Het economisch profiel van de VS
Als grootste economie spelen de Verenigde Staten een sleutelrol in de internationale politiek en wereldeconomie. De Verenigde Staten zijn één van de grootste handelsnaties ter wereld en exporteren en importeren meer goederen en diensten dan vrijwel elk ander land. Voor zowel de wereld als voor Nederland zijn de Verenigde Staten een belangrijke economische partner. Dit hoofdstuk laat zien hoe de VS als land en als economie presteert op een aantal kernindicatoren. Deze gegevens worden in perspectief gezet door ze te vergelijken met de Nederlandse situatie. Hoe dominant is de VS qua bruto binnenlands product (bbp), handel, directe investeringen en innovatie en hoe verhoudt Nederland zich daartoe? Tevens wordt ingegaan op de verschillen in omvang en structuur van de economieën van de Amerikaanse staten onderling. Dit hoofdstuk dient als achtergrondinformatie voor de hierop volgende hoofdstukken.
1.1Inleiding
De Nederlandse economie is een open economie en daardoor sterk verbonden met het buitenland. Hierdoor profiteert Nederland van groei buiten de landsgrenzen, maar heeft het omgekeerd ook last van internationale onzekerheden en handelsoorlogen.
Met de Verenigde Staten heeft Nederland belangrijke banden op het gebied van handel en investeringen. Zo staat de VS bijvoorbeeld vierde op de lijst van landen waar Nederland het meeste aan verdient, is de VS de belangrijkste bestemming voor Nederlandse hightech goederen en zijn Nederlandse producenten steeds afhankelijker geworden van inputs uit de Verenigde Staten (CBS, 2017a en 2017b). Buiten de Europese Unie zijn de Verenigde Staten de belangrijkste economische partner van Nederland.
Gezien het belang van de VS voor de Nederlandse economie, worden in dit hoofdstuk de belangrijkste kerncijfers en indicatoren afgezet tegen die van Nederland. Aan de hand hiervan wordt een beeld geschetst hoe belangrijk de VS is, zowel wereldwijd als voor Nederland.
1.2Positie Verenigde Staten en vergelijking met Nederland
VS met afstand grootste economie ter wereld
De VS is veruit de grootste economie ter wereld met een bruto binnenlands product van 17 248 miljard euro in 2017, zie tabel 1.2.1. China was met afstand nummer twee met een bbp van 10 636 miljard euro (IMF, 2018). De Amerikaanse economie is ruim 23 keer zo groot als die van Nederland. Nederland nam in dat jaar qua bbp wereldwijd de achttiende plek in; in Europa was het de zesde economie na Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië en Spanje.
De VS is het derde land ter wereld wat betreft het aantal inwoners; op nummer één staat China met 1,4 miljard inwoners en op nummer twee India met 1,3 miljard inwoners (World Bank, 2017a). De VS had in 2017 op haar beurt in totaal 325,7 miljoen inwoners verdeeld over 50 staten plus het speciale federale district Washington D.C. Ondanks de vele miljoenen inwoners zijn de Verenigde Staten veel minder dichtbevolkt dan Nederland. Gemiddeld wonen in de VS 36 inwoners per vierkante kilometer; in Nederland is dat met 509 inwoners per vierkante kilometer 14 keer zoveel. Niet elke staat heeft evenveel inwoners. De Amerikaanse staten met de meeste inwoners zijn Californië met 39,4 miljoen inwoners, gevolgd door Texas (28,3 miljoen), Florida (21,0 miljoen) en New York (19,6 miljoen) (Census Bureau, 2018). De andere Amerikaanse staten zijn aanzienlijk kleiner in dat opzicht. Deze vier staten dragen ook het meeste bij aan het Amerikaanse bbp. In Californië werd in 2017 veertien procent van het nationale bbp verdiend, in Texas en New York acht procent en in Florida vijf procent (Bureau of Economic Analysis, 2018). In hoofdstuk 3 van deze internationaliseringsmonitor wordt verder uitgediept hoe belangrijk Nederland als handelspartner is voor deze economisch sterke staten.
1.2.1Kerngegevens Verenigde Staten en Nederland inclusief wereldranking
Jaar | Verenigde Staten | Ranking VS | Nederland | Ranking NL | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kernvariabele | |||||||
Geografie | |||||||
Aantal inwoners1) | 2017 | 325,7 | mln | 3 | 17,1 | mln | 65 |
Oppervlakte1) | 2017 | 9 831,5 | 1 000 km2 | 3 | 41,5 | 1 000 km2 | 132 |
Bevolkingsdichtheid1) | 2017 | 36 | per km2 | 163 | 509 | per km2 | 21 |
Economie | |||||||
Bruto binnenlands product2) | 2017 | 17 248 | mld euro | 1 | 736 | mld euro | 18 |
bbp per hoofd1),2) | 2017 | 52 957 | euro | 8 | 43 081 | euro | 13 |
Economische groei3) | 2013–2017 | 2,2 | % | 130 | 1,8 | % | 141 |
Werkloosheid (% beroepsbevolking)2) | 2017 | 4,4 | % | 27 | 4,9 | % | 34 |
Handel | |||||||
Export van goederen4) | 2017 | 1 369 | mld euro | 2 | 577 | mld euro | 5 |
Hightech export5) | 2016 | 136 | mld euro | 3 | 47 | mld euro | 9 |
Export van diensten6) | 2017 | 674 | mld euro | 1 | 140 | mld euro | 9 |
Import van goederen en diensten7) | 2017 | 2 567 | mld euro | 1 | 548 | mld euro | 8 |
Investeringen | |||||||
Uitstroom buitenlandse investeringen8) | 2017 | 280 | mld euro | 1 | 24 | mld euro | 12 |
Instroom buitenlandse investeringen8) | 2017 | 258 | mld euro | 1 | 50 | mld euro | 4 |
Uitstaande buitenlandse investeringen in het buitenland8) | 2017 | 6 930 | mld euro | 1 | 2 233 | mld euro | 2 |
Uitstaande buitenlandse investeringen vanuit het buitenland8) | 2017 | 6 944 | mld euro | 1 | 1 495 | mld euro | 4 |
Innovatie | |||||||
Werkgelegenheid onderzoek en ontwikkeling5) | 2005–2015 | 4 232 | vte/mln inwoners | 20 | 4 548 | vte/ mln inwoners | 14 |
Uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling (% bbp)5) | 2005–2015 | 2,8 | % | 10 | 2,0 | % | 18 |
Ontvangsten voor gebruik intellectueel eigendom5) | 2016 | 110 | mld euro | 1 | 34 | mld euro | 3 |
Internetgebruik9) | 2017 | 76,2 | % | 57 | 93,2 | % | 20 |
1) World Bank, 2017a.
2) IMF, 2018.
3) World Bank, 2018.
4) World Bank, 2017b.
5) World Bank, 2017c.
6) World Bank, 2017d.
7) World Bank, 2017e.
8) OECD, 2018.
9) World Bank, 2017f.
Per hoofd van de bevolking was het bbp in de VS gemiddeld bijna 53 duizend euro in 2017 (IMF, 2018; World Bank, 2017a). Daarmee stond de VS op de achtste plek wereldwijd. Boven de VS zijn met name Noord-Europese landen terug te vinden. Nederland stond op de dertiende plek met een bbp van 43 duizend euro per hoofd; binnen Europa was Nederland daarmee de achtste economie.
Verenigde Staten herstelden sneller na de crisis van 2008
De Amerikaanse economie groeide de afgelopen jaren harder dan die van ons. In de periode 2013–2017 groeide de Amerikaanse economie met gemiddeld 2,2 procent per jaar waar dit voor de Nederlandse economie 1,8 procent was (World Bank, 2018). Een ander verschil tussen Nederland en de VS is dat Nederland er veel langer dan de VS over heeft gedaan om uit de crisis te komen. Waar het reële bbp in de VS al in 2011 weer boven het bbp-niveau van 2008 was, was dat in Nederland pas in 2015 het geval. Ook de ontwikkeling van de werkloosheid laat zien dat de VS sneller herstelde van de crisis (IMF, 2018). In de VS steeg de werkloosheid van net geen 6 procent van de beroepsbevolking in 2008 tot bijna 10 procent in 2010. Daarna daalde deze geleidelijk tot 4,4 procent in 2017, het laagste niveau in jaren. In Nederland was aan het begin van de crisis, in 2008, 3,7 procent van de beroepsbevolking werkloos. Dat was aanzienlijk lager dan in de VS. Echter vanaf 2008 steeg in Nederland de werkloosheid tot deze in 2014 een top bereikte. Pas vanaf 2015 ging de werkloosheid dalen, zie figuur 1.2.2.
Onroerend goed en overheid grootste Amerikaanse sectoren
Het Amerikaanse bbp is samengesteld op basis van de toegevoegde waarde die wordt gegenereerd in verschillende sectoren van de economie. Onderling verschillen deze sectoren in hun bijdrage aan het bbp (Bureau of Economic Analysis, 2018). Voor 2017 blijkt dat de bemiddeling en verhuur van onroerend goed gemeten in toegevoegde waarde de grootste sector was; daarin werd ruim 13 procent van de Amerikaanse welvaart verdiend. De grootste bijdrage daaraan werd geleverd door Californië, New York, Texas en Florida. Tweede was de federale en lokale overheid die ruim 12 procent aan het bbp bijdroeg. Derde was de industrie; daarin werd ruim 11 procent van het Amerikaanse bbp verdiend. Met name Californië en Texas droegen daaraan bij.
Door banken en verzekeraars werd 7,5 procent van het totale Amerikaanse bbp verdiend in 2017. Ruim een vijfde daarvan werd gerealiseerd in de staat New York, het financiële hart van de VS. In de gezondheidszorg en sociale ondersteuning kwam 7,5 procent van het Amerikaanse bbp tot stand. Daaraan droegen Californië, New York en Texas het meeste bij. Met informatiediensten zoals uitgeverijen, film- en muziekindustrie, tv- en radiozenders en internetdiensten zoals data processing en webhosting werd ruim vijf procent van het bbp verdiend; Californië en New York droegen daaraan meeste bij. Relatief kleine branches in de VS zijn managementdiensten, nutsbedrijven, delfstoffenwinning, onderwijs, kunst en recreatie, en landbouw, bosbouw, visserij en jacht. In elke van die sectoren werd in 2017 minder dan 2 procent van het Amerikaanse bbp verdiend.
Structuur van de Amerikaanse economie verschilt sterk met die van Nederland
De relatieve bijdrage die de diverse sectoren aan het bbp leveren in de VS, verschilt voor een aantal sectoren sterk met die in Nederland, zie figuur 1.2.3 (Bureau of Economic Analysis, 2018 & CBS, 2018c). Met namen binnen de dienstensector zijn er behoorlijke structuurverschillen. Zo was aan de ene kant in 2017 het aandeel van de sector verhuur en handel van onroerend goed in het bbp in de VS 6,4 procentpunt hoger dan in Nederland; aan de andere kant was het aandeel van handel, vervoer en horeca 3,1 procentpunt lager en dat van zakelijke dienstverlening 3,0 procentpunt lager. In totaal werd in 2017 in de VS met diensten 81 procent van het bbp verdiend, waar dit in Nederland 79 procent was. Wat ook opvalt is dat het aandeel van landbouw, bosbouw en visserij in Nederland meer dan twee keer zo groot was dan in de VS.
Grote structuurverschillen tussen staten
De verdeling in economische activiteiten verschilt aanzienlijk tussen de staten (Bureau of Economic Analysis, 2018). Waarin ze niet verschillen is het feit dat verhuur en handel van onroerend goed en de overheid in een groot aantal staten dominant zijn in hun bijdrage aan het bbp. Dit zijn echter niet de meest karakteristieke sectoren per staat. Als deze twee sectoren buiten beschouwing worden gelaten, geeft figuur 1.2.4 aan welke sector in 2017 dan de belangrijkste sector per staat was.noot1 Het blijkt dat banken en verzekeraars met name aan de oostkust voor veel toegevoegde waarde zorgen; ook in South Dakota waren banken en verzekeraars de grootste sector. De productie van computers en elektronische producten is dominant in het westen van de VS. Het fabriceren van motorvoertuigen en aanhangers levert een grote bijdrage aan de economieën van de zuidoostelijke staten als Mississippi, Alabama, Tennessee, Kentucky en South-Carolina. In de jaren zeventig concentreerde deze industrie zich rond de grote meren in het noordoosten; nu vormen deze industrieën daar nog maar een bescheiden aandeel in het bbp (Bureau of Economic Analysis, 2018). Alleen in Michigan was de vervaardiging van motorvoertuigen en aanhangers in 2017 nog de grootste industrie; het droeg ruim 8 procent bij aan het bbp van Michigan. De chemische industrie is dominant met name rond de grote meren en in het zuiden. Verder heeft ook Californië een grote chemische industrie, maar daar is dit niet de grootste industrie. Delfstoffenwinning is de belangrijkste industrie in de rurale staten in het midden van de VS en in Alaska. De meeste delfstoffenwinning vindt echter plaats in Texas; met name door olie- en gaswinning werd daar 43 procent van de totale Amerikaanse toegevoegde waarde in deze sector gerealiseerd in 2017. Qua omvang is de delfstoffenwinning in Texas echter kleiner dan de industrie, de groothandel en de zakelijke dienstverlening. Horeca en restaurants zijn het belangrijkst in Nevada en Hawaii. Daar werd in 2017 respectievelijk 13 en 9 procent van het bbp van deze staten mee gerealiseerd. Nevada trekt veel hotelgasten met de casino’s in steden als Las Vegas en Reno; Hawaii is een populaire toeristische bestemming.
Grote verschillen in hoofdelijk bbp per staat in de VS
Tussen de staten verschilt het bbp per hoofd van de bevolking sterk, zie figuur 1.2.5 (Bureau of Economic Analysis, 2018 & Census Bureau, 2018). Het hoogste was dat in Washington D.C. met bijna 173 duizend euro. Washington D.C. is een speciaal federaal district en tevens de hoofdstad van de VS, waar niet alleen het congres, de president en het hooggerechtshof zijn gevestigd, maar ook verschillende internationale organisaties zoals het IMF, de Wereldbank en een groot aantal ambassades. Bovendien wonen relatief veel forenzen net buiten de grenzen van Washington D.C. Tweede in deze lijst was de staat New York met een (stuk lager) bbp van ruim 72 duizend euro per hoofd. Ook de derde, vierde en vijfde plek werden ingenomen door staten aan de oostkust, namelijk Massachusetts, Delaware en Connecticut. Massachusetts heeft een aantal grote universiteiten als MIT en Harvard en verdiende ruim 12 procent van het bbp met zakelijke diensten. In Connecticut, New York en Delaware zijn banken en verzekeraars heel dominant. Met bankieren en verzekeren werd daar respectievelijk 13, 19 en 31 procent van het bbp gerealiseerd. De zesde plek op de lijst met het hoofdelijk bbp werd niet ingenomen door een staat aan de oostkust, maar een staat aan de westkust, namelijk Californië. Daar was in 2017 het bbp bijna 63 duizend euro per hoofd, vergelijkbaar met dat in de provincie Utrecht (CBS, 2018d). Die positie is voor een belangrijk deel te danken aan Sillicon Valley, een gebied rond San Francisco waar een groot aantal bedrijven in de computer- en elektronische productenindustrie is gevestigd (Bureau of Economic Analysis, 2018).
Bij de eerste tien staten met het hoogste bbp per hoofd zitten zes staten aan de oostkust en drie aan de westkust. Naast Californië gaat het daarbij aan de westkust om Washington (plek zeven) en Alaska (plek acht). Belangrijke sectoren voor de economie in Washington zijn de vliegtuigindustrie en uitgeverijen (Bureau of Economic Analysis, 2018). Alaska verdient met name aan olie- en gaswinning. De enige noordelijke staat in de top tien is North Dakota (plek negen) waar het meeste wordt verdiend aan delfstoffenwinning. Plek tien wordt ingenomen door New Jersey met een bbp van bijna 60 duizend euro per hoofd. De staat met het laagste bbp per hoofd van de bevolking is Mississippi. Daar was in 2017 het bbp 32 duizend euro per hoofd, ruim 5 keer kleiner dan in Washington D.C. en vergelijkbaar met het bbp per hoofd in Flevoland. De meest welvarende staten liggen dus voornamelijk aan de oostkust, gevolgd door de westkust; in het zuiden liggen de armste staten. Ter vergelijking: in Nederland werd in 2017 het hoogste bbp per hoofd gerealiseerd in de provincie Noord-Holland (56 duizend euro per hoofd) en was dit het laagste in Drenthe (29 duizend euro per hoofd) (CBS, 2018d).
VS tweede in de export van goederen wereldwijd
De VS is na China het tweede land in de wereldwijde export van goederen. Waar China 2 003 miljard euro aan goederen exporteerde in 2017, was dit voor de VS 1 369 miljard euro (World Bank, 2017b). Na Duitsland en Japan – op achtereenvolgens plek drie en vier – is Nederland het vijfde land op de ranglijst van de wereldwijde goederenexport. CBS-cijfers geven aan dat Nederland deze hoge positie met name te danken had aan de export naar Europa waar meer dan drie kwart van de export naar toe ging (CBS, 2018e). Landbouwgoederen zijn daarbij goed voor bijna een vijfde van de totale Nederlandse goederenexport (Dolman, Jukema & Ramaekers, 2019). Van landbouwgoederen is Nederland met ruim 90 miljard euro de op één na grootste exporteur van landbouwgoederen van de wereld, na de Verenigde Staten. Hoofdstuk 3 en 4 van deze publicatie zullen de internationale handelsrelatie tussen de VS en Nederland verder uitdiepen.
De Amerikaanse export bestond in 2016 voor 136 miljard euro uit hightech export. Hightech export bestaat conform de definitie van de Wereldbank uit producten met een hoge intensiteit aan onderzoek en ontwikkeling (R&D) zoals luchtvaart, computers, geneesmiddelen, wetenschappelijke instrumenten en elektronica.noot2 De VS nam daarbij de derde plaats wereldwijd in, na China en Duitsland. Nederland stond op de negende plaats (World Bank, 2017c).
VS veruit de grootste in de export van diensten wereldwijd
Op het gebied van de dienstenhandel is de VS uiterst dominant. In 2017 exporteerde de VS voor 674 miljard euro aan diensten. Dat is ruim twee keer zoveel als de nummer twee op de ranglijst (Verenigd Koninkrijk) en vijf keer zoveel als Nederland, dat op nummer negen staat (World Bank, 2017d). China, India en Singapore spelen in de dienstensector een grotere rol dan Nederland. Ze staan op achtereenvolgens de vijfde, de zesde en de achtste positie. In cijfers van de Wereldbank zien we dit terug in het feit dat in 2017 het aandeel van computerdiensten in de dienstenuitvoer van India 72 procent was (World Bank, 2017d). China en Singapore zijn daarbij bezig met een opmars van hun export van computerdiensten. Tussen 2010 en 2017 steeg het aandeel daarvan in de Chinese dienstenexport van 29 naar 62 procent en in die van Singapore van 32 naar 42 procent (World Bank, 2017d).
Dominante positie VS bij uitgaande en inkomende investeringen
Net als bij de export van diensten, nemen de Verenigde Staten ook op het vlak van kapitaalstromen een koppositie in (OECD, 2018). De dominantie van de VS op het vlak van uitgaande directe investeringen is zeer groot. Zo had de VS in 2017 met 6 930 miljard euro van alle landen de grootste uitstaande directe investeringen in het buitenland. Dat is drie keer zoveel als Nederland, het tweede land qua uitgaande investeringen.noot3 Kanttekening daarbij is wel dat via Nederland met behulp van holdings veel geld wordt doorgestuurd naar andere landen. Dit betreft het grootste deel van de Nederlandse investeringen (CBS, 2018b; Lejour et al., 2019). In de top tien directe investeerders staan vrijwel alleen westerse economieën. De uitzondering daarop is China. China had in dat jaar 1 304 miljard euro aan directe buitenlandse investeringen en stond daarmee op plek zeven.
Als het gaat om inkomende directe investeringen staan de Verenigde Staten ook bovenaan. In de VS stond 6 944 miljard euro uit aan directe investeringen in 2017. Daarmee stond er ongeveer evenveel aan investeringen in de VS uit als de VS had uitstaan in de rest van de wereld. Op plek twee stond China met 2 568 miljard euro, wat een direct gevolg is van de positie van China als groot productieland, met relatief goedkope arbeidskrachten. Nederland stond op positie drie met 1 495 miljard euro aan ingekomen investeringen. Hoofdstuk 2 van deze publicatie zal verder inzoomen op de directe investeringspositie van de VS in de afgelopen jaren.
VS en Nederland sterk in innovatie
Innovatie is een belangrijke bron van economische groei. Om concurrerend te blijven, maatschappelijke problemen op te lossen of nieuwe producten of markten aan te boren geven bedrijven, instellingen en de overheid miljarden uit aan speur- en ontwikkelingswerk (R&D). Een indicator daarvoor is hoeveel werkgelegenheid er met speur- en ontwikkelingswerk is gemoeid. Cijfers van de Wereldbank laten zien dat Nederland in de periode 2005–2015 in dit opzicht op de veertiende plaats stond, met 4 548 voltijdbanen per miljoen inwoners en de VS op plek twintig met 4 232 voltijdbanen per miljoen inwoners (Worldbank, 2017c). Israël stond op de eerste plaats met 8 255 voltijdbanen per miljoen mensen. In de top tien zitten zes Europese landen: Denemarken (plaats 2), Zweden (plaats 4), Finland (plaats 5), Noorwegen (plaats 7), IJsland (plaats 8) en Luxemburg (plaats 10). Een andere indicator is het totaal aan uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling als percentage van het bbp. Ook hier stond Israël bovenaan met gemiddeld 4,3 procent van het bbp aan R&D-uitgaven over de periode 2005–2015, gevolgd door Zuid-Korea en Japan (Worldbank, 2017c). De rest van de top tien werd bezet door met name Europese landen. De VS stonden wereldwijd op plek tien (2,8 procent) en Nederland op plek achttien (2,0 procent). In hoofdstuk 5 van deze publicatie wordt verder ingezoomd op de R&D en innovatie van Nederland en de VS, en met name de bilaterale activiteiten die worden ontplooid.
Een gedeelte van de uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling leidt tot uitvindingen. Om die uitgaven terug te kunnen verdienen, moet de uitvinding worden geregistreerd met behulp van een octrooi of patent. Daarmee wordt voor een bepaalde termijn het alleenrecht verkregen om de uitvinding te gebruiken. Naast uitvindingen zijn er ook andere vormen van intellectueel eigendom zoals auteursrechten, merken, handelsnamen en databankrechten. Om intellectueel eigendom te mogen gebruiken, moet worden betaald in de vorm van licenties en royalty’s. In de VS werd in 2016 voor het gebruik van intellectueel eigendom 110 miljard euro ontvangen (Worldbank, 2017c). Daarmee verdiende de VS wereldwijd het meeste met intellectueel eigendom. Voor Nederland was dit 34 miljard euro dat daarmee op de derde plaats stond. Als zodanig is dat het resultaat van investeringen in het verleden.
1.3Samenvatting en conclusie
In dit hoofdstuk is het economische profiel van de Verenigde Staten belicht, in vergelijking tot de wereld en Nederland in het bijzonder. De Verenigde Staten zijn de grootste economie ter wereld; qua bbp per hoofd van de bevolking neemt het de achtste plek wereldwijd in. Na de crisis in 2008 herstelde de VS sneller dan Nederland. Zowel in de VS als in Nederland domineert de dienstensector. Binnen de dienstensector zijn er wel structuurverschillen. Zo is het aandeel van de onroerend goed sector in het bbp in de VS aanzienlijk groter dan in Nederland; aan de andere kant is het aandeel van zowel handel, vervoer en horeca als dat van zakelijke dienstverlening kleiner.
Tussen de staten zijn er grote economische structuurverschillen wat betreft de bijdrage aan het bbp van de verschillende sectoren. Waar banken en verzekeraars dominant zijn aan de oostkant, is de productie van computers en elektronische producten dat in het westen. Verder concentreert zich de productie van motorvoertuigen in het zuidoosten en de chemische industrie rond de grote meren en het zuiden. Delfstoffen worden met name in de rurale staten in het midden van de VS gewonnen, maar de bijdrage daarvan aan het Amerikaanse bbp is beperkt. Horeca en restaurants zijn het belangrijkst in Nevada en Hawaii.
De rijkste staten bevinden zich voornamelijk aan de oostkust en vervolgens aan de westkust; in het zuiden liggen de armste staten.
De export van goederen vanuit de VS is na China de grootste ter wereld; de export van diensten is veruit het grootst. Bij de export van hightech goederen neemt de VS de derde plaats; Nederland staat daarbij op de negende plaats.
Wat betreft de positie van uitgaande en inkomende directe investeringen nemen de Verenigde Staten de koppositie in. Vanuit de VS staan in Nederland de meeste investeringen uit in voornamelijk holdings. Nederland vormt vijfde in de rij van buitenlandse investeerders in de VS; bijna de helft daarvan zit in de industrie.
Qua uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling staan zowel de VS als Nederland pas vanaf de tiende plek te vinden. Wat de ontvangsten voor het gebruik van intellectueel eigendom betreft staat de VS op de eerste plek en Nederland op de derde plek.
1.4Bijlage
In deze monitor worden de volgende afkortingen gehanteerd voor de federale staten:
AL | Alabama |
AK | Alaska |
AZ | Arizona |
AR | Arkansas |
CA | Californië |
CO | Colorado |
CT | Connecticut |
DE | Delaware |
FL | Florida |
GA | Georgia |
HI | Hawaï |
ID | Idaho |
IL | Illinois |
IN | Indiana |
IA | Iowa |
KS | Kansas |
KY | Kentucky |
LA | Louisiana |
ME | Maine |
MD | Maryland |
MA | Massachusetts |
MI | Michigan |
MN | Minnesota |
MS | Mississippi |
MO | Missouri |
MT | Montana |
NE | Nebraska |
NV | Nevada |
NH | New Hampshire |
NJ | New Jersey |
NM | New Mexico |
NY | New York |
NC | North Carolina |
ND | North Dakota |
OH | Ohio |
OK | Oklahoma |
OR | Oregon |
PA | Pennsylvania |
RI | Rhode Island |
SC | South Carolina |
SD | South Dakota |
TN | Tennessee |
TX | Texas |
UT | Utah |
VT | Vermont |
VA | Virginia |
WA | Washington |
WV | West Virginia |
WI | Wisconsin |
WY | Wyoming |
1.5Literatuur
Literatuur
Bureau of Economic Analysis (2018). SAGDP2N Gross domestic product (GDP) by state. [Database]. Geraadpleegd op https://apps.bea.gov/itable/iTable.cfm?ReqID=70&step=1#reqid=70&step=1&isuri=1, op 25 januari 2019.
CBS (2013). Verplaatsing bedrijfsactiviteiten naar buitenland. Centraal Bureau voor de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.
CBS (2017a). CBS Internationaliseringsmonitor 2017, derde kwartaal: Innovatie. Centraal Bureau voor de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.
CBS (2017b). CBS Internationaliseringsmonitor 2017, vierde kwartaal: Waardeketens. Centraal Bureau voor de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.
CBS (2018a). CBS Internationaliseringsmonitor 2018, tweede kwartaal: Werkgelegenheid. Centraal Bureau voor de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.
CBS (2018b). CBS Internationaliseringsmonitor 2018, vierde kwartaal: Financiële globalisering. Centraal Bureau voor de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.
CBS (2018c). Productie- en inkomenscomponenten bbp; bedrijfstak; nationale rekeningen. Geraadpleegd op https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/84088ned/table?dl=DB69, op 4 februari 2019.
CBS (2018d). Regionale kerncijfers; nationale rekeningen. Geraadpleegd op https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/84432NED/table?ts=1549815459011, op 4 februari 2019.
CBS (2018e). Internationale handel; in- en uitvoer naar SITC (1 digit) en land 2008–2017. Geraadpleegd op https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/81266ned/table?dl=A4C0, op 4 februari 2019.
Census Bureau (2018). Annual Estimates of the Resident Population for the United States, Regions, States, and Puerto Rico: April 1, 2010 to July 1, 2018 (NST-EST2018-01). [Database]. Geraadpleegd op https://www.census.gov/quickfacts/geo/chart/US/PST045217, op 8 januari 2019.
Lejour, A., Möhlmann, J., van ’t Riet, M. (2019). Doorsluisland NL doorgelicht. CPB Policy Brief. Geraadpleegd op https://www.cpb.nl/sites/default/files/omnidownload/CPB-Policy-Brief-2019-01-Doorsluisland-NL-doorgelicht.pdf, op 11 februari 2019.
Dolman, M., & Jukema, G., & Ramaekers, P. (2019). De Nederlandse landbouwexport in 2018 in breder perspectief. Wageningen Economic Research & Centraal Bureau voor de Statistiek: Wageningen.
IMF (2018). World Economic Outlook database: October 2018. [Database]. Geraadpleegd op https://www.imf.org/external/pubs/ft/weo/2018/02/weodata/download.aspx, op 8 januari 2019.
OECD (2018). Foreign Direct Investment Statistics: Data, Analysis and Forecasts. [Database]. Geraadpleegd op http://www.oecd.org/corporate/mne/statistics.htm, op 9 januari 2019.
World Bank (2017a). World Development Indicators: Size of the economy. [Database]. Geraadpleegd op http://wdi.worldbank.org/table/WV.1, op 8 januari 2019.
World Bank (2017b). World Development Indicators: Structure of merchandise exports. [Database]. Geraadpleegd op http://wdi.worldbank.org/table/4.4, op 8 januari 2019.
World Bank (2017c). World Development Indicators: Science and technology. [Database]. Geraadpleegd op http://wdi.worldbank.org/table/5.13, op 8 januari 2019.
World Bank (2017d). World Development Indicators: Structure of service exports. [Database]. Geraadpleegd op http://wdi.worldbank.org/table/4.6, op 8 januari 2019.
World Bank (2017e). World Development Indicators: Balance of payments current account. [Database]. Geraadpleegd op http://wdi.worldbank.org/table/4.17, op 23 januari 2019.
World Bank (2017f). World Development Indicators: The information society. [Database]. Geraadpleegd op http://wdi.worldbank.org/table/5.12, op 8 januari 2019.
World Bank (2018). World Development Indicators: Popular Indicators. [Database]. Geraadpleegd op https://databank.worldbank.org/data/indicator/NY.GDP.MKTP.KD.ZG/1ff4a498/Popular-Indicators, op 23 januari 2019.
Noten
Voor elke staat wordt in deze figuur een afkorting gehanteerd. In paragraaf 1.4 is te vinden welke staat bij welke afkorting hoort. Deze afkortingen worden ook in andere kaartjes in deze monitor gehanteerd.
Zie http://wdi.worldbank.org/table/5.13 voor de gehanteerde definitie van hightech goederen. Deze definitie verschilt van de definitie zoals die in hoofdstuk 3 wordt gehanteerd.
De cijfers van de OESO zijn gewaardeerd tegen marktwaarde of boekwaarde, zie https://qdd.oecd.org/subject.aspx?Subject=fdi_metadata. Daarmee verschillen de cijfers van die voor de VS van de Bureau of Economic Analysis zoals die in hoofdstuk 2 worden gebruikt. De Bureau of Economic Analysis hanteert namelijk een waardering tegen historische kosten. Bij waardering tegen historische kosten wordt er niet gecorrigeerd voor waardeveranderingen zoals dat wel gebeurt bij waardering tegen marktwaarde of boekwaarde.