Handelen over de grens: een keuze voor de eeuwigheid?
Een klein aantal zeer grote exporteurs is verantwoordelijk voor het overgrote deel van de Nederlandse goederenexport. Dat betekent automatisch dat er een hele grote groep kleinere exporteurs is. Wat kenmerkt hun handelsgedrag? Zijn zij jaar op jaar actief op buitenlandse markten met bescheiden omzetten of laten zij een afwisselender beeld zien? En hoe is het beeld voor importeurs? In dit hoofdstuk brengen we in beeld hoe de handelspatronen van het Nederlandse bedrijfsleven er precies uit zien. Welk deel handelt ieder jaar? Welk deel slechts eenmalig? Welk deel ‘knipperlicht’? Welk deel van de goederenhandel is gemoeid met ieder van deze gedragspatronen? Deze en meer vragen komen in dit hoofdstuk aan bod.
1.1Inleiding
‘Nederland handelsland’ is een veelgehoorde kreet (zie bijvoorbeeld de Volkskrant, 2 april 2014), maar wat betekent dat eigenlijk? Betekent dit dat bijna alle Nederlandse bedrijven exporteur, importeur of beide zijn? Of betekent het dat een aanmerkelijk deel van de wereldhandel via Nederland verloopt? Of misschien dat Nederland een goed handelsklimaat heeft zoals de Volkskrant (2014) bedoelde met de kop ‘Nederland handelsland bij uitstek’. In dit en het volgende hoofdstuk maken we zichtbaar in hoeverre bedrijven actief zijn op het gebied van goederenhandel. Centraal staat daarbij de vraag in welke mate bedrijven in Nederland actief zijn als goederenexporteur of -importeur, en welke patronen hierin zijn te ontdekken? In dit hoofdstuk wordt onder andere beschreven hoeveel bedrijven ieder jaar goederen exporteren en importeren, hoeveel bedrijven bijvoorbeeld maar één of twee jaar handelen, hoeveel bedrijven tijdelijk stoppen met handelen en daarna weer opnieuw beginnen. Dit hoofdstuk biedt daarmee de motivatie voor en is de opmaat naar een analyse van het fenomeen incidentele handelaars in hoofdstuk 2.
1.2Gedragspatronen van goederenhandelaren
Figuur 1.2.1 laat zien dat het aantal goederenexporteurs in Nederland het afgelopen decennium gestaag is opgelopen. In 2010 telde Nederland ongeveer 66 duizend goederenexporteurs, in 2018 lag dit aantal op 115 duizend. Alleen in 2017 was er sprake van een lichte daling van het aantal exporteurs van twee procent. Dat is opvallend, omdat de totale waarde van de Nederlandse goederenexport in 2017 juist met ruim tien procent groeide na een aantal jaren van stagnatie. Het aantal exporteurs groeide jaar op jaar met percentages variërend van zes procent in 2014 tot 11 procent in 2016.
De stijgende trend van het aantal goederenexporteurs heeft tot gevolg dat ook het aandeel van de goederenexporteurs in de totale bedrijvenpopulatie is toegenomen. Ondanks het feit dat het aantal bedrijven in Nederland ieder jaar tussen de 2 en 5 procent groeit, neemt het aantal goederenexporteurs harder toe. Daardoor stijgt het deel van de bedrijvenpopulatie dat goederen exporteert dus. In de periode 2010–2018 is het aandeel goederenexporteurs in de totale bedrijvenpopulatie opgelopen van 4,6 procent naar 6,3 procent. Dit lijkt wellicht laag, maar enerzijds omvat de totale bedrijvenpopulatie natuurlijk ook dienstverlenende sectoren waaronder bedrijfstakken zoals zorg en onderwijs en anderzijds is het een bekend gegeven dat slechts een klein deel van de bedrijven productief genoeg is om te stap te zetten naar internationale afzetmarkten (zie bijvoorbeeld Bernard et al., 2007).
Het beeld van de goederenexporteurs is sterk vergelijkbaar met dat van de importeurs van goederen (figuur 1.2.2). Wel ligt het aantal bedrijven dat goederen importeert aanzienlijk hoger dan het aantal goederenexporteurs. In de periode 2013–2018 is het aantal goederenimporteurs toegenomen van ruim 200 duizend naar ruim 300 duizend.noot1 We zien opnieuw in ieder jaar (forse) groei, behalve in 2017 toen ook het aantal importeurs licht afnam. Ook groeit het aantal importeurs van goederen harder dan de totale bedrijvenpopulatie, waardoor het deel van de populatie dat actief is als importeur is toegenomen van 13 procent in 2013 tot 17 procent in 2018.
Kleine groep stabiele exporteurs realiseert 80 procent exportwaarde
In totaal zijn er bijna 200 duizend unieke bedrijven die in minimaal één jaar goederenexport hebben gerapporteerd in de periode 2010–2018. Niettemin is maar een betrekkelijk klein deel van deze bedrijven ieder jaar actief als goederenexporteur. Circa 16 procent, ofwel 31 duizend bedrijven, hebben onafgebroken, in ieder van de negen onderzochte jaren, goederenexport gerapporteerd (dat wil zeggen, van de groep bedrijven die minimaal één jaar goederenexport opgaf in deze periode). Deze relatief kleine groep bedrijven is echter wel verantwoordelijk voor het overgrote deel van de export in termen van waarde: 31 duizend exporteurs op een totaal van 200 duizend unieke bedrijven zijn gezamenlijk goed voor bijna 80 procent van de export. Figuur 1.2.3 laat zien dat dit aandeel behoorlijk constant is in de tijd.
Bij de import van goederen is dit beeld vergelijkbaar. Daar is 19 procent van de bedrijvenpopulatie als jaar-op-jaar importeur goed voor bijna 90 procent van de totale goederenimport in termen van waarde. Dat deze percentages voor goederenimporteurs hoger uitvallen dan bij voor exporteurs ligt voor de hand vanwege het feit dat de onderzochte tijdreeks korter is waardoor een groter deel van de bedrijven kwalificeert als jaar-op-jaar importeur.
Aanzienlijke groep bedrijven handelt maar kort
Het aandeel importeurs en exporteurs dat ieder jaar handelt in de totale populatie goederenhandelaren lijkt een dalende trend te laten, zoals blijkt uit figuur 1.3. Dit kan echter eenvoudig verklaard worden door het feit dat de totale groep handelaren flink is gegroeid in de onderzochte periode. Gedurende deze periode zijn er dus ook nieuwe importeurs en exporteurs bijgekomen en deze behoren per definitie niet tot de groep die sinds 2010 (of in het geval van importeurs 2013) onafgebroken ieder jaar handelt. Het zal echter zo zijn dat een deel van deze groep beginnende handelaars in de loop van de tijd uitgroeit tot een stabiele handelaar. Die hypothese wordt bevestigd als we kijken naar figuur 1.2.4. De figuren laten het handelspatroon van een willekeurige steekproef van 6 000 bedrijven zien uit de totale groep van 200 duizend exporteurs en 500 duizend importeurs die op enig moment in de onderzoeksperiode export (links) of import (rechts) van goederen heeft gerapporteerd. In de figuren zien we helemaal bovenaan in de onderbroken lichtblauwe balk de groep bedrijven die jaar op jaar actief is als handelaar. Dit is qua aantal een relatief kleine groep, maar het gaat hier, zoals we eerder zagen, dus wel om de grootste handelaars zowel qua importwaarde als qua exportwaarde.
Daarna zien we een grote groep bedrijven die op enig moment handelde, maar in de loop van de periode van handelsstatus is gewisseld, hetzij van exporteur (importeur) naar non-exporteur (non-importeur) of vice versa. Van onderaf in de figuren bezien zien we eerst de groep bedrijven (horizontaal de reeks beginnend in de kleur rood) die in de loop van de analyseperiode is opgericht en in de jaren daarna is begonnen met importeren of exporteren. Daar boven zien we een groep niet-handelaren (de reeks horizontaal beginnend in donkerblauw) die al wel bestond als bedrijf bij aanvang van de onderzoeksperiode en die in de jaren daarna op enig moment de stap naar buitenlandse markten heeft gezet. Twee zaken vallen daarbij op. Ten eerste is er een aanzienlijke groep bedrijven die na het zetten van deze stap binnen enkele jaren weer stopt met handelen. Het grootste deel van deze groep blijft echter wel bestaan als bedrijf. Ten tweede zien we met name in de langere reeks van de exporteurs een flinke groep bedrijven die herhaaldelijk begint en weer stopt met exporteren, de ‘knipperlichtexporteurs’. Dit is in lijn met de observatie van bijvoorbeeld Albornoz et al. (2012) van Argentijnse exporteurs. Zij verklaren dit verschijnsel aan de hand van een proces van vallen en opstaan waarbij bedrijven leren te exporteren door te experimenteren op verschillende markten alvorens mogelijkerwijs uit te groeien tot een stabiele exporteur (zie ook hoofdstuk 2).
Eenmalige exporteurs goed voor 0,4 procent exportwaarde
Als we de bedrijven in figuur 1.2.4 met vergelijkbare patronen groeperen, ontstaat het beeld zoals getoond in figuur 1.2.5 voor exporteurs en figuur 1.2.6 voor importeurs. Het beeld dat spreekt uit beide figuren is sterk vergelijkbaar. We beperken ons daarom tot het bespreken van de bevindingen voor exporteurs. Figuur 1.2.5 laat opnieuw zien dat de relatief kleine groep stabiele exporteurs goed is voor de bulk van de goederenexport in termen van waarde. Daarnaast zien we dat de groep exporteurs die één aaneengesloten reeks van twee of meer jaren export opgeeft, gezamenlijk goed is voor 20 procent van de exportwaarde en ruim 35 procent van de bedrijven. Ruim de helft van deze groep bestaat uit bedrijven waarvan deze exportreeks voortduurde in 2018, het meest recent jaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn. Het is zeer waarschijnlijk dat een deel van deze bedrijven dus ook tot stabiele exporteur is uitgegroeid, maar dat zal de toekomst uitwijzen.
Verder laat figuur 1.2.5 zien dat bedrijven die eenmalig goederenexport rapporteren goed zijn voor maar liefst een kwart van het totaal aantal unieke exporteurs in de periode 2010–2018, maar slechts een half procent van de export vertegenwoordigen in termen van waarde. Hetzelfde geldt voor bedrijven die bij herhaling starten en stoppen met exporteren. In figuur 1.2.5 zijn dat de exporteurs die twee, drie, vier of vijf reeksen van export rapporteren. Het maximale aantal reeksen in de onderzochte periode van negen jaar is immers vijf: wel, niet, wel, niet, wel, niet, wel, niet, wel exporteren in de periode 2010–2018. Deze groep ‘knipperlichtexporteurs’ is gezamenlijk goed voor ruim 20 procent van de populatie exporteurs, maar vertegenwoordigt nog geen 2,5 procent van de export. Zoals eerder genoemd wordt dit in de wetenschappelijk literatuur bijvoorbeeld geduid aan de hand van een proces van vallen en opstaan waardoor de beginnende exporteur leert te exporteren. Daarnaast worden er nog andere mogelijke verklaringen geboden in de literatuur, zoals ontwikkelingen in de binnenlandse vraag (zie hoofdstuk 2 voor een discussie). Als we echter kijken naar de kleine groep Nederlandse bedrijven die een groot aantal exportreeksen rapporteert, in het bijzonder de groep die het maximale aantal van vijf enkele jaren van export opgeeft, dan dringt zich nog een mogelijke verklaring op voor ‘knipperlichtgedrag’. En dat is simpelweg het soort business waarin het bedrijf actief is. Van deze hele kleine groep bedrijven is bijvoorbeeld een aanzienlijk deel actief in de kunsthandel en fotografie. Voor dit soort bedrijven, dat een businessmodel heeft dat gebaseerd is op een klein aantal relatief grote transacties, is het vanzelfsprekend niet vreemd om een handelspatroon te rapporteren waarin het ene jaar wel en het volgende geen export wordt gerealiseerd. Er zijn meer bedrijfstakken die gekarakteriseerd worden door dit soort handelspatronen, denk bijvoorbeeld aan de scheepsbouw of de bouw van offshore installaties, zoals boorplatformen, beide branches waarin Nederland wereldwijd tot de grootste spelers behoort.
1.3Samenvatting
Samenvattend kunnen we stellen dat het overgrote deel van de Nederlandse goederenhandel gerealiseerd wordt door een klein aantal handelaren dat jaar in, jaar uit aanzienlijke goederenstromen realiseert. Dit beeld is voor importeurs nog wat sterker dan voor exporteurs. Daarnaast is er een forse groep eenmalige handelaren die direct terugvalt naar de binnenlandse markt na een experiment op de buitenlandse markt. Ten slotte is een vijfde van de handelaren te karakteriseren als ‘knipperlichthandelaar’. Dit laatste zou bijvoorbeeld verklaard kunnen worden doordat deze bedrijven in een leerproces zitten dat gepaard gaat met vallen en opstaan, maar anekdotisch bewijs laat zien dat het ook simpelweg te maken kan hebben met het type business waarin het bedrijf actief is.
1.4Literatuur
Literatuur
Albornoz, F., H.F. Calvo Pardo, G. Corcos & E. Ornelas (2012). Sequential exporting. Journal of International Economics, 88, 17–31.
Bernard, A.B., J.B. Jensen, S.J. Redding & P.K. Schott (2007). Firms in International Trade. The Journal of International Perspectives, 21(3), 105–130.
De Volkskrant (2014). Nederland handelsland bij uitstek. Geraadpleegd op 29 april 2019.
Noten
De analyse van de populatie goederenimporteurs bestrijkt een kortere periode (2013–2018) dan de analyse van de populatie goederenexporteurs (2010–2018) vanwege verschillen in het onderliggende statistische proces die de vergelijkbaarheid van aantallen actieve bedrijven tussen de jaren bemoeilijkt.