Trends in de Nederlands-Duitse handel
Van de Nederlandse export van goederen en diensten gaat het meeste naar Duitsland; omgekeerd is Nederland ook een belangrijke bestemming voor Duitse goederen. Nederland en Duitsland zijn dus belangrijke handelspartners van elkaar. Het is de vraag hoe die handel zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld en hoe belangrijk Duitsland is voor Nederland als leverancier en andersom. Daarbij wordt ook ingegaan op de vraag hoeveel de verschillende Duitse deelstaten met Nederland handelen en hoe belangrijk Duitsland is voor de export van de Nederlandse provincies en welke type goederen en diensten het voornamelijk betreft.
1.1Inleiding
Duitsland is een erg belangrijke handelspartner voor Nederland en van groot belang voor de Nederlandse economie. Dit komt onder andere door de centrale ligging van Duitsland in Europa, de zeer grote omvang van de Duitse economie en het grote aantal buurlanden dat Duitsland heeft. Bovendien fungeert Nederland en met name de haven in Rotterdam als overslagpunt van veel goederen die Duitsland als bestemming hebben. Qua omvang van het bbp is de Duitse economie ongeveer 5 keer zo groot als die van Nederland, maar het bbp per hoofd van de bevolking is in Nederland 12 procent groter, zie het economisch profiel van Duitsland aan het begin van deze publicatie.
Eerder onderzoek heeft laten zien dat Duitsland veruit de grootste exportbestemming is voor Nederlandse goederen en het belangrijkste herkomstland is van de Nederlandse import (Ramaekers, 2019). Verder laten Ramaekers & Voncken (2016) zien dat de verdeling van de goederenhandel van Nederland met Duitsland over de Duitse deelstaten zeer scheef is. De deelstaat Noordrijn-Westfalen is verreweg de belangrijkste handelspartner voor Nederland, gevolgd door Baden-Württemberg, Nedersaksen en Beieren.
Dit hoofdstuk actualiseert de analyse van de internationale handel met de Duitse deelstaten in Ramaekers & Voncken (2016). Daarbij verschaft het zowel inzicht in het belang van Duitsland voor de Nederlandse handel in goederen als in het belang van Nederland voor Duitsland. Voor het eerste gebruiken we Nederlandse CBS cijfers, voor het tweede Duitse cijfers verkregen van het Duitse statistiekbureau, het Statistisches Bundesamt Deutschland. In de bijlage van dit hoofdstuk wordt duidelijk gemaakt waarom er cijfermatige verschillen zijn tussen de Nederlandse en Duitse handelstotalen. Nieuw ten opzichte van de vorige onderzoeken is dat in dit hoofdstuk wordt ingegaan op de volledige dienstenhandel tussen beide landen over de periode 2014–2018 vanuit Nederlands perspectief (op basis van Nederlandse CBS cijfers). Een nieuw element is ook het uitlichten van de wederzijdse handel in hightech producten.
Leeswijzer
De rest van dit hoofdstuk bespreekt verschillende aspecten van de Nederlands-Duitse handel. Ten eerste beschrijft paragraaf 1.2 hoe belangrijk Nederland is voor de Duitse goederenhandel, waarna in paragraaf 1.3 ingegaan wordt op de goederenhandel tussen Nederland en de verschillende Duitse deelstaten. Vervolgens kijken we in paragraaf 1.4 naar het belang van Duitsland voor de Nederlandse goederenhandel, waarbij de hightech producten uitgelicht worden. In paragraaf 1.5 wordt het belang van Duitsland voor de Nederlandse dienstenhandel besproken, met een korte uiteenzetting over het vrachtverkeer over de weg. Hierna concluderen en vatten we het hoofdstuk samen in paragraaf 1.6. In bijlage 1.7 worden de cijfermatige verschillen tussen Nederland en Duitsland belicht.
1.2Hoe belangrijk is Nederland voor de Duitse goederenhandel?
Nederland en Duitsland hebben één van de grootste bilaterale handelsrelaties van Europa (RVO, 2019). Duitsland importeerde in 2018 voor ruim 97 miljard euro aan Nederlandse goederen, terwijl de Duitse uitvoer naar Nederland in dat jaar ruim 91 miljard euro bedroeg. Het is de vraag hoe belangrijk de goederenhandel met ons land voor Duitsland is. Deze paragraaf maakt daarvoor gebruik van Duitse data over goederenhandel op totaalniveau.noot1
China en Nederland belangrijkste goederenleveranciers
Sinds 2010 zijn China en Nederland de belangrijkste goederenleveranciers van Duitsland, zie figuur 1.2.1. China had in 2018 een aandeel van 9,7 procent, terwijl 9,0 procent van de totale Duitse goedereninvoer afkomstig was uit Nederland. Sinds 2000 is het belang van China in de Duitse goedereninvoer met 6,3 procentpunt gestegen. Het aandeel van Frankrijk, de Verenigde Staten en Italië daalde in de periode 2000–2018, terwijl het aandeel van Nederland min of meer hetzelfde is gebleven ten opzichte van 2000.
Tabel 1.2.2 laat zien van welke tien goederensoorten Duitsland in 2018 het meeste heeft ingevoerd.noot2 Auto’s waren, met een invoerwaarde van bijna 55 miljard euro, het belangrijkste importproduct voor Duitsland. Het aandeel van Nederland hierin is echter klein, zo’n 2 procent. Circa 42 procent van de geraffineerde producten van aardolie die Duitsland importeert komt uit Nederland. Duitsland was voor de invoer van medicinale en farmaceutische producten voor 27 procent afhankelijk van Nederland en 12 procent van alle ruwe aardolie die Duitsland invoerde, werd door Nederland geleverd.
1.2.2Top 10 goederensoorten Duitse invoer, 2018
Totale invoer | Invoer uit NL | Aandeel NL | |
---|---|---|---|
mld euro | % | ||
1 Geraffineerde producten van aardolie | 21,9 | 9,3 | 42 |
2 Medicinale en farmaceutische producten | 24,7 | 6,6 | 27 |
3 Ruwe aardolie | 38,2 | 4,4 | 12 |
4 Geneesmiddelen | 24,7 | 2,4 | 10 |
5 Automatisch gegevens verwerkende machines | 20,8 | 1,3 | 6 |
6 Toestellen voor telecommunicatie | 29,9 | 1,5 | 5 |
7 Elektronenbuizen, transistors e.d. halfgeleiderelementen | 22,8 | 0,9 | 4 |
8 Auto’s | 54,8 | 1,3 | 2 |
9 Delen en onderdelen voor automobielen en tractors | 39,9 | 0,8 | 2 |
10 Aardgas | 26,3 | x | x |
Bron:Statistisches Bundesamt Deutschland
Aandeel China en Nederland in Duitse goederenuitvoer in opmars
In 2018 waren de Verenigde Staten de belangrijkste exportbestemming voor Duitsland, zie figuur 1.2.3. Frankrijk, dat tot 2015 koploper was, staat nu op de tweede plek. In vergelijking met andere exportbestemmingen is het aandeel van Nederland in de periode 2000–2018 redelijk stabiel. China wint terrein, terwijl de Verenigde Staten, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk minder belangrijk werden als exportbestemming van Duitse goederen. Het aandeel van Nederland in de Duitse goederenuitvoer is toegenomen ten opzichte van 2000, al is deze toename beperkt. In 2018 was Nederland met een aandeel van 7 procent in de Duitse uitvoer de vierde exportbestemming voor Duitsland.
Tabel 1.2.4 laat zien welke tien goederen Duitsland in 2018 het meeste heeft uitgevoerd. Auto’s waren, met een uitvoerwaarde van bijna 131 miljard euro, het belangrijkste exportproduct voor Duitsland. Het aandeel van Nederland hierin is echter klein, zo’n 2 procent. Van de Duitse export van medicinale en farmaceutische producten heeft 20 procent Nederland als bestemming. Ongeveer 7 procent van alle geneesmiddelen die Duitsland uitvoerde, had Nederland als bestemming. Duitsland was voor de uitvoer van toestellen voor telecommunicatie voor 6 procent afhankelijk van Nederland. Opvallend is dat de top 3 van goederen die Duitsland vooral naar Nederland uitvoert, ook hoog staan in de top 10 van goederen die Duitsland vooral uit Nederland importeert.
1.2.4Top 10 goederensoorten Duitse uitvoer, 2018
Totale uitvoer | Uitvoer naar NL | Aandeel NL | |
---|---|---|---|
mld euro | % | ||
1 Medicinale en farmaceutische producten | 29,8 | 5,9 | 20 |
2 Geneesmiddelen | 52,8 | 3,5 | 7 |
3 Toestellen voor telecommunicatie | 20,8 | 1,3 | 6 |
4 Materiaal voor geleiden/isoleren elektrische stroom | 33,5 | 1,2 | 4 |
5 Machines en toestellen | 26,5 | 0,9 | 3 |
6 Meet-, controle- en analyseinstrumenten en toestellen | 33,3 | 1,1 | 3 |
7 Delen en onderdelen voor automobielen en tractors | 62,4 | 1,8 | 3 |
8 Auto’s | 130,9 | 3,1 | 2 |
9 Zuigermotoren met vonkontsteking of met zelfontsteking | 22,4 | 0,5 | 2 |
10 Luchtvaartuigen | 37,4 | 0,7 | 2 |
Bron:Statistisches Bundesamt Deutschland
Ontwikkeling van Nederland als handelspartner voor Duitsland
In de afgelopen 20 jaar is de Duitse goederenhandel met Nederland flink toegenomen. Zowel de in- als uitvoer is in deze periode meer dan verdubbeld. Sinds 2000 laat de in- en uitvoer een stijgende lijn zien. Alleen tijdens de financiële crisis is een daling in Duitse goederenhandel waarneembaar. Met 97,7 (91,1) miljard euro is de invoerwaarde (uitvoerwaarde) in 2018 weer groter dan vóór de financiële crisis.
In 2018 is zowel de waarde van de uitvoer van goederen naar Nederland (+7,0 procent) als de invoer van goederen uit Nederland (+7,3 procent) gegroeid ten opzichte van 2017. Dit hangt samen met een kleine toename van het belang van Nederland in zowel de totale Duitse invoer als de totale Duitse uitvoer.
1.3Verdeling Duitse handel in goederen met Nederland naar deelstaten
De Nederlandse goederenhandel met Duitsland vertoont grote regionale verschillen. Een eerdere editie van de internationaliseringsmonitor liet zien dat enkele Duitse deelstaten verantwoordelijk zijn voor een groot deel van de internationale handel, waarbij een korte afstand tot Nederland en een grote economie bepalend zijn (Ramaekers & Voncken, 2016). De deelstaten grenzend aan Nederland (Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen), relatief dicht bij Nederland of met goede verbindingen (Hessen en Rijnland-Pals), met een grote economie (Beieren), of een combinatie van de laatste twee factoren (Baden-Württemberg) zijn goed voor meer dan 85 procent van de Duitse handel met Nederland.noot3
Tabel 1.3.2 en 1.3.3 laten de in- en uitvoer tussen de zestien afzonderlijke deelstaten en Nederland zien. Noordrijn-Westfalen, Baden-Württemberg, Nedersaksen en Beieren ontvingen in 2018 samen 76,8 procent van de uitvoer van Nederland naar Duitsland, terwijl ze van de Nederlandse invoer uit Duitsland 72,9 procent voor hun rekening namen. De vier deelstaten verantwoordelijk voor het grootste deel van de handel zijn ook de deelstaten met het grootst aantal inwoners in Duitsland. Het hebben van veel inwoners hangt samen met een grote afzetmarkt en, in het geval van deze deelstaten, ook met veel productie. Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen hebben nog wel een redelijke afhankelijkheid van Nederland voor wat betreft hun handel, maar Baden-Württemberg en vooral Beieren voeren maar een erg klein percentage van hun totale handel in of uit naar Nederland.
1.3.2Nederlandse invoer van Duitse deelstaten, 2002 en 2018
2002 | 2018 | ||||
---|---|---|---|---|---|
waarde | aandeel in handel met NL |
waarde | aandeel in handel met NL |
aandeel NL in totale uitvoer deelstaat |
|
mld euro | % | mld euro | % | ||
Noordrijn-Westfalen | 11,3 | 35,1 | 20,6 | 30,2 | 10,5 |
Baden-Württemberg | 4,7 | 14,7 | 14,8 | 21,7 | 7,3 |
Nedersaksen | 4,5 | 14,1 | 7,7 | 11,3 | 9,0 |
Beieren | 3,7 | 11,4 | 6,6 | 9,7 | 3,5 |
Hessen | 1,8 | 5,7 | 4,4 | 6,4 | 6,8 |
Rijnland-Palts | 1,6 | 5,0 | 4,0 | 5,9 | 6,7 |
Hamburg | 0,8 | 2,5 | 2,1 | 3,1 | 4,1 |
Sleeswijk-Holstein | 0,9 | 2,9 | 1,6 | 2,3 | 7,3 |
Saksen | 0,5 | 1,5 | 1,5 | 2,2 | 3,7 |
Saksen-Anhalt | 0,4 | 1,2 | 1,1 | 1,6 | 6,7 |
Berlijn | 0,3 | 1,0 | 0,8 | 1,1 | 5,2 |
Thüringen | 0,3 | 1,0 | 0,8 | 1,1 | 4,8 |
Brandenburg | 0,4 | 1,1 | 0,7 | 1,0 | 5,1 |
Saarland | 0,4 | 1,4 | 0,6 | 0,9 | 3,8 |
Bremen | 0,3 | 1,0 | 0,6 | 0,8 | 2,6 |
Mecklenburg-Voor-Pommeren | 0,1 | 0,4 | 0,5 | 0,7 | 6,9 |
Bron:Statistisches Bundesamt Deutschland
1.3.3Nederlandse uitvoer naar Duitse deelstaten, 2002 en 2018
2002 | 2018 | ||||
---|---|---|---|---|---|
waarde | aandeel in handel met NL |
waarde | aandeel in handel met NL |
aandeel NL in totale invoer deelstaat |
|
mld euro | % | mld euro | % | ||
Noordrijn-Westfalen | 17,7 | 45,7 | 43,0 | 44,5 | 17,8 |
Baden-Württemberg | 2,9 | 7,4 | 13,7 | 14,2 | 7,7 |
Beieren | 3,4 | 8,7 | 9,9 | 10,2 | 5,2 |
Nedersaksen | 4,0 | 10,3 | 7,6 | 7,9 | 8,5 |
Hessen | 3,8 | 9,8 | 5,1 | 5,2 | 5,0 |
Rijnland-Palts | 2,0 | 5,2 | 4,0 | 4,1 | 8,7 |
Hamburg | 1,5 | 3,9 | 4,0 | 4,1 | 5,9 |
Saksen-Anhalt | 0,4 | 0,9 | 1,7 | 1,8 | 9,1 |
Berlijn | 0,4 | 1,0 | 1,5 | 1,5 | 10,6 |
Sleeswijk-Holstein | 0,7 | 1,9 | 1,3 | 1,3 | 5,8 |
Saksen | 0,5 | 1,3 | 1,3 | 1,3 | 5,1 |
Brandenburg | 0,3 | 0,7 | 1,0 | 1,0 | 4,9 |
Thüringen | 0,4 | 1,1 | 0,8 | 0,9 | 7,3 |
Bremen | 0,4 | 1,0 | 0,8 | 0,8 | 5,0 |
Saarland | 0,2 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 3,9 |
Mecklenburg-Voor-Pommeren | 0,2 | 0,4 | 0,6 | 0,6 | 8,9 |
Bron:Statistisches Bundesamt Deutschland
Sinds 2002 zijn Noordrijn-Westfalen, Baden-Württemberg, Nedersaksen en Beieren de belangrijkste leveranciers voor Nederlandse goederen uit Duitsland. Noordrijn-Westfalen had in 2018 een aandeel van 30,2 procent en was daarmee de grootste handelspartner in de bilaterale Duits-Nederlandse goederenhandel op deelstaatniveau. Het verschil in aandeel tussen Noordrijn-Westfalen (nummer één) en Baden-Württemberg (nummer twee) is echter aanzienlijk kleiner geworden sinds 2002. Baden-Württemberg wint terrein (+7 procentpunt), terwijl Noordrijn-Westfalen haar belang als leverancier van Duitse goederen aan Nederland ziet afnemen (–4,9 procentpunt). Het aandeel van Beieren en Nedersaksen daalde in de periode 2002–2018.
In 2018 was Noordrijn-Westfalen met ruime voorsprong de belangrijkste exportbestemming voor Nederland in haar handel met Duitsland. Van de vier belangrijkste deelstaten voor de Nederlandse uitvoer van goederen naar Duitsland, is van twee deelstaten het aandeel toegenomen in 2018 ten opzichte van 2002. Zo is het aandeel van Baden-Württemberg met 6,8 procentpunt gestegen en dat van Beieren met 1,5 procentpunt. Het aandeel van de andere twee deelstaten (Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen) in de Nederlandse goedereninvoer uit Duitsland is gedaald in vergelijking met 2002.
Hoewel deze vier grote en/of aangrenzende deelstaten verantwoordelijk zijn voor een groot deel van de handel met Nederland, neemt de Nederlandse handel met de overige deelstaten wel harder toe. Zo is in figuur 1.3.4 zichtbaar dat de Nederlandse handel met Berlijn, Saksen, Saksen-Anhalt, Thüringen en Sleeswijk-Holstein het hardst groeide in periode 2015 tot en met 2018. De verschillen in waarde en aandeel tussen de afzonderlijke deelstaten (zie tabel 1.3.2 en 1.3.3) zijn echter nog steeds dusdanig groot dat de Nederlandse handelsbelangen van deze deelstaten in het niet vallen bij de handelsrelaties met Noordrijn-Westfalen, Baden-Württemberg, Nedersaksen en Beieren. Een totaaloverzicht van de Nederlandse goederenhandel met alle Duitse deelstaten is digitaal beschikbaar. In de rest van deze paragraaf wordt er dan ook verder ingezoomd op deze vier deelstaten.
Noordrijn-Westfalen
Noordrijn-Westfalen is de deelstaat met de meeste inwoners en het grootste Bruto Regionaal Product (BRP) en heeft een gedeelde grens met Nederland. Met de grote economie, een hoge koopkracht en het Ruhrgebied met veel industriële bedrijven, is Noordrijn-Westfalen van de Duitse deelstaten de belangrijkste handelspartner voor Nederland. Met bijna 18 procent van de totale invoer is Noordrijn-Westfalen ook de deelstaat die voor haar invoer het meest afhankelijk is van Nederland. De deelstaat exporteert iets meer dan 10 procent van haar producten naar Nederland.
1.3.5Top 5 productgroepen Nederlandse uitvoer naar Noordrijn-Westfalen
Waarde in 2018 | Verandering t.o.v. 2015 | Aandeel NL in totale invoer Noordrijn-Westfalen NL->D | |
---|---|---|---|
mln euro | % | ||
Geraffineerde producten van aardolie | 6 129 | 29 | 70 |
Ruwe aardolie | 4 305 | 9 | 46 |
Ruwe plantaardige producten | 1 177 | 29 | 76 |
Aluminium en aluminiumlegeringen | 759 | −0,2 | 20 |
Geneesmiddelen | 620 | 195 | 10 |
Bron:Statistisches Bundesamt Deutschland
1.3.6Top 5 productgroepen Nederlandse invoer uit Noordrijn-Westfalen
Waarde in 2018 | Verandering t.o.v. 2015 | Aandeel NL in totale uitvoer Noordrijn-Westfalen D->NL | |
---|---|---|---|
mln euro | % | ||
Geneesmiddelen | 1 070 | 194 | 14 |
Geraffineerde producten van aardolie | 672 | 12 | 32 |
Elektrische energie | 619 | −19 | 73 |
Andere chemische producten | 566 | 23 | 19 |
Vrachtauto’s | 487 | 346 | 20 |
Bron:Statistisches Bundesamt Deutschland
Tabellen 1.3.5 en 1.3.6 geven de in- en uitvoer tussen Noordrijn-Westfalen en Nederland weer voor de vijf grootste productgroepen. In 2018 betrof de meeste Nederlandse uitvoer naar Noordrijn-Westfalen geraffineerde producten van aardolie met een waarde van 6,1 miljard euro, en ruwe aardolie met een waarde van 4,3 miljard euro. Van alle door Nederland uitgevoerde geraffineerde producten van aardolie naar Duitsland had 66 procent Noordrijn-Westfalen als bestemming. Voor ruwe aardolie was dit 97 procent. De uitvoer van ruwe aardolie, aardolie producten, plantaardige producten en verse groente en fruit is toegenomen sinds 2015, maar de grootste stijging is zichtbaar in de uitvoer van geneesmiddelen naar Noordrijn-Westfalen, die 195 procent gegroeid sinds 2015. Voor de invoer van verschillende producten is Noordrijn-Westfalen erg afhankelijk van Nederland, zo komt ongeveer driekwart van de geraffineerde producten van aardolie en van de ruwe plantaardige producten uit Nederland. Ook bijna de helft van de ruwe aardolie komt uit Nederland.
Producten die Nederland het meest invoerde uit Noordrijn-Westfalen waren geneesmiddelen, ter waarde van 1,1 miljard euro. De invoer van geneesmiddelen uit Noordrijn-Westfalen is sinds 2015 met 194 procent toegenomen en de invoer van auto’s is zelfs met 346 procent toegenomen. De invoer van elektriciteit is sinds 2015 met 19 procent afgenomen. Nog steeds gaat echter bijna driekwart van de export van elektriciteit uit Noordrijn-Westfalen naar Nederland.
Baden-Württemberg
Baden-Württemberg is vanuit economisch perspectief een belangrijke deelstaat voor Duitsland: het is de derde deelstaat in termen van oppervlakte, inwoneraantal en BRP. Daarnaast kent de deelstaat een erg lage werkloosheid: maar 2,5 procent van de beroepsbevolking is daar werkloos (Eurostat, 2020a). Baden-Württemberg grenst niet direct aan Nederland, maar via haar goede infrastructuur en de aanwezigheid van de Rijn kunnen de goederen relatief eenvoudig vervoerd worden tussen Nederland en deze deelstaat. Baden-Württemberg heeft een grote maakindustrie: 33 procent van alle toegevoegde waarde van de deelstaat wordt gegenereerd in deze sector, terwijl dit voor Duitsland gemiddeld maar 23 procent is (OECD, 2020). Baden-Württemberg is dan ook de tweede grootste Duitse deelstaat in termen van zowel in- als uitvoer. Het voert ongeveer evenveel aan goederen in uit Nederland, als dat de deelstaat uitvoert naar Nederland. Tussen 2015 en 2018 nam de uitvoer naar Nederland met zo’n 15 procent toe terwijl de import vanuit Nederland maar 5 procent steeg. Baden-Württemberg is zowel voor haar invoer als voor haar uitvoer voor meer dan 7 procent afhankelijk van Nederland.
1.3.7Top 5 productgroepen Nederlandse uitvoer naar Baden-Württemberg
Waarde in 2018 | Verandering t.o.v. 2015 | Aandeel NL in totale invoer Baden-Württemberg NL->D |
|
---|---|---|---|
mln euro | % | ||
Medicinale en farmaceutische producten | 5 320 | −5 | 49 |
Groenten en wortels | 358 | 11 | 41 |
Ruwe plantaardige producten | 324 | 27 | 66 |
Elektronenbuizen, transistors, half-geleiderelementen | 300 | 112 | 12 |
Geraffineerde producten van aardolie | 238 | −44 | 30 |
Bron:Statistisches Bundesamt Deutschland
1.3.8Top 5 productgroepen Nederlandse invoer uit Baden-Württemberg
Waarde in 2018 | Verandering t.o.v. 2015 | Aandeel NL in totale uitvoer Baden-Württemberg D->NL | |
---|---|---|---|
mln euro | % | ||
Medicinale en farmaceutische producten | 5 115 | −7 | 49 |
Optische elementen en brillen | 993 | 103 | 74 |
Geneesmiddelen | 711 | 109 | 5 |
Delen en onderdelen voor auto’s en tractors | 550 | 55 | 5 |
Auto’s | 450 | −2 | 2 |
Bron:Statistisches Bundesamt Deutschland
Tabellen 1.3.7 en 1.3.8 geven de in- en uitvoer tussen Baden-Württemberg en Nederland weer voor de vijf grootste productgroepen. Nederland voerde in 2018 voornamelijk medicinale en farmaceutische producten uit naar Baden-Württemberg, ter waarde van 5,3 miljard euro. Van alle door Nederland uitgevoerde medicinale en farmaceutische producten naar Duitsland was 80 procent bestemd voor Baden-Württemberg. De Nederlandse uitvoer van verse groenten en wortels, ruwe plantaardige producten en halfgeleiderelementen is sinds 2015 met respectievelijk 11, 27 en 112 procent toegenomen. Voor verschillende producten heeft Baden-Württemberg een grote afhankelijkheidsrelatie met Nederland: zo komt meer dan 40 procent van de groenten, bijna 50 procent van de medicinale en farmaceutische producten en meer dan 65 procent van alle ruwe plantaardige producten uit Nederland.
Van alle door Nederland ingevoerde Duitse medicinale en farmaceutische producten was 86 procent afkomstig uit Baden-Württemberg, wat overeenkomt met een bedrag van 5,1 miljard euro. De invoer van medicinale en farmaceutische producten uit Baden-Württemberg is sinds 2015 met 7 procent afgenomen, terwijl de invoer van geneesmiddelen met 109 procent is toegenomen. Ook de invoer van optische elementen en brillen is met 103 procent gegroeid, en die van auto- en tractor-onderdelen met 55 procent. Als afzetmarkt voor de auto’s en onderdelen hiervoor is Nederland niet erg belangrijk voor Baden-Württemberg, met respectievelijk 2 en 5 procent van de totale uitvoerwaarde. De optische elementen en brillen uit de deelstaat worden wel voor meer dan driekwart naar Nederland uitgevoerd.
Nedersaksen
Nedersaksen grenst aan het noorden van Nederland, en hoewel het op Beieren na de grootste deelstaat is qua oppervlakte, is het qua inwonertal de vierde deelstaat van Duitsland. Het BRP per inwoner ligt net onder het gemiddelde in Duitsland. Nedersaksen is de derde deelstaat in de goedereninvoer naar Nederland, en de vierde deelstaat waar Nederland haar goederen naar uitvoert. Nedersaksen is voor bijna 10 procent afhankelijk van Nederland wat betreft haar import en export.
1.3.9Top 5 productgroepen Nederlandse uitvoer naar Nedersaksen
Waarde in 2018 | Verandering t.o.v. 2015 | Aandeel NL in totale invoer Nedersaksen NL->D |
|
---|---|---|---|
mln euro | % | ||
Koolwaterstoffen | 338 | −17 | 37 |
Levende dieren | 301 | −22 | 48 |
Geraffineerde producten van aardolie | 251 | −25 | 27 |
Veevoeder | 231 | 0,1 | 23 |
Andere kunststof, in primaire vormen | 188 | 38 | 20 |
Bron:Statistisches Bundesamt Deutschland
1.3.10Top 5 productgroepen Nederlandse invoer uit Nedersaksen
Waarde in 2018 | Verandering t.o.v. 2015 | Aandeel NL in totale uitvoer Nedersaksen D->NL | |
---|---|---|---|
mln euro | % | ||
Auto’s | 411 | −48 | 3 |
Levende dieren | 293 | −6 | 60 |
Andere organische chemische producten | 290 | −8 | 48 |
Melk, room en melkproducten | 261 | 21 | 30 |
Ander vlees en eetbaar slachtafval | 255 | −3 | 15 |
Bron:Statistisches Bundesamt Deutschland
Tabellen 1.3.9 en 1.3.10 geven de in- en uitvoer tussen Nedersaksen en Nederland weer voor de vijf grootste productgroepen. Nederland voerde voor 338 miljoen euro aan koolwaterstoffen en 301 miljoen euro aan levende dieren uit naar Nedersaksen. Daarnaast exporteerde Nederland voor 251 miljoen euro aan geraffineerde producten van aardolie, voor 231 miljoen euro aan veevoeder en voor 188 miljoen euro aan kunststof in primaire vormen naar deze deelstaat. Ten opzichte van 2015 is vooral de uitvoer van kunststof naar Nedersaksen gestegen (met 38 procent). Bijna de helft van alle levende dieren die Nedersaksen invoert, komt uit Nederland.
Nedersaksen is voor 411 miljoen euro leverancier van auto’s voor Nederland. Van alle door Nederland ingevoerde Duitse auto’s was 13 procent afkomstig uit Nedersaksen. Daarnaast importeerde Nederland voor 293 miljoen euro aan levende dieren, 290 miljoen euro aan andere organische chemische producten, 261 miljoen euro aan melk, room en melkproducten (boter en kaas uitgezonderd) en 255 miljoen euro aan vlees en eetbaar slachtafval, vers of gekoeld bevroren (rund uitgezonderd) uit Nedersaksen. Van deze producten is sinds 2015 enkel de invoer van melk, room en melkproducten toegenomen. Voor de levende dieren, andere organische chemische producten en melkproducten is Nederland een grote afzetmarkt voor Nedersaksen. En hoewel de auto het product is waarvan de grootste waarde wordt ingevoerd naar Nederland, komt dat neer op maar 3 procent van alle auto-export voor Nedersaksen.
Beieren
Beieren heeft na Noordrijn-Westfalen de grootste economie in Duitsland en de inwoners hebben een hoge koopkracht. Bovendien heeft Beieren met 2,2 procent de laagste werkloosheid van alle deelstaten (Eurostat, 2020a). Beieren is vooral een grote importeur van Nederlandse goederen: het voerde in 2018 voor zo’n 9,9 miljard euro in en is daarmee de derde deelstaat qua goedereninvoer. Het voerde voor 6,6 miljard euro aan goederen uit naar Nederland. Het heeft een grote hoogwaardige industrie, met auto’s en machines als zwaartepunt. Ook Beieren heeft een bovengemiddelde maakindustrie: 28 procent van alle toegevoegde waarde van de deelstaat wordt in deze sector gegenereerd (OECD, 2020). Beieren heeft hele hoge import- en exportwaardes, waardoor het aandeel van Nederland laag is. Het voert maar 3,5 procent van haar totale export naar Nederland uit, en haalt iets meer dan 5 procent van haar import uit Nederland.
1.3.11Top 5 productgroepen Nederlandse uitvoer naar Beieren
Waarde in 2018 | Verandering t.o.v. 2015 | Aandeel NL in totale invoer Beieren NL->D | |
---|---|---|---|
mln euro | % | ||
Geneesmiddelen | 744 | −6 | 23 |
Auto’s | 661 | 145 | 7 |
Toestellen voor telecommunicatie | 645 | 11 | 9 |
Automatische gegevens verwerkende machines | 409 | 11 | 10 |
Elektronenbuizen, transistors, half-geleiderelementen | 342 | −42 | 3 |
Bron:Statistisches Bundesamt Deutschland
1.3.12Top 5 productgroepen Nederlandse invoer uit Beieren
Waarde in 2018 | Verandering t.o.v. 2015 | Aandeel NL in totale uitvoer Beieren D->NL | |
---|---|---|---|
mln euro | % | ||
Auto’s | 777 | −5 | 2 |
Onderdelen voor auto’s en tractors | 281 | 104 | 3 |
Geneesmiddelen | 210 | 25 | 9 |
Mechanisch transportmaterieel | 167 | 38 | 5 |
Materiaal voor geleiden en isoleren van elektrische stroom | 159 | 25 | 2 |
Bron:Statistisches Bundesamt Deutschland
Tabellen 1.3.11 en 1.3.12 tonen de in- en uitvoer tussen Beieren en Nederland voor de vijf grootste productgroepen. Nederland voerde veel hoogwaardige en kennisintensieve producten uit naar Beieren: voor 744 miljoen euro voerde Nederland geneesmiddelen uit naar Beieren, en voor 661 miljoen euro aan auto’s. Van alle door Nederland uitgevoerde auto’s naar Duitsland was 49 procent bestemd voor deze deelstaat. Daarnaast ging voor 342 miljoen euro aan halfgeleiderelementen vanuit Nederland naar Beieren. De samenstelling van het uitvoerpakket naar Beieren veranderde wel sterk. Waar de uitvoer van auto’s met 145 procent steeg sinds 2015, daalde de uitvoer van halfgeleiderelementen met 42 procent. Beieren is niet erg afhankelijk van Nederland voor de invoer van haar producten: van geneesmiddelen komt 23 procent uit Nederland, en ook bij de andere producten heeft Nederland maar een klein aandeel in de totale invoerwaarde van de deelstaat.
Nederland importeerde uit Beieren het meest aan auto’s (777 miljoen euro) en onderdelen voor auto’s en tractoren (281 miljoen euro). 25 procent van alle door Nederland ingevoerde Duitse auto’s en 16 procent van alle door Nederland ingevoerde Duitse auto-onderdelen kwam daarmee uit Beieren. Daarnaast ging voor 210 miljoen euro aan geneesmiddelen vanuit Nederland naar de deelstaat. De invoer van deze producten is sinds 2015 toegenomen: de auto-onderdelen zelfs met 104 procent, de geneesmiddelen met 25 procent en het mechanisch transportmaterieel met 38 procent sinds 2015. Hoewel Beieren qua waarde veel uitvoert naar Nederland, speelt Nederland maar een kleine rol in de totale uitvoer van de deelstaat. Wanneer we naar de vijf producten kijken met de grootse invoerwaarde voor Nederland uit Beieren, blijkt dat Nederland nog niet eens 10 procent uitmaakt van de totale uitvoer van deze producten voor Beieren.
1.4Hoe belangrijk is Duitsland voor de Nederlandse goederenhandel?
Duitsland grootste handelspartner voor goederen
Naast het perspectief hoe belangrijk Nederland voor Duitsland is (paragraaf 1.2), wordt in deze paragraaf het belang van Duitsland voor de Nederlandse goederenhandel bekeken op basis van CBS cijfers. Het blijkt dat voor zowel de goederenexport als de goederenimport Duitsland al jarenlang veruit de belangrijkste handelspartner voor Nederland is. In 2018 was Duitsland goed voor 22,7 procent van de Nederlandse exportwaarde; België was nummer twee met een aandeel van 10,2 procent en het Verenigd Koninkrijk drie met 8,1 procent. Wat betreft de import was Duitsland in 2018 goed voor 17,6 procent van de Nederlandse importwaarde, zie figuur 1.4.1 en 1.4.2. België was het tweede land van herkomst van goederen met een aandeel van 10,0 procent in 2018, gevolgd door China met 8,9 procent (nummer drie).
In 2018 bedroeg de Nederlandse uitvoer van goederen naar Duitsland bijna 113 miljard euro, waarvan 54 miljard aan uitvoer van Nederlandse makelij. Gemiddeld bestond daarmee in 2018 circa 52 procent van de totale uitvoer naar Duitsland uit wederuitvoer. Dat aandeel verschilt per type exportgoederen, zie figuur 1.4.3. Zo is met name voor diverse gefabriceerde goederen, machines en vervoermaterieel, en minerale brandstoffen het aandeel wederuitvoer hoog (74, 66 en respectievelijk 55 procent) terwijl dat voor voeding en levende dieren met 33 procent veel lager is. In datzelfde jaar bedroeg de invoer van goederen uit Duitsland 77,6 miljard euro. Machines en vervoermaterieel was veruit de grootste importcategorie (26,9 miljard euro) gevolgd door chemische producten (13,1 miljard euro), zie figuur 1.4.3.
De afgelopen jaren is het aandeel van Duitsland in de Nederlandse export van goederen geleidelijk iets gedaald. In 2008, vóór de crisis, was het aandeel van Duitsland in de totale Nederlandse goederenexport nog 24,5 procent. In 2018 kwam dit aandeel uit op 22,7 procent. Er is daarbij wel een verschil tussen de export van Nederlandse makelij en wederuitvoer. Tussen 2008 en 2018 daalde het aandeel van Duitsland in de export van Nederlandse makelij met 4,2 procentpunt terwijl dat voor de wederuitvoer met 1,3 procentpunt steeg. Dat verschil is relevant omdat Nederland per euro aanzienlijk meer verdient aan uitvoer van Nederlandse makelij dan aan wederuitvoer (CBS, 2019b).
Ook voor de import van goederen is Duitsland relatief minder belangrijk geworden als land van herkomst. Ten opzichte van 2008 is in 2018 het aandeel van Duitsland gedaald met 1,6 procentpunt. Voor Frankrijk daalde het aandeel met 1,3 procentpunt, terwijl dat van China juist met 1,4 procentpunt toenam.
Nederland heeft groot handelsoverschot met Duitsland
Nederland exporteert aanzienlijk meer goederen naar Duitsland dan het daar vandaan importeert. In 2018 bedroeg dit handelsoverschot 35,4 miljard euro, ruim 9 miljard euro meer dan in 2008, het jaar van de wereldwijde financiële crisis. Behalve bij de machines en vervoermaterieel, en dranken en tabak had Nederland in 2018 voor alle goederensoorten op het 1-digit SITC-niveau een handelsoverschot (CBS, 2020). De grootste handelsoverschotten traden in dat jaar op voor minerale brandstoffen (14,3 miljard euro), voeding en levende dieren (8,3 miljard euro) en chemische producten (6,2 miljard euro), zie figuur 1.4.3. Sinds 2013 is het handelsoverschot voor minerale brandstoffen wel teruggelopen; in dat jaar bedroeg het handelsoverschot voor minerale brandstoffen 22,8 miljard euro. Het totale handelsoverschot is sinds dat jaar met ruim 8 miljard euro teruggelopen.
De handel in hightech producten
Hightech producten zijn technologische producten waarbij voor de productie veel gebruik wordt gemaakt van R&D. De hightechsector is gedefinieerd volgens de internationaal erkende afbakening voor de Hightech industry and Knowledge-intensive services, opgesteld door Eurostat (2020b).
In 2018 werkten 339 duizend mensen in Nederland in de hightechsector, terwijl dat er in Duitsland meer dan 1,7 miljoen mensen waren (Eurostat, 2020b). Hiervan zijn er bijna 1,1 miljoen werkzaam in één van de vier belangrijkste Duitse handelspartners van Nederland: Baden-Württemberg, Beieren, Noordrijn-Westfalen, en, in mindere mate, Nedersaksen. De deelstaten Beieren en Baden-Württemberg zijn vooral actief in de automobiel- en de farmaceutische industrie, terwijl Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen een grote hoogwaardige metaalindustrie hebben. Daarnaast is de (maak)industrie in Noordrijn-Westfalen, Beieren en Baden-Württemberg groot (Holland High Tech, 2020). Bedrijven in Baden-Württemberg besteden bovendien verreweg het meeste geld aan R&D: in 2017 was dit 2 547 euro per inwoner. Met 1 445 euro per inwoner staat Beieren op de tweede plaats (Eurostat, 2020c). Ter vergelijking, in Nederland besteedde Noord-Brabant in 2017 het meeste geld aan onderzoek en ontwikkeling per inwoner, namelijk 1 333 euro, gevolgd door Utrecht met 1 032 euro per inwoner (Eurostat, 2020c). De Nederlandse hightechsector stelt dan ook dat Nederland naast handelspartner ook technologie- en innovatiepartner voor Duitsland kan worden (Holland High Tech, 2020).
Handel in hightech producten tussen Nederland en Duitsland
Tabel 1.4.4 toont cijfers over de handel in hightech producten tussen Nederland en Duitsland. Van de totale Nederlandse export bestond in 2018 zo’n 73 miljard euro uit hightech export, zie het Economisch profiel van Duitsland. Daarvan werd 13,5 miljard euro uitgevoerd naar Duitsland. Duitsland leverde op haar beurt in dat jaar voor 7,9 miljard euro aan hightech producten aan Nederland. Vergeleken met 2015 is de export van hightech naar Duitsland met 14,8 procent en de import daarvan uit Duitsland met 52,8 procent toegenomen.
In de handelsdata zijn de hightech producten zichtbaar die door Nederland veel ingevoerd worden uit Duitsland, namelijk elementen voor halfgeleiders zoals transistoren en processoren, medicinale en farmaceutische producten zoals vaccins en onderdelen voor telecommunicatie. Hightech producten die Nederland veel uitvoert naar Duitsland zijn voor een groot deel dezelfde soort producten, namelijk onderdelen voor telecommunicatie, medicinale en farmaceutische producten en elementen voor halfgeleiders. Maar we voeren ook veel kunstmatige lichaamsdelen zoals protheses, kantoormachines zoals kopieermachines en automatische gegevens verwerkende machines zoals laptops en externe opslagschijven uit naar Duitsland.
1.4.4Handel van hightech producten tussen Nederland en Duitsland
Invoer (D->NL) |
Uitvoer (NL->D) |
Wederuitvoer (WU) |
Aandeel WU in totale uitvoer |
|
---|---|---|---|---|
mld euro | % | |||
2015 | 5,1 | 11,7 | 8,6 | 73,1 |
2018 | 7,9 | 13,5 | 11,0 | 81,4 |
In tabel 1.4.4 kunnen we echter wel zien dat een groot deel van de uitvoer van hightech producten wederuitvoer is. Dit betreft de doorvoer van hightech goederen van buitenlandse makelij die niet voor Nederlands gebruik of verbruik zijn bestemd, hier niet of nauwelijks bewerkt worden en in eigendom komen van een Nederlands bedrijf tijdens het verblijf in Nederland. Vergeleken met 2015 is voor de hightechsector de wederuitvoer naar Duitsland met 27,7 procent toegenomen. In 2018 was bijna 11 miljard euro aan hightech productwaarde wederuitvoer. De hightech is sowieso een productcategorie die een grote wederuitvoer kent in Nederland: 76,5 procent van alle hightech export is wederuitvoer. Van de 13,5 miljard euro aan uitvoer van hightech producten naar Duitsland is 81,4 procent wederuitvoer.
Hightech producten die weinig tot geen wederuitvoer kennen (en dus voornamelijk van Nederlandse makelij zijn) en ook veel uitgevoerd worden naar Duitsland, zijn onderdelen voor vliegtuigmotoren, röntgenapparaten, meetinstrumenten, machines voor metaalbewerking en ontsmettingsmiddelen zoals pesticiden.
Aandeel wederuitvoer grootste voor Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht
De Nederlandse export naar Duitsland wordt door verschillende provincies geleverd. Niet elke provincie is daarbij even belangrijk en ook het aandeel wederuitvoer in de export naar Duitsland en het aandeel van Duitsland in de export verschilt per provincie. Zo blijkt uit tabel 1.4.5 dat Zuid-Holland in 2018 het meeste naar Duitsland exporteerde; 26 procent van de totale Nederlandse export naar Duitsland werd geleverd door bedrijven die daar gevestigd zijn. Noord-Holland is de tweede provincie, met een aandeel van 15 procent, op de voet gevolgd door Noord-Brabant. Van de export van bedrijven uit Zuid-Holland naar Duitsland betreft meer dan de helft wederuitvoer. Dit toont hoe belangrijk Zuid-Holland – en Rotterdam in het bijzonder – is voor de distributie van goederen naar Duitsland. Voor Noord-Holland en Utrecht is het aandeel wederuitvoer in de export naar Duitsland zelfs nog hoger.
Het belang van Duitsland als exportmarkt verschilt sterk tussen de Nederlandse provincies. Duitsland is het belangrijkste voor Groningen; 32 procent van de export van Groningen ging in 2018 naar Duitsland. In de jaren daarvoor was het belang van Duitsland nog veel groter. De productie en export van aardgas in Groningen is namelijk afgenomen. Van de goederenexport van Limburgse bedrijven gaat bijna 29 procent naar Duitsland. Aan de andere kant heeft voor Zeeland nog geen 15 procent van de export Duitsland als bestemming.
1.4.5Kerncijfers per provincie voor de export van goederen naar Duitsland, 2018
Aandeel provincies in NL export naar Duitsland | Aandeel wederuitvoer in de export naar Duitsland | Aandeel Duitsland in totale export per provincie | |
---|---|---|---|
% | |||
Zuid-Holland | 26,0 | 52,7 | 26,4 |
Noord-Holland | 15,1 | 55,0 | 19,0 |
Noord-Brabant | 14,9 | 37,1 | 17,0 |
Limburg | 9,9 | 38,9 | 28,8 |
Gelderland | 8,8 | 34,4 | 24,4 |
Overijssel | 8,5 | 47,3 | 28,1 |
Groningen | 5,3 | 31,1 | 31,7 |
Utrecht | 5,2 | 60,5 | 23,9 |
Flevoland | 2,1 | 36,0 | 25,1 |
Drenthe | 1,6 | 24,4 | 27,0 |
Friesland | 1,4 | 34,9 | 19,9 |
Zeeland | 1,1 | 20,4 | 14,8 |
1.5Hoe belangrijk is Duitsland voor de Nederlandse dienstenhandel?
Naast de goederenhandel is ook de dienstenhandel erg belangrijk voor Nederland. Nederland was in 2018 de zesde dienstenexporteur én -importeur ter wereld (WTO, 2019). Sinds 1995 is de Nederlandse export van goederen verdrievoudigd en de export van diensten zelfs meer dan verviervoudigd: de groei was voor de diensten (318 procent) sterker dan voor de goederen (227 procent). Vergelijkbare groeicijfers zijn waar te nemen voor import van diensten (CBS, 2019a). Waar in 1995 de dienstenexport een vijfde van de totale Nederlandse export was, was in 2018 het aandeel van de dienstenexport toegenomen tot een kwart (CBS, 2019a). In 2017 verdiende Nederland met een bruto-export van 155 miljard euro aan diensten in totaal 99 miljard euro. Per euro komt dat neer op 64 cent per euro. Dat is aanzienlijk meer dan voor de uitvoer van Nederlandse makelij en wederuitvoer. Aan de uitvoer van Nederlandse makelij verdiende Nederland in 2017 namelijk 52 cent per euro en aan wederuitvoer slechts 14 cent per euro (CBS, 2019b).
Invoer van diensten uit Duitsland steeds belangrijker voor Nederland
Circa 61 procent van de import van diensten werd in 2018 geleverd door Europese landen. Van de in totaal 207 miljard euro aan Nederlandse diensteninvoer kwam 13 procent uit de Verenigde Staten (zie figuur 1.5.1). Op een tweede plek stond Duitsland met een aandeel van 11 procent in het totaal. De vijf landen die in dat jaar de meeste diensten leverden aan Nederland waren samen goed voor 58 procent van de Nederlandse diensteninvoer. In 2018 is Duitsland relatief gezien belangrijker geworden voor Nederland als leverancier van diensten. Het aandeel van de Verenigde Staten neemt ten opzichte van 2014 af. In 2017 kromp de waarde van ingevoerde diensten uit de VS met meer dan 6,6 miljard euro tot 20,7 miljard euro, een daling van 24 procent. De dienstenimport uit de VS nam in 2017 voornamelijk af doordat Nederland 5,5 miljard euro minder vergoedingen betaalde voor het gebruik van intellectueel eigendom. Deze categorie draagt in de laatste jaren in absolute zin ook het meest bij aan de schommelingen in de import van diensten uit de VS (CBS, 2019c).
Duitsland belangrijkste afnemer van Nederlandse diensten
De Nederlandse dienstenuitvoer is sterk gericht op de EU: 70 procent van de exportwaarde van diensten ging in 2018 naar andere EU-landen. De totale Nederlandse dienstenuitvoer bedroeg ruim 210 miljard euro in 2018. Nederland exporteerde de meeste diensten naar Duitsland, namelijk 27,8 miljard euro. Figuur 1.5.2 toont dat Duitsland daarmee een aandeel van 13,2 procent had in de totale Nederlandse dienstenuitvoer. Daarna volgen Ierland (26,5 miljard euro), het Verenigd Koninkrijk (25,2 miljard euro), de Verenigde Staten (16,1 miljard euro) en België (12,0 miljard euro). Samen was de top vijf goed voor 51 procent van de totale dienstenuitvoer in 2018.
Ontwikkeling van Duitsland als handelspartner
Zowel de invoer als de uitvoer van diensten van en naar Duitsland is jaar op jaar fors gestegen, zie figuur 1.5.3. In totaal had Nederland in 2018 een handelsoverschot van 4 miljard euro in de dienstenhandel met Duitsland. Het handelsoverschot is sinds 2015 wel licht afgenomen omdat de invoer van diensten uit Duitsland harder gegroeid is dan de uitvoer.
De dienstennoot4 die Nederland voornamelijk uitvoert zijn reisverkeer (dit zijn uitgaven aan diensten en goederen door buitenlandse toeristen en zakelijke reizigers die tijdelijk naar Nederland komen), vervoersdiensten (zeevaart, luchtvaart, passagiersvervoer, vrachtvervoer) en bouwdiensten. Voor deze populaire Nederlandse exportdiensten is het aandeel van Duitsland groot. Zo had bijvoorbeeld 60 procent van de totale Nederlandse uitvoer van overig privé reisverkeer Duitsland als afnemer. Deze groep reisverkeer bestaat voornamelijk uit uitgaven van Duitsers die dagtochten naar Nederland maken of Duitse vakantiegangers die in Nederland overnachten (CBS, 2019d). Het overige passagiersvervoer is voor 53 procent afhankelijk van Duitsland.
Zakelijke diensten en vervoersdiensten dominant in diensteninvoer uit Duitsland
De vijf meest ingevoerde diensten uit Duitsland zijn goed voor 90 procent van de totale Nederlandse invoer uit Duitsland. In 2018 waren zakelijke diensten en vervoersdiensten de grootste categorieën in de Nederlandse diensteninvoer uit Duitsland, zie figuur 1.5.4. Zakelijke diensten bestaan voornamelijk uit technische diensten, professionele en managementadviesdiensten. De invoer van zakelijke diensten uit Duitsland vertoonde een grote toename tussen 2014 en 2018. In 2018 importeerde Nederland voor een bedrag van 7,9 miljard euro aan zakelijke diensten uit Duitsland; 125 procent meer dan in 2014. Deze toename is toe te schrijven aan een stijging in R&D diensten (+213 procent) en technische handelsgebonden diensten (+186 procent). De invoer van vervoersdiensten nam toe met 2,8 miljard euro, terwijl enkel de invoer van reisverkeer uit Duitsland afnam sinds 2014.
Internationaal wegvervoer vanuit Nederland naar Duitsland
Een gedeelte van wat Nederland naar Duitsland exporteert, wordt met vrachtauto’s naar Duitsland getransporteerd. Van de 137 miljoen ton die in 2018 via de weg, binnenvaart of spoor naar Duitsland werd vervoerd ging 33 procent met een vrachtauto. Binnenvaart heeft met 54 procent het grootste aandeel, bijna twee derde hiervan zijn bulkgoederen kolen en metaalertsen. Voor het Nederlandse wegvervoer is Duitsland daarmee één van de belangrijkste bestemmingen. De CBS statistiek over wegvervoer is zeer gedetailleerd en maakt het mogelijk om per vrachtautorit te bepalen waar de rit begon en eindigde. In deze box wordt ingezoomd op ritten die vrachtauto’s in 2018 vanuit Nederland naar Duitsland hebben gemaakt.
Circa 2,7 miljoen vrachtautoritten naar Duitsland in 2018
In 2018 maakten Nederlandse vrachtauto’snoot5 3,7 miljoen internationale rittennoot6 vanuit Nederland. Dit is 10 procent meer dan in 2010. Duitsland en België zijn veruit de belangrijkste bestemmingen van Nederlandse vrachtauto’s. Van alle internationale ritten vanuit Nederland ging 83 procent naar een van beide landen. Nederlandse vrachtauto’s reden in 2018 ruim 1,6 miljoen keer naar Duitsland. Het totaal aantal ritten naar Duitsland door Nederlandse vrachtauto’s steeg tussen 2010 en 2018 met 7,1 procent. Ook buitenlandse vrachtauto’s rijden vanuit Nederland vooral naar Duitsland. Van de ruim 2,7 miljoen internationale ritten die zij in 2018 vanuit Nederland maakten ging 41 procent naar Duitsland. Het totaal aantal ritten naar Duitsland door buitenlandse vrachtauto’s nam in de periode 2010–2018 met 21,5 procent toe.
Meeste ritten vlak over de Duitse grens
Zowel Nederlandse als buitenlandse vrachtauto’s rijden vooral naar de direct aan Nederland grenzende Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen, zoals zichtbaar in figuur 1.5.5. Zo had 43,7 procent van de ritten vanuit Nederland naar Duitsland door buitenlandse vrachtauto’s de deelstaat Noordrijn-Westfalen als bestemming. Bij de Nederlandse vrachtauto’s was dit aandeel zelfs 53,9 procent.
Aantal korte ritten toegenomen
Nederlandse vrachtauto’s maken steeds meer ritten naar een bestemming vlak over de Nederlandse grens. Het aantal ritten van Nederlandse vrachtauto’s naar Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen bedroeg in 2010 936 duizend, in 2018 was dit met een kwart toegenomen tot bijna 1,2 miljoen. Naar de overige bestemmingen in Duitsland nam het aantal ritten van Nederlandse vrachtauto’s tussen 2010 en 2018 met 22,4 procent af.
Het aantal ritten van buitenlandse vrachtauto’s naar Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen steeg met bijna 10 procent naar 621 duizend. Naar de verder gelegen Duitse deelstaten nam het aantal ritten door buitenlandse voertuigen in die periode met 40,6 procent toe naar 493 duizend.
Gebruik vrachtauto met Euro 6-motornoot7 vaker bij langere afstanden
In 2018 werd 63,3 procent van alle ritten naar Duitsland door Nederlandse vrachtauto’s gedaan door vrachtauto’s met een schonere motor uit de Euro 6-milieuklasse. Figuur 1.5.6 laat zien dat naarmate de ritafstand toeneemt, het gebruik van vrachtauto’s met een milieuvriendelijkere motor toeneemt. Van de ruim 1,6 miljoen grensoverschrijdende ritten vanuit Nederland naar Duitsland door Nederlandse vrachtauto’s gingen 66 van de 100 ritten niet verder dan 300 kilometer.
In 2018 werd bij ritten naar Duitsland van minder dan 51 km 44 procent met een Nederlandse vrachtauto met Euro 6-motor gereden. Bij ritten tussen 51 en 100 km lag dit aandeel op 52,5 procent. Bij ritten over een afstand van meer dan 100 kilometer loopt het gebruik van Nederlandse vrachtauto’s met een Euro 6-motor op naar gemiddeld 66,2 procent. Bij ritten vanuit Nederland naar Duitsland door buitenlandse vrachtauto’s werd 75,7 procent door vrachtauto’s met een Euro 6-motor gereden.noot8 Deze schonere buitenlandse voertuigen worden vaak voor internationale ritten gebruikt waarbij grotere afstanden worden afgelegd.
Zakelijke diensten, vervoersdiensten en reisverkeer dominant in dienstenuitvoer naar Duitsland
De vijf grootste dienstensoorten in de Nederlandse uitvoer naar Duitsland vertonen net zoals bij diensteninvoer een stijgende trend (zie figuur 1.5.7). De grootste toename in de uitvoer van diensten is net zoals bij de diensteninvoer te zien bij de zakelijke diensten, namelijk van 4,2 miljard euro in 2014 naar 6,8 miljard euro in 2018 (een toename van 60 procent). De verschillen in uitvoer tussen de drie belangrijkste dienstensoorten (zakelijke diensten, vervoersdiensten en reisverkeer) zijn beduidend kleiner dan bij de invoer van diensten.
1.6Samenvatting en conclusie
Duitsland is een belangrijke handelspartner voor Nederland en omgekeerd. Het belang van Nederland voor de Duitse handel is licht toegenomen sinds 2008, terwijl Duitsland voor Nederland in belang is afgenomen ten voordele van China en de Verenigde Staten. Voor Duitsland is Nederland de tweede goederenleverancier. De Duitse import is het meest afhankelijk van Nederland voor geraffineerde producten van aardolie, medicinale en farmaceutische producten, en ruwe aardolie. Wat betreft de uitvoer van goederen is Nederland qua omvang de vierde bestemming voor de Duitse producten. De Duitse uitvoer van medicinale en farmaceutische producten, geneesmiddelen en toestellen voor telecommunicatie is daarbij het meeste op Nederland gericht.
Noordrijn-Westfalen, Baden-Württemberg, Nedersaksen en Beieren ontvangen samen meer dan driekwart van de uitvoer van Nederland naar Duitsland, terwijl ze meer dan 70 procent van de Nederlandse invoer uit Duitsland voor hun rekening nemen. Noordrijn-Westfalen is met een aandeel van 30 procent veruit de belangrijkste exportbestemming voor Nederland. In de periode 2002–2018 is het aandeel van Baden-Württemberg in de Nederlandse goedereninvoer met 8,2 procentpunt gestegen en dat van Beieren met 2,5 procentpunt terwijl dat van Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen is gedaald.
Duitsland is op haar beurt ook belangrijk voor Nederland. Zowel voor de goederenexport als de goederenimport is Duitsland al jarenlang de grootste handelspartner voor Nederland. In 2018 was Duitsland goed voor 22,7 procent van de Nederlandse exportwaarde. In 2018 bedroeg de Nederlandse uitvoer van goederen naar Duitsland bijna 113 miljard euro, waarvan 59 miljard aan wederuitvoer. Met name bij diverse gefabriceerde goederen, machines en vervoermaterieel, en minerale brandstoffen is het aandeel wederuitvoer hoog. Tussen 2008 en 2018 daalde het aandeel van Duitsland in de export van Nederlandse makelij met 4,2 procentpunt terwijl dat voor de wederuitvoer met 1,3 procentpunt steeg. In totaal daalde het aandeel van Duitsland in de Nederlandse goederenexport.
Zuid-Holland is de grootste exporteur van goederen naar Duitsland, gevolgd door Noord-Holland en Noord-Brabant. Uitgesplitst naar provincies hebben Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht het grootste aandeel wederuitvoer. Duitsland is de grootste exportmarkt voor bedrijven uit Groningen en Limburg.
Wat betreft de import was Duitsland met 77,6 miljard euro in 2018 goed voor 17,6 procent van de Nederlandse importwaarde; machines en vervoermaterieel was daarbij veruit de grootste importcategorie. In totaal is in de afgelopen 20 jaar de Duitse goederenhandel met Nederland zowel qua import als export meer dan verdubbeld. Voor de import van goederen is Duitsland relatief minder belangrijk geworden als land van herkomst. Ten opzichte van 2008 is in 2018 het aandeel van Duitsland in de Nederlandse goederenexport met 1,6 procentpunt gedaald.
Ook voor de dienstenhandel is Duitsland belangrijk voor Nederland. Duitsland is qua omvang de belangrijkste afnemer van Nederlandse diensten en bij de diensteninvoer de tweede leverancier. Bij de dienstenuitvoer naar Duitsland zijn de zakelijke diensten, de vervoersdiensten en het reisverkeer dominant; bij de diensteninvoer uit Duitsland zijn dat zakelijke diensten en vervoersdiensten. Tussen 2014 en 2018 is het aandeel van Duitsland zowel bij de dienstenexport als de dienstenimport gestegen. De dienstenhandel resulteerde in een handelsoverschot voor Nederland; in 2018 was dat overschot 4 miljard euro.
1.7Bijlage: databeschrijving
Dit hoofdstuk beschrijft de goederen- en dienstenhandel tussen Nederland en Duitsland, zowel met Duitsland als geheel als met de afzonderlijke Duitse deelstaten. Zowel het CBS als het statistiekbureau van Duitsland, het Statistisches Bundesamt Deutschland, verzamelen beiden gegevens over de goederenhandel tussen Nederland en Duitsland op totaalniveau. De Duitse cijfers over de Duitse goederenhandel worden in paragraaf 1.2 gebruikt. Alleen het Duitse statistiekbureau verzamelt gegevens over de goederenhandel van Nederland met de afzonderlijke deelstaten. In paragraaf 1.3 wordt deze handelsdata op deelstaatniveau gebruikt. De Nederlandse cijfers over de Nederlandse handel komen in paragraaf 1.4 (goederen) en 1.5 (diensten) aan bod.
Er zijn echter op totaalniveau grote cijfermatige verschillen tussen de Nederlandse, de federale Duitse en de Duitse deelstaat handelstotalen, zoals zichtbaar in tabel 1.7.1. De verschillen tussen de Nederlandse en de federale Duitse cijfers zijn te wijten aan asymmetrieën in de handelsstatistieken en conceptuele verschillen. De federale Duitse cijfers en de Duitse deelstaatcijfers wijken onderling af vanwege rapportageverschillen op het federale niveau en het deelstaatniveau.
1.7.1Verschillen tussen Nederlandse cijfers, federale Duitse cijfers en Duitse deelstaatcijfers, 2018
Nederlands perspectief | Duits perspectief | Duits perspectief | |
---|---|---|---|
totaal Duitsland | totaal Duitsland | som alle Duitse deelstaten | |
mld euro | |||
Goederen van Nederland naar Duitsland | 113,0 | 97,7 | 96,6 |
Goederen van Duitsland naar Nederland | 77,6 | 91,1 | 68,1 |
Bron:Statistisches Bundesamt Deutschland en CBS
Asymmetrieën in de handelsstatistieken
Ten eerste kunnen die verschillen in cijfers verklaard worden door handelsasymmetrieën, die voortkomen uit afwijkende handelscijfers tussen landen met betrekking tot dezelfde goederenstroom. Het kan gaan over afwijkingen in de methodes om, waar dat nodig is, specifieke goederenstromen bij te schatten, of afwijkingen in de opgave tussen Duitse en Nederlandse bedrijven met betrekking tot dezelfde goederenstroom. Dat laatste kan veroorzaakt worden door een foutieve opgave door de handelende bedrijven of een verschil in interpretatie door bedrijven ten aanzien van het land van herkomst of bestemming. De opgaves door de bedrijven uit verschillende landen voor dezelfde goederenstroom, of de schattingen van een specifieke handelsstroom, komen dan niet overeen.
Conceptuele verschillen
Ten tweede kunnen de verschillen in handelscijfers voortkomen uit bewuste conceptuele keuzes die anders kunnen zijn voor de diverse statistiekbureaus.
Duitsland hanteert het ‘land van oorsprong’-principe, waarbij het land waar de goederen geproduceerd zijn als exportland geregistreerd wordt (Destatis, 2018). Het exportland van oorsprong bepalen is niet altijd eenvoudig omdat bijvoorbeeld een product in meerdere landen gemaakt kan worden of omdat het land van oorsprong niet altijd bekend is. Hierdoor wordt een deel van de goederen toch geregistreerd als afkomstig uit het land van herkomst (in dit geval Nederland) in plaats van het land van oorsprong.
Nederland aan de andere kant hanteert het ‘herkomst en bestemming’-principe, waarbij het laatste land waar de goederen geweest zijn als uitvoerend land geregistreerd wordt en het afnemende land als land van bestemming. Een voorbeeld is de invoer van bananen uit Ecuador door een Nederlandse handelaar die de bananen uitvoert naar Duitsland. Volgens het ‘land van herkomst en bestemming’-principe registreert het CBS een invoer uit Ecuador en een uitvoer naar Duitsland (zij het wederuitvoer, omdat er geen verwerking van de bananen plaatsvindt). In overeenstemming met het ‘land van oorsprong’-principe wijzen de Duitse statistieken echter dezelfde invoer toe aan Ecuador (Destatis, 2018).
Rapportages van de deelstaten
Het derde verschil tussen de cijfers komt voort uit het feit dat de deelstaten geen doorvoerstromen registeren, maar enkel de export van productie door de deelstaten zelf en de invoer voor de Duitse markt. Er moet ook vermeld worden dat enkel de internationale goederenhandel van Duitse deelstaten met andere landen – zoals Nederland – is meegenomen in de cijfers op deelstaatniveau. De Duitse deelstaat die de goederen verhandelt, is niet per definitie de uiteindelijke deelstaat van herkomst of bestemming. Wanneer bijvoorbeeld Nederlandse producten ingevoerd worden door een bedrijf in Hamburg om vervolgens doorverkocht te worden aan een bedrijf in de deelstaat Brandenburg, wordt enkel de handel tussen Nederland en Hamburg meegenomen en Brandenburg wordt dan niet in de cijfers opgenomen.
1.8Literatuur
Literatuur
CBS (2016). CBS Internationaliseringsmonitor 2016, derde kwartaal: Duitsland. Centraal Bureau voor de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.
CBS (2017). CBS Internationaliseringsmonitor 2017, tweede kwartaal: Internationale handel in diensten. Centraal Bureau voor de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.
CBS (2019a). Opbouw binnenlands product (bbp); nationale rekeningen. [Database]. Geraadpleegd op 10 januari 2020.
CBS (2019b). Nederland Handelsland 2019: export, investeringen en werkgelegenheid. Centraal Bureau voor de Statistiek: Den Haag/Heerlen/Bonaire.
CBS (2019c). CBS Internationaliseringsmonitor 2019, eerste kwartaal: Verenigde Staten. Centraal Bureau voor de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.
CBS (2019d). Bijna 10 miljoen verblijfsgasten in juli en augustus. Centraal Bureau voor de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.
CBS (2020). Internationale handel; in-, (weder)uitvoer, SITC (1 digit), landen(groepen). [Database]. Geraadpleegd op 23 januari 2020.
Destatis (2018). Methods, approaches, developments: information of the German Federal Statistical Office. Geraadpleegd op 23 januari 2020.
Eurostat (2020a). Unemployment by sex, age and NUTS 2 regions (%) [Database]. Geraadpleegd op 16 januari 2020.
Eurostat (2020b). High-tech industry and knowledge-intensive services: Annex 3 High-tech aggregation by NACE Rev.2 & Annex 5 High-tech aggregation by SITC Rev.4. Geraadpleegd op 20 januari 2020.
Eurostat (2020c). Employment in technology and knowledge-intensive sectors by NUTS 2 regions and sex (from 2008 onwards, NACE Rev. 2) [Database]. Geraadpleegd op 17 januari 2020.
Eurostat (2020d). Intramural R&D expenditure (GERD) by sectors of performance and NUTS 2 regions [Database]. Geraadpleegd op 17 januari 2020.
Holland High Tech (2020). Duitslandplan Topsector High Tech Systemen en Materialen. Partnerschap in handel én innovatie. Geraadpleegd op 17 januari 2020.
OECD (2020). Regional economy [Database]. Geraadpleegd op 16 januari 2020.
Ramaekers, P. & Voncken, R. (2016). Trends in de handel met Duitse deelstaten. In: Jaarsma & Voncken (eds.). Internationaliseringsmonitor 2016-III Duitsland. Centraal Bureau voor de Statistiek: Den Haag/Heerlen/Bonaire.
Ramaekers, P. (2019). Geografische dimensie van de Nederlandse goederenhandel. In: CBS (2019). Nederland Handelsland: Export, investeringen & werkgelegenheid. Centraal Bureau voor de Statistiek: Den Haag/Heerlen/Bonaire.
RVO (2019). Handel Nederland – Duitsland. Geraadpleegd op 15 januari 2020.
WTO (2019), Trade profiles, Trade in services. [Database]. Geraadpleegd op 10 januari 2020.
Noten
De Duitse en Nederlandse cijfers over de internationale handel komen op verschillende manieren tot stand. Zo is de methode van waarnemen, registreren en verwerken anders en zijn er verschillen in methode en concepten. Zo hanteert het Duitse statistiekbureau bijvoorbeeld het ‘land van oorsprong’-principe, bij het toekennen van een handelsstroom aan een partnerland, in tegenstelling tot de Nederlandse data waarbij het ‘herkomst’-principe geldt (zie de databeschrijving in de bijlage in paragraaf 1.7).
Zowel bij de belangrijkste tien importgoederen op SITC 3-digit niveau als de belangrijkste tien exportgoederen op SITC 3-digit niveau geldt dat in de Duitse statistieken ‘Boordprovisie en benodigdheden voor schepen en vliegtuigen’ wordt uitgesloten. Boordprovisie is belangrijk bij de handel met Nederland. Het gaat echter niet om feitelijke import- en exportgoederen, maar om goederen die voor de volledigheid van naleving van het principe van grensoverschrijding bij de totale import en export worden geteld. Boordprovisie betreft goederen en brandstoffen die via schepen en vliegtuigen over de grens worden gebracht. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan kerosine die wordt getankt om van Duitsland naar Nederland te vliegen of voedsel wat aan boord van schepen wordt genuttigd bij een tocht van Nederland naar Duitsland.
Een kanttekening hierbij is dat de producten worden geregistreerd in de deelstaat waar het bedrijf gevestigd is, waar ze aankomen of vanuit waar ze de grens overgaan. En dat is vaak een aangrenzende deelstaat van Nederland. Hierbij wordt geen rekening gehouden met het feit dat de goederen in een andere deelstaat gebruikt worden dan de deelstaat waar ze Duitsland binnenkomen.
De internationale dienstenhandel is onder te verdelen in twaalf hoofdgroepen van dienstensoorten. Dat zijn: industriële diensten, onderhoud en reparatie, vervoersdiensten, reisverkeer, bouwdiensten, verzekeringsdiensten, financiële diensten, gebruik van intellectueel eigendom, telecommunicatie- en computerdiensten, zakelijke diensten, persoonlijke/culturele/recreatieve diensten en overheidsdiensten.
Nederlandse vrachtauto’s zijn vrachtauto’s met een Nederlands kenteken. Buitenlandse vrachtauto’s zijn vrachtauto’s met een buitenlands (= niet-Nederlands) kenteken.
Het gaat uitsluitend om beladen ritten.
Om de luchtverontreiniging door het wegverkeer terug te dringen zijn vanaf het begin van de jaren zeventig door de EG/EU normen vastgesteld waaraan voertuigen moeten voldoen om op de markt te komen. Deze typekeuringseisen zijn vervolgens in de nationale wetgevingen opgenomen en zijn in de loop der jaren steeds verder aangescherpt. De meest recente normen worden EURO-normen genoemd. Vanaf januari 2013 mogen uitsluitend nieuwe vrachtauto’s met een Euro 6-motor worden verkocht.
Buitenlandse vrachtauto’s in de leeftijdscategorie 4 tot en met 7 jaar zijn verdeeld over Euro 5 en 6 op basis van de aandelen van de Nederlandse vrachtauto’s van deze leeftijd.