Ontwikkelingen op de markt voor bedrijfsfinanciering
Nadat in 2020 de economie forse klappen kreeg vanwege het coronavirus, was er in 2021 weer sprake van herstel. Het bbp groeide, consumenten- en overheidsuitgaven namen toe na een periode van krimp en mede door omvangrijke steunpakketten van de overheid bleven grootschalige liquiditeitstekorten en faillissementen bij bedrijven uit. Problemen in de reële economie bleven hierdoor beperkt en sloegen niet over naar het financiële systeem. Maar de oorlog in Oekraïne, de krapte op de arbeidsmarkt, grondstofschaarste en de alsmaar oplopende prijzen zorgden in 2022 voor een dalend consumenten- en producentenvertrouwen, waardoor een nieuwe crisis dreigt.
Dit hoofdstuk is bedoeld om de uitkomsten van de Financieringsmonitor in een breder perspectief te plaatsen. Het beschrijft eerst de ontwikkelingen in de economie en daarna de ontwikkelingen op de bancaire en non-bancaire markten voor financiering in 2021 en het eerste kwartaal van 2022. Daar wordt enige duiding aan gegeven met behulp van een niet-uitputtende selectie van recent onderzoek.
2.1De Nederlandse economie herstelt na jaar van krimp, maar onrust blijft
In navolging van 2020 kwamen in 2021 wederom bedrijfstakken zoals de horeca, cultuur en recreatie soms vrijwel stil te liggen door contactbeperkende maatregelen. Dit keer wel korter van duur, waardoor de economische impact een stuk minder groot was dan in 2020. De eerste helft van 2021 begon dan wel met de strengste maatregelen tot dan toe om de coronacrisis te beteugelen maar eindigde met een steeds verder herstellende economie en er was zelfs weer sprake van groei van het bbp. Echter zorgt in 2022 de aanhoudende onzekerheid op veel andere terreinen voor zowel een laag producenten- als consumentenvertrouwen en ligt een nieuwe crisis op de loer.
Na een ongekende daling van het bbp zijn er nu weer vier kwartalen op rij van groei
De gevolgen van de coronapandemie hebben tot een crisis geleid die zorgde voor één van de grootste dalingen van het Nederlandse bbp sinds de Tweede Wereldoorlog. Maar waar 2020 nog meerdere kwartalen lang forse dalingen liet zien in het bbp ten opzichte van een jaar eerder, is er in 2021 en het eerste kwartaal van 2022 geen sprake meer van krimp (CBS, 2022a). De groei is met name te danken aan het grotere handelssaldo en de hogere consumptie door huishoudens en de overheid. Ook is er meer geïnvesteerd dan in 2020 (CBS, 2022b). De forse groei bij consumentenuitgaven komt onder meer doordat de consumptie in 2020 op een laag niveau lag: er was meermaals sprake van een lockdown. Consumenten gaven afgelopen maanden vooral meer uit aan horeca, cultuur en recreatie, kleding en woninginrichting. Ook de overheidsconsumptie was hoger dan een jaar eerder, door onder meer extra zorguitgaven aan bijvoorbeeld boostervaccinaties (CBS, 2022b). Daarnaast heeft de Nederlandse overheid ook in 2021 met financiële steunpakketten geprobeerd de economie te ondersteunen. De overheid gaf in de eerste drie kwartalen ruim 20 miljard euro uit aan corona gerelateerde maatregelen (onder andere NOW, TOZO en TVL). Dat is bijna 4 miljard euro meer dan in dezelfde periode van 2020. In dat jaar kwam het bedrag aan steun uit op bijna 27 miljard euro (CBS, 2022c). Daarnaast is er ook nog sprake van uitgestelde belastingen en is het aantal faillissementen laag vergeleken met de periode voor de coronacrisis (CBS, 2022d).
Stijgende prijzen en schaarste van grondstoffen leidt tot hoge inflatiecijfers
Als gevolg van onder meer stijgende prijzen voor grondstoffen en voedsel, leveringsproblemen en de opstart van de economie na de coronacrisis zijn de prijzen van consumentengoederen- en diensten fors gestegen in de afgelopen maanden (CPB, 2022a). De inflatie is in april 2022 opgelopen tot 9,6 procent (CBS, 2022e) en ook de kerninflatie betreft 3,9 procent in Nederland. Dit illustreert dat de stijging van de energie- en voedselprijzen de voornaamste component is van de hoge inflatie, maar dat deze ook door begint te sijpelen in andere consumentenprijzen. De stijging van de energieprijzen is het resultaat van een toegenomen vraag naar olie en gas in combinatie met achterblijvend aanbod daarvan (CPB, 2022a). De aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt, stijgende gas-, huizen- en goederenprijzen, renteontwikkelingen en de oorlog in Oekraïne zorgen ervoor dat het vertrouwen bij zowel consumenten als producenten hard daalt.
Consumenten en producenten maken zich zorgen
Het consumptieniveau van huishoudens neemt dan wel toe, maar het consumentenvertrouwen daalde in juli 2022 verder naar –51.noot1 Consumenten waren zowel somber over de afgelopen als de komende twaalf maanden; hierin speelt de oorlog in Oekraïne een grote rol. Het negatieve consumentenvertrouwen uit zich onder andere in dalende cijfers over het economisch klimaat (–71) en de koopbereidheid (–38). Consumenten maken zich zorgen over de alsmaar stijgende prijzen: men vindt het een ongunstig moment om grote aankopen te doen (–56). Nog nooit oordeelden zoveel mensen hier negatief over (CBS, 2022f).
Eind 2021 bereikte het producentenvertrouwen nog een nieuw hoogtepunt (12,7), inmiddels daalt het gestaag (mei 2022; 9,9). Het cijfer blijft echter wel positief en wisselt bovendien sterk per bedrijfstak (CBS, 2022g). Door de aanhoudende problemen bij internationale aanvoerlijnen door de coronacrisis en de daardoor beperkter beschikbare voorraden zien we dat het vertrouwen voornamelijk bij bedrijven in de industriesector daalt. Sinds de start van de oorlog in Oekraïne daalt ook het vertrouwen bij bedrijven in de aardolie en chemiesector sterk (CBS, 2022h). Uit de conjunctuur enquête (COEN) blijkt dat bedrijven zich voornamelijk zorgen maken over de voorraden: ruim een derde van de ondernemers gaf bij het begin van het tweede kwartaal aan belemmerd te worden door een tekort aan productiemiddelen, materiaal en ruimte. Dat aandeel is niet eerder zo hoog geweest (CBS, 2022i).
De komende maanden zal duidelijk worden in welke mate bedrijven last gaan krijgen van de krapte op de arbeidsmarkt. Eind juni 2022 stonden er 467 duizend vacatures open, 16 duizend meer dan aan het einde van het eerste kwartaal. Daarmee bereikte het aantal openstaande vacatures opnieuw een recordstand. Het is het achtste kwartaal op rij dat het aantal vacatures toeneemt. In twee jaar tijd is het aantal openstaande vacatures meer dan verdubbeld (CBS, 2022j). Net als in voorgaande kwartalen stonden de meeste vacatures open in de handel (90 duizend), de zakelijke dienstverlening (74 duizend) en de zorg (61 duizend). Gezamenlijk zijn deze drie bedrijfstakken goed voor de helft van alle openstaande vacatures. Echter speelt het personeelstekort inmiddels bij alle sectoren: aan het einde van het eerste kwartaal stonden bij alle bedrijfstakken meer vacatures open dan in het kwartaal ervoor (CBS, 2022k).
2.2Kredietverlening neemt weer toe en ECB grijpt in om inflatie te remmen
Tijdens de coronacrisis was er in 2020 een terugloop te zien van nieuwe kredietverlening door banken aan het bedrijfsleven. Deels ontstond dit door verminderde investeringsbereidheid van bedrijven zelf, maar anderzijds gaf een meerderheid van de banken aan zelf ook voor het eerst, na een periode van versoepelingen, de acceptatiecriteria weer te hebben aangescherpt (CBS, 2022l).
jaar | kwartaal | <= 0,25 mln euro | > 0,25 mln en <= 1 mln euro | > 1 mln euro |
---|---|---|---|---|
'10 | II, '10 | 0,5 | 0,8 | 30,2 |
'10 | III, '10 | 1,4 | 2,5 | 28,8 |
'10 | IV, '10 | 1,9 | 3,1 | 32,6 |
'11 | I, '11 | 2 | 3,4 | 27,8 |
'11 | II, '11 | 1,8 | 3 | 30,6 |
'11 | III, '11 | 1,4 | 3 | 33,1 |
'11 | IV, '11 | 1,7 | 3,2 | 30,1 |
'12 | I, '12 | 1,7 | 3,5 | 28,1 |
'12 | II, '12 | 1,7 | 3,1 | 28,8 |
'12 | III, '12 | 1,4 | 2,9 | 26,1 |
'12 | IV, '12 | 1,5 | 3 | 29,9 |
'13 | I, '13 | 1,6 | 3,1 | 28,9 |
'13 | II, '13 | 1,8 | 3,2 | 27,4 |
'13 | III, '13 | 1,5 | 2,8 | 25,8 |
'13 | IV, '13 | 1,7 | 3,1 | 28,9 |
'14 | I, '14 | 1,7 | 2,9 | 25,2 |
'14 | II, '14 | 1,6 | 2,9 | 25 |
'14 | III, '14 | 1,5 | 2,7 | 24,3 |
'14 | IV, '14 | 1,7 | 3 | 26,9 |
'15 | I, '15 | 1,8 | 3,2 | 30,7 |
'15 | II, '15 | 1,7 | 3 | 35,1 |
'15 | III, '15 | 1,4 | 2,7 | 32,5 |
'15 | IV, '15 | 1,6 | 2,9 | 30,2 |
'16 | I, '16 | 1,7 | 2,5 | 25,1 |
'16 | II, '16 | 1,5 | 2,2 | 27,3 |
'16 | III, '16 | 1,3 | 2,2 | 24,6 |
'16 | IV, '16 | 1,8 | 2,7 | 29,7 |
'17 | I, '17 | 2,2 | 3,4 | 26,9 |
'17 | II, '17 | 2,2 | 3,3 | 27,8 |
'17 | III, '17 | 1,9 | 2,8 | 26,1 |
'17 | IV, '17 | 2 | 3,1 | 28,2 |
'18 | I, '18 | 1,7 | 2,6 | 27,7 |
'18 | II, '18 | 2 | 2,9 | 28,8 |
'18 | III, '18 | 1,7 | 2,6 | 26,8 |
'18 | IV, '18 | 1,8 | 2,8 | 29 |
'19 | I, '19 | 1,6 | 2,8 | 25,1 |
'19 | II, '19 | 1,6 | 2,6 | 27 |
'19 | III, '19 | 1,5 | 2,8 | 25,3 |
'19 | IV, '19 | 1,6 | 2,6 | 28,5 |
'20 | I, '20 | 1,8 | 3 | 30,7 |
'20 | II, '20 | 2 | 3 | 25,1 |
'20 | III, '20 | 1,6 | 2,5 | 24 |
'20 | IV, '20 | 1,6 | 2,7 | 21,5 |
'21 | I, '21 | 1,6 | 2,7 | 32,9 |
'21 | II, '21 | 1,6 | 2,7 | 26,2 |
'21 | III, '21 | 1,2 | 2,3 | 26,2 |
'21 | IV, '21 | 1,2 | 2,5 | 44,3 |
Bron: CBS, DNB (2022), Deposito's en leningen van MFI's aan niet-fnanciële bedrijven, volumes, gecorrigeerd voor breuken. | ||||
1)Gegevens over nieuwe contracten vóór het tweede kwartaal van 2010 zijn niet beschikbaar. |
Figuur 2.2.1noot2 laat zien dat het aantal nieuw verstrekte leningen aan bedrijven weer fors (21 procent) toenam in 2021, echter geheel veroorzaakt door leningen groter dan 1 miljoen euro. De grote stijging eind 2021 wordt grotendeels veroorzaakt door uitgifte van TLTRO’s door de ECB: een liquiditeit verschaffend instrument dat speciaal gericht is op het op peil houden of vergroten van de kredietverlening aan bedrijven en consumenten) (ECB, 2022b). Het volume aan nieuwe kredietverlening onder de 1 miljoen euro is 14 procentnoot3 gekrompen ten aanzien van een jaar eerder (DNB 2022e). Ook laat figuur 2.2.2 zien dat het volume aan leningen in de hoogste bedragsklasse blijft stijgen, terwijl het volume aan uitstaande leningen tot 1 miljoen krimpt. De grootste daling in de uitstaande portefeuille vindt plaats bij (alle bedragklasses van) de rekening-courantkredieten: in 2021 ligt dit aantal eveneens 14 procent lager dan in 2020. Als we kijken naar de bedrijfstakken valt het op dat de uitstaande leningen voor bedrijven die zich bezig houden met de exploitatie van en handel in onroerend goed met 30 procent is afgenomen ten opzichte van een jaar eerder. Daarmee is deze bedrijfstak niet langer de sector met de meeste uitstaande leningen: dit verschuift naar de groothandel, detailhandel en autohandel (19 procent van het totaal).
Wet Homologatie Onderhands Akkoord ingegaan per 1 januari 2021
Op 1 januari 2021 is de wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) ingegaan. Deze wet schrijft voor dat een akkoord over het terugbrengen van de schulden niet meer kan worden gedwarsboomd door een individuele schuldeiser of aandeelhouder. Bedrijven die vanwege een te zware schuldenlast failliet dreigen te gaan, maar nog wel beschikken over bedrijfsactiviteiten die levensvatbaar zijn, kunnen dankzij deze wet makkelijker doorgaan met deze activiteiten en zodoende een faillissement voorkomen (Rijksoverheid, 2022b). Wat het effect van deze wet in de praktijk gaat zijn moet nog blijken.
jaar | kwartaal | <= 0,25 mln euro | > 0,25 mln en <= 1 mln euro | > 1 mln euro |
---|---|---|---|---|
III, | 15,5 | 35,7 | 93,5 | |
IV, | 15,2 | 35,5 | 92,7 | |
'14 | I, '14 | 15,1 | 34,9 | 91,5 |
'14 | II, '14 | 15 | 34,6 | 90,8 |
'14 | III, '14 | 14,7 | 34,1 | 88,9 |
'14 | IV, '14 | 14,8 | 33,5 | 86,7 |
'15 | I, '15 | 15 | 33,3 | 87,7 |
'15 | II, '15 | 15,1 | 33,2 | 87,1 |
'15 | III, '15 | 14,8 | 33 | 85,3 |
'15 | IV, '15 | 14,4 | 32,6 | 83,4 |
'16 | I, '16 | 14,3 | 32,3 | 80,9 |
'16 | II, '16 | 14,1 | 32,1 | 80,1 |
'16 | III, '16 | 13,9 | 31,9 | 79,9 |
'16 | IV, '16 | 13,2 | 30,9 | 79,9 |
'17 | I, '17 | 13,2 | 30,9 | 79,2 |
'17 | II, '17 | 13,8 | 30,6 | 81,4 |
'17 | III, '17 | 13,4 | 30,4 | 82,2 |
'17 | IV, '17 | 13,1 | 30,1 | 83,3 |
'18 | I, '18 | 13,1 | 30 | 84,3 |
'18 | II, '18 | 13,2 | 30,2 | 84,3 |
'18 | III, '18 | 13,2 | 30,1 | 84,1 |
'18 | IV, '18 | 12,9 | 29,8 | 84,4 |
'19 | I, '19 | 13 | 29,9 | 85 |
'19 | II, '19 | 12,9 | 29,6 | 84,6 |
'19 | III, '19 | 12,5 | 29,7 | 83,7 |
'19 | IV, '19 | 12,3 | 29,2 | 83,1 |
'20 | I, '20 | 12,3 | 29,1 | 83,3 |
'20 | II, '20 | 12 | 28,7 | 82,6 |
'20 | III, '20 | 12 | 28,5 | 82,1 |
'20 | IV, '20 | 11,7 | 28 | 81,3 |
'21 | I, '21 | 11,3 | 27,7 | 84,7 |
'21 | II, '21 | 11,1 | 27,3 | 84,3 |
'21 | III, '21 | 10,8 | 26,9 | 84,9 |
'21 | IV, '21 | 10,5 | 26,3 | 85,6 |
22 | I, 22 | 10,3 | 26 | 87,7 |
Bron: CBS, DNB (2022), Kredietverlening Nederlandse grootbanken aan Nederlands midden- en kleinbedrijf. | ||||
1)De bedragen hebben alleen betrekking op de kredietverlening aan het mkb door de drie Nederlandse grootbanken. |
Europese Centrale Bank grijpt in door verhoging van de rente en breidt instrumenten uit
Om de oplopende inflatie in de eurozone te remmen, heeft de ECB besloten de monetaire steunpakketten (het volume van aankopen onder het Asset Purchase Programme (APP) af te bouwen. Ook maakte zij daarnaast in juli bekend de beleidsrentes te verhogen met 0,5 procentpunt, de eerste verhoging sinds 2011. De rentestijging maakt een einde aan een acht jaar durende periode van negatieve rente, en heeft als doel om voor heel Europa de alsmaar stijgende inflatie te beteugelen (ECB, 2022a). De renteverhoging is nog niet zichtbaar in figuur 2.2.3 omdat deze tot en met 2021 loopt. De figuur laat zien dat het rentepercentage voor nieuwe bankleningen sinds 2011 gestaag afnam.
jaar | kwartaal | <= 0,25 mln euro | > 0,25 mln en <= 1 mln euro | > 1 mln euro |
---|---|---|---|---|
'10 | II, '10 | 4,13 | 3,5 | 1,94 |
'10 | III, '10 | 4,12 | 3,48 | 2,09 |
'10 | IV, '10 | 4,23 | 3,66 | 2,46 |
'11 | I, '11 | 4,4 | 3,79 | 2,43 |
'11 | II, '11 | 4,71 | 4,12 | 2,77 |
'11 | III, '11 | 4,51 | 3,92 | 2,71 |
'11 | IV, '11 | 4,45 | 3,79 | 2,73 |
'12 | I, '12 | 4,36 | 3,59 | 2,5 |
'12 | II, '12 | 4,26 | 3,53 | 2,14 |
'12 | III, '12 | 4,05 | 3,28 | 1,86 |
'12 | IV, '12 | 3,83 | 3,15 | 2,08 |
'13 | I, '13 | 3,85 | 3,18 | 1,87 |
'13 | II, '13 | 3,89 | 3,27 | 2,05 |
'13 | III, '13 | 4,14 | 3,39 | 2,02 |
'13 | IV, '13 | 4,14 | 3,39 | 2,07 |
'14 | I, '14 | 4,1 | 3,38 | 2,12 |
'14 | II, '14 | 4,05 | 3,35 | 2,04 |
'14 | III, '14 | 3,78 | 3,21 | 1,91 |
'14 | IV, '14 | 3,67 | 3,04 | 1,74 |
'15 | I, '15 | 3,65 | 3,05 | 1,6 |
'15 | II, '15 | 3,57 | 3,07 | 1,53 |
'15 | III, '15 | 3,68 | 3,09 | 1,52 |
'15 | IV, '15 | 3,58 | 3,04 | 1,46 |
'16 | I, '16 | 3,54 | 2,86 | 1,31 |
'16 | II, '16 | 3,47 | 2,78 | 1,29 |
'16 | III, '16 | 3,41 | 2,73 | 1,2 |
'16 | IV, '16 | 3,41 | 2,74 | 1,29 |
'17 | I, '17 | 3,4 | 2,73 | 1,28 |
'17 | II, '17 | 3,3 | 2,68 | 1,32 |
'17 | III, '17 | 3,33 | 2,67 | 1,29 |
'17 | IV, '17 | 3,24 | 2,56 | 1,31 |
'18 | I, '18 | 3,34 | 2,58 | 1,24 |
'18 | II, '18 | 3,37 | 2,59 | 1,2 |
'18 | III, '18 | 3,17 | 2,53 | 1,22 |
'18 | IV, '18 | 3,13 | 2,52 | 1,28 |
'19 | I, '19 | 3,23 | 2,55 | 1,22 |
'19 | II, '19 | 3,08 | 2,42 | 1,15 |
'19 | III, '19 | 2,83 | 2,22 | 1,13 |
'19 | IV, '19 | 2,69 | 2,14 | 1,3 |
'20 | I, '20 | 2,81 | 2,18 | 1,16 |
'20 | II, '20 | 3,02 | 2,31 | 1,17 |
'20 | III, '20 | 2,77 | 2,22 | 1,17 |
'20 | IV, '20 | 2,57 | 2,1 | 1,55 |
'21 | I, '21 | 2,46 | 2 | 1,13 |
'21 | II, '21 | 2,39 | 2,01 | 1,17 |
'21 | III, '21 | 2,28 | 2 | 1,11 |
'21 | IV, '21 | 2,3 | 2,02 | 0,99 |
Bron: CBS, DNB (2021), Deposito's en leningen van MFI's aan niet-financiële bedrijven, rentepercentages. |
Naast de langverwachte renteverhoging heeft de ECB ook een nieuw transmissie-beschermingsinstrument (transmission protection instrument (TPI)) aangekondigd. Dit is een monetair instrument gericht op het veiligstellen van een evenwichtige transmissie van het monetaire beleid in het hele eurogebied, een voorwaarde voor het bereiken van prijsstabiliteit. Concreet wil de ECB hiermee voorkomen dat een renteverhoging in het ene land disproportioneel sterker doorwerkt dan in het andere land (DNB, 2022a).
Niet alleen op Europees niveau wordt er hard nagedacht hoe de effecten van de hoge inflatie te temperen, ook in Nederland treft de overheid maatregelen om bedrijven en burgers tegemoet te komen. Zo is de accijnsbelasting tijdelijk verlaagd in 2022 (Belastingdienst, 2022) en worden huishoudens (en ook kleine bedrijven zoals bedrijven aan huis) gecompenseerd voor de hoge energieprijzen: het tarief voor energiebelasting op elektriciteit is verlaagd en er is een hogere teruggave van energiebelasting voor alle huishoudens. Additioneel ontvangen de huishoudens met een laag inkomen een eenmalige energietoeslag van 1 300 euro (Rijksoverheid, 2022a).
2.3De markt voor non-bancaire financiering herstelt na een jaar van daling
Jarenlang kenden de belangrijkste vormen van non-bancaire financiering in Nederland consequente groei.noot4 De schok van de coronacrisis heeft de continue groei die veel non-bancaire financieringsvormen in het afgelopen decennium kenden tijdelijk onderbroken. In 2020 nam het totale financieringsbedrag bij veel type financieringsvormen af, maar zagen we dat het aantal geholpen bedrijven met financiering van kleinere bedragen tot 50 000 euro wel toenam (SMF, 2021). In 2021 en het eerste halfjaar van 2022 lijkt de markt zich weer te herstellen: bijna alle vormen van non-bancaire financiering nemen weer toe in volume ten aanzien van 2020 en ook het aantal financieringen blijft toenemen. Ten aanzien van 2020 (17 procent) is in 2021 (22 procent) het aandeel non-bancaire financieringen tot 1 miljoen euro ten opzichte van het totaal (bancair en non-bancair) toegenomen (SMF, 2021).
Volume aan factoring en equipment lease stijgt, private equity neemt af
De grootste volumes qua non-bancaire financiering blijven equipement lease, factoring en private equity. Waar de eerste twee in 2021 groeien in volume ten aanzien van 2020, krimpt het volume van private equity met 14 procent ten aanzien van een, relatief hoog, jaar eerder. Opvallend is daarnaast de sterke stijging in eigen vermogensfinanciering voor startups door middel van durfkapitaal.
Volume crowdfunding weer ruim boven niveau van voor de crisis, aantallen blijven stijgen
De omvang van crowdfunding nam in een tijdsbestek van zeven jaar met bijna 3 000 procent toe van 14 miljoen euro in 2012 tot 424 miljoen in 2019. In 2020 stokte deze groei voor het eerst, maar in 2021 lijkt deze markt zich weer te herstellen. Afgelopen jaar waren er 15 700 bedrijven die financiering hebben ontvangen middels crowdfunding, in 2020 waren dit er nog 12 762; een toename van 23 procent. De omvang van de totale financiering kende een nóg sterkere groei (75 procent): van 417 miljoen euro in 2020 naar 730 miljoen euro in 2021, voornamelijk veroorzaakt door groei in de categorieën boven de 250 duizend euro.
financieringsvorm | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|
equipment lease |
7743 | 6631 | 6896 |
factoring | 6473 | 4815 | 5843 |
private equity |
6168 | 7267 | 6269 |
durfkapitaal | 627 | 790 | 1843 |
crowdfunding | 424 | 417 | 730 |
direct lending |
231 | 209 | 246 |
mkb-beurs | 26 | 23 | 24 |
kredietunies | 6 | 20 | 6 |
Bron: CBS, Crowdfundingcijfers.nl, FAAN, NVL, NVP, Stichting Mkb Financiering. | |||
1)Deze cijfers hebben betrekking op het gehele bedrijfsleven, mkb plus grootbedrijf. | |||
2)De cijfers over factoring bestaan vooral uit bancaire factoringmaatschappijen. Zij bieden weinig factoring aan het kleinere mkb aan. De cijfers hebben betrekking op de funds in use. | |||
3)Durfkapitaal kan als vorm van private equity beschouwd worden. De cijfers voor private equity in de figuur zijn exclusief durfkapitaal. |
Vastgoed vaker gefinancierd door non-bancaire partijen
De omvang van vastgoedfinanciering via non-bancaire partijen stijgt met 87 procent ten aanzien van 2020 en komt in 2021 uit op 376 miljoen euro. Hiermee komt het aandeel vastgoedfinancieringen uit op 12 procent van het totale bedrag aan non-bancaire financiering. In 2020 was dit nog 8 procent (201 miljoen euro) (SMF, 2021).
Het grootste aandeel van de totale financiering via crowdfunding voor ondernemingen blijft financiering middels een lening, financiering middels aandelen neemt toe
Qua volume geldt voor zowel 2020 als 2021 dat ruimschoots het grootste aandeel van de totale financiering via crowdfunding de financiering voor ondernemingen betreft (circa 90 procent). De belangrijkste bron blijft nog altijd financiering middels een lening (89 procent), maar in 2021 verdubbelt ook crowdfunding door de verkoop van aandelen (4 procent) ten aanzien van 2020 (2 procent), een viervoud qua volume (Crowdfundingcijfers.nl, 2022).
Het aantal crowdfundingplatforms neemt af, de grote platforms groeien
Er lijkt dit jaar voor het eerst echt sprake te zijn van consolidatie in de markt voor crowdfunding: er zijn in 2021 minder crowdfunding platforms actief in Nederland vergeleken met eerdere jaren. Daarnaast krompen veel kleine platforms in 2021 en groeiden de grote platforms afgelopen jaar juist fors (Crowdfundingcijfers.nl, 2022). In het laatste kwartaal van 2021 is er nieuwe Europese wetgeving van kracht gegaan inzake de crowdfundingmarkt (DNB, 2022f). Dit zorgt er mogelijk voor dat kleine partijen niet langer kunnen voldoen aan de professionelere voorwaarden en of de kosten niet kunnen dragen.
Opheffing van de kredietunie Nederland leidt tot daling van het aantal waarneembare financieringen
Het totaalbedrag aan verstrekte financieringen door de kredietunies is in 2021 sterk afgenomen van 19,9 miljoen in 2020 naar 6,3 miljoen in 2021. Deze afname wordt veroorzaakt door het feit dat Kredietunie Nederland in 2021 is opgeheven: de data voor 2021 bestaat hier enkel nog uit de verstrekte financiering door kredietunies die zijn aangesloten bij de Vereniging van Samenwerkende Kredietunies (SMF, 2022).
Noten
De indicator van het consumentenvertrouwen is het gemiddelde van de saldi van de percentages van positieve en negatieve antwoorden op de vragen over de economische situatie in de afgelopen en komende 12 maanden, de financiële situatie van het huishouden in de afgelopen en komende 12 maanden en of het een gunstige tijd is om grote aankopen te doen. De indicator kan een waarde aannemen van –100 (iedereen antwoordt negatief) tot +100 (iedereen antwoordt positief). Bij een waarde van 0 is het aandeel pessimisten gelijk aan het aandeel optimisten.
Figuur 2.2.1 en de bijbehorende alinea betreffen informatie over mkb én grootbedrijven.
Dit betreffen deposito’s en leningen van MFI’s aan niet-financiële bedrijven.
De cijfers in deze paragraaf hebben betrekking op niet-bancaire financieringsvormtotalen, voor mkb én grootbedrijf samen.