De relaties tussen het Nederlandse bedrijfsleven en de Verenigde Staten
Nederland en de Verenigde Staten zijn op vele fronten met elkaar verweven. Multinationale bedrijven aan weerszijden van de Atlantische oceaan zijn daar een goed voorbeeld van. Dit hoofdstuk gaat dieper in op bedrijven die in Amerikaanse handen zijn, ondernemen in de VS of met de VS handelen. Wat kenmerkt ze en hoe ontwikkelen zij zich in termen van handel, omzet en werkgelegenheid?
5.1Inleiding
Google, Coca Cola en American Express zijn bekende voorbeelden van Amerikaanse bedrijven in Nederland. Ruim 2 800 bedrijven stonden in 2016 onder Amerikaans zeggenschap; meer dan één op de vijf buitenlandse bedrijven. In dat jaar hadden zij ongeveer 200 duizend werkzame personen in dienst en waren daarmee de grootste buitenlandse werkgever in het Nederlandse bedrijfsleven. Er zijn verschillende redenen waarom buitenlandse bedrijven zich in Nederland vestigen. Zo heeft onze gunstige ligging in Europa, onze sterk ontwikkelde logistieke en data-infrastructuur, de relatief hoog opgeleide Nederlandse bevolking en ons gunstige vestigingsklimaat een grote aantrekkingskracht op buitenlandse investeerders, zoals die uit de VS.
Buitenlandse multinationals leveren een belangrijke bijdrage aan het Nederlandse bedrijfsleven. Ze zijn binnen het Nederlandse bedrijfsleven goed voor bijna 40 procent van de omzet, 29 procent van de toegevoegde waarde en hebben circa 17 procent van de werkzame personen in dienst. Eerder onderzoek van het CBS (2018a, 2018b, 2015) toont ook aan dat buitenlandse en Nederlandse multinationals een essentieel onderdeel vormen van de Nederlandse economie, bijvoorbeeld omdat zij vaak als schakel naar het buitenland fungeren voor kleinere bedrijven die zelf niet exporteren. Multinationals zijn – vaker dan het zelfstandig mkb – direct actief in internationale handel in goederen en diensten en het zijn zwaargewichten als het gaat om de handelswaarde.
Onzekere toekomstontwikkelingen
De afgelopen jaren pakken zich echter donkere wolken samen boven de internationale economie maar ook boven de bilaterale samenwerking tussen Nederland en de VS. Enkele media rapporteerden onlangs dat Amerikaanse bedrijven Nederland steeds vaker links laten liggen (AD, 2018; NOS, 2018). Een combinatie van een verlaging van de winstbelasting in de VS, de aankondiging van maatregelen tegen brievenbusfirma’s in Nederland en een aanscherping van de expat-regeling zou Amerikaanse bedrijven afschrikken om in Nederland te investeren. Of de Amerikaanse bedrijvigheid in de Nederlandse economie daadwerkelijk afneemt, is op dit moment nog onduidelijk. Mogelijk hebben de genoemde maatregelen vooral effect op investeringen die uit fiscale overwegingen via Nederland lopen. Met name investeringen in holdings zijn fiscaal gedreven. De groei van de Amerikaanse positie aan directe investeringen in Nederlandse holdings vlakte in 2017 wel af, zie hoofdstuk 2. De meest recente NFIA-cijfers over buitenlandse investeerders in Nederland laten zien dat ook in 2018, net als in 2017, de meeste ‘buitenlandse’ banen in Nederland gecreëerd zijn door bedrijven uit de VS (Rijksoverheid, 2019).noot1
Daarnaast vaart de VS onder president Trump een andere koers als het gaat om internationale handel. Het nieuwe Amerikaanse handelsbeleid heeft onder andere tot gevolg gehad dat Amerika zich terugtrok uit het Trans-Pacific Partnership (TPP) en het nucleaire akkoord met Iran, er een heronderhandeling van de Noord-Amerikaanse Vrijhandelsovereenkomst (voorheen het NAFTA-verdrag) heeft plaatsgevonden en dat Amerika invoerheffingen heeft ingesteld op bepaalde producten (staal en aluminium) ter bescherming van Amerikaanse banen. Dit ontaardde in de loop van 2018 in een ongekende handelsoorlog tussen de VS en China, die inmiddels al maanden voortsleept en als consequentie heeft dat beide landen elkaars goederen stevige importheffingen hebben opgelegd. In december 2018 sloten de beide landen een ‘wapenstilstand’ van negentig dagen en tot 1 maart 2019 worden er geen nieuwe importheffingen opgelegd.
Deze ontwikkelingen missen hun uitwerking op Nederland niet. Zo heeft de Europese Commissie (2019) onlangs de groeiverwachtingen voor de Nederlandse economie voor 2019 naar beneden bijgesteld, van 2,4 procent groei naar 1,7 procent. Het handelsconflict tussen de VS en China, de Brexit en het afnemend consumentenvertrouwen worden als belangrijke redenen genoemd.
Opbouw van dit hoofdstuk
Dit hoofdstuk biedt inzicht in de groep bedrijven die een investerings- en/of handelsrelatie hebben met de VS. Wat typeert deze bedrijven? In welke Nederlandse sectoren zijn ze actief en hoeveel werkgelegenheid creëren ze? Welke rol spelen ze in de internationale handel van Nederland en wat is het belang van handel voor deze bedrijven? Ook wordt nadrukkelijk gekeken naar Nederlandse bedrijven met dochterondernemingen in de VS. Samengevat staan de volgende vier invalshoeken met onderzoeksvragen centraal in dit hoofdstuk:
- Amerikaanse multinationals in Nederland
- Hoeveel Amerikaanse multinationals zijn er?
- Welke bedrijfskenmerken hebben zij (grootte, activiteit, handel)?
- Wat is het belang van deze bedrijven in termen van werkgelegenheid, omzet en handel? Zit hier dynamiek in?
- Waar in Nederland zijn ze vooral vertegenwoordigd?
- Bedrijven met internationale handel in goederen en diensten met de VS
- Hoeveel bedrijven hebben zulke handel? Wat zijn hun bedrijfskenmerken?
- Welke rol spelen Amerikaanse bedrijven in Nederland in deze handelsstromen?
- Hoe groot is deze handel en hoe ontwikkelt deze zich?
- Wat is het belang van de handel in de omzet van bedrijven met handel naar de VS?
- Nederlandse multinationals in de VS
- Hoeveel dochterbedrijven van Nederlandse multinationals zijn actief in de VS?
- Welke kenmerken hebben deze Nederlandse dochters bijvoorbeeld ten opzichte van Canadese of andere Europese bedrijven in de VS?
- Welk belang hebben ze in de Amerikaanse economie bijvoorbeeld qua werkgelegenheid, omzet en R&D uitgaven?
- Wat is het belang van de Amerikaanse bedrijven in de Nederlandse economie als het gaat om innovatie en R&D?
Elke invalshoek wordt in een aparte paragraaf beschreven. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een samenvatting. Paragraaf 5.7 geeft een uitgebreide verantwoording van de gebruikte data en methoden. Data over de dochterbedrijven van Nederlandse multinationals die actief zijn in de VS is afkomstig van de website van het Bureau of Economic Analysis in de Verenigde Staten.
5.2Kenmerken van Amerikaanse bedrijven in Nederland
Eén op de vijf buitenlandse bedrijven in Nederland is Amerikaans
Het Nederlandse bedrijfsleven (zie begrippenlijst) telde in 2016 bedrijven ruim 1,1 miljoen bedrijven, bijna 272 duizend méér dan in 2012. Hiervan waren er in 2016 ongeveer 13 duizend in buitenlands eigendom (begrippenlijst). Binnen deze buitenlandse bedrijven vormen Amerikaanse multinationals een aanzienlijke groep. Ruim 1 op de 5 buitenlandse multinationals, ofwel 2 820 bedrijven, stond in 2016 onder Amerikaanse zeggenschap.
Amerikaanse bedrijven zijn in Nederland relatief vaak actief in de sector informatie en communicatie (475 bedrijven in 2016), vergeleken met alle buitenlandse multinationals maar ook vergeleken met het hele bedrijfsleven. Binnen deze sector zijn ze vooral terug te vinden in de IT-dienstverlening (350 bedrijven) en diensten op het gebied van informatie (45). Ook in de Nederlandse industrie zijn Amerikaanse bedrijven goed vertegenwoordigd (460). In absolute zin waren in 2016 de meeste Amerikaanse bedrijven actief in de groot- en detailhandel (1 030).
5.2.1Aantal en ontwikkeling buitenlandse multinationals in Nederland (2012–2016)
2012 | 2016 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
totaal | waarvan | totaal | waarvan | |||
buitenlands | Verenigde Staten | buitenlands | Verenigde Staten | |||
Aantal bedrijven | 862 695 | 9 565 | 2 095 | 1 134 680 | 13 075 | 2 820 |
Omzet (x mln euro) | 1 416 170 | 500 165 | 160 540 | 1 442 788 | 554 012 | 184 024 |
Toegevoegde waarde (x mln euro) | 310 022 | 83 089 | 26 260 | 346 975 | 100 952 | 31 561 |
Aantal werkzame personen (x 1 000) | 4 675 | 858 | 205 | 5 599 | 967 | 201 |
Omzet Amerikaanse bedrijven in Nederland 184 miljard in 2016
Gemeten in omzet en toegevoegde waarde is het belang van Amerikaanse bedrijven in Nederland groter dan in aantal bedrijven en werkzame personen, zie tabel 5.2.1. In 2016 wisten alle buitenlandse multinationals samen ongeveer 554 miljard euro omzet in het Nederlandse bedrijfsleven te realiseren. Een derde hiervan – 184 miljard – kwam tot stand dankzij Amerikaanse multinationals. Ook groeide de omzet bij Amerikaanse bedrijven in Nederland tussen 2012 en 2016 – met 15 procent – harder dan bij alle buitenlandse bedrijven in Nederland (11 procent). De grootste omzetgroei bij Amerikaanse bedrijven deed zich voor in de industrie; hier werd ruim 14 van de ruim 23 miljard extra omzet gerealiseerd. Ook bij Amerikaanse bedrijven in de informatie en communicatiesector groeide de omzet tussen 2012 en 2016 en wel met ruim 6 miljard. In de groot- en detailhandel zagen Amerikaanse multinationals hun omzet met 3,5 miljard afnemen in de onderzochte periode.
Omzetgroei het grootst bij bestaande Amerikaanse bedrijven
Figuur 5.2.2 laat zien dat de omzetgroei van Amerikaanse bedrijven tussen 2012 en 2016 vooral voor rekening kwam van bedrijven die ook in 2012 al in het Nederlandse bedrijfsleven actief waren. Deze bestaande bedrijven wisten in 2016 bijna 27 miljard omzet méér te genereren dan in 2012. Tussen 2012 en 2016 zijn er ook nieuwe Amerikaanse bedrijven bij gekomen.noot2 Deze nieuwkomers waren in 2016 goed voor ruim 17 miljard omzet. Bij andere buitenlandse bedrijven in Nederland was de ontwikkeling omgekeerd; hier gaven de nieuwkomers een grotere impuls aan de omzetgroei, zoals blijkt uit figuur 5.2.3. Vooral Duitse, Belgische, Japanse en Britse bedrijven die sinds 2012 in het Nederlands bedrijfsleven actief werden, waren hier verantwoordelijk voor.
Krimp in werkgelegenheid bij Amerikaanse bedrijven tussen 2012 en 2016
Tabel 5.2.1 liet zien dat het aantal werkzame personen bij Amerikaanse bedrijven tussen 2012 en 2016 vrijwel gelijk is gebleven. Net als bij de omzetgroei gaat hier een behoorlijke dynamiek op bedrijfsniveau achter schuil. Zo blijkt dat het aantal werkzame personen bij Amerikaanse bedrijven met name op peil blijft dankzij de toetreding van nieuwe Amerikaanse bedrijven sinds 2012. Bij deze nieuwkomers werkten in 2016 bijna 46 duizend Nederlanders (zie figuur 5.2.2). Dit compenseerde nèt de afname in werkzame personen bij Amerikaanse bedrijven die sinds 2012 zijn gestopt. Eerder waren hier 43 duizend werkzame personen werkzaam. Opvallend om te zien is dat de werkgelegenheid daalde bij Amerikaanse bedrijven die zowel in 2012 als in 2016 in Nederland actief waren. Ondanks meer omzet, nam het aantal werkzame personen met bijna 7 duizend af. Dit betrof vooral werknemers bij Amerikaanse bedrijven in de groot- en detailhandel, wat past in het beeld van een lagere omzet. Hoofdstuk 6 van deze internationaliseringsmonitor gaat dieper in op de kenmerken van werknemers van Amerikaanse bedrijven in Nederland.
De werkgelegenheidsontwikkeling van Amerikaanse bedrijven in het Nederlandse bedrijfsleven staat in schril contrast met die van alle buitenlandse bedrijven in Nederland (figuur 5.2.3). Deze groeide tussen 2012 en 2016 in totaal met bijna 110 duizend werkzame personen. Bestaande buitenlandse bedrijven die zowel in 2012 als in 2016 actief waren in Nederland, realiseerden een groei in werkzame personen van 28 duizend. Hier waren vooral Duitse, Britse, Zwitserse maar ook Chinese (inclusief Hongkongse) bedrijven verantwoordelijk voor. De grootste groei in werkgelegenheid kwam echter door nieuwe buitenlandse bedrijven. Ongeveer 132 duizend werkzame personen werkten in 2016 bij een buitenlands bedrijf dat in 2012 nog niet bestond. Dit waren – naast Amerikaanse bedrijven – vooral Japanse, Duitse, Franse en Belgische bedrijven. Buitenlandse bedrijven die sinds 2012 zijn gestopt met activiteiten in Nederland, gaven toen werk aan bijna 52 duizend mensen.
Amerikaanse bedrijven genereren relatief veel werkgelegenheid in ICT
Figuur 5.2.4 laat zien hoe de werkgelegenheid bij Amerikaanse bedrijven in het Nederlandse bedrijfsleven in 2016 verdeeld was over de verschillende bedrijfstakken. Dit is vervolgens afgezet tegen de werkgelegenheid bij alle buitenlandse bedrijven in Nederland en tegen de totale werkgelegenheid in het Nederlandse bedrijfsleven. Werknemers van Amerikaanse bedrijven in Nederland zijn ten opzichte van andere werknemers in Nederland veel vaker werkzaam in de industrie. In 2016 was 31 procent van de werknemers van een Amerikaans bedrijf actief in de industrie, tegen 12 procent van alle werknemers in het bedrijfsleven. Ook is het aandeel werkzame personen in de informatie- en communicatiesector, met 12 procent, ruim het dubbele van het aandeel werknemers van bedrijven in Nederlands eigendom. De Amerikaanse dominantie in de sector informatie en communicatie is niet gering; ongeveer 8 procent van alle werknemers in deze sector is werkzaam voor een Amerikaanse multinational. Werknemers van Amerikaanse bedrijven zijn, ten opzichte van andere werknemers, minder vaak terug te vinden in de groot- en detailhandel, verhuur en overige zakelijke diensten.
Amerikaanse bedrijven met internationale handel vaak actief in industrie
Naast omzet en werkgelegenheid is het ook relevant om te bekijken of en welke internationale handelsactiviteiten de Amerikaanse bedrijven in Nederland ontplooien.noot3 Dit biedt inzicht in welk type Amerikaanse bedrijven hier actief is. Een Amerikaans bedrijf dat vooral goederen invoert, kan vooral gericht zijn op het bevoorraden van de Nederlandse markt en als Nederlands verkoopkantoor voor een Amerikaanse producent fungeren. Een Amerikaans bedrijf dat zowel invoert als uitvoert kan als schakel in een wereldwijde productieketen opereren.
Bijna de helft van de 2 820 bedrijven onder Amerikaanse zeggenschap wordt gevormd door kleine bedrijven (1–10 werkzame personen). Van deze groep kleine bedrijven gaf 33 procent aan in 2016 goederen te hebben geëxporteerd, en 47 procent heeft in dat jaar goederen geïmporteerd. Het aandeel Amerikaanse bedrijven met goederenhandel hangt positief samen met de omvang. In 2016 gaf meer dan 75 procent van de grote Amerikaanse bedrijven aan goederen te exporteren en importeren, en de zeventig grootste (met meer dan 500 werkzame personen) importeerden bijna allemaal.
5.2.5Zeggenschap van bedrijven naar grootteklasse en aandeel handelaren, 2016
Aantal bedrijven | waarvan | Aantal bedrijven met buitenlands zeggenschap | waarvan | Aantal bedrijven met zeggenschap VS | waarvan | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
goederen- exporteur |
goederen- importeur |
goederen- exporteur |
goederen- importeur |
goederen- exporteur |
goederen- importeur |
||||
Grootteklasse | % | % | % | ||||||
0 tot 10 werkzame personen | 1 086 880 | 4 | 8 | 7 320 | 33 | 47 | 1 310 | 33 | 47 |
10 tot 50 werkzame personen | 38 115 | 31 | 48 | 3 180 | 56 | 78 | 770 | 57 | 77 |
50 tot 250 werkzame personen | 8 075 | 50 | 69 | 1 965 | 71 | 90 | 580 | 71 | 89 |
250 tot 500 werkzame personen | 900 | 56 | 76 | 340 | 75 | 95 | 90 | 84 | 96 |
500 of meer werkzame personen | 710 | 61 | 80 | 270 | 71 | 93 | 70 | 78 | 97 |
Totaal bedrijfsleven | 1 134 680 | 5 | 10 | 13 075 | 46 | 63 | 2 820 | 50 | 67 |
In 2016 bestond het Nederlandse bedrijfsleven voor bijna 96 procent uit bedrijven met minder dan 10 werkzame personen. Hier zitten veel zzp’ers en kleine zelfstandige ondernemers tussen, die doorgaans geen internationale goederenhandel hebben. Het aandeel bedrijven met goederenhandel is dan ook groter bij grotere bedrijven en het grootst bij bedrijven met meer dan 500 werkzame personen. Gemiddeld gaf 5 procent van het bedrijfsleven aan goederen te hebben geëxporteerd en 10 procent had import van goederen in 2016. Deze aandelen zijn een stuk groter bij de subpopulatie van Amerikaanse bedrijven. Gemiddeld genomen exporteerde de helft van alle Amerikaanse bedrijven goederen in 2016 en twee derde importeerde goederen. Daarmee zijn Amerikaanse bedrijven véél vaker actief in internationale goederenhandel dan het doorsnee bedrijf. Vergeleken met alle buitenlandse bedrijven zijn de verschillen kleiner, maar nog altijd komt internationale goederenhandel vaker voor onder Amerikaanse bedrijven. Vooral de grotere Amerikaanse bedrijven (vanaf 250 werkzame personen) hebben relatief vaak goederenhandel ten opzichte van andere buitenlandse multinationals in Nederland.
Import en export van goederen kwam in 2016 bij Amerikaanse bedrijven in Nederland het vaakst voor bij bedrijven in de industrie; respectievelijk bij 85 en 91 procent van de bedrijven. Daarna volgen Amerikaanse bedrijven in de groot- en detailhandel; hier had meer dan twee op de drie Amerikaanse bedrijven goederenhandel. In de sector vervoer en opslag wordt bovengemiddeld gehandeld. In de sector informatie en communicatie had een relatief klein gedeelte internationale goederenhandel. Dit is ook de enige sector waar het aandeel goederenimporteurs kleiner is dan voor het doorsnee buitenlandse bedrijf; in alle andere bedrijfstakken waren Amerikaanse bedrijven vaker actief in goederenhandel dan andere buitenlandse bedrijven.
5.2.6Zeggenschap van bedrijven per sector en aandeel handelaren, 2016
Aantal bedrijven | waarvan | Aantal bedrijven met buiten- lands zeggen- schap |
waarvan | Aantal bedrijven met zeggen- schap VS |
waarvan | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
goederen- exporteur |
goederen- importeur |
goederen- exporteur |
goederen- importeur |
goederen- exporteur |
goederen- importeur |
||||
Sector | % | % | % | ||||||
Delfstoffenwinning | 465 | 21 | 28 | 80 | 49 | 65 | 20 | 61 | 67 |
Industrie | 65 245 | 18 | 25 | 1 895 | 76 | 86 | 460 | 85 | 91 |
Waterbedrijven en afvalbeheer | 1 810 | 16 | 22 | 80 | 46 | 68 | 5 | . | . |
Bouwnijverheid | 167 020 | 2 | 5 | 310 | 19 | 53 | 25 | . | . |
Handel | 250 115 | 13 | 28 | 5 360 | 59 | 78 | 1 030 | 66 | 82 |
Vervoer en opslag | 42 080 | 5 | 8 | 875 | 36 | 50 | 115 | 53 | 69 |
Horeca | 58 090 | 0 | 6 | 115 | 16 | 66 | 20 | . | . |
Informatie en communicatie | 92 840 | 4 | 4 | 1 400 | 24 | 39 | 475 | 22 | 42 |
Verhuur en handel van onroerend goed | 27 560 | 1 | 3 | 275 | 5 | 27 | 60 | 6 | 39 |
Specialistische zakelijke dienstverlening | 345 525 | 2 | 3 | 1 990 | 24 | 40 | 480 | 26 | 45 |
Verhuur en overige zakelijke dienstverlening | 72 960 | 3 | 5 | 630 | 21 | 42 | 125 | 22 | 44 |
Reparatie van computers en consumentenartikelen | 9 765 | 2 | 8 | 15 | 60 | 73 | 5 | . | . |
Totaal bedrijfsleven | 1 134 680 | 5 | 10 | 13 075 | 46 | 63 | 2 820 | 50 | 67 |
Meeste vestigingen van Amerikaanse bedrijven in Amsterdam
Figuur 5.2.8 laat voor het jaar 2016 zien waar in Nederland Amerikaanse bedrijven gevestigd waren. Dit is gedaan op het niveau van vestigingen (zie begrippenlijst). Of een bedrijf onder buitenlandse, dan wel Amerikaanse zeggenschap valt, wordt bepaald op het niveau van de ondernemingengroep. Een ondernemingengroep kan uit één of meerdere bedrijfseenheden bestaan, die op hun beurt weer uit één of meerdere bedrijfsvestigingen kunnen bestaan. Infographic 5.2.7 geeft aan hoe vestigingen onder Amerikaans of niet-Amerikaans zeggenschap worden gerekend. Vestigingen kunnen altijd aan een locatie gekoppeld worden via hun postcode. Figuur 5.2.8 geeft per COROP-gebied het aandeel buitenlandse vestigingen in alle bedrijfsvestigingen weer en figuur 5.2.9 geeft per COROP gebied aan welk deel van die buitenlandse vestigingen op hun beurt onder Amerikaanse zeggenschap valt.
In 2016 telde het Nederlandse bedrijfsleven ongeveer 1,1 miljoen bedrijfsvestigingen. Hiervan stond iets meer dan 5 procent onder buitenlandse zeggenschap en 0,5 procent onder Amerikaans zeggenschap. Daarmee stond bijna 1 op de 10 buitenlandse vestigingen in 2016 onder Amerikaans bewind. Vestigingen van Amerikaanse bedrijven zijn goed vertegenwoordigd in Amsterdam, Zaandam, Haarlem, de Gooi- en Vechtstreek, West-Noord-Brabant en Rijnmond. Het totale aandeel buitenlandse vestigingen was daarentegen het grootst in Delfzijl, Zeeuws-Vlaanderen, Noord-Limburg, West-Noord-Brabant en Zuid-Limburg. Daaruit is op te maken dat grensstreken relatief veel vestigingen onder buitenlands zeggenschap hebben, maar dat Amerikaanse bedrijven relatief vaak de voorkeur geven aan de Randstad. Zeeuws-Vlaanderen en Delfzijl hebben relatief het grootste aandeel vestigingen onder buitenlands zeggenschap, maar in absolute zin zijn dit er maar heel weinig.
Met bijna 120 duizend bedrijfsvestigingen telde Groot-Amsterdam de meeste bedrijfsvestigingen in 2016. Hier zijn ruim 7 000 bedrijfsvestigingen onderdeel van een buitenlandse multinational waarvan bijna 1 200 onder Amerikaans zeggenschap (circa 17 procent). Hierna volgen in absolute aantallen Groot-Rijnmond en Utrecht met respectievelijk 475 en 405 Amerikaanse vestigingen. Haarlem heeft met 3,4 procent relatief de minste buitenlandse vestigingen, maar ruim 10 procent hiervan viel onder Amerikaanse zeggenschap. Dit beeld is sinds 2012 weinig veranderd op iets grotere aandelen buitenlandse en Amerikaanse bedrijfsvestigingen in Nederland na.
5.3Bedrijven met internationale handel en een relatie met de VS
In deze paragraaf staan bedrijven met internationale handel centraal, in tegenstelling tot de vorige paragraaf waarin zeggenschap centraal stond. Hier wordt voortgebouwd op tabellen 5.2.5 en 5.2.6 waarin werd aangegeven hoe vaak internationale goederenhandel voorkomt, in het bedrijfsleven en bij bedrijven onder buitenlandse dan wel Amerikaanse zeggenschap. In deze paragraaf wordt uiteengezet hoe groot deze goederenhandel is, welk aandeel handel met de VS hierin vormt en welk belang deze handel heeft voor de verschillende type bedrijven. Zijn er bedrijven die wat betreft hun goederenhandel grotendeels of zelfs volledig afhankelijk zijn van handel met de VS en zo ja om welke bedrijven gaat het dan? Dit geeft een indruk van de afhankelijkheid van de handel met de VS voor verschillende typen bedrijven. Voor zover mogelijk worden in deze paragraaf ook de kenmerken van bedrijven met dienstenhandel met de VS uiteengezet.noot4
Omdat in deze paragraaf het kenmerk zeggenschap niet terugkomt, is het mogelijk om hier het meest actuele verslagjaar voor de internationale handel in goederen en diensten te laten zien, namelijk 2017.
Goederenhandelaren met VS relatief vaak groot
In 2017 waren er ongeveer 74 duizend bedrijven in de hele Nederlandse economie actief in de export van goederennoot5, zie tabel 5.3.1. In dat jaar telde Nederland ook bijna 141 duizend importeurs.noot6 Van deze groep bedrijven rapporteerden in 2017 iets meer dan 7 duizend bedrijven goederenexport naar de VSnoot7, wat neerkomt op circa 9 procent van alle exporteurs. Iets meer dan 11 duizend bedrijven hebben in 2017 goederen uit de VS geïmporteerdnoot8 en dat is zo’n 8 procent van alle importeurs. Met name bij het grootbedrijf handelde een groot deel met de VS: meer dan 40 procent van de bedrijven met 250 of meer werkzame personen exporteert naar de VS en ruim een derde importeerde goederen uit de VS.
5.3.1Aantal bedrijven met goederenhandel, totaal en met VS, naar omvang (2017)
Aantal bedrijven | Aandeel bedrijven met export naar de VS | Aantal bedrijven | Aandeel bedrijven met import uit de VS | |||
---|---|---|---|---|---|---|
met goederen- export |
met goederen- export naar de VS |
met goederen- import |
met goederen- import uit de VS |
|||
Omvang | % | % | ||||
0 tot 10 werkzame personen | 54 340 | 2 675 | 5 | 110 725 | 5 605 | 5 |
10 tot 50 werkzame personen | 14 205 | 2 235 | 16 | 21 730 | 2 880 | 14 |
50 tot 250 werkzame personen | 4 640 | 1 630 | 35 | 6 605 | 1 880 | 30 |
250 tot 500 werkzame personen | 605 | 260 | 43 | 890 | 315 | 35 |
500 of meer werkzame personen | 555 | 225 | 41 | 990 | 345 | 35 |
Totaal aantal bedrijven | 74 350 | 7 030 | 9 | 140 940 | 11 030 | 8 |
De verschillen zijn wat bescheidener als de cijfers worden uitgesplitst naar sectoren en bedrijfstakken, zie tabel 5.3.2. Het grootste aantal bedrijven dat goederenhandel heeft met de VS zit in de industrie en in de groot- en detailhandel (vergelijk met tabel 5.2.6). Bij de handel is dit echter niet veel anders dan het landelijk gemiddelde, maar bij de industrie is dit relatief meer. Het grootste aandeel exporteurs naar de VS binnen de industrie is te vinden bij de chemische en farmaceutische industrie, maar ook bij de vervaardiging van computers en machines. Deze industriële branches kennen ook de meeste bedrijven die uit de VS importeren, waarbij de farmaceutische industrie met 40 procent de kroon spant. Binnen de sector handel is het vooral de groothandel die goederen met de VS verhandelt.
5.3.2Aantal bedrijven met goederenhandel, totaal en met VS, naar sector (2017)
Aantal bedrijven | Aandeel bedrijven met export naar de VS | Aantal bedrijven | Aandeel bedrijven met import uit de VS | |||
---|---|---|---|---|---|---|
met goederen- export |
met goederen- export naar de VS |
met goederen- import |
met goederen- import uit de VS |
|||
Sector | % | % | ||||
Landbouw, bosbouw en visserij | 4 915 | 110 | 2 | 6 925 | 90 | 1 |
Delfstoffenwinning | 110 | 25 | 23 | 135 | 40 | 30 |
Industrie | 12 000 | 2 375 | 20 | 16 725 | 2 210 | 13 |
voedingsmiddelenindustrie | 940 | 155 | 16 | 1 475 | 130 | 9 |
drankenindustrie | 70 | 15 | 21 | 180 | 15 | 8 |
textielindustrie | 320 | 80 | 25 | 525 | 60 | 11 |
papierindustrie | 225 | 50 | 22 | 230 | 40 | 17 |
grafische industrie | 505 | 25 | 5 | 695 | 35 | 5 |
chemische industrie | 500 | 180 | 36 | 545 | 165 | 30 |
farmaceutische industrie | 100 | 30 | 30 | 125 | 50 | 40 |
rubber- en kunststofproductindustrie | 705 | 175 | 25 | 870 | 140 | 16 |
bouwmaterialenindustrie | 330 | 40 | 12 | 660 | 45 | 7 |
basismetaalindustrie | 175 | 45 | 26 | 190 | 30 | 16 |
metaalproductenindustrie | 2 040 | 290 | 14 | 2 685 | 185 | 7 |
elektrotechnische industrie | 560 | 205 | 37 | 650 | 230 | 35 |
elektrische apparatenindustrie | 395 | 90 | 23 | 495 | 90 | 18 |
machine-industrie | 1 600 | 550 | 34 | 1 705 | 460 | 27 |
auto- en aanhangwagenindustrie | 275 | 40 | 15 | 365 | 55 | 15 |
overige transportmiddelenindustrie | 280 | 50 | 18 | 330 | 75 | 23 |
overige industrie | 590 | 110 | 19 | 1 050 | 140 | 13 |
reparatie en installatie van machines | 1 140 | 135 | 12 | 1 645 | 190 | 12 |
Energievoorziening | . | . | . | . | . | . |
Bouwnijverheid | 2 545 | 95 | 4 | 8 420 | 145 | 2 |
Handel | 33 865 | 2 880 | 9 | 71 860 | 5 750 | 8 |
autohandel en -reparatie | 3 695 | 140 | 4 | 7 375 | 595 | 8 |
groothandel en handelsbemiddeling | 25 575 | 2 445 | 10 | 35 240 | 4 245 | 12 |
detailhandel (niet in auto’s) | 4 595 | 290 | 6 | 29 245 | 915 | 3 |
Vervoer en opslag | 2 405 | 275 | 11 | 3 390 | 350 | 10 |
Horeca | . | . | . | . | . | . |
Informatie en communicatie | 3 675 | 220 | 6 | 4 215 | 505 | 12 |
Financiële instellingen | 1 440 | 85 | 6 | 2 705 | 175 | 6 |
Verhuur en handel van onroerend goed | . | . | . | . | . | . |
Specialistische zakelijke dienstverlening | 7 980 | 635 | 8 | 10 085 | 945 | 9 |
Verhuur en overige zakelijke dienstverlening | 1 965 | 95 | 5 | 3 460 | 170 | 5 |
Overheid | . | . | . | . | . | . |
Onderwijs | . | . | . | . | . | . |
Gezondheids- en welzijnszorg | . | . | . | . | . | . |
Cultuur, sport en recreatie | . | . | . | . | . | . |
Reparatie van computers en consumentenartikelen | 200 | 20 | 10 | 815 | 40 | 5 |
Totaal Nederlandse economie | 74 350 | 7 030 | 9 | 140 940 | 11 030 | 8 |
Belang goederenexport naar Verenigde Staten
In 2017 telde de Nederlandse economie ruim 74 duizend bedrijven met goederenexport. Meer dan 7 000 bedrijven exporteerden naar de VS, voor een gemiddeld bedrag van 2 miljoen euro, zoals blijkt uit de laatste regel van tabel 5.3.3. Bijna de helft (44 procent) van deze exporteurs is echter voor nog geen 5 procent afhankelijk van de VS als afzetmarkt. Voor circa 17 procent van de bedrijven die naar de VS exporteerden in 2017 ging minimaal de helft van hun goederenexport naar de VS en 7 procent van de exporteurs was voor meer dan 95 procent van zijn goederenexport afhankelijk van de VS. Hiermee zijn goederenexporteurs vrijwel even afhankelijk van export naar de VS als van export naar het Verenigd Koninkrijk (CBS, 2017).
Bedrijven in de industrie en groot- en detailhandel exporteerden gemiddeld het meest naar de VS. Als we echter kijken naar hoeveel van deze bedrijven vrijwel uitsluitend afhankelijk is van de VS als afzetmarkt, zien we dat dat bij de industrie slechts 3 procent is en bij de handel 5 procent. In beide sectoren is bijna de helft van de bedrijven slechts voor minder dan 5 procent afhankelijk van export naar de VS. Deze sectoren als geheel exporteren dus ook veel naar andere landen. De industrie en de handel zijn in tabel 5.3.3 echter verder opgedeeld naar bedrijfstak omdat de onderliggende bedrijfstakken sterk verschillen in hun afhankelijkheid van de export naar de VS, én bovendien veel exporteurs naar de VS bevatten.
5.3.3Bedrijven met goedenexport naar de Verenigde Staten en het belang daarvan in totale goederenexport
Aantal bedrijven met export | Aantal bedrijven met export naar VS | Gemiddelde export naar VS | Belang VS in totale goederenexport | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
minder dan 5% | 5% tot 25% | 25% tot 50% | 50% tot 95% | 95% of meer | ||||
Bedrijfstak | x 1 000 euro | |||||||
Landbouw, bosbouw en visserij | 4 915 | 110 | 1 383 | 46 | 25 | 11 | 8 | 11 |
Delfstoffenwinning | 110 | 25 | 1 978 | 44 | 36 | 8 | 8 | 4 |
Industrie | 12 000 | 2 375 | 3 958 | 49 | 30 | 10 | 7 | 3 |
voedingsmiddelenindustrie | 940 | 155 | 3 846 | 70 | 15 | 8 | 5 | 3 |
drankenindustrie | 70 | 15 | 12 033 | 38 | 31 | 12 | 12 | 6 |
tabaksindustrie | . | . | 1 556 | 100 | 0 | 0 | 0 | 0 |
textielindustrie | 320 | 80 | 1 114 | 49 | 36 | 13 | 1 | 1 |
kledingindustrie | 170 | 15 | 37 | 47 | 20 | 13 | 20 | 0 |
leer- en schoenenindustrie | 100 | 15 | 151 | 47 | 35 | 6 | 12 | 0 |
houtindustrie | 320 | 25 | 662 | 48 | 35 | 9 | 8 | 0 |
papierindustrie | 225 | 50 | 1 841 | 59 | 25 | 8 | 6 | 2 |
grafische industrie | 505 | 25 | 232 | 58 | 23 | 12 | 4 | 4 |
aardolie-industrie | . | . | 37 625 | 71 | 29 | 0 | 0 | 0 |
chemische industrie | 500 | 180 | 6 874 | 57 | 31 | 6 | 5 | 1 |
farmaceutische industrie | 100 | 30 | 7 859 | 66 | 12 | 6 | 6 | 9 |
rubber- en kunststofproductindustrie | 705 | 175 | 1 116 | 60 | 25 | 7 | 7 | 1 |
bouwmaterialenindustrie | 330 | 40 | 1 345 | 45 | 32 | 8 | 11 | 5 |
basismetaalindustrie | 175 | 45 | 13 179 | 61 | 33 | 4 | 2 | 0 |
metaalproductenindustrie | 2 040 | 290 | 847 | 50 | 31 | 7 | 7 | 4 |
elektrotechnische industrie | 560 | 205 | 5 661 | 34 | 38 | 16 | 7 | 4 |
elektrische apparatenindustrie | 395 | 90 | 3 056 | 47 | 32 | 12 | 7 | 1 |
machine-industrie | 1 600 | 550 | 4 900 | 44 | 36 | 11 | 7 | 2 |
auto- en aanhangwagenindustrie | 275 | 40 | 5 344 | 69 | 21 | 7 | 2 | 0 |
overige transportmiddelenindustrie | 280 | 50 | 6 752 | 45 | 25 | 12 | 12 | 6 |
meubelindustrie | 625 | 40 | 154 | 51 | 28 | 5 | 13 | 3 |
overige industrie | 590 | 110 | 1 399 | 40 | 27 | 14 | 13 | 6 |
reparatie en installatie van machines | 1 140 | 135 | 5 068 | 40 | 30 | 14 | 8 | 8 |
Waterbedrijven en afvalbeheer | 300 | 15 | 391 | 46 | 23 | 23 | 8 | 0 |
Bouwnijverheid | 2 545 | 95 | 307 | 32 | 34 | 11 | 14 | 10 |
Handel | 33 865 | 2 880 | 1 153 | 49 | 27 | 10 | 9 | 5 |
autohandel en -reparatie | 3 695 | 140 | 220 | 49 | 21 | 15 | 11 | 4 |
groothandel en handelsbemiddeling | 25 575 | 2 445 | 1 291 | 52 | 27 | 9 | 7 | 4 |
detailhandel (niet in auto’s) | 4 595 | 290 | 446 | 16 | 24 | 16 | 26 | 17 |
Vervoer en opslag | 2 405 | 275 | 3 309 | 34 | 33 | 11 | 12 | 11 |
Horeca | . | . | 108 | 10 | 10 | 30 | 10 | 40 |
Informatie en communicatie | 3 675 | 220 | 925 | 28 | 30 | 13 | 13 | 16 |
Financiële instellingen | 1 440 | 85 | 646 | 25 | 24 | 16 | 20 | 15 |
Verhuur en handel van onroerend goed | . | . | 170 | 42 | 0 | 25 | 25 | 8 |
Specialistische zakelijke dienstverlening | 7 980 | 635 | 1 179 | 28 | 27 | 17 | 15 | 12 |
Verhuur en overige zakelijke dienstverlening | 1 965 | 95 | 544 | 28 | 21 | 19 | 15 | 17 |
Reparatie van computers en consumentenartikelen | 200 | 20 | 809 | 22 | 28 | 22 | 28 | 0 |
Totale Nederlandse economie | 74 350 | 7 030 | 2 147 | 44 | 28 | 11 | 10 | 7 |
Binnen de industrie exporteerde de aardolie-industrie gemiddeld voor het hoogste bedrag naar de VS. Geen enkel bedrijf in deze branche is echter voor meer dan 25 procent afhankelijk van de VS voor de exportwaarde. Dit ligt anders bij de farmaceutische industrie: 15 procent van de exporteurs naar de VS binnen de farmaceutische industrie is voor meer dan 75 procent van de totale export afhankelijk van de VS als handelspartner. Daarmee zijn exporteurs in de farmaceutische industrie wat betreft hun goederenexport het meest afhankelijk van de VS. In de wat kleinere kleding-, tabaks-, leer- en schoenenindustrie en in de bouwmaterialenindustrie zien we een relatief wat hogere exportafhankelijkheid van de VS. De machine-industrie, basismetaal en metaalproductenindustrie, waarvan veel goederen hun weg naar de VS vinden (zie bijvoorbeeld hoofdstuk 3 en 4 van deze editie) zijn wat betreft hun totale goederenexport minder afhankelijk van de VS dan de gemiddelde exporteur.
Binnen de sector handel is de groothandel verantwoordelijk voor het grootste deel van de exportwaarde naar de VS, maar meer dan de helft van de bedrijven in deze sector is voor minder dan 5 procent afhankelijk van de VS. Binnen de detailhandel ligt dit anders: bijna 30 procent van bedrijven in de detailhandel zijn voor meer dan 75 procent van de exportwaarde afhankelijk van de VS. Bedrijfstakken die meer belang hebben bij de VS als afzetmarkt zijn de informatie en communicatie branche, horeca, specialistische zakelijke dienstverleners en de bouwnijverheid. Deze laatste exporteert gemiddeld weinig, maar een kwart van de exporteurs is wel meer voor meer dan de helft van hun export afhankelijk van de VS.
Samenvattend kan er gesteld worden dat voor de meeste bedrijven met goederenexport naar de VS, deze export naar de VS niet het grootste gedeelte van hun goederenexport vormt. Voor minder dan 1 op de 5 bedrijven is goederenexport naar de VS meer dan de helft van hun totale export.
Naast het belang van de export naar de VS in de totale export, is ook het aandeel van de export naar de VS in de totale omzet van deze Nederlandse exporteurs een indicator hoe belangrijk de VS is als afzetmarkt. Dit is de zogenaamde exportintensiteit en deze zegt iets over de omvang van de export ten opzichte van de totale omzet. Een bedrijf kan qua goederenexport compleet afhankelijk zijn van één afzetmarkt, maar goederenexport is slechts een onderdeel van het totale verdienmodel van een bedrijf. Het is net zo goed mogelijk dat een bedrijf qua export geheel afhankelijk is van de VS, maar dat het bedrijf 99 procent van zijn omzet op de Nederlandse markt behaalt. Om hier meer inzicht in te krijgen is in figuur 5.3.4 de exportintensiteit per bedrijfstak afgebeeld.
7 procent omzet machine-industrie hangt samen met goederenexport naar VS
De grootste exportintensiteiten voor goederenexport naar de VS zijn te vinden in de basismetaalindustrie en de drankenindustrie. Voor beide sectoren is de exportintensiteit rond de 10 procent. Hierop volgt de machine-industrie met bijna 7 procent. Ondanks dat deze bedrijfstakken wat betreft hun goederenexport niet volledig afhankelijk zijn van de VS, vormt deze export naar de VS een niet te verwaarlozen aandeel in hun totale omzet.
In figuur 5.3.4 is de top 25 van bedrijfstakken in termen van exportintensiteit weergegeven. Deze liggen allen boven de 1 procent. De grootste exportintensiteiten zijn terug te vinden in de verschillende onderdelen van de industrie. De totale industrie heeft een exportintensiteit van 3 procent naar de VS. De groothandel is maar voor een klein deel afhankelijk van de VS in haar totale exportwaarde en heeft een exportintensiteit naar de VS van 1,2 procent.
Dienstenhandel met de VS voornamelijk bij grootbedrijf
In 2017 is er voor ruim 14,5 miljard euro aan diensten geëxporteerd naar de VS. De dienstenimport was goed voor bijna 21 miljard euro. De waarde van de dienstenexport naar de VS bestond voor een groot gedeelte uit technische, aan de handel gerelateerde diensten, vervoersdiensten en telecommunicatie-, computer- en informatiediensten. De dienstenimport bestond voor ruim 20 procent uit vergoedingen voor intellectueel eigendom. Ook de inkoop van professionele en managementadviezen en telecommunicatie-, computer- en informatiediensten zijn diensten die Nederland geleverd krijgt uit de VS.
De grootste importeurs van diensten uit de VS zijn de industrie en de financiële instellingen, die samen goed waren voor ruim 60 procent van deze import. Ook is de industrie de grootste dienstenexporteur met ruim een kwart van de waarde. Vier sectoren zijn in 2017 goed voor bijna 80 procent van de import- en exportwaarde.
Voor wat betreft het zeggenschap over de bedrijven met dienstenhandel met de VS, is iets meer dan de helft van invoer- en uitvoerwaarde afkomstig van bedrijven onder buitenlands zeggenschap, zie figuur 5.3.6. Bovendien is het grootbedrijf goed vod ongeveer 90 procent van de invoer- en uitvoerwaarde, het restant is voor rekening van het zelfstandig MKB, zie figuur 5.3.7.
Bedrijven in de VS met internationale goederenhandel met Nederland
Uit tabellen 5.3.1 bleek dat in Nederland in 2017 circa 7 duizend bedrijven goederen naar de VS exporteerden en ruim 11 duizend bedrijven goederen uit de VS importeerden. Daarmee heeft bijna 1 op de 10 goederenhandelaren in Nederland een relatie met de VS. Deze tekstbox geeft inzicht in het aantal bedrijven in de VS dat goederenhandel drijft met Nederland en welk aandeel zij vormen in het totaal aantal goederenhandelaren in de VS.
In 2016, het meest recente jaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn, importeerden bijna 8 duizend bedrijven in de VS goederen uit Nederland. In 2008 waren dat er nog bijna 7 duizend. In 2016 telde VS in totaal 211 335 bedrijven die goederen importeerden. Het aandeel bedrijven dat goederen uit Nederland importeerde komt daarmee uit op 3,8 procent, ruim lager dan het aandeel bedrijven in Nederland dat goederen uit de VS importeert. Iets meer dan een kwart van deze Amerikaanse importeurs bestond in 2016 uit bedrijven met 250 of meer werknemers.
Hoewel bijna driekwart van deze importeurs bestaat uit bedrijven behorend tot het midden- en kleinbedrijf, waren deze maar verantwoordelijk voor 29 procent van de totale Amerikaanse invoerwaarde uit Nederland. Het grootbedrijf importeerde dus 71 procent van de totale invoerwaarde uit Nederland. In 2008 was het aandeel van het grootbedrijf in de totale invoerwaarde 77 procent. Dat betekent dat sinds 2008 het Amerikaanse midden- en kleinbedrijf een grotere proportie van de invoer uit Nederland voor zijn rekening neemt.
Het aandeel Amerikaanse bedrijven dat goederen naar Nederland exporteert is groter dan het aandeel importeurs. In 2016 waren er in de VS in totaal 287 314 bedrijven die goederen exporteerden. Van deze bedrijven exporteerde 6,7 procent goederen naar Nederland. Dat kwam in 2016 neer op 19 292 Amerikaanse bedrijven goederen naar Nederland.
Van het aantal Amerikaanse bedrijven dat in 2016 naar Nederland exporteerden behoorde 16 procent tot het grootbedrijf. Deze bedrijven waren verantwoordelijk voor ruim 72 procent van het totale exportbedrag naar Nederland. Ten opzichte van 2008 zijn er nauwelijks verschuivingen in de verhoudingen van het grootbedrijf in het aandeel van exporterende bedrijven naar Nederland en het aandeel in de exportwaarde naar Nederland.
5.4Dochters van Nederlandse ondernemingen in de VS
De Verenigde Staten hebben niet alleen op Nederlandse werknemers een grote aantrekkingskracht, zoals hoofdstuk 6 en 7 van deze publicatie laten zien, maar ook op ondernemers. De Wereldbank (2019) scoort de VS als 8e op de ranglijst van landen waar de ease of doing business groot is. De VS scoort goed op financiële ondersteuning voor bedrijven, het naleven van contracten en regelgeving. Zoals tabel 5.3.1 al liet zien, is het niet voor elke exporteur weggelegd om naar de VS te exporteren. De transportkosten, risico’s en (fysieke en institutionele) afstand zijn groter dan bijvoorbeeld voor Duitsland. De drempel op de investeren in de VS, bijvoorbeeld door het opstarten van een lokale fabriek of verkoopkantoor, zijn vele malen groter. Naast de taalbarrière, valuta en fysieke afstand zijn er ook lokale regels, eisen en wetgeving, en die kunnen voor de VS van staat tot staat verschillen. Toch blijkt dat deze stap steeds vaker wordt genomen, want niet alleen het aantal Amerikaanse bedrijven in Nederland groeit, ook het aantal Nederlandse bedrijven in de VS.
Bijna 1 300 bedrijven in de VS staan onder Nederlandse zeggenschap
In de Amerikaanse economie waren in 2016 ongeveer 5 560 buitenlandse affiliates actief, die in totaal bijna 33 duizend individuele bedrijven aanstuurden. Een buitenlands concern kan namelijk meerdere Amerikaanse bedrijven onder haar zeggenschap hebben, die op hun beurt verspreid kunnen zijn over meerdere staten in de VS. Deze buitenlandse bedrijven boden in 2016 werk aan circa 7 miljoen werkzame personen in de VS; bijna 6 procent van alle werknemers in de VS. Canadese ondernemingen hadden in 2016 – met 580 stuks – de meeste dochterondernemingen in de VS. Met 143 ondernemingen en daar onder 1 265 individuele bedrijven stuurden Nederlandse bedrijven bijna 4 procent van alle buitenlandse bedrijven in Amerika aan. Dit aandeel is ten opzichte van 2012 licht toegenomen.
5.4.1Buitenlandse bedrijven in de Amerikaanse economie (2012–2016)
Aantal buitenlandse ondernemingen | Aantal individuele bedrijven | Werkzame personen | Omzet | R&D uitgaven | |
---|---|---|---|---|---|
Alle dochterbedrijven in de VS | X 1 000 | X mln euro | X mln euro | ||
2012 | 5 081 | 30 922 | 5 889 | 2 941 094 | 39 118 |
2016 | 5 560 | 32 992 | 7 088 | 3 663 310 | 54 332 |
Nederlandse dochterbedrijven in de VS | |||||
2012 | 118 | 1 037 | 378 | 196 940 | 1 569 |
2016 | 143 | 1 265 | 475 | 291 905 | 4 659 |
Bron:CBS, Bureau of Economic Analysis.
Nederlandse bedrijven in de VS relatief grote werkgevers
Nederlandse bedrijven in de VS zijn relatief groot qua werkzame personen, vergeleken met andere buitenlandse bedrijven in de VS. In 2016 had 17 procent van de Nederlandse bedrijven in de VS méér dan 2 500 werkzame personen in dienst. Voor andere buitenlandse bedrijven in de VS zijn deze aandelen veel kleiner, zoals blijkt uit figuur 5.4.2. In totaal waren er in 2016 circa 475 duizend Amerikanen werkzaam bij een Nederlands bedrijf; bijna 100 duizend meer dan in 2012. Dat is slechts 0,3 procent van de totale werkgelegenheid in de VS, maar bijna 7 procent van alle werkgelegenheid bij buitenlandse bedrijven in de VS.
Onderstaande grafieken in figuur 5.4.3 laten zien in welke bedrijfstakken de werknemers van Nederlandse bedrijven in de VS werkzaam zijn. Zo blijkt dat werknemers van Nederlandse bedrijven in de VS relatief vaak werkzaam zijn in de informatie en telecommunicatiesector. Ook blijken de medewerkers van Nederlandse multinationals een stuk minder vaak werkzaam in de Amerikaanse groothandel, industrie, financiële diensten en investeringen, en ook in de professionele, wetenschappelijke en technische diensten. Werknemers van Nederlandse multinationals in de VS zijn veel vaker actief in ‘overige sectoren’, die om geheimhoudingsredenen niet uitgesplitst zijn. Hieronder vallen bedrijfstakken zoals de detailhandel, bouw en delfstoffenwinning. Ten opzichte van 2012 is de verdeling van de werkgelegenheid naar sector vooral veranderd voor Nederlandse multinationals in de Amerikaanse industrie: hier is het aandeel werknemers flink toegenomen.
Nederlandse bedrijven in de VS relatief actief op R&D gebied
Nederlandse multinationals in de VS zijn prominent aanwezig op het gebied van R&D uitgaven. In 2016 kwam van alle R&D uitgaven in de VS door buitenlandse multinationals bijna 9 procent voor rekening van Nederlandse bedrijven. Ook is dit aandeel meer dan verdubbeld ten opzichte van 2012, zie figuur 5.4.4. Vooral Nederlandse bedrijven in de Amerikaanse industrie zijn meer aan R&D gaan uitgeven; in 2012 was dit nog 1,2 miljard euro, in 2016 al 4,1 miljard euro. Daarmee zijn de uitgaven aan R&D van Nederlandse bedrijven relatief veel vaker in de industrie dan de R&D uitgaven van andere buitenlandse bedrijven. Andere buitenlandse bedrijven investeren meer in R&D in de Amerikaanse groothandel en dienstensectoren.
Nederlandse bedrijfsvestigingen in de VS
Nederlandse ondernemingen in de VS zijn, vergeleken met andere buitenlandse bedrijven in de VS, relatief vaak aan de oostkust van de VS te vinden. Zo is het aandeel Nederlandse bedrijven in Massachusetts, Connecticut, Pennsylvania, Maryland flink hoger dan dat van andere buitenlandse bedrijven. In Californië, Michigan en Florida zijn Nederlandse bedrijven relatief schaars.
5.5R&D van Amerikaanse bedrijven in Nederland
Kort gaan we ook in op R&D van bedrijven onder zeggenschap van de VS in Nederland. In 2016 waren de totale uitgaven aan eigen R&D van alle bedrijven in Nederland ruim 8,2 miljard euro. Omdat het CBS vooralsnog alleen iets kan zeggen over R&D onder zeggenschap binnen de sectoren B-Fnoot9, kunnen de R&D-uitgaven alleen voor deze sectoren uitgesplitst worden naar uiteindelijk zeggenschap. Bijna een derde van de uitgaven aan eigen R&D in deze sectoren wordt gedaan door bedrijven onder buitenlands zeggenschap. Ruim een derde van de uitgaven aan eigen R&D door buitenlandse bedrijven wordt gedaan binnen Amerikaanse concerns, wat neerkomt op meer dan een half miljard euro.
5.6Samenvatting en conclusie
Dit hoofdstuk beschrijft de kenmerken van Amerikaanse multinationals in Nederland, Nederlandse multinationals in de VS en bedrijven met goederen- en dienstenhandel met de VS. Wat kenmerkt ze en hoe ontwikkelen zij zich in termen van handel, omzet en werkgelegenheid?
In 2016 stond ruim één op de vijf buitenlandse bedrijven in het Nederlandse bedrijfsleven onder Amerikaanse zeggenschap. Dat komt neer op ruim 2 800 bedrijven. Deze Amerikaanse bedrijven in Nederland zijn een grote werkgever; ongeveer 200 duizend werkzame personen hebben werk bij deze bedrijven. Werknemers van Amerikaanse bedrijven in Nederland zijn ten opzichte van andere werknemers in Nederland veel vaker werkzaam in de industrie. Ook is het aandeel werkzame personen bij Amerikaanse bedrijven in de informatie- en communicatiesector relatief groot. Ongeveer 8 procent van alle werknemers in deze sector is werkzaam voor een Amerikaanse multinational.
De omzet van Amerikaanse bedrijven bedroeg 184 miljard in 2016 en deze groeide tussen 2012 en 2016 harder dan de omzet bij andere buitenlandse bedrijven. De grootste omzetgroei bij Amerikaanse bedrijven deed zich voor in de industrie en bij Amerikaanse bedrijven in de informatie en communicatiesector. In het algemeen groeide vooral de omzet van Amerikaanse bedrijven die zowel in 2012 als in 2016 actief waren in het Nederlandse bedrijfsleven.
Zowel in het hele bedrijfsleven als bij specifiek de Amerikaanse bedrijven hangt het hebben van goederenhandel positief samen met de omvang van het bedrijf. In 2016 gaf gemiddeld 5 procent van het bedrijfsleven aan goederen te hebben geëxporteerd en 10 procent had import van goederen in 2016. Onder Amerikaanse bedrijven liggen deze aandelen een stuk hoger; ongeveer de helft van alle Amerikaanse bedrijven exporteerde goederen in 2016 en twee derde importeerde goederen. Daarmee zijn Amerikaanse bedrijven véél vaker actief in internationale goederenhandel dan het doorsnee bedrijf in het Nederlandse bedrijfsleven. Import en export van goederen kwam in 2016 bij Amerikaanse bedrijven in Nederland het vaakst voor bij bedrijven in de industrie, gevolgd door de groot- en detailhandel.
In 2017 waren er ongeveer 74 duizend bedrijven in de hele Nederlandse economie actief in de export van goederen en 141 duizend in de import van goederen. Respectievelijk 9 en 8 procent van deze handelaren exporteerden dan wel importeerden goederen uit de VS. Bijna de helft (44 procent) van deze exporteurs was wat betreft de totale goederenexport voor nog geen 5 procent afhankelijk van de VS als afzetmarkt. Voor circa 17 procent van de bedrijven die naar de VS exporteerden in 2017 ging minimaal de helft van hun goederenexport naar de VS en 7 procent van de exporteurs was voor meer dan 95 procent van zijn goederenexport afhankelijk van de VS.
Vooral goederenexporteurs in de farmaceutische industrie zijn qua goederenexport relatief afhankelijk van de VS. Circa 15 procent van deze exporteurs is voor meer dan 50 procent van de totale export afhankelijk van de VS als handelspartner. De machine-industrie, basismetaal en metaalproductenindustrie, waarvan veel goederen hun weg naar de VS vinden zijn wat betreft hun totale goederenexport minder afhankelijk van de VS dan de gemiddelde exporteur. Ditzelfde geldt voor de groothandel. Bedrijfstakken die qua goederenexport meer belang hebben bij de VS als afzetmarkt zijn de informatie en communicatie branche, horeca, specialistische zakelijke dienstverleners en de bouwnijverheid. Het grootste exportaandeel in de omzet met betrekking tot de handel met de VS wordt gemeten voor de exporteurs in de basismetaalindustrie en de drankenindustrie. Voor beide sectoren is de exportintensiteit rond de 10 procent. Hierop volgt de machine-industrie met bijna 7 procent.
In 2017 is er voor ruim 14,5 miljard euro aan diensten geëxporteerd naar de VS. De dienstenimport was goed voor bijna 21 miljard euro. De waarde van de dienstenexport naar de VS bestond voor een groot gedeelte uit technische, aan de handel gerelateerde diensten, en de dienstenimport bestond voor ruim 20 procent uit vergoedingen voor intellectueel eigendom. De grootste importeurs van diensten uit de VS zijn de industrie en de financiële instellingen, die samen goed waren voor ruim 60 procent van deze import. Ook is de industrie de grootste dienstenexporteur met ruim een kwart van de waarde. Vier sectoren zijn in 2017 goed voor bijna 80 procent van de import- en exportwaarde.
In de Amerikaanse economie waren in 2016 ongeveer 5 560 buitenlandse bedrijven actief, die in totaal bijna 33 duizend individuele bedrijven aanstuurden. Met 143 ondernemingen en daaronder 1 265 individuele bedrijven stuurden Nederlandse bedrijven bijna 4 procent van alle buitenlandse bedrijven in Amerika aan. In totaal waren er in 2016 circa 475 duizend Amerikanen werkzaam bij een Nederlands bedrijf; bijna 100 duizend meer dan in 2012. Dat is 0,3 procent van de totale werkgelegenheid in de VS en bijna 7 procent van alle werkgelegenheid bij buitenlandse bedrijven in de VS. Werknemers van Nederlandse bedrijven in de VS zijn relatief vaak werkzaam in de informatie en telecommunicatiesector. Nederlandse multinationals in de VS zijn prominent aanwezig op het gebied van R&D uitgaven. In 2016 kwam van alle R&D uitgaven in de VS door buitenlandse multinationals bijna 9 procent voor rekening van Nederlandse bedrijven. Ook is dit aandeel meer dan verdubbeld ten opzichte van 2012.
5.7Bijlagen: data en methoden
Zeggenschap en handel
Om de kenmerken van bedrijven met Amerikaans zeggenschap in Nederland inzichtelijk te maken hebben we allereerst een exploratieve exercitie op Statline gemaakt. Het betreft de dataset Buitenlandse zeggenschap bedrijven in Nederland; kerncijfers, bedrijfstak (CBS, 2018d). Deze kerncijfers vormen het uitgangspunt van de introductie van dit hoofdstuk. Voor de verdieping van deze kerncijfers met goederenhandelaren hebben we een microdataset samengesteld. Hierbij zijn handelsdata van de statistiek Internationale Handel in Goederen (IHG) van het CBS gekoppeld aan het Bedrijfsdemografisch Kader (BDK). Vervolgens is deze dataset gekoppeld aan het UCI-bestand (Ultimate Controlling Institutional Unit) om uitspraken te doen over de aantallen en aandelen handelaren onder Amerikaans zeggenschap. We gebruiken de kerncijfers van Statline om alle aantallen en aandelen consistent en kloppend te maken. Koppelingen met zeggenschap zijn gedaan voor het jaar 2016, omdat 2017 nog niet volledig beschikbaar is.
De internationale handel in goederen is geanalyseerd op export naar de VS als exportland. Dit is vergeleken met de totale export voor elk bedrijf en zo hebben we tabel 5.3.3 samengesteld om uitspraken te doen over het belang van de VS als exportland ten opzichte van de totale export. Dit was mogelijk voor verslagjaar 2017. Tot slot hebben we voor handelaren met de VS nog gekeken naar de exportintensiteit naar de VS: het aandeel van de export naar de VS gedeeld door de omzet. Hierbij zijn bedrijven met vreemde cijfers buiten beschouwing gelaten om de cijfers niet te laten beïnvloeden door uitschieters. We hebben de exportintensiteiten van verschillende branches bepaald voor verslagjaar 2016, omdat de omzetcijfers voor 2017 nog niet beschikbaar zijn op het moment van schrijven.
Regionale cijfers
Voor de bepaling van de regionale cijfers hebben we gebruik gemaakt van de zgn. vestigingenstatistiek. Deze database is een extensie op het Algemeen Bedrijvenregister (ABR) en bevat gegevens over de vestigingen van bedrijven naar economische activiteit, gebaseerd op de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008). De belangrijkste bronnen voor het samenstellen van de vestigingenstatistiek zijn het Algemeen Bedrijven Register (ABR), de regio-enquête van de Statistiek Werkgelegenheid en Lonen (SWL-regio) en gegevens over vestigingen uit het Handelsregister. De database bevat alle vestigingen (in vaktermen lokale bedrijfseenheden of LBE’s) die opgenomen zijn in het ABR. De database die uit deze drie bronnen is samengesteld, kan vervolgens gekoppeld worden aan andere bestanden. Voor de gegevens over uiteindelijke zeggenschap is dat wederom het UCI-bestand. In dit onderzoek hebben we voor de zeggenschap van de vestiging de UCI overgenomen van de bedrijfseenheid waartoe deze vestiging behoort. Vervolgens hebben we de postcode van de vestiging gekoppeld aan het betreffende COROP-gebied. Daarna is het een kwestie van de aantallen vestigingen onder Nederlands, buitenlands en Amerikaans zeggenschap tellen en de relatieve aandelen uitrekenen om tot de relevante tabellen te komen.
R&D
Deze cijfers komen ook uit de dataset Buitenlandse zeggenschap bedrijven in Nederland; kerncijfers, bedrijfstak (CBS, 2018d).
Internationale handel in diensten
De internationale handel in diensten met de VS is niet beschikbaar in de vorm van microdata. Daarom is het niet mogelijk om uitspraken te doen over het aantal handelaren en ook niet om per bedrijf te bekijken wat het belang en het omzetaandeel zijn van die dienstenexport. Hoewel deze analyses niet mogelijk zijn vanwege de aard van de data, hebben we wel analyses gedaan op de dienstenwaarde. Zo hebben we in kaart gebracht welke diensten met de VS verhandeld worden en welke sectoren deze diensten verhandelen. Ook hebben we bepaald of de dienstenhandel met de VS door Nederlandse of buitenlandse bedrijven wordt uitgevoerd en hebben we gekeken naar welk deel van de diensten wordt verhandeld door het grootbedrijf en welk deel door het zelfstandig mkb.
Nederlandse bedrijven in de VS
Het Bureau of Economic Analysis biedt een schat aan informatie over de Amerikaanse economie en ook over de zogenaamde foreign affiliates. Over deze buitenlandse bedrijven in de Amerikaanse economie wordt bijvoorbeeld bijgehouden hoeveel omzet, werkgelegenheid of R&D uitgaven ze hebben. Er is in dit hoofdstuk alleen gekeken naar Nederlandse bedrijven in de VS met meerderheidsdeelnemingen. De aantallen vormen een onderschatting omdat de kleinste bedrijven (met totale activa, omzet of netto inkomen (verlies) van minder dan 20 miljoen dollar alleen een beperkte informatie over hun activiteiten hoeven op te geven. In de cijfers over de waarde van de omzet, werkgelegenheid of R&D uitgaven worden deze kleine bedrijven bijgeschat. Het meest recente jaar waarvoor de Bureau of Economic Analysis deze cijfers heeft gepubliceerd, is 2016.
5.8Literatuur
Literatuur
AD (2018), Amerikaanse bedrijven laten Nederland steeds vaker links liggen. Geraadpleegd op https://www.ad.nl/economie/amerikaanse-bedrijven-laten-nederland-steeds-vaker-links-liggen~ad501ccd/
Bureau of Economic Analysis (2016), Activities of U.S. affiliates of foreign multinational enterprises: preliminary 2016 statistics. Geraadpleegd op https://www.bea.gov/international/activities-us-affiliates-foreign-multinational-enterprises-preliminary-2016-statistics
CBS (2015), Internationaliseringsmonitor 2015, derde kwartaal. Den Haag/Heerlen/Bonaire.
CBS (2018a), Multinationals goed voor 30 procent economie. Den Haag/Heerlen/Bonaire.
CBS (2018b), Multinationals en niet-multinationals 2010–2016. Den Haag/Heerlen/Bonaire.
CBS (2018c), Internationaliseringsmonitor 2018, derde kwartaal, thema Exportstrategieën. Den Haag/Heerlen/Bonaire.
CBS (2018d), Dataset Buitenlandse zeggenschap bedrijven in Nederland; kerncijfers, bedrijfstak. Geraadpleegd van https://opendata.cbs.nl/dataportaal/#/CBS/nl/dataset/81358ned/table?dl=1A148 op 15 februari 2019.
Europese Commissie (2019), Winter 2019 Economic Forecast: growth moderates amid global uncertainties. Geraadpleegd op https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/02/09/meer-buitenlandse-bedrijven-investeren-in-nederland-10.000-extra-banen
NOS (2018), Amerikaanse ondernemingen keren Nederland de rug toe. Geraadpleegd op https://nos.nl/artikel/2244820-amerikaanse-ondernemingen-keren-nederland-de-rug-toe.html
Rijksoverheid.nl (2019), Meer buitenlandse bedrijven investeren in Nederland: 10.000 banen extra. Geraadpleegd op https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/02/09/meer-buitenlandse-bedrijven-investeren-in-nederland-10.000-extra-banen
U.S. Census Bureau (2011). A profile of U.S. importing and exporting companies, 2008–2009. Geraadpleegd op https://www.census.gov/foreign-trade/Press-Release/edb/2016/edbrel.pdf
U.S. Census Bureau (2018). A profile of U.S. importing and exporting companies, 2015–2016. Geraadpleegd op https://www.census.gov/foreign-trade/Press-Release/edb/2016/edbrel.pdf
Noten
De cijfers van het NFIA – Invest in Holland wijken op een aantal fronten af van de CBS cijfers over buitenlandse investeerders in Nederland. Eén reden is dat het CBS bedrijfstakken als financiële instellingen, financiële dienstverlening en holdings buiten beschouwing laat bij deze cijfers. Zie paragraaf 5.7 voor meer achtergrondinformatie over wat volgens het CBS wél en niet tot het Nederlandse bedrijfsleven behoort.
Nieuw in 2016 is hier gedefinieerd als een bedrijf dat in 2012 niet actief was, noch in een andere hoedanigheid actief was onder één overkoepelende ondernemingengroep. Dit kan een greenfield investering zijn, maar bijvoorbeeld ook een overname door, of samenvoeging met een Amerikaans bedrijf waardoor er een heel nieuw bedrijf ontstaat in het bedrijvenregister.
Hierbij wordt alleen gekeken naar goederenhandel en is een importeur een bedrijf dat voor minimaal 5 000 euro heeft geïmporteerd en een exporteur een bedrijf dat voor minimaal 5 000 euro heeft geëxporteerd.
Omdat in deze paragraaf het kenmerk zeggenschap niet terugkomt, is er voor gekozen om hier het meest actuele verslagjaar (2017) te laten zien. Daarbij hebben de cijfers in deze paragraaf betrekking op de gehele Nederlandse economie, en niet alleen het (niet-financiële) bedrijfsleven. Zie begrippenlijst.
Bedrijven die voor minimaal 5 000 euro aan goederen aan het buitenland verkocht.
Bedrijven die voor minimaal 5 000 euro aan goederen hebben ingevoerd vanuit het buitenland.
Bedrijven die voor minimaal 5 000 euro aan goederen aan de Verenigde Staten hebben verkocht.
Bedrijven die voor minimaal 5 000 euro aan goederen uit de Verenigde Staten hebben ingevoerd.
Delfstoffenwininng, industrie, energievoorziening, waterbedrijven en afvalbeheer en bouwnijverheid.