Niet-tarifaire maatregelen en de kwaliteit van de export
Dit hoofdstuk verbindt de twee kernthema’s van deze Internationaliseringsmonitor, handelspolitiek (zie hoofdstuk 3) en de kwaliteit van de Nederlandse export (zie hoofdstuk 1 en 2). Zoals beschreven in hoofdstuk 3 zijn er geregeld discussies over de vraag of niet-tarifaire maatregelen (NTM’s) protectionistische of politieke motieven hebben of dat ze daadwerkelijk genomen worden om de kwaliteit en veiligheid van geïmporteerde producten te waarborgen. Dit hoofdstuk beschrijft in hoeverre de aanwezigheid van NTM’s samenhangt met exportkwaliteit, waarbij de prijs per eenheid als maatstaf voor exportkwaliteit wordt gebruikt.
4.1Inleiding
Tot dusver heeft deze monitor vooral het thema exportkwaliteit behandeld. Aangezien handelspolitieke instrumenten zoals niet-tarifaire maatregelen (NTM’s) – die in het vorige hoofdstuk aan bod kwamen – de kwaliteit van internationaal verhandelde producten kunnen beïnvloeden, zijn deze twee op het eerste zicht afzonderlijke thema’s in werkelijkheid nauw met elkaar verbonden. Zodra een bedrijf bepaalde goederen wil exporteren naar een land dat een NTM heeft ingesteld op bepaalde importgoederen – bijvoorbeeld dat een product aan bepaalde brandveiligheidseisen moet voldoen – dan zal het bedrijf aan deze eisen moeten voldoen voordat het product wordt toegelaten in het ontvangende land. Zulke eisen kunnen er dus voor zorgen dat producten die naar landen worden geëxporteerd met bepaalde NTM’s kwalitatief beter en duurder zijn dan de producten die naar landen gaan zonder dergelijke NTM’s.
Het vorige hoofdstuk bood een beknopt overzicht van niet-tarifaire maatregelen (NTM’s). Daarbij werden de 16 verschillende hoofdstukken in de NTM-classificatie al kort besproken (tabel 3.3.2). Van die hoofdstukken zijn alleen de technische hoofdstukken A en B specifiek gericht op het waarborgen van de kwaliteit en veiligheid van individuele producten. De zogenaamde sanitaire en fytosanitaire (SPS) maatregelen van hoofdstuk A hebben daarbij vooral betrekking op voedselveiligheid terwijl de technische handelsbarrières (TBT) uit hoofdstuk B meer specifiek gericht zijn op het verhogen van de kwaliteit voor geïmporteerde processen en producten, alsook het beschermen van de natuur.
Leeswijzer
Zoals al beschreven in het vorige hoofdstuk is het echter niet altijd duidelijk of een technische NTM oprecht wordt ingesteld om de kwaliteit van een geïmporteerd product te waarborgen. Het is ook mogelijk dat het gebruikt wordt als een alternatief voor een handelstarief of dat er een politieke motivatie achter de regelgeving schuil gaat. Hoe dan ook, in beide gevallen werpt de NTM een barrière op voor exporteurs uit andere landen, wat consequenties kan hebben voor de kwaliteit en prijs van het te exporteren product. Dit hoofdstuk zal in beschrijvende zin laten zien in welke mate de kwaliteit van onze export samenhangt met de NTM’s die het importerende land hanteert. Door middel van drie beschrijvende analyses wordt de correlatie tussen de aanwezigheid van NTM’s en de prijs per eenheid onderzocht. We zullen daartoe de inzichten uit de vorige drie hoofdstukken met elkaar combineren.
We gebruiken in deze analyse dus niet de schattingsmethode voor de kwaliteit van de export zoals die in hoofdstuk 2 aan bod kwam. Dit doen we omdat het hier om een eerste beschrijvende schets gaat van de correlatie tussen exportkwaliteit en NTM’s. Daarbij is het nuttig om aan te sluiten bij de meest gangbare opzet van bestaand onderzoek en daarin wordt meestal de eenheidsprijs gebruikt als grove benadering van kwaliteit (zie bijvoorbeeld Ghodsi, 2015; Carranza et al., 2019; Bastos & Silva, 2010). Verondersteld wordt dan dat van twee dezelfde producten, het alternatief met de hoogste eenheidsprijs van betere kwaliteit is dan de variant met de lagere prijs. De econometrische schattingsmethode die in hoofdstuk 2 is toegepast is zowel zuiverder als complexer. Het streven is om deze methode na aanvullende validatie in toekomstig vervolgonderzoek ook op het handelspolitieke terrein toe te passen.
4.2NTM’s en de kwaliteit van exportproducten
Verschillende onderzoekers hebben laten zien dat NTM’s, en dan met name de SPS- en TBT-maatregelen, de kwaliteit van exportproducten verhogen (Movchan et al., 2018; Disdier et al., 2018; Curzi et al., 2017; Ghodsi, 2015). We gaan in beschrijvende zin op drie manieren naar deze relatie kijken vanuit Nederlands perspectief. Figuur 4.2.1 laat allereerst drie Nederlandse exportproducten zien: deuren en ramen van staal, autobanden en opblaasbare ballen (voor het beoefenen van sport). Deze producten zijn in sommige exportbestemmingen wel onderhevig aan NTM’s, en in sommige bestemmingen niet. Om de vergelijking zo zuiver mogelijk te maken kijken we alleen naar bestemmingen buiten de EU met een hoog ontwikkelingsniveau. De boxplot geeft een weergave van de prijsschema’s van de drie producten waarbij we een onderscheid maken tussen wel of geen aanwezige NTM’s. Daarbij stelt de horizontale lijn de mediane eenheidsprijs voor en de hoogte van de box en de afstand tussen de bovenste en onderste gekleurde lijn geven weer hoe groot de spreiding rond de mediaan is per product.
We zien dat voor deze selectie van drie producten het algemene beeld uit de literatuur bevestigd wordt: de prijs van een exportproduct is hoger wanneer er in de ontvangende markt een NTM geldt. Dit kan betekenen dat exporterende bedrijven daadwerkelijk de kwaliteit van hun producten opschroeven wanneer er een NTM opgelegd is. In dat geval heeft de NTM dan niet alleen de producten van onvoldoende kwaliteit geweerd, maar er ook nog eens voor gezorgd dat andere bedrijven hun producten verbeteren.
In figuur 4.2.1 is ook zichtbaar dat het verschil tussen de hoogste en laagste eenheidsprijs voor zowel autobanden als opblaasbare ballen relatief klein is vergeleken met het verschil bij deuren en ramen. Deze relatief beperkte spreiding van de prijsniveaus zou er op kunnen wijzen dat de gepercipieerde kwaliteit van autobanden en opblaasbare ballen relatief homogeen is vergeleken met deuren en ramen. Met andere woorden, in de Nederlandse export van autobanden en opblaasbare ballen zit relatief weinig variatie in het kwaliteitsniveau terwijl de export van deuren en ramen wel veel spreiding in kwaliteit kent. In het geval van autobanden en opblaasbare ballen is het prijsverschil tussen exporteren naar landen met en landen zonder NTM’s relatief groot, wat overeenkomt met de bevindingen van Ludema & Yu (2016). Zij zien namelijk dat bij producten die moeilijk te differentiëren zijn, de prijzen al relatief laag liggen. Hierdoor heeft de exporteur weinig marge om de kosten van de NTM als het ware op te vangen. In dat geval heeft de aanwezigheid van NTM’s daarom relatief veel effect op de prijs per eenheid.
Hetzelfde beeld zien we als we inzoomen op de Nederlandse export naar de Verenigde Staten en Canada. In figuur 4.2.2 wordt de eenheidsprijs van de export vergeleken tussen deze twee landen. Deze twee landen zijn vergelijkbaar in afstand tot Nederland en ontwikkelingsniveau. Er is echter een groot verschil in de mate waarin NTM’s worden genomen door beide landen, met name als het gaat om NTM’s uit hoofdstuk A, de sanitaire en fytosanitaire maatregelen. Daar zien we namelijk dat er ongeveer 1 900 Nederlandse exportproducten zijn waarop de VS een NTM ingesteld heeft en Canada niet. Omgekeerd zien we in hoofdstuk A geen producten waarop Canada wel een NTM heeft ingesteld en de VS niet. We detecteren slechts een kleine groep producten waarop beide landen NTM’s hebben ingevoerd. Daarmee vormt deze set van 1 900 producten een geschikte casestudy voor onze analyse.
Uit figuur 4.2.2 blijkt dat de mediane eenheidsprijs van de producten die naar de VS uitgevoerd worden, hoger ligt dan die van dezelfde set producten die naar Canada worden geëxporteerd. Bovendien zien we dat de ondergrens van de box hoger ligt bij de export naar de VS. Dit kan betekenen, in lijn met Disdier et al. (2018), dat het instellen van NTM’s gericht op kwaliteit bedrijven met producten van lage kwaliteit ervan weerhoudt om te exporteren. Daarnaast blijkt uit verdere analyse dat de meerderheid van de transactieprijzen van de producten geëxporteerd naar Canada (zonder NTM) lager ligt dan de gemiddelde prijs van hetzelfde product bestemd voor de VS (met NTM). Dit hogere prijsbeeld voor de export naar de VS ten opzichte van Canada wijst op het bestaan van een positieve correlatie tussen NTM’s, eenheidsprijzen en de kwaliteit van de export.
Ten slotte proberen we de geobserveerde correlaties op individueel product- en landniveau te veralgemeniseren met een eenvoudige regressie. Daartoe hebben we twee regressiemodellen geschat, beide met (de log van) de eenheidsprijs per transactie als afhankelijke variabele. In het eerste model is een dummyvariabele opgenomen die aangeeft of er voor de betreffende product-land-combinatie een NTM geldt of niet. In het tweede model is (de log van) het aantal actieve NTM’s per product-land-combinatie als onafhankelijke variabele opgenomen. Daarnaast controleren we in beide modellen voor vaste effecten op het niveau van bedrijf-bestemmingsland-combinaties.
Beide regressies leveren een eenduidig beeld op: de prijs per eenheid is hoger als er NTM’s van toepassing zijn op het betreffende product in het bestemmingsland dan wanneer er geen NTM’s gelden. Bovendien zien we dat hoe meer NTM’s er van toepassing zijn op een bepaald product, hoe hoger de prijs is die Nederlandse exporteurs er voor rekenen. Deze correlatie is grafisch weergegeven in figuur 4.2.3 door op basis van de regressieresultaten een geschatte eenheidsprijs af te zetten tegen het aantal geldende NTM’s. Dat de prijs per eenheid oploopt in het aantal van toepassing zijnde NTM’s is intuïtief logisch. Immers, hoe meer regelgeving er is waaraan de exporteur zijn product moet laten voldoen, hoe kostbaarder het product uiteindelijk wordt.
4.2.3 Verband tussen eenheidsprijs en aantal aanwezige NTM’s

4.3Conclusie
Hoewel overheden die niet-tarifaire maatregelen opleggen soms het verwijt krijgen protectionistische of politieke motieven voor hun handelsbeleid te hebben, zouden de maatregelen er in principe moeten zijn om de kwaliteit en veiligheid van geïmporteerde producten te waarborgen. Onderzoekers vinden over het algemeen dan ook dat de aanwezigheid van NTM’s de kwaliteit van ingevoerde goederen verhoogt. In dit hoofdstuk is in beschrijvende zin gekeken in hoeverre dit patroon ook zichtbaar is voor de Nederlandse export waarbij de prijs per eenheid product als grove benadering van kwaliteit is gebruikt.
Op drie verschillende manieren is in dit hoofdstuk aangetoond dat de eenheidsprijs van Nederlandse exportproducten hoger is wanneer deze uitgevoerd worden naar landen die op het betreffende product NTM’s hebben ingesteld dan wanneer ze uitgevoerd worden naar landen zonder NTM’s. Ook de ruimte voor productdifferentiatie wat betreft kwaliteit en het aantal NTM’s dat van toepassing is op een specifiek product lijkt hierbij een rol te spelen. We merken wel op dat het gebruik van de prijs per eenheid als maat voor kwaliteit een grove benadering geeft en in die zin zijn de analyses in dit hoofdstuk bedoeld als een eerste poging om niet-tarifaire maatregelen, exportkwaliteit en eenheidsprijzen aan elkaar te relateren. In vervolgonderzoek omtrent dit thema zal worden geprobeerd om andere, zuiverdere indicatoren van kwaliteit te gebruiken.
4.4Literatuur
Literatuur
Bastos, P., & Silva, J. (2010). The quality of a firm’s exports: Where you export to matters. Journal of International Economics, 82(2), 99–111.
Carranza, J. E., González-Ramírez, A., & Pérez, A. (2019). The quality and the destination of the Colombian manufacturing exports. The Journal of International Trade & Economic Development, 1–25.
Curzi, D., Shuster, M., Maertens, M., Olper, A. (2017). Standards, trade margins and product quality: Firm-level evidence from Peru. Article presented at the 15th EAAE Conference, Parma.
Disdier, A., Gaigné, C. Herghelegiu, C. (2018). Do standards improve the quality of traded products? ECARES working paper 2018–38.
Ghodsi, M. (2015). The role of specific trade concerns raised on TBTs in the import of products to the EU, USA and China. The Vienna Institute for International Economic Studies, Working Paper 116.
Ludema, R.D., Yu, Z. (2016). Tariff pass-through, firm heterogeneity and product quality. Journal of International Economics, 103, 234–249.
Movchan, V., Shepotylo, O., Vakhitov, V. (2018). Non-tariff measures, quality and exporting: evidence from microdata in food processing in Ukraine. European Review of Agricultural Economics, 1–33.