?

35% van de incidentele dienstenexporteurs ook actief als goederenexporteur Buitenvorm Binnenvorm

Structurele dienstenexporteurs exporteren vaak ook goederen

Exporteurs van goederen en diensten vormen geen gescheiden groepen. Zo laat figuur 2.4.1 zien dat ongeveer 12 procent van de bedrijven in 2018 goederen en/of diensten exporteerde. Ruim 3 procent exporteerde zowel goederen als diensten, 6 procent alleen goederen en 4 procent uitsluitend diensten. Hoewel de groep die zowel goederen als diensten exporteert relatief beperkt in omvang is, is deze groep goed voor bijna 85 procent van de waarde van de totale dienstenexport en 55 procent van de waarde van de goederenexport in 2018. De verdeling van de aantallen en waardes in de periode 2015–2017 zijn vergelijkbaar.

2.4.1 Verdeling aantallen exporteurs en exportwaarde naar exportstatus, 2018 (%)
Type Alleen goederenexporteur Alleen dienstenexporteur Goederen- en
dienstenexporteur
Niet-exporteur
Aantal exporteurs 6,1 3,5 2,9 87,5
Totale waarde dienstenexport 0,0 15,3 84,7 0,0
Totale waarde goederenexport 45,2 0,0 54,8 0,0

Figuur 2.4.2 laat zien dat er onder goederenexporteurs geen verschil is tussen structurele en incidentele handelaren in termen van dienstenexport. Voor zowel structurele als incidentele goederenexporteurs geldt dat ruim 30 procent naast goederen ook diensten exporteert. Structurele goederenexporteurs exporteren diensten vaker ook structureel dan incidenteel.

2.4.2 Structurele en incidentele goederenexporteurs, 2018
Type Incidentele dienstenexporteur Structurele dienstenexporteur Niet-dienstenexporteur
Incidentele goederenexporteur 15785 13370 64479
Structurele goederenexporteur 8323 16523 49962

Figuur 2.4.3 laat zien dat het beeld onder incidentele dienstenexporteurs niet echt anders is. Zo is ongeveer 35 procent van de incidentele dienstenexporteurs ook actief als goederenexporteur (meestal ook op incidentele basis). Structurele dienstenexporteurs exporteren daarentegen in meer dan de helft van de gevallen ook goederen.

2.4.3 Structurele en incidentele dienstenexporteurs, 2018
Type Incidentele goederenexporteur Structurele goederenexporteur Niet-goederenexporteur
Incidentele dienstenexporteur 15785 8323 43598
Structurele dienstenexporteur 13370 16523 23260

Figuur 2.4.4 laat zien dat de sterke overlap tussen het structureel exporteren van diensten en goederen uit figuur 2.4.3 vooral door de bedrijfstakken handel en industrie komt. Zo zijn handel en industrie samen goed voor 53 procent van de bedrijven die zowel goederen als diensten structureel exporteren.

2.4.4 Verdeling exporteurs naar handelsstatus en bedrijfstak, 2018
Type Landbouw endelfstoffenwinning Industrie Bouwnijverheid en energie Handel Vervoer, horeca en informatie Financiële diensten en
onroerend goed
Zakelijke dienstverlening Niet-commerciële
dienstverlening
Structurele dienstenexporteur 1169 3897 2096 9469 12572 600 19041 4309
Structurele diensten- en goederenexporteur 546 2814 793 5973 2540 110 3084 663

Structurele goederen en diensten exporteurs starten vaker met goederen

Tabel 2.4.5 toont de verdeling van de bedrijven die in 2018 zowel goederen als diensten structureel exporteerden naar handelsstatus in goederen en diensten vier jaar eerder, in 2015. Zo exporteerde 58 procent van deze bedrijven in 2015 al zowel goederen als diensten op structurele basis. Daarnaast exporteerde 13 procent van deze groep beide stromen slechts incidenteel. Voor deze twee groepen lijkt de handel in de twee stromen hand in hand te gaan. Van de groep structurele goederen en dienstenexporteurs was 14 procent vier jaar eerder al structurele goederenexporteur, maar nog steeds incidentele dienstenexporteur in 2015. De groep die eerst structureel diensten gaat exporteren en dan pas regelmatiger goederen gaat verhandelen is aanzienlijk kleiner (4 procent volgens tabel 2.4.5). Bedrijven die zowel goederen als diensten structureel exporteren lijken dus vaker met goederen te starten alvorens ze de stap naar internationale dienstenmarkten zetten.

2.4.5Structurele diensten- en goederenexporteurs 2018 naar exportstatus 2015

Goederenexportstatus
Incidenteel Structureel Niet-exporteur Totaal
Dienstenexportstatus %
Incidenteel 13 14 2 29
Structureel 4 58 0 62
Niet-exporteur 2 4 2 9
Totaal 20 76 5 100

2.5Verloop incidentele en structurele dienstenexporteurs

In deze paragraaf kijken we naar de dynamiek van incidentele en structurele dienstenexporteurs tussen de jaren 2015 en 2018. Hoe stabiel is de exportstatus van dienstenhandelaren in 2018 ten opzichte van 2015? Zijn de structurele exporteurs van 2015 drie jaar later nog steeds actief als exporteur? Hoeveel incidentele exporteurs groeien in drie jaar tijd uit tot structurele exporteur? Hoeveel bedrijven stoppen met exporteren? Zien we in deze patronen verschillen tussen goederen en diensten?

3 op de 10 incidentele dienstenhandelaren exporteert drie jaar later op structurele basis

Figuur 2.5.1 laat het verloop van incidentele en structurele dienstenexporteurs zien. Hierbij wordt gekeken naar de veranderingen in exportstatus tussen de jaren 2015 en 2018. De groep structurele dienstenexporteurs is redelijk stabiel gebleven, net zoals het geval is voor de groep bedrijven die geen diensten exporteerden in 2015. De cijfers tonen aan dat 71 procent van alle structurele dienstenexporteurs uit 2015 drie jaar later nog steeds tot deze groep behoort. Met andere woorden, ruim 7 op de 10 structurele dienstenhandelaren exporteert drie jaar later nog structureel. Circa 15 procent van de structurele dienstenhandelaren in 2015 exporteerde nog maar op incidentele basis in 2018, terwijl 4 procent drie jaar later zelfs helemaal geen diensten meer exporteerde. De overige 10 procent waren in 2018 niet meer actief. Bijna 80 procent van de niet-exporteurs exporteerde drie jaar later nog steeds niet.

Binnen de groep incidentele dienstenexporteurs is het 29 procent gelukt om door te groeien tot een structurele dienstenexporteur en heeft 31 procent in 2018 geen export meer opgegeven. Ruim een kwart van de incidentele dienstenexporteurs uit 2015 behoorde drie jaar later nog steeds tot dezelfde groep. Het aandeel bedrijven dat is opgeheven in 2018 bedroeg voor de groep incidentele dienstenexporteurs 14 procent. Van de bedrijven die pas na 2015 zijn opgericht, is ‘slechts’ 3 procent in 2018 begonnen met het exporteren van diensten op incidentele basis.

2.5.1 Dynamiek van incidentele en structurele dienstenexporteurs, 2015 - 2018
van naar gewicht
0 "Incidentele exporteur 2015" "Incidentele exporteur 2018" 26
1 "Incidentele exporteur 2015" "Structurele exporteur 2018" 29
2 "Incidentele exporteur 2015" "Niet-exporteur 2018" 31
3 "Incidentele exporteur 2015" "Bestaat niet 2018" 14
4 "Structurele exporteur 2015" "Incidentele exporteur 2018" 15
5 "Structurele exporteur 2015" "Structurele exporteur 2018" 71
6 "Structurele exporteur 2015" "Niet-exporteur 2018" 4
7 "Structurele exporteur 2015" "Bestaat niet 2018" 10
8 "Niet-exporteur 2015" "Incidentele exporteur 2018" 2
9 "Niet-exporteur 2015" "Structurele exporteur 2018" 0
10 "Niet-exporteur 2015" "Niet-exporteur 2018" 79
11 "Niet-exporteur 2015" "Bestaat niet 2018" 19
12 "Bestaat niet 2015" "Incidentele exporteur 2018" 3
13 "Bestaat niet 2015" "Structurele exporteur 2018" 0
14 "Bestaat niet 2015" "Niet-exporteur 2018" 96
15 "Bestaat niet 2015" "Bestaat niet 2018" 0

Dynamisch beeld dienstenhandelaren versus goederenhandelaren

Figuur 2.5.2 geeft de dynamiek tussen incidentele en structurele goederenexporteurs grafisch weer. De afbakening uit figuur 2.5.2 is identiek aan de afbakening uit figuur 2.5.1, alleen nu toegepast op goederenhandelaren in plaats van dienstenhandelaren. Ook voor de goederenexporteurs vertonen de groepen structurele exporteurs en niet-exporteurs een stabiel patroon in de periode 2015–2018. Als we kijken naar de veranderingen in exportstatus tussen 2015 en 2018 blijkt dat 32 procent van de incidentele exporteurs in 2015 in drie jaar tijd uitgegroeid is tot een structurele exporteur. Dit aandeel komt overeen met het aandeel bij de dienstenhandelaren.

Dienstenexporteurs hebben vergeleken met goederenexporteurs andere exportpatronen. Opvallend is dat het aandeel incidentele exporteurs dat ook in 2018 nog incidenteel handelt verschillend is tussen goederen- en dienstenhandelaren. Dit aandeel is in het geval van goederenexporteurs aanzienlijk groter (in relatieve zin). Zo verhandelt bijna de helft van de incidentele goederenexporteurs drie jaar later nog steeds goederen op incidentele basis. Dit sluit aan bij eerdere bevindingen (Van Den Berg et al., 2019b) waaruit bleek dat dienstenexporteurs relatief vaker eenmalig exporteren dan goederenexporteurs. Goederenexporteurs lijken relatief langer te exporteren en na een ‘mislukking’ vaker opnieuw te beginnen dan dienstenexporteurs. Exporteurs van goederen die het na één jaar niet halen op de exportmarkten proberen het dan vaker nog een tweede of derde keer één of twee jaar later. Dit zou te maken kunnen hebben met hogere toetredingskosten in het geval van diensten.

Een ander verschil dat eruit springt heeft betrekking op de groep incidentele exporteurs die drie jaar later geen export meer rapporteerden. Zo zien we dat dit voor goederen- en dienstenexporteurs respectievelijk 7 procent en 31 procent is.

2.5.2 Dynamiek van incidentele en structurele goederenexporteurs, 2015 - 2018
van naar gewicht
0 "Incidentele exporteur 2015" "Incidentele exporteur 2018" 49
1 "Incidentele exporteur 2015" "Structurele exporteur 2018" 32
2 "Incidentele exporteur 2015" "Niet-exporteur 2018" 7
3 "Incidentele exporteur 2015" "Bestaat niet 2018" 12
4 "Structurele exporteur 2015" "Incidentele exporteur 2018" 17
5 "Structurele exporteur 2015" "Structurele exporteur 2018" 72
6 "Structurele exporteur 2015" "Niet-exporteur 2018" 1
7 "Structurele exporteur 2015" "Bestaat niet 2018" 9
8 "Niet-exporteur 2015" "Incidentele exporteur 2018" 2
9 "Niet-exporteur 2015" "Structurele exporteur 2018" 0
10 "Niet-exporteur 2015" "Niet-exporteur 2018" 78
11 "Niet-exporteur 2015" "Bestaat niet 2018" 19
12 "Bestaat niet 2015" "Incidentele exporteur 2018" 4
13 "Bestaat niet 2015" "Structurele exporteur 2018" 0
14 "Bestaat niet 2015" "Niet-exporteur 2018" 96
15 "Bestaat niet 2015" "Bestaat niet 2018" 0

Verloop dienstenexporteurs naar type

Figuur 2.5.3 toont verder in hoeverre bedrijven zich verplaatsen van de ene groep naar de andere. We kijken daarbij tot welk type dienstenexporteurs horen in 2015 en tot welk type ze in 2018 gerekend worden. Daaruit blijkt dat van de bedrijven die in 2015 begonnen met het exporteren van diensten 41 procent dat in 2018 nog steeds doet. De overgrote meerderheid hiervan (39 procent) behoort in 2018 tot de subgroep volwassen exporteurs, die vrijwel ieder jaar in de periode 2015–2018 diensten exporteerden. Een tiende van deze beginnende dienstenexporteurs bestaat na drie jaar helemaal niet meer. Bij de herbeginnende dienstenexporteurs is dat beeld vergelijkbaar, al is het aandeel bedrijven dat na drie jaar niet meer actief is wel lager (6 procent).

Bij de groep jongvolwassen dienstenexporteurs in 2015 is meer dan de helft in drie jaar tijd doorgegroeid tot volwassen exporteur en 11 procent stopte na drie jaar weer met exporteren. In 2018 bestond zo’n 10 procent van deze jongvolwassen exporteurs niet meer. Volwassen dienstenexporteurs vormen de meest stabiele groep: 70 procent van de volwassen exporteurs behoort drie jaar later nog steeds tot deze groep.

Acht op de tien uittredende dienstenexporteurs is drie jaar later nog steeds gestopt met exporteren, waarvan het grootste deel echter nog wel bestaat als niet-exporterend bedrijf. De resterende 16 procent keert na drie jaar terug op de exportmarkt als beginnend, herbeginnend, jongvolwassen of volwassen exporteur. Bij de groep niet-exporteurs is het aandeel bedrijven dat na drie jaar toch gestart is met exporteren van diensten verwaarloosbaar (1 procent). Van de groep bedrijven die in 2015 niet bestonden, rapporteerde zo’n 3 procent in 2018 wel export.

2.5.3 Verloop van incidentele en structurele dienstenexporteurs naar type, 2015 - 2018
van naar gewicht
0 "Beginnend 2015" "Beginnend 2018" 0
1 "Beginnend 2015" "Herbeginnend 2018" 2
2 "Beginnend 2015" "Jongvolwassen 2018" 0
3 "Beginnend 2015" "Volwassen 2018" 39
4 "Beginnend 2015" "Uittredend 2018" 10
5 "Beginnend 2015" "Voormalig 2018" 39
6 "Beginnend 2015" "Niet-exporteur 2018" 0
7 "Beginnend 2015" "Bestaat niet 2018" 11
8 "Herbeginnend 2015" "Beginnend 2018" 0
9 "Herbeginnend 2015" "Herbeginnend 2018" 3
10 "Herbeginnend 2015" "Jongvolwassen 2018" 0
11 "Herbeginnend 2015" "Volwassen 2018" 39
12 "Herbeginnend 2015" "Uittredend 2018" 13
13 "Herbeginnend 2015" "Voormalig 2018" 39
14 "Herbeginnend 2015" "Niet-exporteur 2018" 0
15 "Herbeginnend 2015" "Bestaat niet 2018" 6
16 "Jongvolwassen 2015" "Beginnend 2018" 0
17 "Jongvolwassen 2015" "Herbeginnend 2018" 2
18 "Jongvolwassen 2015" "Jongvolwassen 2018" 0
19 "Jongvolwassen 2015" "Volwassen 2018" 53
20 "Jongvolwassen 2015" "Uittredend 2018" 11
21 "Jongvolwassen 2015" "Voormalig 2018" 24
22 "Jongvolwassen 2015" "Niet-exporteur 2018" 0
23 "Jongvolwassen 2015" "Bestaat niet 2018" 10
24 "Volwassen 2015" "Beginnend 2018" 0
25 "Volwassen 2015" "Herbeginnend 2018" 1
26 "Volwassen 2015" "Jongvolwassen 2018" 0
27 "Volwassen 2015" "Volwassen 2018" 69
28 "Volwassen 2015" "Uittredend 2018" 8
29 "Volwassen 2015" "Voormalig 2018" 13
30 "Volwassen 2015" "Niet-exporteur 2018" 0
31 "Volwassen 2015" "Bestaat niet 2018" 8
32 "Uittredend 2015" "Beginnend 2018" 3
33 "Uittredend 2015" "Herbeginnend 2018" 1
34 "Uittredend 2015" "Jongvolwassen 2018" 5
35 "Uittredend 2015" "Volwassen 2018" 7
36 "Uittredend 2015" "Uittredend 2018" 6
37 "Uittredend 2015" "Voormalig 2018" 4
38 "Uittredend 2015" "Niet-exporteur 2018" 55
39 "Uittredend 2015" "Bestaat niet 2018" 20
40 "Voormalig 2015" "Beginnend 2018" 3
41 "Voormalig 2015" "Herbeginnend 2018" 0
42 "Voormalig 2015" "Jongvolwassen 2018" 3
43 "Voormalig 2015" "Volwassen 2018" 4
44 "Voormalig 2015" "Uittredend 2018" 3
45 "Voormalig 2015" "Voormalig 2018" 2
46 "Voormalig 2015" "Niet-exporteur 2018" 68
47 "Voormalig 2015" "Bestaat niet 2018" 17
48 "Niet-exporteur 2015" "Beginnend 2018" 1
49 "Niet-exporteur 2015" "Herbeginnend 2018" 0
50 "Niet-exporteur 2015" "Jongvolwassen 2018" 0
51 "Niet-exporteur 2015" "Volwassen 2018" 0
52 "Niet-exporteur 2015" "Uittredend 2018" 0
53 "Niet-exporteur 2015" "Voormalig 2018" 0
54 "Niet-exporteur 2015" "Niet-exporteur 2018" 79
55 "Niet-exporteur 2015" "Bestaat niet 2018" 19
56 "Bestaat niet 2015" "Beginnend 2018" 2
57 "Bestaat niet 2015" "Herbeginnend 2018" 0
58 "Bestaat niet 2015" "Jongvolwassen 2018" 1
59 "Bestaat niet 2015" "Volwassen 2018" 0
60 "Bestaat niet 2015" "Uittredend 2018" 1
61 "Bestaat niet 2015" "Voormalig 2018" 0
62 "Bestaat niet 2015" "Niet-exporteur 2018" 96
63 "Bestaat niet 2015" "Bestaat niet 2018" 0

Voor de subgroepen beginnend, herbeginnend, jongvolwassen en volwassen is de dynamiek voor de periode 2015–2018 gelijkaardig voor goederen- en dienstenhandelaren. Het verloop van de subgroepen uittredend, voormalig en niet-exporteur vertoont opmerkelijke verschillen tussen goederen- en dienstenhandelaren. Zo rapporteerde de helft van de uittredend goederenexporteurs drie jaar later export. Voor de voormalig goederenexporteurs was dit 41 procent. Opvallend is ook dat iets meer dan de helft van de niet-(goederen)exporteurs in 2018 toch geëxporteerd heeft. Bij de goederenhandelaren zien we dat voor de subgroepen uittredend, voormalig en niet-exporteur een kleiner aandeel niet meer bestaat in 2018 vergeleken met de dienstenhandelaren.

2.6Zijn structurele dienstenexporteurs productiever dan incidentele?

In de literatuur is al meermaals aangetoond dat exporteurs productiever zijn dan niet-exporteurs. Zo blijkt uit eerder onderzoek van het CBS (bijvoorbeeld Genee & Fortanier, 2010; Vancauteren, 2015; Vancauteren & Walthouwer, 2016) dat Nederlandse goederenexporteurs gemiddeld genomen productiever zijn dan bedrijven die niet exporteren. Daarbij geldt dat hoe productiever (efficiënter) een bedrijf is, hoe meer het in staat is de toetredingskosten tot exportmarkten te dragen (zelfselectie) (Alvarez, 2007). Exporteren brengt namelijk groeimogelijkheden met zich mee. Toch kunnen niet alle bedrijven de stap over de grens zetten. Slechts de meest productieve bedrijven kunnen zich de initiële kosten veroorloven die het betreden van buitenlandse markten met zich mee brengt. Dit genereert een patroon van productivity sorting, waarbij de meest productieve bedrijven exporteren en de minder productieve bedrijven zich beperken tot de binnenlandse markt (Melitz, 2003).

Uit eerder onderzoek weten we dat bedrijven die goederen en/of diensten exporteren groter en productiever zijn en hogere salarissen betalen dan bedrijven die alleen de binnenlandse markt bedienen. Onderzoek van onder andere Alvarez (2007), Bernini et al. (2016) en Békés & Muraközy (2012) toont aan dat het relevant is om verder te gaan dan de tweeledige karakterisering van de exportbeslissing (ja/nee). Er bestaan namelijk significante productiviteitsverschillen tussen incidentele en structurele exporteurs. Binnen de groep exporteurs blijkt dat bedrijven die er in slagen een aantal jaren opeenvolgend te exporteren (structurele exporteurs) op hun beurt weer groter, productiever en winstgevender zijn dan bedrijven die slechts incidenteel handelen met het buitenland (Boutorat et al., 2019). In deze paragraaf worden verschillen tussen incidentele en structurele dienstenexporteurs, met name in termen van productiviteit, onderzocht aan de hand van een econometrisch model.

Figuur 2.6.1 laat zien dat de mediane productiviteit van structurele dienstenexporteurs hoger ligt dan die van incidentele exporteurs. Incidentele exporteurs zijn op hun beurt productiever dan bedrijven die geen diensten exporteren. We zien onder dienstenexporteurs dus ook weer een productivity sorting, waarbij de incidentele dienstenexporteurs zich bevinden tussen de niet-exporteurs en de structurele dienstenexporteurs in termen van de mediane productiviteit. Deze bevindingen liggen in lijn met de resultaten uit Boutorat et al. (2019), waarin productiviteitsverschillen tussen incidentele en structurele goederenexporteurs werden bestudeerd. Deze verschillen in productiviteit houden aan als we in een econometrisch model controleren voor factoren als bedrijfsomvang, bedrijfstak, kapitaalintensiteit en bedrijfsleeftijd.

2.6.1 Productiviteitsverschillen incidentele en structurele dienstenexporteurs, 2015 tot en met 2018 (Mediane toegevoegde waarde per WP (in 1 000 euro))
Type Mediane productiviteit
Structurele
dienstenexporteur
4,20
Incidentele
dienstenexporteur
3,91
Niet-exporteur 3,64

Als we naast dienstenexportstatus ook rekening houden met goederenexport, dan blijken structurele dienstenexporteurs, ongeacht of ze goederen incidenteel, structureel of helemaal niet exporteren, productiever te zijn dan incidentele dienstenexporteurs. Daarnaast is de productiviteit van bedrijven die incidenteel diensten exporteren (met of zonder goederen) hoger dan deze van bedrijven die incidenteel goederen exporteren en daarnaast geen diensten uitvoeren. Dienstenexporteurs blijken dus productiever te zijn dan goederenexporteurs. Verder zijn bedrijven die minstens een van de twee (diensten en/of goederen) structureel exporteren productiever dan bedrijven die dat niet doen.

2.7Samenvatting en conclusie

In dit hoofdstuk hebben we in beeld gebracht dat er binnen de groep dienstenhandelaren veel heterogeniteit bestaat in termen van exportgedrag. Ruim 6 procent van de in 2018 actieve bedrijven in Nederland valt onder de noemer dienstenexporteur, maar de dienstenexporteurs zijn geen uniforme groep. Niet alle dienstenexporteurs handelen immers jaar in jaar uit. Hoewel structurele dienstenexporteurs ‘slechts’ 44 procent van de populatie dienstenexporteurs vormden, waren deze 53 duizend bedrijven wel goed voor 94 procent van de totale waarde van de dienstenexport in 2018. De grootste groep dienstenexporteurs exporteren echter diensten op incidentele basis. Zo hebben 68 duizend dienstenexporteurs in de periode 2015–2018 minimaal één en maximaal twee jaar diensten geëxporteerd.

Incidentele en structurele dienstenexporteurs zijn vaak kleine bedrijven. Zo heeft 70 procent van alle incidentele dienstenexporteurs maximaal 1 werkzame persoon in dienst. Voor structurele dienstenexporteurs is dit 47 procent. Circa 12 procent van de structurele dienstenexporteurs behoort tot het grootbedrijf. Meer dan de helft van de dienstenexporteurs in de bedrijfstakken industrie, handel en vervoer, horeca en informatietechnologie exporteert diensten op structurele basis. In bedrijfstakken zoals zakelijke dienstverlening exporteert drie op de vijf bedrijven zijn diensten juist incidenteel. Hoewel structurele en incidentele dienstenexporteurs vooral met partners binnen de EU handelen, draagt de export buiten de EU nog altijd minstens 40 procent bij aan de waarde van de totale dienstenexport zowel voor structurele als incidentele dienstenexporteurs.

Voor zowel structurele als incidentele goederenexporteurs blijkt dat meer dan 30 procent naast goederen ook diensten exporteert. Structurele goederenexporteurs exporteren hun diensten vaker ook structureel dan incidenteel. Ongeveer 35 procent van de incidentele dienstenexporteurs exporteert ook goederen, terwijl dat bij structurele dienstenexporteurs meer dan de helft is. Bedrijven die zowel goederen als diensten structureel exporteren zijn vooral actief in de bedrijfstakken handel en industrie. Bedrijven die zowel goederen als diensten structureel exporteren starten vaker met goederenexport alvorens ze de stap naar internationale dienstenmarkten zetten.

Wanneer er gekeken wordt naar de veranderingen in exportstatus tussen de jaren 2015 en 2018, zien we dat de groep structurele dienstenexporteurs en de groep niet-exporteurs redelijk stabiel is gebleven. Zo exporteert ruim 7 op de 10 structurele dienstenhandelaren drie jaar later nog steeds. Ook voor de goederenexporteurs vertonen de structurele exporteurs en niet-exporteurs een stabiel patroon in de periode 2015–2018. Binnen de groep incidentele dienstenexporteurs was 29 procent in staat om door te groeien tot een structurele dienstenexporteur. Dit aandeel is vergelijkbaar met het aandeel voor goederenexporteurs. Bijna 1 op 3 incidentele dienstenexporteurs heeft drie jaar later geen export meer gerapporteerd; voor incidentele goederenexporteurs is dat ‘maar’ 7 procent. Goederenexporteurs lijken relatief langer te exporteren en na een ‘mislukking’ vaker opnieuw te beginnen dan dienstenexporteurs. Dit zien we ook terug in de cijfers: het aandeel incidentele exporteurs dat ook in 2018 nog incidenteel handelt is in het geval van goederenexporteurs aanzienlijk groter (in relatieve zin).

Het hoofdstuk onderverdeelt de incidentele en structurele dienstenexporteurs verder in acht types op basis van hun exportpatronen in een periode van vier jaar. Zo vormen volwassen (structurele) exporteurs grofweg 40 procent van de populatie, maar genereren met ongeveer 94 procent de bulk van de exportwaarde. Circa 16 op 100 bedrijven hebben in 2018 voor het eerst diensten geëxporteerd na drie jaar geen diensten geëxporteerd te hebben. Een tiende van deze beginnende dienstenexporteurs bestaat na drie jaar helemaal niet meer. Een kleine 2 procent van de dienstenexporteurs heeft in 2018 opnieuw een exportstart gemaakt nadat ze in de afgelopen drie jaar ooit gestopt waren met het exporteren van diensten. Meer dan de helft van de jongvolwassen dienstenexporteurs kon op drie jaar tijd doorgroeien tot een volwassen dienstenexporteur en 11 procent stopte met het exporteren van diensten na drie jaar. Opvallend is dat ongeveer 1 op de 10 van de jongvolwassen dienstenexporteurs in 2015 drie jaar later niet meer bestaat. De volwassen dienstenexporteurs vormen de meest stabiele groep: drie jaar later behoort 70 procent nog steeds tot deze groep. De dynamiek van volwassen exporteurs vertoont weinig verschillen tussen diensten- en goederenexporteurs.

We zien onder dienstenexporteurs ook weer productivity sorting, waarbij de incidentele dienstenexporteurs het beter doen dan niet-exporteurs, maar slechter dan structurele dienstenexporteurs in termen van de mediane productiviteit.

2.8Data en methoden

Econometrische specificaties

De econometrische exercitie is onderverdeeld in twee delen. Als eerste vergelijken we niet-exporteurs, incidentele exporteurs en structurele dienstenexporteurs met elkaar op basis van productiviteit. We maken hierbij gebruik van een simpele OLS-regressie met productiviteit aan de linkerkant, die we regresseren op de exportstatus van het bedrijf. Tegelijkertijd controleren we voor industrie specifieke effecten en een aantal andere bedrijfskenmerken van belang voor productiviteit. Het model is gebaseerd op Van den Berg et al. (2020) en ziet er als volgt uit:

P r o d f i t =   + β   D e x p . s t a t u s f i t + ϑ   X f i t + ε

X is hier een vector van bedrijfskenmerken van bedrijf f in industrie i in jaar t. De kenmerken die we gebruiken zijn de grootteklasse in termen van werkzame personen, bedrijfsleeftijd, dienstenimportstatus, goederenexportstatus en totale vaste activa per werkzame persoon. Het model controleert voor industrie- en jaareffecten zodat β de marginale verschillen in productiviteit weergeeft voor drie typen bedrijven: niet-exporteurs, incidentele dienstenexporteurs en structurele dienstenexporteurs.

In deel twee passen we het bovenstaande model aan en vergelijken we de productiviteit van negen groepen bedrijven: (1) structurele goederen- en dienstenexporteurs, (2) structurele goederenexporteurs en incidentele dienstenexporteurs, (3) incidentele goederenexporteurs en structurele dienstenexporteurs, (4) incidentele goederen- en dienstenexporteurs, (5) niet-exporteurs van goederen en incidentele dienstenexporteurs, (6) incidentele goederenexporteurs en niet-exporteurs van diensten, (7) niet-exporteurs van goederen en structurele dienstenexporteurs, (8) structurele goederenexporteurs en niet-exporteurs van diensten en (9) bedrijven die geen goederen of diensten exporteren.

Econometrische resultaten

2.8.1Productiviteitsverschillen tussen groepen exporteurs (model 1)

Structureel 0,0847354***
0,0054299
Niet-exporteur −0,1771742***
0,0041667
Is goederenexporteur 0,1825148***
0,00334
 
Bedrijfsomvang: bedrijven met 0−1 WP als basis
zmkb (2−9 WP) 0,0856482***
0,0023081
zmkb (10−49 WP) 0,2547805***
0,003513
zmkb (50−249 WP) 0,0777192***
0,0088429
Grootbedrijf 0,4602771***
0,0100166
 
Leeftijdscategorie: jonger dan 3 jaar als basis
3−5 jaar −0,0433807***
0,0030699
5−10 jaar 0,0133498***
0,0029505
10 of meer jaar −0,0239815***
0,0028622
 
Is dienstenimporteur 0,1346737***
0,0023514
 
Kapitaalintensiteit 0,1928797***
0,0005826
 
R^2 0,2525
N 2 413 690
Bedrijfstak effect Ja
Jaar effect Ja

*** p<0,01

2.8.2Productiviteitsverschillen tussen groepen exporteurs (model 2)

Dienstenstatus* goederenstatus: niet-exporteur diensten & incidenteel goederen als basis
incidenteel diensten & incidenteel goederen 0,1178052***
0,0089039
incidenteel diensten & structureel goederen 0,2075255***
0,0089641
incidenteel diensten & niet-exporteur goederen 0,0970345***
0,0069295
structureel diensten & incidenteel goederen 0,2264963***
0,0102739
structureel diensten & structureel goederen 0,2435253***
0,0075251
structureel diensten & niet-exporteur goederen 0,2553721***
0,0082128
niet-exporteur diensten & structureel goederen 0,1819292***
0,0058227
niet-exporteur diensten & niet-exporteur goederen −0,139802***
0,0047051
 
Bedrijfsomvang: bedrijven met 0−1 WP als basis
zmkb (2−9 WP) 0,082964***
0,0023077
zmkb (10−49 WP) 0,24584***
0,0035167
zmkb (50−249 WP) 0,073519***
0,0088299
Grootbedrijf 0,4626229***
0,0100376
 
Leeftijdscategorie: jonger dan 3 jaar als basis
3−5 jaar −0,047745***
0,0030706
5−10 jaar 0,0088749***
0,0029521
10 of meer jaar −0,0292534***
0,0028656
 
Is dienstenimporteur 0,1293075***
0,0023529
 
Kapitaalintensiteit 0,1928772***
0,0005826
 
R^2 0,2534
N 2 413 690
Bedrijfstak effect Ja
Jaar effect Ja

*** p<0,01

2.9Literatuur

Open literatuurlijst

Literatuur

Aerts, N., Notten, T., Prenen, L., Rooyakkers, J. & Wong, K. F. (2020). Nederlandse verdiensten aan internationale handel. In M. Jaarsma & A. Lammertsma (Red.), Nederland Handelsland 2020: Export, investeringen & werkgelegenheid. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Alvarez, R. (2007). Explaining Export Success: Firm Characteristics and Spillover Effects. World Development, 35(3), 377–393.

Békés, G. & Muraközy, B. (2012). Temporary trade and heterogeneous firms. Journal of International Economics, 87(2), 232–246.

Berg, van den, M., Boutorat, A., Franssen, L. & Mounir, A. (2019a). Handelen over de grens: een keuze voor de eeuwigheid? In M. Jaarsma (Red.), Internationaliseringsmonitor 2019, tweede kwartaal: Patronen in handelsgedrag. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Berg, van den, M., Boutorat, A., Franssen, L. & Mounir, A. (2019b). Incidentele handel in diensten. In M. Jaarsma (Red.), Internationaliseringsmonitor 2019, tweede kwartaal: Patronen in handelsgedrag. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Bernini, M., Du, J. & Love, J. H. (2016). Explaining intermittent exporting: Exit and conditional re-entry in exports markets. Journal of International Business Studies, 47(9), 1058–1076.

Boutorat, A., Franssen, L., Mounir, A. & Van den Berg, M. (2019). Incidentele handelaren: wie zijn ze en wat onderscheidt ze? In M. Jaarsma (Red.), Internationaliseringsmonitor 2019, tweede kwartaal: Patronen in handelsgedrag. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Damijan, J., Haller, S., Kaitila, V., Kostevic, C., Maliranta, M., Milet, E., Mirza, D. & Rojec, M. (2015). The performance of trading firms in the services sectors – Comparable evidence from four EU countries. The World Economy, 38(12), 1809–1849.

Genee, S. & Fortanier, F. (2010). Internationaliseren en productiviteit. Deel 1 – Statische analyse. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Melitz., M. J. (2003). The impact of trade on intra-industry reallocations and aggregate industry productivity. Econometrica, 71(6), 1695–1725.

Vancauteren, M. (2015). Exporteurs veel baat bij innovatie als motor van productiviteit. In M. Jaarsma (Red.), Internationaliseringsmonitor 2015, tweede kwartaal. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Vancauteren, M. & Walthouwer, M. (2016). Innovatie, handel en productiviteit van de Nederlandse drank- en voedingsmiddelenindustrie. In M. Jaarsma (Red.), Internationaliseringsmonitor 2016, tweede kwartaal: Agribusiness. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

World Bank (2019a). World Development Indicators: Structure of service exports. [Database]. Geraadpleegd op 12 augustus 2020.

World Bank (2019b). World Development Indicators: Structure of merchandise exports. [Database]. Geraadpleegd op 12 augustus 2020.

Noten

Zie Boutorat et al. (2019) voor een uitgebreide beschrijving van deze afbakening exporteurs naar type. Deze typologie werd in Boutorat et al. (2019) gebruikt om de goederenhandelaren van elkaar te onderscheiden. In dit hoofdstuk zullen we deze typologie toepassen op de dienstenhandelaren.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

. Gegevens ontbreken
* Voorlopig cijfer
** Nader voorlopig cijfer
x Geheim
Nihil
(Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0 (0,0) Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
2019–2020 2019 tot en met 2020
2019/2020 Het gemiddelde over de jaren 2019 tot en met 2020
2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2019 en eindigend in 2020
2017/’18–2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2017/’18 tot en met 2019/’20

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

Sarah Creemers

Dennis Cremers

Dennis Dahlmans

Marjolijn Jaarsma

Alex Lammertsma

Angie Mounir

Michael Polder

Rik van Roekel

Iryna Rud

Mark Vancauteren

Redactie

Sarah Creemers

Marjolijn Jaarsma

Alex Lammertsma

Eindredactie

Sarah Creemers

Marjolijn Jaarsma

Dankwoord

We danken de volgende collega’s voor hun constructieve bijdrage aan deze editie van de Internationaliseringsmonitor:

Marcel van den Berg

Elijah Cats

Loe Franssen

Richard Jollie

Irene van Kuik

Carla Sebo

Roos Smit 

Sandra Vasconcellos

Gabriëlle de Vet

Hans Westerbeek

Karolien van Wijk

Hendrik Zuidhoek