Begrippen
Access-to-finance index
Een samengesteld getal op basis van verschillende financiële maten, zoals liquiditeit, solvabiliteit en winstgevendheid. Een index is zodanig samengesteld dat hogere waardes hogere waarschijnlijkheden van financieringsbeperkingen betekenen. Dergelijke indices zijn relatieve maten. Dat betekent dat een gemiddelde indexwaarde van 2,2 voor een groep bedrijven aangeeft dat financieringstekorten waarschijnlijker zijn in vergelijking tot een groep bedrijven met een waarde van 2. Een waarde van 2 op zichzelf is nietszeggend.
Bedrijfswinsten
De som van het bedrijfsresultaat, het financieel resultaat, de mutatie voorzieningen en het saldo buitengewone baten/lasten.
Belastingstructurering
Het ontwikkelen van een strategie en de daaruit voortvloeiende ontplooiing van activiteiten teneinde de belastingafdracht te minimaliseren.
Bijzonder Financiële Instelling
BFI’s (bijzondere financiële instellingen) zijn in Nederland gevestigde dochtermaatschappijen van buitenlandse ondernemingen die fungeren als financieel intermediair tussen diverse onderdelen van het concern waarvan ze deel uitmaken. De vorderingen en verplichtingen van deze instellingen hebben veelal betrekking op directe investeringen vanuit het ene land via Nederland in een ander land, of op het doorsluizen naar de buitenlandse moeder van in het buitenland aangetrokken middelen. Een BFI is in dit verband een speciaal rechtspersoon die zich bezighoudt met securitisaties. Zij neemt in het kader van een securitisatietransactie activa en/of kredietrisico over en geeft effecten, eenheden van securitisatiefondsen, andere schuldbewijzen en/of financiële derivaten uit, dan wel is eigenaar van onderliggende activa. Een BFI is gevrijwaard van het risico van faillissement of en andere vorm van in gebreke blijven van de initiator (ofwel ‘originator’, d.w.z. de instelling die activa en/of kredietrisico’s aan de BFI overdraagt).
Bilateraal Investeringsverdrag (BIV)
Een verdrag met de voorwaarden voor directe buitenlandse investeringen door bedrijven van de ene staat in de andere staat. Deze verdragen hebben tot doel het promoten en beschermen van directe buitenlandse investeringen.
Bronbelasting
Belasting die moet worden ingehouden op een uitkering in het land of bij de instelling waar deze uitkering ontstaat, oftewel bij de bron.
Deelneming
Een belang in een vennootschap binnen of buiten Nederland.
Deelnemingspercentages
Het aandelenbelang in vennootschappen waarin deel wordt genomen, gemeten als percentage van het nominaal gestort kapitaal van het dochterbedrijf.
Deelnemingsvrijstelling
De deelnemingsvrijstelling voorkomt dat winst die al eerder is belast bij een dochtermaatschappij nogmaals wordt belast bij de moedermaatschappij.
Directe Buitenlandse Investering (DBI)
Een onderneming met directe investeringen uit het buitenland is een onderneming waarin een investeerder uit een ander land tenminste 10% bezit van het gewone aandelenkapitaal of van de stemrechten of het equivalent daarvan. Het gaat hierbij om een blijvend belang en om verkrijging van substantiële invloed in het management van de onderneming. Directe investeringen zijn opgebouwd uit aandelenkapitaal, deelnemingen in groepsmaatschappijen in het buitenland en kredietverlening.
Dubbelbelastingverdrag (DBV)
Een verdrag oftewel een overeenkomst tussen veelal twee en — in uitzonderlijke gevallen — meer staten waarin die staten afspreken hoe de heffing van hun belastingen op elkaar wordt afgestemd met als voornaamste doel het voorkomen van internationale dubbele belasting én het ontgaan van belasting.
Extensieve marge
Het ontstaan van een nieuwe handelsrelatie in termen van bestemmingsland, product of afnemer.
Incidentele exporteur
Alle exporterende bedrijven die geen structurele exporteurs zijn. Zie structurele exporteur.
Intellectueel eigendom
De verzamelnaam voor rechten op uitgewerkte ideeën en concepten zoals beschermd door bijvoorbeeld patenten, handelsmerken en auteursrechten (copyrights).
Licensing
De praktijk waarbij ondernemingen patenten of handelsmerken onderbrengen op locaties met een gunstig belastingklimaat en het recht voor het gebruik er van verkopen aan dochterondernemingen in landen met een hogere belastingdruk.
Liquiditeit
Liquiditeit geeft aan of een bedrijf voldoende activa heeft die makkelijk in geld om te zetten zijn om aan betalingsverplichtingen op korte termijn te kunnen voldoen.
Mediaan
De mediaan verwijst naar het midden van een verdeling of gegevensverzameling; de mediaan is een centrummaat. Een mediaan is dus de middelste waarde van een verdeling van cijfers, geordend van laag naar hoog.
Modified nexus approach
Aanpak waarbij een fiscaal voordeel gekoppeld moet zijn aan een onderliggende R&D-inspanning gebruikt bij het tegengaan van ongewenste vormen van grensoverschrijdende belastingstructurering.
Multinational
Onderneming die de uiteindelijke zeggenschap heeft over bedrijven in twee of meer landen. Door CBS kan er onderscheid worden gemaakt tussen Nederlandse en buitenlandse multinationals. Een Nederlandse multinational is een bedrijf onder Nederlandse zeggenschap met dochters in het buitenland. Een buitenlandse multinational is een bedrijf waarover de uiteindelijke zeggenschap in het buitenland ligt (zie ook: Zeggenschap).
(Niet-)Exporteurs
Bedrijven die (geen) goederen en/of diensten exporteren.
OESO
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
Offshore financial centers (OFC)
Landen met lage of zeer lage vennootschapsbelastingbelastingtarieven, oftewel belastingparadijzen in de volksmond. De OFC-lijst verschilt per bron. In deze monitor bestaat deze uit landen die als OFC geclassificeerd worden door Congressional Research Service (2015), OECD (2000) of FSF‐IMF (2000) en is overgenomen uit DNB(2018).
Patent-actieve ondernemingen
Ondernemingen die in de onderzoeksperiode minimaal één patent hebben aangevraagd.
Patentbox
Ook wel, innovatiebox. Fiscaal instrument waarbij winsten die ontleend zijn aan patenten en andere immateriële activa tegen een verlaagd tarief van de vennootschapsbelasting worden belast. Bedoeld ter stimulering van innovatie.
Patent shifting
Het verplaatsen van patenten om belastingafdrachten te minimaliseren.
Productiviteit
Ook wel arbeidsproductiviteit, is de toegevoegde waarde per werkzame persoon.
Publieke exportkredietverzekering
De publieke exportkredietverzekering is een verzekering bij de Nederlandse Staat die bescherming biedt tegen het risico dat een buitenlandse afnemer geleverde goederen en diensten niet kan betalen. Bedrijven kunnen met de publieke exportkredietverzekering bij de Nederlandse overheid betalingsrisico’s verzekeren die dermate hoog zijn dat commerciële verzekeraars dit niet meer doen.
Rentabiliteit van het totaal vermogen
Rentabiliteit van het totaal vermogen is een maat van winstgevendheid van het bedrijf. Het geeft aan hoeveel winst een bedrijf genereert per euro totaal vermogen. Rentabiliteit wordt berekend door de winst vóór belasting door het balanstotaal te delen.
Rent Sharing
Principe waarbij hogere bedrijfsopbrengsten als gevolg van bijvoorbeeld een hogere arbeidsproductiviteit zich vertaalt in een hogere beloning voor medewerkers.
SBI
Bedrijfstakken worden afgebakend volgens de hiërarchische indeling van economische activiteiten van de Europese Unie (Nomenclature statistique des activités économiques dans la Communauté Européenne, afgekort: NACE), de Nederlandse variant hiervan is de Standaard Bedrijfsindeling (SBI).
Solvabiliteit
Solvabiliteit geeft aan in hoeverre een onderneming aan haar verplichtingen kan voldoen in het geval van liquidatie en is daarom een belangrijke maat waarop financiële instellingen kredietaanvragen beoordelen. Solvabiliteit wordt gemeten door het eigen vermogen door het balanstotaal te delen.
Standaardisatie
Het schalen van een stochastische variabele naar een waarde met equivalente betekenis op de standaardnormaalverdeling. De gestandaardiseerde waarde heet ook wel z-score. De gestandaardiseerde vorm z van een stochastische variabele x met verwachtingswaarde μ en standaardafwijking σ is de afwijking van zijn verwachtingswaarde, uitgedrukt in eenheden van de standaardafwijking. Oftewel z=(x-μ)/σ.
Structurele exporteur
Een structurele exporteur is ofwel een startende exporteur, dwz een bedrijf dat ofwel in voorafgaande vier jaar twee jaar niet geëxporteerd heeft en dan vervolgens twee jaar wel (een exportstarter); ofwel een bedrijf dat in voorafgaande vier jaar minstens drie jaar wel geëxporteerd heeft.
Tax ruling
Een tax ruling is een fiscaal mechanisme voor multinationals en belastingplichtigen voor het verduidelijken van specifieke belastingregels. De belastingdienst verschaft dan een schriftelijke interpretatie van de belastingreglementen voor de betrokkene die daarom verzoekt. Een dergelijke interpretatie of ruling is bindend voor de belastingdienst.
Toegevoegde waarde
Het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair verbruik (exclusief aftrekbare btw).
Valuta
Munteenheid
Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO)
Een fiscale korting die bedrijven krijgen voor het doen van R&D
Winstgevendheid
Winstgevendheid geeft aan hoeveel winst een bedrijf kan genereren per euro omzet, eigen vermogen of totaal vermogen. Winstgevende bedrijven zijn beter in staat om eigen middelen te genereren en worden tegelijkertijd kredietwaardiger ingeschat door investeerders en kredietverschaffers.
Winstmarges
De winstmarge is een maat van winstgevendheid van het bedrijf. Het geeft aan hoeveel winst een bedrijf genereert per euro omzet. Het wordt berekend door het bedrijfsresultaat door de omzet te delen.
Wisselkoers
Prijs van de buitenlandse geldeenheid, uitgedrukt in die van het eigen land
Wisselkoersfluctuaties
Wisselkoersschommelingen, wijzigingen in de wisselkoers
Wisselkoersindex
Een samengestelde wisselkoers, bijvoorbeeld gewogen op basis van handel. Hieronder valt eveneens de bedrijfsspecifieke wisselkoersindex, dewelke een specifiek per bedrijf import en export gewogen wisselkoers voorstelt.
Wisselkoersrisico
Het risico dat de waarde van een belegging, bijvoorbeeld een aandeel, wordt beïnvloed door wisselkoersschommelingen.
Zeggenschap
De zeggenschap van bedrijven wordt bepaald aan de hand van het land waar de strategische besluitvorming plaatsvindt. Deze zeggenschap ligt bij de Ultimate Controlling Institutional Unit (UCI). Buitenlandse zeggenschap betekent dat het land van vestiging van de UCI een ander land is dan Nederland.