44 procent van de dienstenhandelaren exporteert eenmalig

Foto omschrijving: Wetenschapper bezig met onderzoek in een laboratorium.

Incidentele handel in diensten

Auteurs: Marcel van den Berg, Ahmed Boutorat, Loe Franssen, Angie Mounir

Incidentele exporteurs en importeurs bestaan niet alleen onder goederenhandelaars. Ook onder dienstenhandelaars lijkt een deel slechts incidenteel te exporteren en/of importeren. In dit hoofdstuk brengen we de verschillende handelspatronen van dienstenexporteurs en importeurs in kaart. Hoe vaak komen incidentele exporteurs voor in het geval van diensten? Gebeurt dit vaker dan in het geval van goederen of juist niet? Hoe stabiel is de exportstatus tussen 2015 en 2016? Hoeveel van de incidentele dienstenexporteurs van 2015 groeien een jaar later uit tot structurele exporteurs? Deze en andere vragen worden in dit hoofdstuk beantwoord.

3.1Inleiding

De Nederlandse export is goed voor een derde van het Nederlandse bruto binnenlands product. Verder is de export van diensten alleen goed voor 11 procent van het bbp en een derde van de Nederlandse verdiensten aan internationale handel (CBS, 2017). Hoofdstukken 1 en 2 hebben gekeken naar de bedrijven achter de goederenhandel. Daarin stond een aantal vragen centraal: Hoeveel exporteurs kent Nederland ieder jaar? Exporteren de meeste bedrijven jaar in, jaar uit of starten en stoppen de meeste bedrijven juist meerdere malen met exporteren? Welke handelspatronen komen het meeste voor onder goederenhandelaars en uit welke patronen wordt de bulk van de export gegenereerd? En kunnen we op basis van de waargenomen handelspatronen bepalen wat een structurele en wat een incidentele exporteur is? In dit hoofdstuk beantwoorden we deze vragen voor dienstenhandelaars in de periode 2012 tot en met 2016 en zetten we onze bevindingen af tegen de conclusies van de vorige twee hoofdstukken om verschillen in handelspatronen tussen goederen- en dienstenhandel in kaart te brengen.

88% van de totale dienstenexport tussen 2012 en 2016 is dankzij bedrijven die ieder jaar exporteren
15% van de incidentele dienstenexporteurs van 2015 groeit uit tot structurele exporteur in 2016

3.2Ontwikkeling aantal dienstenexporteurs en importeurs

Figuur 3.2.1 toont de ontwikkeling van het aantal dienstenexporteurs in Nederland in de periode 2012–2016. Zo blijkt het aantal dienstenexporteurs in Nederland gestaag toe te nemen tussen 2012 en 2016, van ruim 47 duizend exporteurs in 2012 naar bijna 70 duizend in 2016. Echter, deze geleidelijke toename ging niet altijd even snel. In de jaren 2013 tot en met 2015 daalde de groei van het aantal exporteurs. Pas in 2016 nam de groei daarvan licht toe.

Ook aan de importzijde zien we een stijgende trend in het aantal dienstenimporteurs, van ruim 175 duizend importeurs in 2012 naar ruim 265 duizend in 2016 (figuur 3.2.2). Net zoals bij de goederenhandel, ligt het aantal dienstenimporteurs aanzienlijk hoger dan het aantal dienstenexporteurs. De groei daarvan wisselde sterk van jaar op jaar. Zo groeide het aantal dienstenimporteurs met 16 procent tussen 2012 en 2013, met 7 procent tussen 2014 en 2015 en vervolgens weer met 13 procent tussen 2015 en 2016.

18% van de dienstenexporteurs tussen 2012 en 2016 exporteerde ieder jaar

3.3Handelspatronen diensten­exporteurs en importeurs

In totaal zijn ruim 123 duizend unieke bedrijven in minimaal één jaar tussen 2012 en 2016 actief geweest als dienstenexporteur. Deze groep exporteurs is verre van homogeen. Figuur 3.3.1 toont de verschillende handelspatronen binnen deze groep in de periode 2012–2016.

Van de bedrijven die tussen 2012 en 2016 diensten geëxporteerd hebben, deed slechts 18 procent dat ook ieder jaar. Deze beperkte groep bedrijven was echter goed voor bijna 90 procent van de waarde van de dienstenexport in de betreffende periode. Naast deze stabiele exporteurs, waren bedrijven die drie of vier achtereenvolgende jaren exporteerde goed voor ongeveer 18 procent van de unieke exporteurs en negen procent van de waarde van de export van diensten tussen 2012 en 2016. Ruim 65 procent van deze bedrijven was exporteerde ook in 2016, het meest recent jaar waarvoor gegevens over dienstenhandel beschikbaar zijn. Mogelijk zal deze groep deels uitgroeien tot stabiele exporteur

Figuur 3.3.2 vergelijkt de verschillende patronen in goederen- en dienstenuitvoer in termen van aantallen exporteurs tussen 2012 en 2016. Dienstenexporteurs hebben vergeleken met goederenexporteurs andere exportpatronen. Zo laat figuur 3.3.2 zien dat 13 procent van de goederenexporteurs meerdere keren start met exporteren, ten opzichte van 6 procent van de dienstenexporteurs. In tegenstelling tot goederenexport, lijken knipperlichtexporteurs dus relatief beperkt van omvang te zijn in het geval van diensten. Daarnaast zijn goederenexporteurs in de periode 2012–2016 relatief vaker stabiele exporteurs dan bedrijven die diensten uitvoeren. Verder exporteert ruim 44 procent van de dienstenexporteurs maximaal één jaar in een periode van vijf jaar. Onder goederenexporteurs tussen 2012 en 2016 komt dat in slechts 27 procent van de gevallen voor. Goederenexporteurs lijken dus relatief langer te exporteren en na een ‘mislukking’ vaker opnieuw te beginnen dan dienstenexporteurs.

44% van de diensten­exporteurs tussen 2012 en 2016 exporteerde eenmalig, dat ten opzichte van 27% onder goederen­exporteurs Buitenvorm Binnenvorm

De onderliggende verklaring voor deze verschillen tussen diensten en goederenexporteurs is verre van evident. Is starten en/of overleven op internationale dienstenmarkten moeilijker dan op goederenmarkten? Damijan et al. (2015) laten bijvoorbeeld zien dat starten met het exporteren van diensten gepaard gaat met hogere kosten ten opzichte van goederenhandel. Of zit er bij dienstenexporteurs misschien gemiddeld meer tijd tussen de verschillende pogingen tot toetreding tot exportmarkten waarbij vijf jaar onvoldoende is om knipperlichtexporteurs in kaart te brengen? Verschillen in gedragspatronen tussen goederen- en dienstenexport zijn alleen in termen van aantallen exporteurs te zien. In termen van exportwaarde naar gedragspatroon zien we geen verschillen tussen diensten en goederen, daarom is deze vergelijking hier verder niet vertoond.

Naast de export van diensten kijken we in figuur 3.3.3 naar aantallen dienstenimporteurs en de importwaarde van diensten naar gedragspatronen. Het beeld aan de importzijde blijkt bijna identiek te zijn aan dat aan de exportkant. Figuur 3.3.3 wordt hier daarom niet verder besproken.

3.4Dynamiek tussen incidentele en structurele dienstenexporteurs

In hoofdstuk 2 werden goederenexporteurs ingedeeld in incidentele en structurele exporteurs op basis van hun handelsgedrag in een periode van vier achtereenvolgende jaren. Een bedrijf wordt dan in het vierde jaar gelabeld als structurele exporteur als het in minimaal drie van de vier voorafgaande jaren heeft geëxporteerd. Een incidentele exporteur, aan de andere kant, heeft in zo’n periode van vier jaar minimaal één en maximaal twee jaar geëxporteerd (zie paragraaf 2.3). In dit hoofdstuk gebruiken we dezelfde afbakening om de populatie dienstenexporteurs in de jaren 2015 en 2016 in te delen in structurele en incidentele exporteurs en om de dynamiek tussen de verschillende groepen in kaart te brengen. Zowel in 2015 als 2016 waren structurele exporteurs goed voor ruim 40 procent van de dienstenexporteurs. Figuur 3.4.1 kijkt verder naar de dynamiek tussen de twee groepen.

Figuur 3.4.1 laat zien dat de meerderheid van de structurele exporteurs in 2015, dat een jaar later nog steeds zijn. Zo wisselen negen op de tien structurele exporteurs niet van status tussen 2015 en 2016. Ongeveer zeven procent van de structurele exporteurs gaat in 2016 incidenteel exporteren en slechts drie procent bestaat niet meer. Van de incidentele exporteurs, de bedrijven die tussen 2012 en 2015 maximaal twee jaar aan export hebben gedaan, groeit ongeveer 15 procent uit tot structurele exporteur in 2016, terwijl bijna 70 procent in 2016 nog steeds incidentele exporteur is. Verder bestond ruim zeven procent van de incidentele exporteurs in 2016 een jaar daarvoor nog niet (niet af te leiden uit grafiek 3.4.1). Dit zijn de zogeheten born globals, oftewel bedrijven die direct na oprichting actief zijn in de internationale handel (hoofdstuk 6 gaat verder in op de exportstrategie van deze groep bedrijven).

Verder zijn binnen de groepen incidentele en structurele exporteurs meerdere types te onderscheiden (zie tabel 2.2.1 en paragraaf 2.3). Figuur 3.4.2 laat zien hoe de typering van dienstenexporteurs tussen 2015 en 2016 veranderd is. De meest stabiele groep vormen de volwassen exporteurs, net zoals bij de goederenexport (zie paragraaf 2.2). Zo is 85 procent van de volwassen exporteurs van 2015 nog steeds actief als exporteur in 2016. Hoewel volwassen exporteurs de meerderheid vormen binnen de groep structurele exporteurs, bestaat deze groep ook uit een deel uitredende exporteurs. Dit zijn bedrijven die drie achtereenvolgende jaren geëxporteerd hebben en vervolgens een jaar niet. In ruim 80 procent van de gevallen keren deze bedrijven op korte termijn niet terug als exporteur.

Van de bedrijven die in 2015 (her)begonnen zijn met exporteren, exporteert precies de helft een jaar later nog steeds. Ruim 49 procent van deze (her)beginnende exporteurs bestaat in 2016 nog, maar exporteert in dat jaar niets. Ruim driekwart van de jongvolwassen exporteurs, bedrijven die twee jaar niet exporteren en vervolgens dat twee opeenvolgende jaren wel doen, groeit in het volgende jaar door tot volwassen structurele exporteur. Hoofdstuk 2 liet zien dat jongvolwassen goederenexporteurs in 60 procent van de gevallen doorgroeien tot volwassen exporteur. Jongvolwassen dienstenexporteurs gaan dus relatief vaker structureel exporteren dan jongvolwassen goederenexporteurs.

Incidentele exporteurs bestaan ook uit een deel uitredende exporteurs. Figuur 3.4.2 laat zien dat deze groep anders is samengesteld dan uittredende structurele exporteurs. Incidentele exporteurs die een jaar stoppen met exporteren, keren vervolgens minder vaak toe tot de exportmarkt. Zo exporteert ruim 88 procent van deze groep een jaar later nog steeds niet; voor uittredende structurele exporteurs is dat 82 procent. Echter, uittreders onder incidentele exporteurs bestaan een jaar later vaker dan uittredende structurele exporteurs. Zo leeft 17 procent van de uittreders onder structurele exporteurs een jaar later niet meer. Onder uittredende incidentele exporteurs betreft dit slechts acht procent van de bedrijven.

3.5Samenvatting en conclusie

Van de bedrijven die tussen 2012 en 2016 diensten geëxporteerd hebben, deed minder dan een vijfde dat ook ieder jaar. Hoewel beperkt in omvang, is deze groep goed voor bijna 90 procent van de waarde van de dienstenexport in de betreffende periode. Zowel stabiel exporteren als knipperlicht exporteren lijken minder vaak voor te komen onder dienstenexporteurs ten opzichte van goederenexporteurs. De groep eenmalige exporteurs aan de andere kant, is relatief groter onder dienstenexporteurs. Verder wisselen negen op de tien structurele exporteurs niet van status tussen 2015 en 2016. Voor incidentele exporteurs geldt dat voor zeven op de tien exporteurs. Een bedrijf dat twee jaar exporteert na een periode van minstens twee jaar zonder export groeit in driekwart van de gevallen uit tot een volwassen exporteur. Uittredende exporteurs keren in de meeste gevallen niet op korte termijn terug als exporteur.

3.6Literatuur

Open literatuurlijst

Literatuur

CBS (2017). CBS Internationaliseringsmonitor 2017, tweede kwartaal: Internationale handel in diensten. Centraal Bureau voor de Statistiek: Den Haag/Heerlen/Bonaire.

Damijan, J., Haller, S., Kaitila, V., Kostevc, Č., Maliranta, M., Milet, E., Mirza, D. & Rojec, M. (2015). The performance of trading firms in the services sectors–Comparable evidence from four EU countries. The World Economy, 38(12), 1809–1849.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

. Gegevens ontbreken
* Voorlopig cijfer
** Nader voorlopig cijfer
x Geheim
Nihil
(Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0 (0,0) Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
2018–2019 2018 tot en met 2019
2018/2019 Het gemiddelde over de jaren 2018 tot en met 2019
2018/’19 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2018 en eindigend in 2019
2016/’17–2018/’19 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2016/’17 tot en met 2018/’19

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

Marcel van den Berg

Ahmed Boutorat

Dennis Cremers

Loe Franssen

Marjolijn Jaarsma

Alex Lammertsma

Angie Mounir

Michael Polder

Rik van Roekel

Redactie

Marjolijn Jaarsma

Alex Lammertsma

Roger Voncken

Eindredactie

Marjolijn Jaarsma

Dankwoord

We danken de volgende collega’s voor hun constructieve bijdrage aan deze editie van de Internationaliseringsmonitor:

Elijah Cats

Irene van Kuik

Ronald Kuijpers

Richard Jollie

Willem de Jong

Jasper Roos

Gabriëlle Salazar-de Vet

Carla Sebo

Roos Smit

Hans Westerbeek

Karolien van Wijk

Hendrik Zuidhoek