ICT en economie
De ICT-sector groeide in 2020, in termen van bruto toegevoegde waarde, terwijl de totale economie dat jaar kromp. Het volume van de ICT-investeringen was in 2020 groter dan in het jaar ervoor. De importwaarde van ICT-goederen en -diensten nam toe, de waarde van de export van ICT-goederen (exclusief wederuitvoer) nam af. Er waren in 2021 opnieuw meer ICT’ers aan het werk in de Nederlandse economie. Het aantal openstaande vacatures in de ICT-sector is sterk toegenomen.
2.1De ICT-sector en de Nederlandse economie
De ICT-sector wordt gevormd door bedrijven afkomstig uit de ICT-industrie, de groothandel in ICT-apparatuur en de ICT-dienstensector. De ICT-industrie omvat bedrijven die voornamelijk informatie- en communicatieapparatuur ontwerpen en produceren. Tot de groothandel in ICT-apparatuur behoren bedrijven die handelen in software, computers en overige elektronica, zoals telecommunicatieapparatuur. Ze leveren deze producten hoofdzakelijk aan dealers en andere niet-eindgebruikers. De ICT-dienstensector bestaat uit bedrijven die het proces rondom elektronische informatieverwerking en communicatie ondersteunen. Zij maken bijvoorbeeld software, verzorgen de telecommunicatie of leveren advies.
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) heeft de ICT-sector exact gedefinieerd (tabel 2.1.1). Veel landen gebruiken deze definitie in hun statistische publicaties. Dit maakt het eenvoudiger om cijfers over de ICT-sector internationaal te vergelijken. Ook dit hoofdstuk gebruikt deze OESO-definitie, tenzij anders vermeld is.
SBI 2008 | Omschrijving |
---|---|
ICT-industrie | |
261 | Vervaardiging van elektronische componenten en printplaten |
262 | Vervaardiging van computers en randapparatuur |
263 | Vervaardiging van communicatieapparatuur |
264 | Vervaardiging van consumentenelektronica |
268 | Vervaardiging van informatiedragers |
Groothandel in ICT-apparatuur | |
4651 | Groothandel in computers, randapparatuur en software |
4652 | Groothandel in elektronische en telecommunicatieapparatuur en bijbehorende onderdelen |
ICT-diensten | |
582 | Uitgeverijen van software |
61 | Telecommunicatie |
62 | Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatietechnologie |
631 | Gegevensverwerking, webhosting en aanverwante activiteiten; webportalen |
951 | Reparatie van computers en communicatieapparatuur |
Bron:OESO / CBS
Deze paragraaf gaat in op de economische betekenis van de ICT-sector voor de Nederlandse economie.
Aantal ICT-bedrijven neemt verder toe
Het aantal bedrijven in de ICT-sector is in 2021 met ruim 5 100 (6,3 procent) toegenomen ten opzichte van het jaar ervoor. In het vierde kwartaal van 2021 bestond de Nederlandse ICT-sector uit ruim 87 duizend bedrijven (figuur 2.1.2). Ook het totale aantal bedrijven in Nederland nam toe in deze periode, met bijna 146 duizend tot 2,0 miljoen. Gezamenlijk hadden ICT-bedrijven een aandeel van 4,3 procent in het totale aantal Nederlandse bedrijven.
De meeste bedrijven in de ICT-sector zijn actief als ICT-dienstverlener; eind 2021 waren dit er ruim 81 duizend. Daarnaast waren er 5 185 ICT-groothandelsbedrijven en 920 bedrijven in de ICT-industrie. Ten opzichte van 2020 steeg het aantal bedrijven in de ICT-diensten (+5 165) en nam het aantal bedrijven in de ICT-groothandel licht toe (+35). Het aantal bedrijven in de ICT-industrie daalde daarentegen (–40).
jaar | ICT-diensten | ICT-groothandel | ICT-industrie |
---|---|---|---|
2011 | 51745 | 6345 | 815 |
2012 | 54315 | 6090 | 800 |
2013 | 56555 | 5900 | 795 |
2014 | 59985 | 5830 | 825 |
2015 | 63145 | 5685 | 850 |
2016 | 65480 | 5575 | 835 |
2017 | 67865 | 5545 | 840 |
2018 | 70795 | 5405 | 885 |
2019 | 74670 | 5400 | 945 |
2020 | 76210 | 5150 | 960 |
2021** | 81375 | 5185 | 920 |
1)Afgerond op een veelvoud van vijf. | |||
**nader voorlopige cijfers |
Tussen 2011 en 2021 is het aantal ICT-bedrijven gestaag gestegen. Elk jaar werden er meer ICT-bedrijven opgericht dan opgeheven. In de periode 2011–2021 groeide het aantal ICT-bedrijven in Nederland met gemiddeld 4,0 procent per jaar. De groei in ‘coronajaar’ 2020 viel wel aanzienlijk lager uit dan in de voorgaande jaren (1,6 procent).
In de loop der jaren is met name het aantal ICT-dienstverleners sterk toegenomen. Eind 2021 waren er 57 procent meer dienstverlenende ICT-bedrijven in vergelijking met 2011. Ook het aantal bedrijven in de ICT-industrie nam in deze periode toe: met 13 procent. In het vierde kwartaal van 2021 waren er ruim 1 160 ICT-groothandelsbedrijven minder dan in 2011. Dit betekent een daling van 18 procent.
Eind 2021 bestond 93 procent van de ICT-sector uit dienstverlenende bedrijven. Ten opzichte van 2011 is hun aandeel in de ICT-sector gegroeid. In dat jaar was nog 88 procent van de bedrijven in de ICT-sector een dienstverlener. Het aandeel van de ICT-groothandel en de ICT-industrie was respectievelijk 6 en 1 procent in 2021. In 2011 omvatten zij respectievelijk 11 en (eveneens) 1 procent van het totale aantal ICT-bedrijven.
Bijna tienduizend ICT-bedrijven opgericht
In 2021 zijn er 9 800 bedrijven opgerichtnoot1 in de ICT-sector (figuur 2.1.3). Het aantal oprichtingen in de ICT-sector maakte daarmee 4,2 procent uit van het totale aantal oprichtingen in Nederland, dat ruim 232 duizend bedroeg. Nieuwe ICT-bedrijven zijn vooral ICT-dienstverleners: het betrof 9 470 oprichtingen in 2021. In de ICT-industrie werden in dat jaar 100 bedrijven opgericht; in de ICT-groothandel 230 bedrijven. Van alle opgerichte ICT-bedrijven in 2021 had negen op de tien 1 werkzame persoon of minder.
jaar | Oprichtingen | Opheffingen |
---|---|---|
2015 | 7800 | 4980 |
2016 | 8105 | 6270 |
2017 | 7795 | 4635 |
2018 | 8370 | 5145 |
2019 | 8975 | 5585 |
2020 | 8990 | 8245 |
2021* | 9800 | 4285 |
1)Afgerond op een veelvoud van vijf. | ||
*voorlopige cijfers |
In 2021 zijn 4 285 ICT-bedrijven opgeheven.noot2 Dit zijn er veel minder dan in 2020, toen het aantal opheffingen veel hoger lag dan in eerdere jaren. Ten opzichte van 2020 werden 48 procent minder bedrijven in de ICT-sector opgeheven, tegen 35 procent meer opheffingen in alle sectoren. In totaal stopten 92 duizend Nederlandse bedrijven hun activiteiten. Het aantal opheffingen in de ICT-sector maakte 4,7 procent uit van het totaal.
ICT-sector groeit ondanks krimp totale economie
De bruto toegevoegde waardenoot3 van de ICT-sector groeide in 2020 vergeleken met een jaar eerder. In de Nederlandse economie als geheel kromp de toegevoegde waarde juist. In de ICT-sector groeide de bruto toegevoegde waarde (volume) met 4,8 procent terwijl die in de totale economie met 4,1 procent daalde (tabel 2.1.4).
De groothandel in ICT-apparatuur en de ICT-dienstensector zagen een stijging van hun toegevoegde waarde in 2020, met respectievelijk 4,8 en 5,4 procent. Binnen de ICT-dienstensector was het voornamelijk de IT- en informatiedienstverlening waar de toegevoegde waarde steeg; in de telecommunicatie daalde de toegevoegde waarde juist licht ten opzichte van een jaar eerder. Ook in de ICT-industrie daalde de toegevoegde waarde (–1,2 procent).
Een klein aantal multinationals bepaalt het beeld van de Nederlandse ICT-industrie. Deze grote, vaak internationaal opererende, bedrijven vallen deels onder de Nederlandse industrie, al is een flink deel ervan gevestigd in het buitenland. Cijfers over de Nederlandse economie geven alleen een beschrijving van bedrijven of bedrijfsonderdelen die gevestigd zijn in Nederland. Of een bedrijf eigendom is van Nederlandse partijen, speelt hierbij geen rol. Niet alle kosten en opbrengsten komen dan tot uitdrukking in tabel 2.1.4. Dit kan een vertekend beeld geven.
Daling productiewaarde ICT-industrie
Dat strategische keuzes van bedrijven van grote invloed kunnen zijn op de cijfers van de ICT-industrie, is terug te zien in de forse daling van de productiewaarde in 2019. Vooral doordat activiteiten naar het buitenland werden verplaatst, daalde de productiewaarde – de waarde van het totaal van goederen en diensten dat is geproduceerd – van de ICT-industrie in 2019 met ruim 35 procent vergeleken met een jaar eerder. Ook in 2020 daalde de productiewaarde van de ICT-industrie weer, zij het minder hard (12,1 procent). De productiedaling in de ICT-industrie is een trend die al enkele jaren gaande is.
ICT-dienstverleners realiseerden in 2020 gezamenlijk een 1,3 procent hogere productiewaarde dan in 2019. Binnen de ICT-diensten waren vooral bedrijven in de IT- en informatiedienstverlening de aanjagers van de groei; de productiewaarde van telecommunicatiebedrijven daalde juist licht ten opzichte van 2019.
De productiewaarde van de ICT-sector als geheel daalde in 2020 met 0,6 procent vergeleken met 2019. De daling is minder sterk dan een jaar eerder, toen de productiewaarde 5,2 procent kromp. De productiewaarde van de Nederlandse economienoot4 als geheel nam in 2020 af met 3,6 procent.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|
volumemutatie t.o.v. voorgaand jaar (%) | ||||
Productiewaarde (omzet) | ||||
Totaal Nederland | 3,3 | 3,5 | 1,6 | –3,6 |
Totaal ICT-sector | 5,2 | –0,4 | –5,2 | –0,6 |
waarvan | ||||
ICT-industrie | –1,6 | –11,4 | –35,1 | –12,1 |
groothandel in ICT-apparatuur | 2,1 | 1,1 | 4,7 | 3,3 |
ICT-diensten | 9,6 | 4,7 | 4,9 | 1,3 |
waarvan | ||||
telecommunicatie | 4,3 | –2,6 | 0,9 | –0,5 |
IT- en informatiedienstverlening | 11,9 | 7,5 | 6,1 | 1,9 |
Bruto toegevoegde waarde | ||||
Totaal Nederland | 2,9 | 2,3 | 2,0 | –4,1 |
Totaal ICT-sector | 5,9 | 5,2 | 4,5 | 4,8 |
waarvan | ||||
ICT-industrie | 6,7 | 9,9 | 1,1 | –1,2 |
groothandel in ICT-apparatuur | 0,3 | 2,4 | 6,4 | 4,8 |
ICT-diensten | 7,2 | 5,4 | 4,5 | 5,4 |
waarvan | ||||
telecommunicatie | 12,1 | 5,9 | 9,7 | –0,7 |
IT- en informatiedienstverlening | 5,4 | 5,4 | 2,6 | 7,7 |
Investeringen1) | ||||
Totaal Nederland | 4,2 | 3,6 | 6,2 | –2,6 |
Totaal ICT-sector | –13,4 | 1,2 | –1,2 | 9,9 |
waarvan | ||||
ICT-industrie | –0,1 | –8,0 | –14,2 | –5,1 |
groothandel in ICT-apparatuur | 5,7 | –1,4 | 4,9 | 0,6 |
ICT-diensten | –17,0 | 3,3 | 0,5 | 13,2 |
waarvan | ||||
telecommunicatie | 3,5 | –6,7 | 4,6 | 2,1 |
IT- en informatiedienstverlening | –31,0 | 13,5 | –2,9 | 23,4 |
Arbeidsvolume | ||||
Totaal Nederland | 2,5 | 3,0 | 2,5 | 0,3 |
Totaal ICT-sector | 4,0 | 3,7 | 3,9 | 2,8 |
waarvan | ||||
ICT-industrie | –1,4 | 2,8 | –9,3 | –3,9 |
groothandel in ICT-apparatuur | 1,5 | 2,0 | 3,5 | 0,4 |
ICT-diensten | 5,1 | 4,2 | 5,0 | 3,8 |
waarvan | ||||
telecommunicatie | 2,1 | –5,9 | –5,5 | –4,2 |
IT- en informatiedienstverlening | 5,6 | 6,0 | 6,5 | 4,9 |
Bron:CBS
1)Bruto investeringen.
Meer geïnvesteerd door ICT-sector
In 2020 investeerde de ICT-sector 9,9 procent meer dan in 2019. De investeringen van de totale economie namen juist af: met 2,6 procent. Vooral de ICT-dienstensector kende meer investeringen (13,2 procent). De investeringen in de ICT-groothandel bleven ongeveer gelijk (+0,6 procent). In de ICT-industrie daalden de investeringen in 2020 met 5,1 procent vergeleken met een jaar eerder.
Arbeidsvolume ICT-sector neemt verder toe
Het arbeidsvolume in de ICT-sector steeg in 2020 met 2,8 procent. Dit betekent dat in 2020 meer arbeidsjarennoot5 gewerkt zijn dan een jaar eerder. In de ICT-industrie daalde het arbeidsvolume (–3,9 procent). Hoewel binnen de ICT-dienstensector het arbeidsvolume steeg, is wel een wisselend beeld zichtbaar in de onderliggende bedrijfstakken. Zo steeg het arbeidsvolume bij IT- en informatiedienstverleners (4,9 procent), maar daalde het bij telecommunicatiebedrijven (–4,2 procent). Het totale arbeidsvolume in Nederland nam toe met 0,3 procent.
Aandeel ICT-sector internationaal vergeleken
Figuur 2.1.5 vergelijkt de toegevoegde waarde van de ICT-sector in Nederland met de waarde in andere landen. Het laatste jaar waarvoor cijfers voor voldoende landen beschikbaar waren, was 2018. De Nederlandse ICT-sector had toen een aandeel van 4,7 procent in de totale toegevoegde waarde in Nederland. In Zuid-Korea droegen ICT-bedrijven voor 11,7 procent bij aan de totale toegevoegde waarde van het land. Daarmee was het belang van de ICT-sector in Zuid-Korea voor de nationale economie groter dan in Nederland en veel andere landen.
Vergeleken met de omringende landen lag het aandeel van de ICT-sector in de totale toegevoegde waarde in Nederland hoger dan in Duitsland (4,4 procent) en België (3,8 procent), maar lager dan in het Verenigd Koninkrijk (5,0 procent). De Spaanse ICT-sector is relatief klein, met 3,1 procent van de totale toegevoegde waarde van het land.
Land | ICT-industrie2) | ICT-diensten3) |
---|---|---|
Zuid-Korea | 7,8 | 3,9 |
Zweden | 0,2 | 6,5 |
Verenigde Staten | 0,7 | 5,7 |
Hongarije | 2,0 | 4,2 |
Finland | 1,6 | 4,3 |
Tsjechië | 0,6 | 5,1 |
Slowakije | 0,5 | 4,4 |
Verenigd Koninkrijk | 0,3 | 4,7 |
Frankrijk | 0,4 | 4,4 |
Nederland | 0,5 | 4,2 |
Canada | 0,2 | 4,1 |
Duitsland | 0,5 | 3,8 |
België | 0,3 | 3,5 |
Polen | 0,3 | 3,4 |
Italië | 0,3 | 3,2 |
Portugal | 0,3 | 3,0 |
Spanje | 0,1 | 3,0 |
Bron: OESO | ||
1) Zuid-Korea, Hongarije, Finland, België, Polen, Portugal, Spanje: 2017 i.p.v. 2018. | ||
2)De ICT-industrie is hier gedefinieerd als SBI 2008-codes 261 t/m 264 en 268. | ||
3)De ICT-dienstensector is hier gedefinieerd als SBI 2008-codes 582, 61, 62 en 63. |
ICT-dienstverleners waren verantwoordelijk voor 90 procent van de toegevoegde waarde van de Nederlandse ICT-sector in 2018. In de meeste landen uit figuur 2.1.5 namen bedrijven in ICT-diensten een groter deel van de toegevoegde waarde voor hun rekening dan bedrijven in de ICT-industrie. Uitzondering is Zuid-Korea, waar de ICT-industrie belangrijker is. In 2017 zorgden Zuid-Koreaanse industriële ICT-bedrijven voor 66 procent van de toegevoegde waarde van de ICT-sector in dat land. Ook in Hongarije en Finland is het aandeel van de ICT-industrie hoger dan in de meeste landen.
Bijdrage telecomsector aan Nederlandse bbp stabiel
De bijdrage van de telecomsector aan het bbp nam licht toe in 2020. De bruto toegevoegde waarde van telecombedrijven bedroeg bijna 7,8 miljard euro (tabel 2.1.6). Dit komt overeen met 0,98 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Daarmee was het belang van de telecomsector ongeveer even groot als in 2019. De productiewaarde van de Nederlandse telecomsector bedroeg 14,4 miljard euro. Er werd voor bijna 3,4 miljard euro geïnvesteerd door de telecombedrijven in 2020. Dat is 3,2 procent meer dan in het jaar ervoor.
Telecombedrijven namen 1,9 procent van de investeringen in vaste activa van de totale economie voor hun rekening in 2020. Het arbeidsvolume in de telecombranche bedroeg 25 duizend arbeidsjaren. Ten opzichte van 2019 is het aantal arbeidsjaren afgenomen (–1 000). Bedrijven in de telecomsector hadden in 2020 een aandeel van 0,32 procent in het totale arbeidsvolume in Nederland. Dit aandeel neemt al een aantal jaren af.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|
mln euro | ||||
Productiewaarde (omzet, basisprijzen) | 15 359 | 14 661 | 14 508 | 14 385 |
Bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) | 7 417 | 7 495 | 7 895 | 7 783 |
Investeringen in vaste activa (lopende prijzen) | 3 201 | 3 069 | 3 272 | 3 378 |
1 000 fte | ||||
Arbeidsvolume | 30 | 28 | 26 | 25 |
% van bbp | ||||
Bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) | 1,00 | 0,97 | 0,97 | 0,98 |
% van de totale economie (bedrijven en overheid) | ||||
Investeringen in vaste activa | 2,11 | 1,89 | 1,85 | 1,91 |
Arbeidsvolume | 0,40 | 0,37 | 0,34 | 0,32 |
Bron:CBS
1)SBI 2008-groep 61 (telecommunicatie).
2.2ICT en werkgelegenheid
Deze paragraaf besteedt aandacht aan de werkgelegenheid in de ICT-sector. In welke bedrijfstakken zijn ICT’ers werkzaam, en wat zijn hun achtergrondkenmerken? Ook het aantal vacatures in de ICT-sector komt aan bod.
Meer dan een half miljoen ICT’ers werkzaam
In 2021 waren 556 duizend ICT’ers werkzaam in diverse bedrijfstakken van de Nederlandse economie, 17 procent meer dan een jaar eerder (figuur 2.2.1). Deze toename, die veel sterker is dan in eerdere jaren, is deels het gevolg van een verandering in de waarneemmethode van het CBS. Echter, ook wanneer dit effect er niet zou zijn, zou er sprake zijn van een toename van het aantal ICT’ers. De exacte omvang van de stijging kan echter niet bepaald worden.
In 2021 beschikte 68 procent van de ICT’ers over een vaste arbeidsrelatie met vaste uren. Het betrof 379 duizend personen. ICT’ers hebben relatief vaak een vast dienstverband. Ter vergelijking, in 2021 beschikte 57 procent van de totale Nederlandse beroepsbevolking over een vaste arbeidsrelatie. Het aantal zelfstandige ICT’ers bedroeg 73 duizend personen, 13 procent van alle ICT’ers. Het aantal ICT’ers met een flexibele arbeidsrelatie (een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd óf een flexibel aantal uren per week) kwam uit op 104 duizend personen (19 procent).
De schijnbare verdubbeling van het aantal ICT’ers met een flexibele arbeidsrelatie in 2021 in vergelijking met 2020 hangt samen met de eerdergenoemde wijziging in de waarneemmethode, en is geen reële ontwikkeling. Meer informatie over deze wijziging is hier te vinden.
Jaar | Vaste arbeidsrelatie | Flexibele arbeidsrelatie | Zelfstandigen |
---|---|---|---|
2011 | 250 | 29 | 55 |
2012 | 254 | 28 | 53 |
2013 | 253 | 36 | 50 |
2014 | 254 | 40 | 56 |
2015 | 273 | 38 | 59 |
2016 | 279 | 42 | 57 |
2017 | 278 | 44 | 59 |
2018 | 303 | 51 | 61 |
2019 | 334 | 52 | 66 |
2020 | 354 | 48 | 71 |
2021 | 379 | 104 | 73 |
De statistische bijlage bij deze publicatie bevat een uitgebreide tabel met achtergrondkenmerken van werkzame ICT’ers (tabel 2.2.1a). Daaruit blijkt onder andere dat 85 procent van hen een man is en dat 79 procent ten minste 35 uur per week werkt. De tabel bevat ook cijfers over beroepsgroepen, leeftijdscategorieën en onderwijsniveaus van ICT’ers.
Ruim derde ICT’ers werkt in informatie en communicatie
Meer dan een derde van alle ICT’ers werkt in de bedrijfstak informatie en communicatie. In 2021 waren er 201 duizend ICT’ers werkzaam in deze bedrijfstak (tabel 2.2.2). Van hen verrichtte het merendeel dienstverlenende activiteiten op het terrein van informatietechnologie (86 procent). Circa twee op de drie ICT’ers werkten in andere sectoren. Onder andere bij energiebedrijven, financiële instellingen en het openbaar bestuur werken relatief veel ICT’ers.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | ICT-ers in totale werkzame beroepsbevolking1) | |
---|---|---|---|---|---|---|
2021 | ||||||
x 1 000 | % | |||||
Totaal | 380 | 415 | 452 | 474 | 556 | 5,1 |
Bedrijfstak | ||||||
Landbouw, bosbouw en visserij | 1 | 1 | 1 | 1 | 2 | 0,6 |
Delfstoffenwinning | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | . |
Industrie | 30 | 35 | 38 | 40 | 43 | 5,1 |
Energie | 3 | 4 | 5 | 5 | 7 | 11,4 |
Water | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 3,4 |
Bouw | 8 | 9 | 8 | 11 | 14 | 2,7 |
Handel | 30 | 32 | 33 | 29 | 38 | 2,0 |
Transport | 8 | 8 | 12 | 11 | 16 | 2,4 |
Horeca | 1 | 2 | 1 | 1 | 2 | 0,3 |
Informatie en communicatie | 131 | 139 | 152 | 162 | 201 | 39,6 |
waarvan | ||||||
media | 8 | 9 | 11 | 10 | 14 | 12,6 |
telecommunicatie | 10 | 10 | 10 | 10 | 14 | 25,6 |
informatiedienstverlening | 113 | 120 | 131 | 141 | 173 | 49,5 |
Financiële instellingen | 29 | 29 | 30 | 28 | 40 | 10,1 |
Verhuur van en handel in onroerend goed | 1 | 2 | 3 | 2 | 2 | 2,8 |
Advies en onderzoek | 33 | 39 | 44 | 44 | 59 | 5,5 |
Overige zakelijke dienstverlening | 14 | 12 | 14 | 15 | 14 | 3,5 |
Overheid | 30 | 33 | 38 | 42 | 49 | 6,7 |
Onderwijs | 11 | 15 | 14 | 14 | 19 | 2,1 |
Gezondheidszorg | 14 | 16 | 18 | 18 | 22 | 1,1 |
Cultuur, sport en recreatie | 5 | 5 | 5 | 5 | 7 | 2,3 |
Overige dienstverlening | 5 | 5 | 6 | 8 | 7 | 3,8 |
Huishoudens als werkgever van huishoudelijk personeel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | . |
Extraterritoriale organisaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | . |
Onbekend | 26 | 28 | 31 | 36 | 12 | 18,8 |
Bron:CBS
1)Internationale definitie.
In 2021 maakten ICT’ers 5,1 procent uit van de totale beroepsbevolking. In sommige bedrijfstakken zijn ICT’ers sterker vertegenwoordigd dan dit gemiddelde. Van alle personen werkzaam in de bedrijfstak informatie en communicatie had bijna 40 procent een ICT-baan. Ook bij energiebedrijven en financiële instellingen werkten relatief veel ICT’ers: ongeveer 1 op de 10 had een ICT-beroep. In de horeca (0,3 procent) en landbouw, bosbouw en visserij (0,6 procent) maakten ICT’ers naar verhouding juist een relatief klein deel uit van de werkzame beroepsbevolking in die bedrijfstakken.
Relatief veel ICT-specialisten in Zweden
In Zweden was 8,0 procent van de werkzame beroepsbevolking actief als ICT-specialist in 2021 (figuur 2.2.3). Dit aandeel was in Nederland kleiner: 6,7 procent.noot6 Ook in Finland maakten ICT-specialisten een groter deel uit van de werkzame beroepsbevolking dan in Nederland in dat jaar.
Het aandeel ICT-specialisten in Nederland ligt ruim boven het gemiddelde in de EU. Het gemiddelde aandeel ICT-specialisten in de beroepsbevolking in de EU bedroeg 4,5 procent. Van de landen in de EU kenden Griekenland en Roemenië het kleinste aandeel ICT-specialisten in de werkzame beroepsbevolking. In alle EU-landen is het aandeel ICT-specialisten in 2021 hoger dan in 2015.
beroepsbevolking)Verberg tabel2.2.3 Aandeel ICT-specialisten (% van werkzame
beroepsbevolking)
Land | 2021 | 2015 |
---|---|---|
Zweden | 8 | 6,1 |
Finland | 7,4 | 6,4 |
Luxemburg | 6,7 | 5 |
Nederland | 6,7 | 5 |
Ierland | 6,3 | 4,6 |
Estland | 6,2 | 4,2 |
België | 5,6 | 4,2 |
Denemarken | 5,6 | 4,5 |
Duitsland | 4,9 | 3,7 |
Malta | 4,9 | 3,8 |
Slovenië | 4,8 | 3,6 |
Portugal | 4,7 | 2,9 |
Tsjechië | 4,6 | 3,5 |
EU-27 | 4,5 | 3,5 |
Frankrijk | 4,5 | 3,4 |
Oostenrijk | 4,5 | 4 |
Slowakije | 4,3 | 2,8 |
Spanje | 4,1 | 3,2 |
Cyprus | 3,9 | 2,7 |
Hongarije | 3,9 | 3,6 |
Italië | 3,8 | 3,3 |
Letland | 3,8 | 2,7 |
Litouwen | 3,8 | 2,1 |
Kroatië | 3,6 | 2,7 |
Bulgarije | 3,5 | 2,9 |
Polen | 3,5 | 2,6 |
Griekenland | 2,8 | 1,6 |
Roemenië | 2,6 | 1,9 |
Bron: Eurostat |
36 procent ICT’ers jonger dan 35 jaar
In 2021 was 36 procent van alle werkzame ICT’ers jonger dan 35 jaar. Dit aandeel is de afgelopen vijf jaar licht toegenomen (figuur 2.2.4); in 2016 was nog 33 procent van de ICT’ers jonger dan 35 jaar. Ook het aandeel werkzame ICT’ers van 55 tot 75 jaar nam toe in vergelijking met vijf jaar eerder; het bedroeg 15 procent in 2021, tegenover 14 procent in 2016. In 2011 had deze groep nog pas een aandeel van 10 procent.
Het aandeel 35- tot 55‑jarige ICT’ers nam af. In 2016 behoorde 54 procent tot deze leeftijdscategorie; in 2021 gold dit voor 49 procent van de personen met een ICT-beroep.
Leeftijd | 2011 | 2016 | 2021 |
---|---|---|---|
15 tot 25 jaar | 6 | 6 | 8 |
25 tot 35 jaar | 27 | 27 | 28 |
35 tot 45 jaar | 33 | 27 | 24 |
45 tot 55 jaar | 24 | 27 | 25 |
55 tot 65 jaar | 10 | 13 | 14 |
65 tot 75 jaar | 0 | 1 | 1 |
Werkzame personen in ICT-beroepen zijn gemiddeld nog steeds jonger dan in de totale economie. Het aandeel 45‑plussers in de gehele Nederlandse beroepsbevolking bedroeg 43 procent in 2021 tegen 40 procent van de werkzame personen met een ICT-baan.
Aantal vacatures ICT-sector herstelt
Eind december 2021 bedroeg het aantal openstaande vacatures in de ICT-sector bijna 23 600, ruim 9 duizend meer dan in dezelfde periode in het jaar ervoor (figuur 2.2.5). Het aantal openstaande vacatures vertoonde herstel. Als gevolg van de coronacrisis was het aantal vacatures bij ICT-bedrijven in het tweede kwartaal van 2020 teruggelopen tot 11 600. Aan het einde van 2021 waren er al weer twee keer zo veel vacatures. Het aantal vacatures lag in 2021 ook hoger dan het niveau van voor de coronacrisis.
Ook in de economie als geheel zette in 2021 herstel in op de arbeidsmarkt, zij het iets minder sterk dan in de ICT-sector. Eind 2021 stonden in de gehele economie 376 duizend vacatures open. Dat was 88 procent meer dan aan het einde van het tweede kwartaal 2020, toen het aantal vacatures teruggelopen was tot 200 duizend. In het eerste kwartaal van 2022 steeg het aantal vacatures in de economie als geheel door naar 448 duizend. Het aantal vacatures in de ICT-sector in het eerste kwartaal van 2022 is op het moment van samenstellen van dit hoofdstuk nog niet bekend.
jaar | kwartaal | ICT-sector | Totaal |
---|---|---|---|
2010 | 1e kwartaal, 2010 | 6,2 | 116,0 |
2010 | 2e kwartaal, 2010 | 7,1 | 124,9 |
2010 | 3e kwartaal, 2010 | 7,2 | 123,4 |
2010 | 4e kwartaal, 2010 | 7,5 | 124,4 |
2011 | 1e kwartaal, 2011 | 8,5 | 135,5 |
2011 | 2e kwartaal, 2011 | 8,6 | 143,6 |
2011 | 3e kwartaal, 2011 | 7,9 | 130,6 |
2011 | 4e kwartaal, 2011 | 6,6 | 116,6 |
2012 | 1e kwartaal, 2012 | 7,0 | 118,2 |
2012 | 2e kwartaal, 2012 | 7,0 | 116,1 |
2012 | 3e kwartaal, 2012 | 7,2 | 106,0 |
2012 | 4e kwartaal, 2012 | 6,9 | 94,9 |
2013 | 1e kwartaal, 2013 | 6,5 | 97,1 |
2013 | 2e kwartaal, 2013 | 6,6 | 96,8 |
2013 | 3e kwartaal, 2013 | 6,5 | 93,7 |
2013 | 4e kwartaal, 2013 | 6,5 | 91,0 |
2014 | 1e kwartaal, 2014 | 7,9 | 105,7 |
2014 | 2e kwartaal, 2014 | 7,6 | 112,9 |
2014 | 3e kwartaal, 2014 | 7,8 | 112,1 |
2014 | 4e kwartaal, 2014 | 7,9 | 112,9 |
2015 | 1e kwartaal, 2015 | 9,4 | 127,0 |
2015 | 2e kwartaal, 2015 | 8,8 | 136,5 |
2015 | 3e kwartaal, 2015 | 10,0 | 130,9 |
2015 | 4e kwartaal, 2015 | 10,9 | 136,3 |
2016 | 1e kwartaal, 2016 | 11,6 | 153,0 |
2016 | 2e kwartaal, 2016 | 11,0 | 161,8 |
2016 | 3e kwartaal, 2016 | 10,1 | 159,1 |
2016 | 4e kwartaal, 2016 | 10,3 | 163,4 |
2017 | 1e kwartaal, 2017 | 12,3 | 188,5 |
2017 | 2e kwartaal, 2017 | 12,8 | 212,8 |
2017 | 3e kwartaal, 2017 | 11,9 | 210,1 |
2017 | 4e kwartaal, 2017 | 13,8 | 218,6 |
2018 | 1e kwartaal, 2018 | 15,8 | 237,8 |
2018 | 2e kwartaal, 2018 | 15,4 | 260,6 |
2018 | 3e kwartaal, 2018 | 15,7 | 258,3 |
2018 | 4e kwartaal, 2018 | 15,2 | 254,9 |
2019 | 1e kwartaal, 2019 | 17,0 | 278,9 |
2019 | 2e kwartaal, 2019 | 16,6 | 293,8 |
2019 | 3e kwartaal, 2019 | 17,2 | 283,8 |
2019 | 4e kwartaal, 2019 | 16,7 | 281,2 |
2020 | 1e kwartaal, 2020 | 13,8 | 221,7 |
2020 | 2e kwartaal, 2020 | 11,6 | 200,4 |
2020 | 3e kwartaal, 2020 | 12,8 | 215,6 |
2020 | 4e kwartaal, 2020 | 14,7 | 213,7 |
2021 | 1e kwartaal, 2021 | 17,4 | 248,5 |
2021 | 2e kwartaal, 2021 | 21,3 | 333,6 |
2021 | 3e kwartaal, 2021 | 21,3 | 376,3 |
2021 | 4e kwartaal, 2021 | 23,6 | 376,4 |
2022 | 1e kwartaal, 2022 | . | 448,2 |
1) De ICT-sector is hier gedefinieerd als de SBI 2008-codes 61, 62 en 63. |
Aandeel vacatures ICT-sector neemt toe
Doordat het aantal openstaande vacatures in de ICT-sector sneller herstelde dan in de gehele economie, nam het aandeel van ICT-bedrijven in het totale aantal openstaande vacatures toe. Het bedroeg 7,0 procent in het eerste kwartaal van 2021. Dat is het hoogste niveau sinds het eerste kwartaal van 2016 (figuur 2.2.6). Het aandeel van de ICT-sector in het totale aantal vacatures was het grootst in het vierde kwartaal van 2015. Het bedroeg toen 8 procent.
Vanaf het tweede kwartaal van 2021 steeg ook het aantal vacatures in de gehele economie sterk, waardoor het aandeel van de ICT-sector terugliep naar waardes vergelijkbaar met die van voor de coronacrisis.
jaar | kwartaal | Aandeel ICT-sector |
---|---|---|
2010 | 1e kwartaal, 2010 | 5,4 |
2010 | 2e kwartaal, 2010 | 5,7 |
2010 | 3e kwartaal, 2010 | 5,8 |
2010 | 4e kwartaal, 2010 | 6,1 |
2011 | 1e kwartaal, 2011 | 6,3 |
2011 | 2e kwartaal, 2011 | 6,0 |
2011 | 3e kwartaal, 2011 | 6,0 |
2011 | 4e kwartaal, 2011 | 5,7 |
2012 | 1e kwartaal, 2012 | 5,9 |
2012 | 2e kwartaal, 2012 | 6,1 |
2012 | 3e kwartaal, 2012 | 6,8 |
2012 | 4e kwartaal, 2012 | 7,3 |
2013 | 1e kwartaal, 2013 | 6,7 |
2013 | 2e kwartaal, 2013 | 6,8 |
2013 | 3e kwartaal, 2013 | 7,0 |
2013 | 4e kwartaal, 2013 | 7,1 |
2014 | 1e kwartaal, 2014 | 7,5 |
2014 | 2e kwartaal, 2014 | 6,7 |
2014 | 3e kwartaal, 2014 | 7,0 |
2014 | 4e kwartaal, 2014 | 7,0 |
2015 | 1e kwartaal, 2015 | 7,4 |
2015 | 2e kwartaal, 2015 | 6,4 |
2015 | 3e kwartaal, 2015 | 7,6 |
2015 | 4e kwartaal, 2015 | 8,0 |
2016 | 1e kwartaal, 2016 | 7,6 |
2016 | 2e kwartaal, 2016 | 6,8 |
2016 | 3e kwartaal, 2016 | 6,4 |
2016 | 4e kwartaal, 2016 | 6,3 |
2017 | 1e kwartaal, 2017 | 6,5 |
2017 | 2e kwartaal, 2017 | 6,0 |
2017 | 3e kwartaal, 2017 | 5,7 |
2017 | 4e kwartaal, 2017 | 6,3 |
2018 | 1e kwartaal, 2018 | 6,7 |
2018 | 2e kwartaal, 2018 | 5,9 |
2018 | 3e kwartaal, 2018 | 6,1 |
2018 | 4e kwartaal, 2018 | 6,0 |
2019 | 1e kwartaal, 2019 | 6,1 |
2019 | 2e kwartaal, 2019 | 5,6 |
2019 | 3e kwartaal, 2019 | 6,1 |
2019 | 4e kwartaal, 2019 | 5,9 |
2020 | 1e kwartaal, 2020 | 6,2 |
2020 | 2e kwartaal, 2020 | 5,8 |
2020 | 3e kwartaal, 2020 | 5,9 |
2020 | 4e kwartaal, 2020 | 6,9 |
2021 | 1e kwartaal, 2021 | 7,0 |
2021 | 2e kwartaal, 2021 | 6,4 |
2021 | 3e kwartaal, 2021 | 5,7 |
2021 | 4e kwartaal, 2021 | 6,3 |
1) De ICT-sector is hier gedefinieerd als de SBI 2008-codes 61, 62 en 63. |
In paragraaf 4.2 van deze publicatie wordt ook aandacht besteed aan cijfers over ICT-vacatures (figuur 4.2.6). Daar gaat het echter om vacatures voor ICT-specialisten in alle bedrijfstakken, niet om alle vacatures in de ICT-sector zoals in dit hoofdstuk.
2.3ICT-bestedingen
De binnenlandse bestedingen aan ICT-goederen en -diensten omvatten drie categorieën:
- De investeringen van bedrijven en overheden in ICT zoals hardware, software en elektronische netwerken.
- Het intermediair verbruik zoals de uitgaven van bedrijven en overheid aan goederen en diensten die in een productieproces gebruikt worden (loonkosten, afschrijvingen en investeringen vallen hier niet onder).
- De consumptie door huishoudens, zoals de aankoop van computers, tablets en smartphones.
In deze paragraaf komt elk van deze categorieën aan bod.
Investeringen in ICT groeien
In 2020 was het volume van de ICT-investeringen 1,9 procent groter dan in 2019 (tabel 2.3.1). Zowel in computerhardware, software als elektronische netwerken werd meer geïnvesteerd. In 2020 groeide het volume van de investeringen in computerhardware het meest (6,9 procent). Ook het volume van de investeringen in elektronische netwerken en software was groter dan in 2019 (respectievelijk 3,1 en 0,9 procent).
Gezamenlijk investeerden Nederlandse bedrijven en overheden ruim 176,8 miljard euro in 2020. Van dit bedrag betrof ruim 32,1 miljard euro investeringen in ICT. ICT-investeringen vertegenwoordigden daarmee 18 procent van de totale investeringen in Nederland. Binnen de ICT-investeringen zijn de investeringen in software het grootst. In 2020 investeerden Nederlandse bedrijven en overheden samen 24,8 miljard euro in software. Dat kwam overeen met 77 procent van de totale investeringen in ICT.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|
mln euro (lopende prijzen) | ||||
Totaal investeringen Nederland | 151 432 | 162 634 | 176 696 | 176 843 |
waarvan | ||||
totaal ICT | 28 713 | 29 446 | 31 223 | 32 161 |
waarvan | ||||
computer hardware | 4 142 | 4 198 | 4 244 | 4 429 |
elektronische netwerken | 2 847 | 2 527 | 2 821 | 2 893 |
software | 21 724 | 22 721 | 24 158 | 24 839 |
% van totale investeringen in ICT | ||||
Computer hardware | 14 | 14 | 14 | 14 |
Elektronische netwerken | 10 | 9 | 9 | 9 |
Software | 76 | 77 | 77 | 77 |
% van totale investeringen Nederland | ||||
Totaal ICT | 19 | 18 | 18 | 18 |
volumemutatie t.o.v. voorgaand jaar (%) | ||||
Totale investeringen Nederland | 4,0 | 4,7 | 5,6 | -2,6 |
waarvan | ||||
totaal ICT | −5,1 | 0,2 | 4,3 | 1,9 |
waarvan | ||||
computer hardware | −36,2 | 1,1 | 4,6 | 6,9 |
elektronische netwerken | 1,6 | −12,7 | 11,9 | 3,1 |
software | 3,7 | 1,8 | 3,4 | 0,9 |
Bron:CBS
Aandeel ICT-investeringen verschilt sterk per bedrijfstak
In de informatie- en communicatiebranche was ruim 57 procent van alle investeringen een investering in ICT in 2020 (figuur 2.3.2). Het aandeel is ten opzichte van 2016 kleiner geworden. In dat jaar maakten de ICT-investeringen nog 82 procent uit van alle investeringen in deze bedrijfstak. Ook financiële instellingen investeren relatief veel in ICT. In 2020 omvatten de ICT-investeringen daar 38 procent van het totaal. In de industrie beslaan ICT-investeringen een minder groot aandeel dan in ICT-intensieve bedrijfstakken zoals de informatie en communicatie en financiële sector. In 2020 betrof 20 procent van alle investeringen in de industrie een ICT-investering.
De statistische bijlage bij deze publicatie bevat een tabel die het aandeel van ICT-investeringen laat zien voor meer bedrijfstakken (tabel 2.3.2a).
Bedrijfstak | 2016 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|
Alle bedrijfstakken | 20,9 | 17,7 | 18,2 |
Financiële activiteiten en verzekeringen | 52,8 | 42,1 | 38,2 |
Informatie en communicatie | 82,4 | 62,5 | 57,4 |
Industrie | 19,0 | 18,2 | 19,5 |
ICT-uitgaven nemen weer toe
In 2020 gaven bedrijven, overheden en consumenten samen ruim 61,9 miljard euro uit aan ICT-goederen en -diensten (tabel 2.3.3). Er werd 0,7 procent meer uitgegeven dan in 2019. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door een toename van de bestedingen van huishoudens aan ICT. Deze zogenaamde consumptie bedroeg 11,9 miljard euro in 2020. Dit is 4,0 procent meer dan een jaar eerder. De waarde van ICT-goederen en -diensten die bedrijven en overheden in het productieproces verbruikten, het ‘intermediair verbruik’, bleef ongeveer gelijk. Hieronder vallen bijvoorbeeld de uitgaven die samenhangen met het onderhoud van software.
Bedrijven en overheden gaven ruim 4 keer zo veel uit aan ICT als huishoudens. Het aandeel van bedrijven en overheden in de totale ICT-uitgaven is de laatste jaren stabiel gebleven. Het schommelde rond 81 à 82 procent in de periode 2017–2020.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|
mln euro (lopende prijzen) | ||||
Totaal ICT-uitgaven (goederen + diensten) | 62 774 | 62 296 | 61 519 | 61 929 |
waarvan | ||||
intermediair verbruik (bedrijven en overheden) | 51 161 | 50 960 | 50 098 | 50 053 |
consumptie (huishoudens) | 11 613 | 11 336 | 11 421 | 11 876 |
Uitgaven aan ICT-goederen | 23 460 | 21 519 | 18 476 | 17 562 |
waarvan | ||||
intermediair verbruik (bedrijven en overheden) | 19 204 | 17 221 | 14 125 | 12 807 |
consumptie (huishoudens) | 4 256 | 4 298 | 4 351 | 4 755 |
Uitgaven aan ICT-diensten | 39 314 | 40 777 | 43 043 | 44 367 |
waarvan | ||||
intermediair verbruik (bedrijven en overheden) | 31 957 | 33 739 | 35 973 | 37 246 |
consumptie (huishoudens) | 7 357 | 7 038 | 7 070 | 7 121 |
Totale consumptie (huishoudens) | 506 752 | 530 171 | 553 681 | 543 029 |
Bron:CBS
De uitgaven aan ICT-goederen bedroegen 17,6 miljard euro in 2020. Dat was 4,9 procent minder dan in het jaar ervoor. Vooral bedrijven en overheden besteedden in 2020 minder aan ICT-goederen. De uitgaven van huishoudens aan ICT-goederen namen juist toe met 9,3 procent.
Aan ICT-diensten werd 3,1 procent meer besteed in 2020. Deze stijging kwam vooral voor rekening van bedrijven en overheden die 3,5 procent meer uitgaven aan ICT-diensten dan in 2019. Maar ook consumenten besteedden meer aan ICT-diensten (0,7 procent).
De totale consumptie van huishoudens daalde in 2020 naar 543 miljard euro. Hun ICT-uitgaven stegen echter, zoals hierboven al vermeld. Het aandeel uitgaven aan ICT in de totale consumptie door huishoudens steeg daardoor naar 2,2 procent.
2.4Internationale handel in ICT
Fysieke afstanden zijn door digitalisering minder relevant geworden waardoor het voor bedrijven gemakkelijker geworden is om hun producten of diensten over de grens te verkopen. In deze paragraaf staat de handel in ICT tussen Nederland en andere landen centraal.
ICT-import neemt toe, ICT-export neemt af
In 2020 importeerde Nederland voor 64,7 miljard euro aan ICT-goederen en -diensten (tabel 2.4.1). Dat is 4,6 procent meer dan in 2019. De totale Nederlandse import nam juist af, met 8,1 procent ten opzichte van 2019. In 2020 maakte de import van ICT-goederen en -diensten 11,9 procent uit van de totale Nederlandse import. In 2019 was dit nog 10,4 procent. Vooral de import van ICT-diensten steeg hard (11,4 procent). De import van ICT-goederen steeg minder hard (3,0 procent).
Nederland exporteerde in 2020 voor 30,7 miljard euro aan ICT-goederen en -diensten (exclusief wederuitvoer). Dat is 3,5 procent minder dan een jaar eerder. De daling is echter veel minder groot dan het jaar daarvoor, toen de ICT-export met 19 procent daalde. De daling van de ICT-export werd veroorzaakt doordat er minder ICT-goederen werden geëxporteerd (–12,7 procent), de export van ICT-diensten groeide wel (4,4 procent). In 2020 werd voor ruim 382 miljard euro geëxporteerd door Nederland. ICT-goederen en -diensten maakten hiervan 8,0 procent uit.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|
mln euro (lopende prijzen) | ||||
Totale import | 538 421 | 576 190 | 593 626 | 545 253 |
waarvan | ||||
totale ICT-import | 61 796 | 61 172 | 61 880 | 64 728 |
waarvan | ||||
ICT-goederen | 51 213 | 50 253 | 49 847 | 51 320 |
ICT-diensten | 10 583 | 10 919 | 12 033 | 13 408 |
Totale export | 384 557 | 412 181 | 415 072 | 382 269 |
waarvan | ||||
totale ICT-export | 41 330 | 39 317 | 31 765 | 30 653 |
waarvan | ||||
ICT-goederen | 26 251 | 23 332 | 14 605 | 12 745 |
ICT-diensten | 15 079 | 15 985 | 17 160 | 17 908 |
Totale wederuitvoer | 233 254 | 245 616 | 258 272 | 243 188 |
waarvan | ||||
totale ICT-wederuitvoer | 34 077 | 35 283 | 38 264 | 40 708 |
waarvan | ||||
ICT-goederen | 33 950 | 35 175 | 38 129 | 40 580 |
ICT-diensten | 127 | 108 | 135 | 128 |
Totale ICT-export (goederen, diensten en wederuitvoer) | 75 407 | 74 600 | 70 029 | 71 361 |
% | ||||
Aandeel ICT-goederen in totale ICT-export | 34,8 | 31,3 | 20,9 | 17,9 |
Aandeel ICT-diensten in totale ICT-export | 20,0 | 21,4 | 24,5 | 25,1 |
Aandeel ICT-wederuitvoer in totale ICT-export | 45,2 | 47,3 | 54,6 | 57,0 |
Aandeel ICT-goederen en -diensten in totale import | 11,5 | 10,6 | 10,4 | 11,9 |
Aandeel ICT-goederen en -diensten in totale export | 10,7 | 9,5 | 7,7 | 8,0 |
Aandeel ICT-goederen en -diensten in totale wederuitvoer | 14,6 | 14,4 | 14,8 | 16,7 |
Bron:CBS
Groot deel ICT-export is wederuitvoer
Naast de export van ICT-goederen en -diensten van Nederlandse makelij, bestaat een veel groter deel van de Nederlandse ICT-export uit wederuitvoer. Er is sprake van wederuitvoer als een ingezetene van Nederland een product (of dienst) importeert om dat vervolgens weer te exporteren, zonder het te bewerken. Nederlandse distributiecentra zijn voorbeelden van bedrijven die op deze manier werken. In 2020 realiseerde Nederland voor 40,7 miljard euro aan ICT-wederuitvoer. Dit komt overeen met 57,0 procent van de totale ICT-export. Het aandeel van wederuitvoer in de totale ICT-export is in de periode 2017–2020 ieder jaar toegenomen.
Het aandeel van ICT-goederen en -diensten in de totale Nederlandse wederuitvoer is in 2020 toegenomen. In 2019 omvatte het 14,8 procent van de totale Nederlandse wederuitvoer. In 2020 bedroeg dit aandeel 16,7 procent.
Aandeel wereldwijde exportwaarde ICT-diensten Nederland neemt af
In 2020 nam Nederland 4,6 procent van de wereldwijde exportwaarde van ICT-diensten voor zijn rekening (figuur 2.4.2). Het aandeel van Nederland is afgenomen ten opzichte van 2015. Destijds had Nederland nog een marktaandeel van 6,7 procent in de wereldwijde exportwaarde van ICT-diensten. Vooral Ierland is een grote exporteur op dit terrein. In 2020 had Ierland een aandeel van 20,4 procent. Ierland is al jarenlang een grote ICT-dienstenexporteur vanwege de aanwezigheid van grote buitenlandse ICT-bedrijven. Het aandeel van het land stijgt nog steeds gestaag. Het aandeel van een andere grote ICT-dienstenexporteur, India, is de laatste jaren gekrompen. China heeft juist aandeel gewonnen: het aandeel bedroeg 5,4 procent in 2015 tegen 7,9 procent in 2020.
Land | 2020 | 2015 |
---|---|---|
Ierland | 20,4 | 11,8 |
India | 9,1 | 11,5 |
China | 7,9 | 5,4 |
Verenigde Staten | 7,5 | 8,6 |
Verenigd Koninkrijk | 5,0 | 6,1 |
Duitsland | 4,6 | 6,3 |
Nederland | 4,6 | 6,7 |
Israel | 2,6 | 2,1 |
Frankrijk | 2,7 | 3,6 |
Singapore | 2,3 | 1,8 |
België | 2,0 | 2,3 |
Zweden | 2,0 | 3,3 |
Finland | 1,7 | 1,7 |
Spanje | 1,5 | 2,3 |
Bron: UNCTAD | ||
1) ICT-diensten zijn hier gedefinieerd als telecommunicatie-, computer- en informatiediensten. | ||
2) Gemeten in US-dollars. | ||
Sterke groei ICT-dienstenexport in Japan en Ierland
Japan, Ierland en Zuid-Korea kenden een sterke gemiddelde jaarlijkse groei van de exportwaarde van ICT-diensten tussen 2017 en 2020. Gemiddeld nam de exportwaarde in Japan per jaar met 26,3 procent toe in deze periode; in Ierland met 25,5 procent (figuur 2.4.3). In Nederland groeide de waarde van de ICT-dienstenexport ook: gemiddeld met 10,6 procent per jaar. De gemiddelde groei van de ICT-dienstenexport van de EU als geheel bedroeg 13,2 procent in de periode 2017–2020.
groei (%))Verberg tabel2.4.3 ICT-export, 2017-2020 (gemiddelde jaarlijkse
groei (%))
Land | ICT-diensten1) | ICT-goederen2) |
---|---|---|
Japan | 26,3 | -1,6 |
Ierland | 25,5 | 12,5 |
Zuid-Korea | 22,1 | -0,6 |
Finland | 16,7 | -1,1 |
Polen | 13,9 | 9,5 |
EU³⁾ | 13,2 | 4,7 |
Canada | 13,1 | -4,9 |
Denemarken | 11,1 | 1,3 |
Nederland | 10,6 | 3,9 |
Verenigd Koninkrijk | 7,2 | -2,5 |
Verenigde Staten | 6 | -2,4 |
België | 5,7 | -9,4 |
Duitsland | 5,6 | 0,8 |
Frankrijk | 2,4 | -2,5 |
Zweden | 2,1 | 1,7 |
Italië | -1,9 | 0,9 |
Bron: OESO, ITCS-database en EBOPS2010-database | ||
1) ICT-diensten betreffen telecommunicatie-, computer- en informatiediensten. | ||
2) ICT-goederen betreffen de goederengroepen 75, 76 en 77 van de Standard International Trade Classification (SITC3). | ||
3) De EU-waarde voor de export van goederen is inclusief het Verenigd Koninkrijk. De waarde voor export van diensten is exclusief het Verenigd Koninkrijk. | ||
Figuur 2.4.3 toont ook de groei van de export van ICT-goederen. In een aantal landen was de gemiddelde groei van de exportwaarde van ICT-goederen in de periode 2017–2020 negatief. Ierland (+12,5 procent) en Polen (+9,5 procent) kenden nog wel een sterke groei van de ICT-goederenexport. Ook de waarde van de Nederlandse ICT-goederenexport groeide, met gemiddeld 3,9 procent per jaar. De gemiddelde groei binnen de EU was 4,7 procent per jaar.
Importwaarde ICT-diensten in Zuid-Korea en Ierland sterk gegroeid
Zuid-Korea en Ierland hadden in de periode 2017–2020 een sterke gemiddelde jaarlijkse groei van de importwaarde van ICT-diensten. In Zuid-Korea nam deze met 24,9 procent per jaar toe. In Ierland nam de importwaarde van ICT-diensten met gemiddeld 20,2 procent per jaar toe (figuur 2.4.4). De cijfers van Ierland worden sterk beïnvloed door de aanwezigheid van grote multinationals. Nederland zag de import van ICT-diensten gemiddeld met 11,7 procent stijgen in die periode. In de Verenigde Staten nam de import van ICT-diensten juist af (–3,6 procent).
groei (%))Verberg tabel2.4.4 ICT-import, 2017-2020 (gemiddelde jaarlijkse
groei (%))
Land | ICT-diensten1) | ICT-goederen2) |
---|---|---|
Zuid-Korea | 24,9 | 4,7 |
Ierland | 20,2 | 12,6 |
Japan | 16,3 | 1 |
Polen | 14,1 | 10,8 |
Denemarken | 13,8 | 4,7 |
Zweden | 12,0 | 1,9 |
Nederland | 11,7 | 4,7 |
Finland | 11,0 | 0,7 |
Canada | 10,8 | -1,2 |
Spanje | 8,7 | 3,2 |
EU³⁾ | 8,7 | 1,3 |
België | 7,8 | 0,4 |
Frankrijk | 4,4 | -0,3 |
Duitsland | 3,1 | 1,8 |
Italië | 3,1 | 1,7 |
Verenigd Koninkrijk | 2,8 | -0,2 |
Verenigde Staten | -3,6 | 0,5 |
Bron: OESO, ITCS-database en EBOPS2010-database | ||
1) ICT-diensten betreffen computer- en informatiediensten. | ||
2) ICT-goederen betreffen de goederengroepen 75, 76 en 77 van de Standard Industrial Trade Classification (SITC3). | ||
3) De EU-waarde voor de import van goederen is inclusief het Verenigd Koninkrijk. De waarde voor import van diensten is exclusief het Verenigd Koninkrijk. |
Figuur 2.4.4 toont naast de import van ICT-diensten ook de groei van de import van ICT-goederen. Ierland kende tussen 2017 en 2020 de hoogste gemiddelde groei van de importwaarde van ICT-goederen (12,6 procent). In Nederland steeg de import van ICT-goederen met gemiddeld 4,7 procent. Ook Polen kende een hoge gemiddelde groei (10,8 procent). De EU als geheel zag een groei van 1,3 procent per jaar.
China belangrijkste ICT-importland
Begin 2022 was rond 30 procent van de waarde van ICT-goederen die Nederland importeerde afkomstig uit China (figuur 2.4.5). China is met afstand de belangrijkste leverancier van ICT-goederen met een importwaarde van ruim 26,8 miljard euro in 2021. Ruim de helft van de waarde van alle ingevoerde goederen uit China bestond uit ICT-goederen in dat jaar. Het aandeel van China in de Nederlandse ICT-goederenimport kende in de periode 2012–2022 een vrij grillig verloop. Medio 2014 piekte het aandeel van China, met bijna 34 procent, om daarna terug te vallen naar 24 tot 28 procent. Begin 2020 daalde het aandeel van China naar 22,1 procent door het grotendeels stilvallen van de Chinese export als gevolg van de uitbraak van de coronapandemie (CBS, 2020a). Snel daarna steeg het aandeel van China echter weer.
De op één na belangrijkste handelspartner van Nederland voor de invoer van ICT-goederen is Duitsland. Begin 2022 kwam rond 10 procent van de importwaarde van ICT-goederen uit Duitsland. Ook de Verenigde Staten, Hongkong en Maleisië zijn op dit terrein belangrijke handelspartners voor Nederland, hoewel het aandeel van Maleisië in 2021 en begin 2022 iets teruggelopen is.
Jaar | Maand | China | Duitsland | Verenigde Staten | Hongkong | Maleisië |
---|---|---|---|---|---|---|
2012 | januari, 2012 | 28,1 | 10,9 | 6,4 | 2,3 | 5,8 |
2012 | februari, 2012 | 27,1 | 10,0 | 6,6 | 2,7 | 5,2 |
2012 | maart, 2012 | 27,0 | 10,0 | 6,9 | 2,0 | 5,4 |
2012 | april, 2012 | 29,7 | 9,2 | 6,5 | 2,2 | 5,7 |
2012 | mei, 2012 | 30,2 | 9,0 | 6,2 | 2,2 | 5,4 |
2012 | juni, 2012 | 29,2 | 9,7 | 6,0 | 2,1 | 6,0 |
2012 | juli, 2012 | 30,9 | 9,7 | 6,3 | 2,1 | 6,4 |
2012 | augustus, 2012 | 28,3 | 9,6 | 6,2 | 2,3 | 6,8 |
2012 | september, 2012 | 26,8 | 9,8 | 6,3 | 1,8 | 6,5 |
2012 | oktober, 2012 | 30,3 | 9,7 | 6,0 | 2,0 | 5,5 |
2012 | november, 2012 | 29,9 | 9,1 | 6,5 | 1,9 | 4,9 |
2012 | december, 2012 | 29,1 | 8,7 | 6,3 | 2,6 | 5,5 |
2013 | januari, 2013 | 28,8 | 10,6 | 5,5 | 2,3 | 6,6 |
2013 | februari, 2013 | 28,3 | 10,6 | 5,9 | 1,6 | 6,3 |
2013 | maart, 2013 | 27,0 | 10,6 | 6,7 | 2,0 | 6,4 |
2013 | april, 2013 | 29,2 | 10,7 | 6,3 | 2,3 | 6,8 |
2013 | mei, 2013 | 29,8 | 10,4 | 6,1 | 2,1 | 6,9 |
2013 | juni, 2013 | 28,3 | 10,2 | 6,1 | 2,3 | 6,2 |
2013 | juli, 2013 | 28,6 | 10,2 | 5,9 | 2,8 | 6,6 |
2013 | augustus, 2013 | 28,9 | 9,6 | 6,1 | 3,0 | 6,2 |
2013 | september, 2013 | 29,5 | 10,3 | 6,0 | 2,2 | 7,1 |
2013 | oktober, 2013 | 31,7 | 9,6 | 5,1 | 2,3 | 6,5 |
2013 | november, 2013 | 33,1 | 9,6 | 5,9 | 2,5 | 6,2 |
2013 | december, 2013 | 32,4 | 8,4 | 6,2 | 2,7 | 6,5 |
2014 | januari, 2014 | 33,3 | 10,9 | 5,5 | 2,0 | 5,8 |
2014 | februari, 2014 | 30,8 | 11,5 | 5,6 | 2,0 | 5,8 |
2014 | maart, 2014 | 31,9 | 9,9 | 6,1 | 2,4 | 5,5 |
2014 | april, 2014 | 32,5 | 9,8 | 6,3 | 2,1 | 4,8 |
2014 | mei, 2014 | 33,7 | 9,7 | 6,3 | 2,2 | 5,6 |
2014 | juni, 2014 | 31,5 | 9,9 | 6,9 | 2,3 | 6,4 |
2014 | juli, 2014 | 32,4 | 10,2 | 6,8 | 2,1 | 7,4 |
2014 | augustus, 2014 | 30,7 | 9,4 | 7,1 | 2,8 | 7,8 |
2014 | september, 2014 | 29,6 | 10,5 | 7,4 | 2,3 | 8,2 |
2014 | oktober, 2014 | 31,5 | 10,6 | 6,3 | 2,2 | 7,4 |
2014 | november, 2014 | 30,0 | 9,6 | 6,9 | 2,8 | 9,4 |
2014 | december, 2014 | 28,3 | 9,3 | 7,7 | 2,8 | 9,3 |
2015 | januari, 2015 | 28,9 | 11,8 | 6,2 | 2,7 | 7,8 |
2015 | februari, 2015 | 27,1 | 10,9 | 9,6 | 2,8 | 8,0 |
2015 | maart, 2015 | 24,3 | 10,5 | 10,0 | 3,7 | 7,7 |
2015 | april, 2015 | 25,9 | 11,4 | 9,8 | 3,8 | 7,0 |
2015 | mei, 2015 | 27,7 | 10,1 | 8,3 | 4,0 | 7,8 |
2015 | juni, 2015 | 24,5 | 11,5 | 8,7 | 4,3 | 6,7 |
2015 | juli, 2015 | 24,9 | 11,2 | 7,8 | 4,2 | 8,0 |
2015 | augustus, 2015 | 25,7 | 9,7 | 8,9 | 4,2 | 7,5 |
2015 | september, 2015 | 27,0 | 10,2 | 8,2 | 3,8 | 6,4 |
2015 | oktober, 2015 | 27,4 | 10,9 | 7,6 | 4,1 | 7,0 |
2015 | november, 2015 | 27,7 | 9,9 | 7,9 | 4,5 | 6,8 |
2015 | december, 2015 | 25,8 | 9,3 | 7,9 | 4,7 | 9,3 |
2016 | januari, 2016 | 26,2 | 11,8 | 7,9 | 4,2 | 6,8 |
2016 | februari, 2016 | 25,5 | 11,6 | 8,4 | 3,6 | 7,7 |
2016 | maart, 2016 | 23,4 | 10,8 | 8,9 | 4,1 | 7,1 |
2016 | april, 2016 | 23,6 | 11,9 | 9,2 | 4,5 | 6,9 |
2016 | mei, 2016 | 24,8 | 11,0 | 8,4 | 4,0 | 7,5 |
2016 | juni, 2016 | 23,8 | 12,0 | 8,2 | 4,0 | 6,3 |
2016 | juli, 2016 | 24,2 | 10,6 | 8,3 | 4,1 | 8,4 |
2016 | augustus, 2016 | 25,6 | 11,1 | 8,6 | 4,6 | 6,7 |
2016 | september, 2016 | 26,3 | 10,6 | 7,7 | 4,8 | 6,3 |
2016 | oktober, 2016 | 27,4 | 10,9 | 7,3 | 4,9 | 6,6 |
2016 | november, 2016 | 28,2 | 10,5 | 7,6 | 5,0 | 6,6 |
2016 | december, 2016 | 26,9 | 10,3 | 7,6 | 5,3 | 8,5 |
2017 | januari, 2017 | 25,6 | 11,3 | 7,9 | 5,3 | 7,8 |
2017 | februari, 2017 | 25,9 | 11,9 | 8,6 | 4,0 | 7,3 |
2017 | maart, 2017 | 25,0 | 11,6 | 8,4 | 5,3 | 7,1 |
2017 | april, 2017 | 24,8 | 10,8 | 9,0 | 5,6 | 7,1 |
2017 | mei, 2017 | 26,7 | 12,4 | 9,6 | 4,8 | 6,0 |
2017 | juni, 2017 | 25,4 | 13,3 | 8,7 | 5,5 | 6,7 |
2017 | juli, 2017 | 24,3 | 13,1 | 8,2 | 5,9 | 6,3 |
2017 | augustus, 2017 | 25,4 | 13,0 | 9,2 | 6,0 | 5,9 |
2017 | september, 2017 | 25,5 | 12,8 | 8,3 | 6,1 | 6,4 |
2017 | oktober, 2017 | 25,4 | 12,8 | 8,7 | 5,5 | 6,4 |
2017 | november, 2017 | 26,6 | 12,8 | 7,5 | 5,8 | 6,8 |
2017 | december, 2017 | 24,2 | 12,9 | 8,1 | 6,3 | 8,8 |
2018 | januari, 2018 | 26,2 | 13,1 | 7,3 | 5,8 | 6,2 |
2018 | februari, 2018 | 23,9 | 14,3 | 8,8 | 5,2 | 6,7 |
2018 | maart, 2018 | 22,5 | 13,8 | 9,6 | 5,2 | 8,0 |
2018 | april, 2018 | 24,5 | 13,6 | 7,7 | 5,4 | 6,9 |
2018 | mei, 2018 | 26,9 | 13,3 | 8,0 | 5,5 | 6,4 |
2018 | juni, 2018 | 25,2 | 14,2 | 8,4 | 6,2 | 6,8 |
2018 | juli, 2018 | 26,5 | 13,0 | 8,6 | 5,4 | 7,0 |
2018 | augustus, 2018 | 28,3 | 12,0 | 8,3 | 6,0 | 6,7 |
2018 | september, 2018 | 25,9 | 13,4 | 8,2 | 5,3 | 6,0 |
2018 | oktober, 2018 | 27,8 | 13,1 | 7,1 | 6,4 | 6,1 |
2018 | november, 2018 | 27,5 | 12,3 | 7,9 | 6,7 | 6,6 |
2018 | december, 2018 | 26,0 | 12,3 | 8,6 | 7,3 | 6,3 |
2019 | januari, 2019 | 27,5 | 12,4 | 7,6 | 6,1 | 5,1 |
2019 | februari, 2019 | 26,5 | 13,1 | 7,9 | 4,9 | 6,8 |
2019 | maart, 2019 | 23,3 | 12,4 | 7,9 | 6,5 | 7,8 |
2019 | april, 2019 | 26,1 | 13,3 | 8,2 | 5,7 | 5,2 |
2019 | mei, 2019 | 26,7 | 12,5 | 7,6 | 5,9 | 6,2 |
2019 | juni, 2019 | 26,2 | 12,2 | 7,9 | 5,1 | 6,7 |
2019 | juli, 2019 | 26,6 | 12,1 | 7,5 | 5,4 | 7,0 |
2019 | augustus, 2019 | 27,3 | 11,0 | 8,3 | 5,4 | 6,8 |
2019 | september, 2019 | 26,8 | 11,8 | 7,8 | 6,0 | 5,7 |
2019 | oktober, 2019 | 28,8 | 11,0 | 7,4 | 5,3 | 7,0 |
2019 | november, 2019 | 27,6 | 10,5 | 7,0 | 5,9 | 7,4 |
2019 | december, 2019 | 26,4 | 9,7 | 7,8 | 5,8 | 8,9 |
2020 | januari, 2020 | 28,2 | 10,3 | 6,6 | 5,7 | 5,6 |
2020 | februari, 2020 | 22,1 | 10,6 | 8,7 | 3,6 | 7,8 |
2020 | maart, 2020 | 24,3 | 10,6 | 8,6 | 4,1 | 6,8 |
2020 | april, 2020 | 29,1 | 9,8 | 7,9 | 5,8 | 5,4 |
2020 | mei, 2020 | 29,3 | 9,6 | 6,3 | 6,0 | 7,9 |
2020 | juni, 2020 | 28,4 | 9,8 | 8,4 | 5,5 | 7,3 |
2020 | juli, 2020 | 30,2 | 9,7 | 7,4 | 4,1 | 5,9 |
2020 | augustus, 2020 | 29,4 | 9,2 | 8,8 | 3,8 | 6,8 |
2020 | september, 2020 | 29,0 | 10,0 | 7,8 | 3,6 | 5,1 |
2020 | oktober, 2020 | 28,9 | 9,6 | 7,5 | 3,4 | 5,5 |
2020 | november, 2020 | 29,5 | 10,4 | 6,8 | 3,9 | 6,2 |
2020 | december, 2020 | 28,0 | 9,4 | 7,4 | 4,4 | 5,2 |
2021* | januari, 2021* | 29,0 | 10,5 | 7,3 | 4,2 | 4,9 |
2021* | februari, 2021* | 26,7 | 11,8 | 8,2 | 3,5 | 4,5 |
2021* | maart, 2021* | 27,1 | 10,6 | 7,5 | 4,2 | 4,8 |
2021* | april, 2021* | 27,8 | 11,1 | 7,6 | 3,7 | 4,9 |
2021* | mei, 2021* | 28,9 | 11,1 | 7,4 | 4,1 | 4,1 |
2021* | juni, 2021* | 28,1 | 10,7 | 7,0 | 3,6 | 4,6 |
2021* | juli, 2021* | 29,1 | 10,9 | 8,4 | 3,7 | 4,1 |
2021* | augustus, 2021* | 31,0 | 10,7 | 7,9 | 4,3 | 4,2 |
2021* | september, 2021* | 30,1 | 10,7 | 6,4 | 4,4 | 4,2 |
2021* | oktober, 2021* | 29,8 | 10,6 | 6,5 | 4,2 | 4,4 |
2021* | november, 2021* | 30,3 | 10,2 | 6,7 | 5,7 | 3,7 |
2021* | december, 2021* | 29,9 | 10,0 | 6,3 | 5,1 | 5,3 |
2022* | januari, 2022* | 30,7 | 11,2 | 5,7 | 5,5 | 2,3 |
2022* | februari, 2022* | 29,3 | 11,1 | 7,9 | 4,0 | 2,4 |
2022* | maart, 2022* | 31,2 | 9,4 | 6,6 | 4,0 | 2,5 |
2022* | april, 2022* | 27,9 | 9,4 | 6,4 | 5,2 | 3,4 |
1) ICT-goederen betreffen de goederengroepen 75, 76 en 77 van de Standard Industrial Trade Classification (SITC3). | ||||||
*voorlopige cijfers |
Vooral door de opkomst van China als ‘fabriek van de wereld’ importeert Nederland steeds minder ICT-goederen uit Europa. In 1996 was 55 procent van de importwaarde van ICT-goederen afkomstig uit Europa. Begin 2022 was dit teruggelopen naar rond 39 procent. Vanuit Azië kwamen juist steeds meer ICT-goederen naar Nederland: 54 procent aan het begin van 2022, tegen 33 procent in dezelfde periode in 1996.
ICT-goederen vooral naar Duitsland
Het aandeel van Duitsland in de totale ICT-goederenexport van Nederland bedroeg rond de 22 procent begin 2022 (figuur 2.4.6). Dat is rond het gemiddelde in de periode 2012–2021. Alle in 2021 naar Duitsland uitgevoerde ICT-goederen vertegenwoordigden samen een waarde van 17,5 miljard euro. Duitsland is al jarenlang de belangrijkste exportbestemming van ICT-goederen voor Nederland. Dit komt onder andere door de centrale ligging van Duitsland in Europa, de zeer grote omvang van de Duitse economie en het grote aantal buurlanden dat Duitsland heeft. Bovendien fungeert Nederland, en met name de haven in Rotterdam, als overslagpunt van veel goederen die Duitsland als bestemming hebben (CBS, 2020b).
Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk waren begin 2022 elk goed voor rond de 9 procent van de uitvoerwaarde van Nederlandse ICT-goederen. België en Polen gelden als twee andere belangrijke handelspartners van Nederland voor de Nederlandse ICT-goederenexport. Opvallend is dat de export van ICT-goederen naar Polen begin 2022 wat is teruggelopen.
jaar | maand | Duitsland | Frankrijk | Verenigd Koninkrijk | België | Polen |
---|---|---|---|---|---|---|
2012 | januari, 2012 | 21,8 | 9,9 | 10,6 | 6,2 | 3,2 |
2012 | februari, 2012 | 20,7 | 10,1 | 10,9 | 6,7 | 3,0 |
2012 | maart, 2012 | 21,6 | 8,8 | 11,2 | 6,8 | 3,3 |
2012 | april, 2012 | 22,7 | 9,6 | 10,4 | 6,9 | 2,8 |
2012 | mei, 2012 | 23,0 | 8,7 | 10,3 | 6,4 | 3,6 |
2012 | juni, 2012 | 20,8 | 9,4 | 9,7 | 6,7 | 3,0 |
2012 | juli, 2012 | 21,1 | 10,3 | 10,6 | 5,8 | 3,8 |
2012 | augustus, 2012 | 21,0 | 8,6 | 10,8 | 6,2 | 3,5 |
2012 | september, 2012 | 20,9 | 9,1 | 10,2 | 6,1 | 3,9 |
2012 | oktober, 2012 | 19,9 | 10,0 | 10,4 | 5,8 | 3,9 |
2012 | november, 2012 | 20,3 | 9,6 | 9,5 | 5,7 | 4,4 |
2012 | december, 2012 | 19,5 | 10,0 | 10,1 | 6,6 | 4,6 |
2013 | januari, 2013 | 20,4 | 9,4 | 10,8 | 6,9 | 4,1 |
2013 | februari, 2013 | 20,4 | 9,4 | 10,1 | 6,4 | 4,3 |
2013 | maart, 2013 | 20,9 | 8,7 | 11,9 | 6,1 | 4,1 |
2013 | april, 2013 | 20,7 | 9,5 | 10,0 | 6,0 | 3,9 |
2013 | mei, 2013 | 20,4 | 8,7 | 10,3 | 7,0 | 4,6 |
2013 | juni, 2013 | 19,9 | 9,4 | 10,5 | 6,5 | 4,3 |
2013 | juli, 2013 | 21,4 | 10,0 | 11,2 | 5,4 | 4,2 |
2013 | augustus, 2013 | 20,0 | 9,4 | 10,7 | 5,5 | 5,4 |
2013 | september, 2013 | 20,9 | 9,3 | 10,1 | 5,9 | 4,3 |
2013 | oktober, 2013 | 21,3 | 10,6 | 10,7 | 5,8 | 4,0 |
2013 | november, 2013 | 20,2 | 10,2 | 11,2 | 6,0 | 4,4 |
2013 | december, 2013 | 19,0 | 9,6 | 10,3 | 6,6 | 4,5 |
2014 | januari, 2014 | 21,8 | 10,0 | 10,6 | 6,7 | 3,9 |
2014 | februari, 2014 | 20,7 | 8,7 | 10,8 | 6,1 | 4,1 |
2014 | maart, 2014 | 20,6 | 8,6 | 11,6 | 5,9 | 4,4 |
2014 | april, 2014 | 20,5 | 9,4 | 11,5 | 6,5 | 3,7 |
2014 | mei, 2014 | 20,4 | 8,8 | 11,5 | 6,1 | 4,5 |
2014 | juni, 2014 | 19,2 | 8,8 | 11,9 | 6,9 | 4,0 |
2014 | juli, 2014 | 20,8 | 9,2 | 12,0 | 6,3 | 4,0 |
2014 | augustus, 2014 | 21,4 | 8,1 | 11,4 | 5,9 | 4,6 |
2014 | september, 2014 | 20,0 | 8,2 | 10,9 | 6,6 | 4,1 |
2014 | oktober, 2014 | 19,8 | 8,4 | 11,3 | 6,6 | 4,7 |
2014 | november, 2014 | 21,0 | 9,0 | 11,4 | 6,0 | 4,8 |
2014 | december, 2014 | 19,7 | 8,8 | 11,7 | 6,8 | 4,4 |
2015 | januari, 2015 | 20,7 | 9,5 | 12,6 | 7,7 | 4,4 |
2015 | februari, 2015 | 19,1 | 8,9 | 12,5 | 6,7 | 4,3 |
2015 | maart, 2015 | 19,7 | 8,5 | 12,8 | 6,5 | 4,4 |
2015 | april, 2015 | 20,6 | 9,0 | 12,5 | 6,2 | 4,8 |
2015 | mei, 2015 | 19,3 | 8,3 | 12,3 | 6,3 | 5,0 |
2015 | juni, 2015 | 19,5 | 8,6 | 12,8 | 7,2 | 4,2 |
2015 | juli, 2015 | 20,8 | 8,1 | 13,6 | 6,0 | 4,8 |
2015 | augustus, 2015 | 21,0 | 8,0 | 13,2 | 6,2 | 4,6 |
2015 | september, 2015 | 20,7 | 8,5 | 12,7 | 5,7 | 4,5 |
2015 | oktober, 2015 | 21,7 | 8,7 | 11,0 | 6,7 | 4,6 |
2015 | november, 2015 | 21,6 | 9,8 | 10,9 | 6,3 | 4,4 |
2015 | december, 2015 | 19,8 | 9,3 | 13,0 | 7,4 | 4,5 |
2016 | januari, 2016 | 22,3 | 9,7 | 11,9 | 8,0 | 4,1 |
2016 | februari, 2016 | 20,5 | 8,9 | 11,0 | 6,7 | 4,6 |
2016 | maart, 2016 | 19,9 | 8,8 | 12,0 | 6,6 | 4,7 |
2016 | april, 2016 | 22,2 | 8,6 | 11,0 | 6,4 | 4,0 |
2016 | mei, 2016 | 21,5 | 8,9 | 11,0 | 6,7 | 3,8 |
2016 | juni, 2016 | 19,9 | 9,2 | 11,8 | 6,8 | 4,4 |
2016 | juli, 2016 | 20,3 | 8,7 | 12,3 | 6,0 | 4,9 |
2016 | augustus, 2016 | 22,2 | 8,2 | 12,6 | 6,4 | 4,2 |
2016 | september, 2016 | 21,5 | 9,1 | 10,2 | 6,0 | 4,2 |
2016 | oktober, 2016 | 21,6 | 9,3 | 10,4 | 6,0 | 4,6 |
2016 | november, 2016 | 21,2 | 9,1 | 10,4 | 6,2 | 4,4 |
2016 | december, 2016 | 20,7 | 9,1 | 10,2 | 6,7 | 4,6 |
2017 | januari, 2017 | 22,2 | 9,1 | 10,9 | 7,0 | 4,2 |
2017 | februari, 2017 | 21,4 | 8,7 | 11,1 | 7,0 | 4,6 |
2017 | maart, 2017 | 20,6 | 8,9 | 10,9 | 6,1 | 4,6 |
2017 | april, 2017 | 21,2 | 9,1 | 10,6 | 6,6 | 3,6 |
2017 | mei, 2017 | 21,3 | 8,3 | 10,7 | 6,9 | 4,3 |
2017 | juni, 2017 | 20,3 | 9,2 | 10,9 | 6,5 | 4,1 |
2017 | juli, 2017 | 20,8 | 8,6 | 11,4 | 6,4 | 4,2 |
2017 | augustus, 2017 | 21,2 | 8,9 | 11,0 | 6,6 | 3,9 |
2017 | september, 2017 | 21,7 | 9,2 | 10,3 | 6,2 | 4,6 |
2017 | oktober, 2017 | 20,6 | 9,3 | 11,0 | 6,2 | 3,7 |
2017 | november, 2017 | 20,1 | 9,6 | 10,3 | 5,7 | 4,6 |
2017 | december, 2017 | 20,8 | 9,3 | 10,2 | 6,2 | 4,9 |
2018 | januari, 2018 | 20,9 | 9,1 | 10,9 | 6,4 | 3,8 |
2018 | februari, 2018 | 19,8 | 8,3 | 11,2 | 6,6 | 4,6 |
2018 | maart, 2018 | 19,5 | 8,3 | 11,3 | 5,8 | 4,6 |
2018 | april, 2018 | 19,9 | 8,7 | 11,5 | 6,9 | 3,7 |
2018 | mei, 2018 | 19,6 | 7,8 | 10,9 | 6,7 | 4,8 |
2018 | juni, 2018 | 20,4 | 8,7 | 10,1 | 6,7 | 4,5 |
2018 | juli, 2018 | 20,9 | 7,5 | 10,9 | 6,2 | 4,6 |
2018 | augustus, 2018 | 20,7 | 7,6 | 11,0 | 5,7 | 5,2 |
2018 | september, 2018 | 20,7 | 7,8 | 10,4 | 6,2 | 4,4 |
2018 | oktober, 2018 | 21,4 | 8,6 | 10,7 | 6,8 | 3,9 |
2018 | november, 2018 | 20,9 | 8,8 | 10,2 | 5,9 | 5,1 |
2018 | december, 2018 | 20,3 | 8,3 | 10,6 | 6,4 | 5,4 |
2019 | januari, 2019 | 22,6 | 9,0 | 10,8 | 6,8 | 3,0 |
2019 | februari, 2019 | 20,6 | 8,5 | 11,3 | 6,1 | 4,6 |
2019 | maart, 2019 | 19,3 | 8,1 | 11,6 | 7,1 | 4,6 |
2019 | april, 2019 | 20,6 | 8,4 | 10,3 | 6,7 | 3,8 |
2019 | mei, 2019 | 19,9 | 7,7 | 9,2 | 6,8 | 4,6 |
2019 | juni, 2019 | 19,8 | 8,1 | 9,8 | 6,7 | 4,6 |
2019 | juli, 2019 | 20,5 | 8,1 | 10,2 | 6,0 | 4,4 |
2019 | augustus, 2019 | 19,9 | 8,0 | 10,0 | 6,1 | 4,8 |
2019 | september, 2019 | 20,7 | 8,3 | 9,2 | 6,2 | 4,6 |
2019 | oktober, 2019 | 19,9 | 7,9 | 10,0 | 6,6 | 4,7 |
2019 | november, 2019 | 21,1 | 8,4 | 8,9 | 6,6 | 5,6 |
2019 | december, 2019 | 20,0 | 8,8 | 8,7 | 6,6 | 5,9 |
2020* | januari, 2020* | 20,4 | 8,4 | 8,7 | 7,6 | 4,5 |
2020* | februari, 2020* | 19,7 | 7,5 | 8,8 | 6,7 | 5,7 |
2020* | maart, 2020* | 19,7 | 7,2 | 9,3 | 6,0 | 5,3 |
2020* | april, 2020* | 21,8 | 6,8 | 8,8 | 6,3 | 4,2 |
2020* | mei, 2020* | 20,6 | 7,5 | 7,4 | 6,6 | 6,5 |
2020* | juni, 2020* | 19,6 | 9,0 | 8,3 | 7,0 | 6,6 |
2020* | juli, 2020* | 20,8 | 8,8 | 9,3 | 7,1 | 5,8 |
2020* | augustus, 2020* | 20,8 | 8,5 | 10,1 | 7,1 | 6,5 |
2020* | september, 2020* | 20,3 | 8,3 | 10,1 | 6,6 | 4,6 |
2020* | oktober, 2020* | 20,3 | 8,1 | 9,9 | 6,8 | 5,2 |
2020* | november, 2020* | 21,5 | 8,3 | 9,5 | 7,0 | 5,7 |
2020* | december, 2020* | 21,2 | 8,7 | 8,0 | 7,0 | 5,2 |
2021* | januari, 2021* | 22,4 | 9,0 | 7,3 | 7,7 | 5,0 |
2021* | februari, 2021* | 21,0 | 8,8 | 8,2 | 6,7 | 5,1 |
2021* | maart, 2021* | 19,9 | 8,3 | 8,9 | 6,5 | 4,8 |
2021* | april, 2021* | 21,0 | 8,5 | 7,8 | 6,5 | 4,2 |
2021* | mei, 2021* | 21,0 | 8,2 | 7,5 | 6,5 | 6,0 |
2021* | juni, 2021* | 20,7 | 8,8 | 7,9 | 6,2 | 5,9 |
2021* | juli, 2021* | 22,1 | 8,3 | 7,9 | 6,3 | 5,2 |
2021* | augustus, 2021* | 21,2 | 8,1 | 8,2 | 6,2 | 6,3 |
2021* | september, 2021* | 20,0 | 8,5 | 7,6 | 6,0 | 6,5 |
2021* | oktober, 2021* | 22,6 | 9,2 | 7,1 | 6,5 | 5,7 |
2021* | november, 2021* | 20,6 | 8,9 | 7,3 | 6,6 | 6,8 |
2021* | december, 2021* | 20,6 | 8,3 | 6,6 | 6,8 | 7,3 |
2022* | januari, 2022* | 22,9 | 9,2 | 7,6 | 7,2 | 3,4 |
2022* | februari, 2022* | 22,0 | 9,1 | 9,0 | 7,2 | 3,6 |
2022* | maart, 2022* | 21,4 | 8,7 | 9,7 | 7,3 | 3,3 |
2022* | april, 2022* | 22,8 | 7,7 | 8,0 | 6,7 | 3,1 |
1) ICT-goederen betreffen de goederengroepen 75, 76 en 77 van de Standard Industrial Trade Classification (SITC3). | ||||||
*voorlopige cijfers |
Terwijl Azië bij de import van ICT-goederen door Nederland een grote rol speelt, is dat bij de export veel minder het geval. Begin 2022 had de ICT-goederenuitvoer naar Azië een aandeel van 10 procent in de totale exportwaarde van ICT-goederen, terwijl Europese bestemmingen een aandeel van meer dan 80 procent hadden.
2.5Literatuur
Literatuur
CBS (2020a). Internationaliseringsmonitor China 2020-II. Centraal Bureau voor de Statistiek, Heerlen, Den Haag, Bonaire.
CBS (2020b). Internationaliseringsmonitor Duitsland 2020-I. Centraal Bureau voor de Statistiek, Heerlen, Den Haag, Bonaire.
Noten
Een oprichting is het ontstaan van een nieuw bedrijf. Dit betekent dat voldaan moet zijn aan economische criteria voor een bedrijf: er moet informatie beschikbaar zijn over werkgelegenheid of omzet van het bedrijf. Verder is het van belang dat het bedrijf daadwerkelijk nieuw is. De voortzetting van een of meerdere bestaande bedrijven is dan ook geen oprichting.
Een opheffing is de beëindiging van een bestaand bedrijf. Dit betekent dat er geen sprake is van voortzetting van een belangrijk deel van de activiteiten door een ander bedrijf. Er is pas sprake van een opheffing als het bedrijf (met bijbehorende werkgelegenheid) niet meer tot de populatie behoort. Het bekendste voorbeeld hiervan is het faillissement.
Bruto toegevoegde waarde is het verschil tussen de productie en het intermediair verbruik. Met productie worden in grote lijnen de inkomsten (omzet) van bedrijven en overheden bedoeld; met intermediair verbruik worden de uitgaven van bedrijven en overheden aangeduid, exclusief bijvoorbeeld loonkosten, afschrijvingen en investeringen.
Totale economie: bedrijven en overheid.
Een arbeidsjaar is een fulltime-equivalent (fte).
Dit cijfer is gebaseerd op een andere definitie van ICT-specialist dan in de figuren 2.2.1 en 2.2.4 en tabel 2.2.2. Deze wijkt af van de nationale definitie waardoor de uitkomst anders is.