Verwachte financieringsbehoefte
Het aandeel mkb-bedrijven in de business economy dat een externe financieringsbehoefte verwacht te hebben in het komende jaar is vergelijkbaar met de vorige meting. In de grootteklassen klein- en middenbedrijf is wel een duidelijke toename te zien ten aanzien van vorig jaar. Voor de groep met een verwachte financieringsbehoefte geldt dat zij vaker verwachten in het komende jaar onvoldoende liquide middelen te hebben om aan de korte termijn betalingsverplichtingen te voldoen, vergeleken met de groep zonder verwachte financieringsbehoefte.
In dit hoofdstuk worden de resultaten van de laatste stap, de financiering in de toekomst, in de zoektocht naar financiering door het bedrijfsleven verder uiteengezet. De volgende figuur geeft de positie van dit hoofdstuk in het gehele proces weer.
8.1Verwachte financieringsbehoefte van het mkb gelijk gebleven
In totaal verwacht 12 procent van het mkb in de business economy een financieringsbehoefte te zullen hebben in de periode van 1 juli 2022 tot 1 juli 2023. Dit is vergelijkbaar met de vorige meting: toen was dit 13 procent. Opvallend is de flinke toename bij het kleinbedrijf (van 15 naar 21 procent) en het middenbedrijf (van 13 naar 23 procent). Deze verschillen zijn statistisch significant. Bij het microbedrijf en het grootbedrijf is een lichte afname te zien. Deze verschillen zijn niet statistisch significant.
Land | 2022 | 2022, marge (low) | 2022, marge (high) | 2021 | 2021, marge (low) | 2021, marge (high) | 2020 | 2020, marge (low) | 2020, marge (high) | 2019 | 2019, marge (low) | 2019, marge (high) | 2018 | 2018, marge (low) | 2018, marge (high) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mkb | 11,8 | 10,1–135 | 10,1–135 | 12,5 | 10,3–147 | 10,3–147 | 14,0 | 12,1–159 | 12,1–159 | 14,7 | 12,5–168 | 12,5–168 | 14,0 | 11,9–161 | 11,9–161 |
Bedrijfsgrootte | . | . | . | . | . | . | . | . | . | . | . | . | . | . | . |
Micro | 9,8 | 7,8–118 | 7,8–118 | 12,0 | 9,4–147 | 9,4–147 | 12,4 | 10,1–146 | 10,1–146 | 12,5 | 9,9–151 | 9,9–151 | 13,0 | 10,4–156 | 10,4–156 |
Klein | 20,9 | 17,8–240 | 17,8–240 | 15,1 | 12,7–175 | 12,7–175 | 20,9 | 18,3–235 | 18,3–235 | 21,9 | 19,0–249 | 19,0–249 | 16,7 | 14,2–193 | 14,2–193 |
Midden | 22,5 | 19,7–263 | 19,7–263 | 13,4 | 10,7–162 | 10,7–162 | 26,2 | 22,3–301 | 22,3–301 | 26,8 | 22,9–307 | 22,9–307 | 21,4 | 17,9–249 | 17,9–249 |
Groot | 16,9 | 11,8–219 | 11,8–219 | 19,3 | 14,0–247 | 14,0–247 | 16,3 | 11,4–212 | 11,4–212 | 21,6 | 16,4–267 | 16,4–267 | 21,8 | 15,9–278 | 15,9–278 |
1)Het gaat hier om 95%-betrouwbaarheidsinterval marges, zie de onderzoeksverantwoording voor meer toelichting op de weergegeven marges. |
Net als vorig jaar verwachten bedrijven in de sectoren landbouw en nijverheid het vaakst een financieringsbehoefte te hebben in het komende jaar. In de sectoren bouw, zakelijke dienstverlening en onroerend goed speelt dit het minst. Jongere bedrijven verwachten vaker een toekomstige financieringsbehoefte te hebben (een op de zes) dan oudere bedrijven (een op de tien).
Er is ook een samenhang tussen het al dan niet ervaren van hoge kosten als belemmering en de financieringsbehoefte. Van de bedrijven in het mkb die de gestegen kosten als een belemmering ervaren, geeft 12 procent aan een toekomstige financieringsbehoefte te verwachten. Voor bedrijven die hoge kosten niet als belemmerend ervaren is dit 3 procent. Deze verschillen zijn statistisch significant.
selectie | toekomstige financieringsbehoefte |
---|---|
mkb | 11,8 |
bedrijven die hoge kosten als belemmerend zien | 12,5 |
bedrijven die hoge kosten niet als belemmerend zien | 2,6 |
1)Bedrijven die 'neutraal' hebben ingevuld bij hoge kosten als belemmering, worden hier niet specifiek getoond. |
8.2Bedrijven met toekomstige financieringsbehoefte verwachten vaker onvoldoende liquiditeit
Voor de bedrijven die een financieringsbehoefte hadden in de periode juli 2021 tot juli 2022 geldt dat bijna de helft verwacht deze behoefte volgend jaar weer te hebben. Bij bedrijven zonder behoefte is dit 5 procent. Blijkbaar is er een groep bedrijven die herhaaldelijk behoefte heeft aan externe financiering. Dit is vergelijkbaar met eerdere jaren. Het aandeel bedrijven dat een financieringsbehoefte verwacht in het komende jaar (12 procent) is lager dan het aandeel bedrijven dat behoefte had aan nieuwe externe financiering in de periode 1 juli 2021 tot 1 juli 2022 (16 procent, zie hoofdstuk 4).
Een verwachte financieringsbehoefte komt niet per se voort uit positievere verwachtingen over de financiële ontwikkeling van het eigen bedrijf in het komende jaar. Van het mkb mét een verwachte behoefte denkt 58 procent winst te zullen maken in het komende jaar. Dit percentage wijzigt daarmee nauwelijks ten opzichte van vorig jaar. Voor bedrijven zonder verwachte financieringsbehoefte voor volgend jaar is dit percentage vergelijkbaar. Wel verwacht een groter aandeel van de bedrijven met verwachte financieringsbehoefte een negatief resultaat in het komende jaar (14 procent) vergeleken met bedrijven die deze behoefte voor komend jaar niet hebben (4 procent).
Met betrekking tot de verwachte liquiditeit zijn er verschillen tussen beide groepen waarneembaar. Voor de groep zónder verwachte financieringsbehoefte geldt dat 9 op de 10 bedrijven verwacht in het komende jaar genoeg liquide middelen te hebben om aan korte termijn betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Bij bedrijven mét verwachte behoefte is dat bij driekwart het geval. Het lijkt er dus op dat bij het mkb dat in het komende jaar een financieringsbehoefte verwacht, dit vaker zal zijn vanuit noodzaak omdat ze onvoldoende liquide middelen hebben om aan hun verplichtingen te kunnen voldoen. De verhoudingen zijn gelijk aan eerdere jaren.
ja | nee | weet niet | |
---|---|---|---|
Wel verwachte financieringsbehoefte | 74 | 8 | 18 |
Geen verwachte financieringsbehoefte | 89 | 1 | 10 |
Meer informatie op het dashboard
Op het dashboard wordt het aandeel bedrijven met verwachte toekomstige externe financieringsbehoefte ook uitgesplitst naar bedrijfstak en leeftijd. In deze grafieken is het ook mogelijk om betrouwbaarheidsmarges weer te geven.
Daarnaast worden op het dashboard ook grafieken weergegeven met het door bedrijven verwachte bedrijfsresultaat en de verwachte solvabiliteit. Ten slotte is het ook mogelijk om op het dashboard gegevens van eerdere jaren te bekijken.