Nederland derde meest geavanceerde digitale economie in Europa

Foto omschrijving: Aan het werk bij CBS

Inleiding

Auteur: Bart Klijs

Nederland is al jaren een van de meest geavanceerde digitale economieën van Europa. Het land beschikt over een hoogwaardige digitale infrastructuur en een groot deel van de bevolking is digitaal vaardig. Een groot aandeel van de bedrijven is innovatief of maakt gebruik van innovatieve technologieën. De krapte op de arbeidsmarkt vormt een uitdaging. In de Nederlandse economie zijn meer dan een half miljoen ICT’ers werkzaam, maar bedrijven hebben moeite om ICT vacatures op te vullen. In de komende jaren wordt door de overheid verder gewerkt aan een veilige en kansrijke digitale samenleving voor alle Nederlanders.

1.1Beleidskader ICT en innovatie

ICT speelt, als sleuteltechnologie, een belangrijke rol bij onderzoek en ontwikkeling (R&D) en innovatie. Voor de open Nederlandse economie zijn R&D en innovatie van groot belang voor de concurrentiepositie van Nederland. Bijzonder aan 2022 was dat de laatste coronamaatregelen vervielen en veel weer terugging naar ‘normaal’. Sommige zaken, zoals het werken op afstand, lijken meer blijvend van aard. Dit is mogelijk door de hoogwaardige digitale infrastructuur waarover Nederland beschikt, het grote aandeel inwoners met digitale vaardigheden en het feit dat bedrijven telewerken faciliteren.

Nederland behoort tot de koplopers digitale transitie

In voorgaande edities van deze publicatie werd in de inleiding de positie van Nederland op het gebied van digitalisering afgezet tegen die van andere Europese landen aan de hand van de Index van de digitale economie en samenleving (DESI; Europese Commissie, 2022a). Vanaf 2023 is deze index opgegaan in de indicatoren voor de evaluatie van het Digital Decade policy programma (Europese Commissie, 2023). Volgens het rapport voor 2023 behoort Nederland van oudsher tot de koplopers in de digitale transitie in Europa. Hoewel de Nederlandse digitale infrastructuur altijd zeer sterk is, wijzen recente ontwikkelingen op enige stagnatie. De digitale vaardigheden van de Nederlanders zijn van een hoog niveau. Bijna 80 procent van hen beschikt ten minste over een basisniveau van vaardigheden. Dit is ver boven het EU gemiddelde van 54 procent. Veel van de Nederlandse bedrijven benutten de voordelen van digitalisering. Van de midden- en kleinbedrijven in Nederland heeft 80 procent ten minste een basisniveau van digitale intensiteit. Ook op de geavanceerde technologieën in bedrijven, zoals big-data, cloud en Artificial Intelligence scoort Nederland bovengemiddeld in Europa. De digitale overheidsdienstverlening in Nederland is, ook in vergelijking met andere Europese landen, van een hoog niveau. Er zijn in tal van digitale overheidsdiensten beschikbaar voor personen en bedrijven.

Nederland: digitale transitie aan de hand van vier thema’s

Op moment van schrijven is kabinet-Rutte IV, dat in 2022 aantrad, demissionair. Na de verkiezingen in november dit jaar (2023) zal een nieuw kabinet worden geformeerd dat vorm gaat geven aan nieuw beleid, ook op het terrein van digitalisering. Tot die tijd zal het demissionaire kabinet-Rutte IV haar beleid voortzetten. Dit kabinet beoogt een veilige, inclusieve en kansrijke digitale samenleving voor alle Nederlanders. Het beleid wordt vormgegeven rondom vier thema’s die sterk met elkaar verbonden zijn (TK, 2022). Allereerst wordt verder gebouwd aan een sterk digitaal fundament waar zaken als cyberveiligheid, privacy, inclusie, digitale vaardigheden en infrastructuur een belangrijke rol spelen. Naast deze digitale basis zijn digitale overheid, digitale samenleving en digitale economie belangrijke thema’s. Digitalisering bij de overheid heeft tot doel mensen maximaal te ondersteunen en te komen tot structurele verbeteringen in de informatiehuishouding van overheden. Om deze doelen te bereiken wordt ingezet op een moderne IT-architectuur en het aantrekken en behouden van digitaal talent. Op het thema digitale samenleving gaat het om het benutten van geboden kansen door technologieën op diverse maatschappelijke terreinen zoals gezondheidszorg, onderwijs en wetenschap. Ook de inzet van moderne technieken bij mobiliteit- en klimaatvraagstukken zijn speerpunten binnen dit thema. De digitale economie vormt het laatste thema van de digitale transitie. De overheid stimuleert een digitale economie die open, eerlijk en veilig is, waarin bedrijven goed kunnen innoveren, consumenten goed beschermd zijn en die bijdraagt aan duurzame economische groei.

80% van EU-inwoners moet in 2030 over digitale basisvaardigheden beschikken

Europa: digitaal kompas 2030 en verklaring digitale rechten

Digitalisering houdt niet op bij de landsgrenzen. In het ‘Digitaal Kompas 2030’ heeft de Europese Commissie (EC) vier kernpunten vastgelegd voor de periode tot 2030 (Europese Commissie, 2021a). De Commissie stelt dat in 2030 van de personen tussen 16 en 79 jaar minstens 80 procent over digitale basisvaardigheden moet beschikken en dat er 20 miljoen ICT-specialisten aan het werk moeten zijn, met een gelijke verdeling tussen mannen en vrouwen. Naast een digitaal vaardige bevolking is er blijvend aandacht voor de digitale infrastructuur. Het streven is om in 2030 alle Europese huishoudens toegang te laten hebben tot een gigabitnetwerk. Een ander spoor richt zich op de digitale transformatie van bedrijven. In 2030 moet 75 procent van de Europese ondernemingen clouddiensten, big data en Artificial Intelligence gebruiken. Ten slotte is de doelstelling overheidsdiensten te moderniseren zodanig dat ze beantwoorden aan de behoeften van de samenleving.

Er is een toenemend besef dat technologische ontwikkelingen ten dienste van de mens zouden moeten staan maar dat dit principe niet altijd vanzelf vorm krijgt. In Europees verband heeft dit besef geleid tot de ondertekening van de Europese verklaring over digitale rechten en beginselen (Europese Commissie, 2022b). De verklaring biedt burgers een referentiekader voor hun digitale rechten, en geeft EU-landen en bedrijven een leidraad voor de omgang met nieuwe technologieën. Volgens de verklaring moeten digitale technologieën de rechten van mensen beschermen, de democratie ondersteunen en ervoor zorgen dat alle digitale spelers zich verantwoordelijk en veilig gedragen. Technologie moet mensen samenbrengen en niet uit elkaar drijven. Mensen zouden terecht moeten kunnen in een eerlijke online omgeving en slagvaardig zijn wanneer zij te maken krijgen met nieuwe technologieën zoals Artificial Intelligence. Op alle niveaus moeten burgers controle hebben over hun eigen gegevens. De digitale omgeving moet veilig zijn en digitale apparaten moeten duurzaam zijn.

Nederlands Topsectorenbeleid

Sinds 2011 wordt er door ondernemers, wetenschappers en overheid in topsectoren gewerkt aan (kennis)ontwikkeling en innovatie in Nederland. In de voorbije jaren is de innovatiekracht van de topsectoren aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen gekoppeld. Bij deze missiegedreven aanpak ligt de nadruk van de innovatie niet alleen op technologieontwikkeling, maar bijvoorbeeld ook op veranderen van gedrag en regelgeving. Het doel hiervan is om de transitie naar een duurzame, gezonde, veilige en klimaatneutrale samenleving te versnellen en de concurrentiekracht van Nederland te vergroten. De publiek-private samenwerking op het terrein van kennis en innovatie blijft een belangrijk onderdeel hierbij. Gezamenlijk zetten publieke en private partijen zich in voor 25 missies op de maatschappelijke thema’s: Energietransitie en Duurzaamheid; Gezondheid en Zorg; Landbouw, Water, Voedsel en Veiligheid. Dit doen zij met een gezamenlijke jaarlijkse inzet van 4,9 miljard euro (Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, 2021). Omdat het huidige Kennis- en Innovatieconvenant eind 2023 afloopt wordt er gewerkt aan een nieuw convenant voor de periode 2024–2027. Onderzoek, ontwikkeling en innovatie is een van de drie pijlers van het Nationaal Groeifonds. Met dit fonds investeert het kabinet 20 miljard euro tussen 2021 en 2025 in projecten die zorgen voor economische groei voor de lange termijn.

Europese financieringsprogramma’s

Horizon Europe is het primaire subsidieprogramma voor onderzoek en innovatie in de EU. Met Horizon Europe wil de Europese Commissie het concurrentievermogen van Europa vergroten door wetenschap en innovatie te stimuleren, maar daarbij maatschappelijke uitdagingen niet uit het oog verliezen. Onderzoek en innovatie spelen daarom een cruciale rol bij de realisatie van de European Green Deal: een klimaatneutraal Europa tegen 2050. Het investeringsprogramma voor onderzoek en innovatie in de EU, Horizon Europe, is hierop sterk gericht (Europese Commissie, 2021b). Vier van de vijf missies uit Horizon Europe zijn direct gerelateerd aan de Green Deal, namelijk gezonde oceanen, klimaatneutrale en slimme steden, bodemgezondheid en aanpassing aan klimaatverandering. Het programma heeft een budget van 95,5 miljard euro.

Het programma Digitaal Europa (DIGITAL) wil het gebruik van digitale technologie door bedrijven, burgers en overheidsdiensten stimuleren en is aanvullend op Horizon Europe (Europese Commissie, 2021c). Uit een budget van 7,5 miljard euro worden projecten gefinancierd op het gebied van supercomputing, Artificial Intelligence, cyberbeveiliging, geavanceerde digitale vaardigheden en het waarborgen van een breed gebruik van digitale technologieën in de hele economie en samenleving, onder meer via digitale-innovatiehubs. Het programma beoogt het economisch herstel te versnellen en wil vormgeven aan de digitale transformatie van de Europese samenleving.

1.2Doel van de publicatie

Het doel van ICT, kennis en economie is om een actueel en samenhangend beeld van de Nederlandse kenniseconomie te schetsen. Statistieken over het ICT-gebruik bij bedrijven, ICT-gebruik bij personen, research en development (R&D) en innovatie vormen hierbij de kern. Tevens worden gegevens uit de nationale rekeningen, de kwartaalenquête vacatures en de enquête beroepsbevolking gebruikt. De ontwikkelingen op deze terreinen in Nederland worden veelvuldig in internationaal perspectief geplaatst. De publicatie beoogt een breed overzicht te geven van beschikbaar cijfermateriaal en de samenhang te tonen tussen de beschreven onderwerpen. Daarmee is ook deze editie van ICT, kennis en economie weer een waardevolle informatiebron voor onderzoekers, beleidsmakers en andere geïnteresseerden.

De begrippen en statistische gegevens in deze publicatie zijn grotendeels vastgesteld in overleg met andere statistische bureau in de Europese Unie (EU). Eurostat, het statistische bureau van de Europese Commissie, vervult hierbij een coördinerende rol. Hierdoor is een vergelijking van de prestaties van Nederland met andere Europese landen goed mogelijk. De definities die worden gehanteerd door Eurostat sluiten vaak aan op die van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Dit maakt het mogelijk om cijfers over Nederland ook te vergelijken met niet-EU-landen.

1.3Leeswijzer

In ICT, kennis en economie zijn drie thema’s met elkaar verweven. Het eerste thema is gebaseerd op de economische betekenis van de ICT-sector voor de Nederlandse economie. Langlopende statistieken over onder andere productie, werkgelegenheid en aantal bedrijven in de ICT-sector zijn aangevuld met de laatste inzichten. Het tweede thema gaat over de wijze waarop personen en bedrijven ICT gebruiken. Beide thema’s komen jaarlijks aan bod. Kennis, waartoe in deze context R&D, innovatie en kennispotentieel worden gerekend, vormt het derde thema. De inhoud van dit thema wisselt per editie. Nieuwe uitkomsten over R&D verschijnen jaarlijks. Waar het gaat om innovatie worden in de even jaren de nationale cijfers over innovatie uitvoerig besproken, in de oneven jaren zijn ook de internationale uitkomsten van de innovatie-enquête beschikbaar. Het onderwerp kennispotentieel maakt in de oneven jaren deel uit van de publicatie en is dus ook in deze editie opgenomen. De afwisseling van onderwerpen resulteert in een publicatiereeks waarvan het accent in de oneven jaren ligt op kennisontwikkeling en in de even jaren op technologie en toepassing.

De editie 2023 is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 behandelt de bijdrage van ICT aan de Nederlandse economie. Het heeft als onderwerpen de ICT-sector en de Nederlandse economie, ICT-gerelateerde werkgelegenheid, ICT-bestedingen en de internationale handel in ICT- goederen en -diensten. Hoofdstuk 3 richt zich op het internetgebruik bij personen. Er wordt achtereenvolgens ingegaan op internettoegang en -gebruik, online communicatie, informatie zoeken en vermaak via internet en het gebruik van online diensten zoals overheidswebsites en internetbankieren. Ook online winkelen, het internet der dingen en duurzaamheid (‘green ICT’) komen aan bod. Het hoofdstuk sluit af met een paragraaf over de bekendheid en bezit van digitale radio DAB+. Hoofdstuk 4 bespreekt hoe bedrijven ICT toepassen. Wat voor internetverbindingen hebben bedrijven en hoe worden websites ingezet? Ook hoe het personeel van bedrijven ICT gebruikt komt aan de orde. Vervolgens wordt aandacht besteed aan e‑commerce, innovatieve ICT-toepassingen en ICT-beveiligingsmaatregelen van bedrijven. Het hoofdstuk wordt gecompleteerd met paragrafen over ICT-apparatuur en milieu en ICT-gebruik door Zzp’ers. Hoofdstuk 5 gaat in op het kennispotentieel in Nederland en bespreekt de onderwijsdeelname in Nederland en de kennis in Nederland vanuit internationaal perspectief. Ook wordt ingegaan op internationale mobiliteit in het onderwijs. Hoofdstuk 6 over R&D beschrijft de investeringen in kennis. Er wordt ingegaan op R&D in Nederland, met specifiek aandacht voor R&D in de bedrijvensector. Ook wordt beschreven in welke mate verschillende partijen R&D in Nederland financieren. Het afsluitende hoofdstuk gaat in op de uitkomsten van het meest recente CBS-onderzoek naar innovatie bij Nederlandse bedrijven. Het percentage innovatieve bedrijven komt aan bod en het aandeel bedrijven met product- en bedrijfsprocesinnovaties wordt vergeleken met dat voor andere Europese landen.

1.4Literatuur

Open literatuurlijst

Literatuur

Europese Commissie (2021a). Digitaal kompas 2030: de Europese aanpak voor het digitale decennium. Europese Commissie, Brussel.

Europese Commissie (2021b). Horizon Europe – Investing to shape our future. Europese Commissie, Brussel.

Europese Commissie (2021c). The Digital Europe Programme. Europese Commissie, Brussel.

Europese Commissie (2022a). Index van de digitale technologie en maatschappij (DESI) 2022 – Nederland. Europese Commissie, Brussel.

Europese Commissie (2022b). European Declaration on Digital Rights and Principles. Europese Commissie, Brussel.

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (2021). Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid. Ministerie van Economische zaken en Klimaat, Den Haag.

TK (2022). Hoofdlijnen beleid voor digitalisering. Brief van de staatsecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering, de minister van Economische Zaken, de minister van Justitie en Veiligheid en de minister van Rechtsbescherming. Tweede Kamer, vergaderjaar 2021–2022, 26 643, nr. 842.

Europese Commissie (2023). Report on the state of the digital decade 2023 – Annex The Netherlands. Europese Commissie, Brussel.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016–2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/’17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/’05-2016/’17 oogstjaar enz., 2004/’05 tot en met 2016/’17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

Judit Arends

Boris Brandhorst

Mirthe Bronsveld

Rogier Goedhart

Sofieke Kevenaar

Raymond Kleingeld

Bart Klijs

Rik van Roekel

Laurent Verweijen

Laura Wielenga

Overige bijdragen

David Gies

Kees Klein

Cor Kragt

Ilham Malkaoui

Shirley Ortega Azurduy

Maarten van Rossum

Eelco van Vliet

Eindredactie

Bart Klijs