Aanvraag van externe financiering
Na twee jaar van daling in het percentage bedrijven dat tot een financieringsaanvraag komt, is er dit jaar weer een lichte toename zichtbaar. De meest voorkomende reden om na oriëntatie toch geen aanvraag te doen is niet langer het coronavirus, maar de al bestaande mogelijkheden om de behoefte intern te financieren. Daarnaast valt op dat voor het mkb in de business economy het gevraagde bedrag is toegenomen in vergelijking met voorgaande jaren.
In dit hoofdstuk worden de resultaten van de derde stap in de zoektocht naar financiering door het bedrijfsleven verder uiteengezet. De analyses in dit hoofdstuk hebben betrekking op de bedrijven die de mogelijkheden van financiering hebben verkend én de bedrijven die al bekend waren met de mogelijkheden en zich daarom niet nog eens georiënteerd hebben. De volgende figuur geeft de positie van dit hoofdstuk in het gehele proces weer.
6.1Het percentage bedrijven dat financiering aanvraagt neemt weer toe
Van de mkb-bedrijven die behoefte hebben aan financiering én zich georiënteerd hebben op de mogelijkheden of al bekend waren met de mogelijkheden zet 56 procent ook daadwerkelijk een aanvraag in gang. De afgelopen twee jaar was er sprake van een afname in het percentage bedrijven dat een aanvraag deed ten aanzien van het jaar daarvoor, nu neemt het percentage weer toe ten aanzien van vorig jaar (52 procent). Dit verschil is niet statistisch significant.
Voor het middenbedrijf geldt dat zij het vaakst een financieringsaanvraag doen na oriëntatie (78 procent), bij microbedrijven is dit percentage het laagst (52 procent). Echter is bij microbedrijven wel de grootste toename te zien ten aanzien van een jaar eerder (toen was dit 46 procent). Voor het kleinbedrijf geldt dat de aandelen nagenoeg gelijk zijn aan een jaar eerder, bij het grootbedrijf is juist een afname zichtbaar. Waar vorig jaar nog 87 procent een aanvraag deed is dit nu 71 procent van de grootbedrijven. Alleen bij deze laatste grootteklasse is het verschil statistisch significant.
De toename van het percentage bedrijven dat een aanvraag deed is niet zichtbaar binnen alle sectoren. Zowel bij informatie en communicatie als bij nijverheid is het percentage bedrijven dat een aanvraag deed nagenoeg gelijk gebleven aan vorig jaar. Een toename is zichtbaar bij handel, vervoer en horeca (van 50 procent naar 60 procent). Bij de zakelijke dienstverlening is het aandeel dat een aanvraag doet het laagst (46 procent). Bij zowel jongere als oudere bedrijven neemt het aantal bedrijven dat een aanvraag doet licht toe. Familiebedrijven doen het vaakst een aanvraag (63 procent) en startups het minst (32 procent). Dit zijn ook meteen de grootste stijger en daler ten aanzien van een jaar eerder: toen was dit aandeel nog respectievelijk 50 procent en 53 procent.noot1
Land | 2022 | 2022, marge (low) | 2022, marge (high) | 2021 | 2021, marge (low) | 2021, marge (high) | 2020 | 2020, marge (low) | 2020, marge (high) | 2019 | 2019, marge (low) | 2019, marge (high) | 2018 | 2018, marge (low) | 2018, marge (high) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mkb | 56,3 | 49,0–637 | 49,0–637 | 51,7 | 43,3–601 | 43,3–601 | 58,7 | 52,8–656 | 52,8–656 | 68,9 | 62,2–756 | 62,2–756 | 66,4 | 59,6–732 | 59,6–732 |
Bedrijfsgrootte | . | . | . | . | . | . | . | . | . | . | . | . | . | . | . |
Micro | 52,2 | 42,7–617 | 42,7–617 | 46,4 | 35,8–569 | 35,8–569 | 54,9 | 45,8–641 | 45,8–641 | 63,8 | 53,9–737 | 53,9–737 | 60,5 | 51,5–695 | 51,5–695 |
Klein | 64,5 | 57,7–713 | 57,7–713 | 66,6 | 59,9–733 | 59,9–733 | 67,8 | 61,8–738 | 61,8–738 | 76,6 | 70,5–828 | 70,5–828 | 81,5 | 76,1–868 | 76,1–868 |
Midden | 77,5 | 70,1–849 | 70,1–849 | 74,8 | 67,8–817 | 67,8–817 | 76,2 | 69,7–826 | 69,7–826 | 83,7 | 77,3–901 | 77,3–901 | 86,2 | 81,1–913 | 81,1–913 |
Groot | 70,7 | 58,9–825 | 58,9–825 | 86,7 | 76,9–966 | 76,9–966 | 62,3 | 50,7–739 | 50,7–739 | 80,3 | 69,2–913 | 69,2–913 | 80,3 | 67,7–928 | 67,7–928 |
1)Het gaat hier om 95%-betrouwbaarheidsinterval marges, zie de onderzoeksverantwoording voor meer toelichting op de weergegeven marges. |
De financiële gezondheid van bedrijven die een aanvraag deden na oriëntatie en behoefte is lager dan voor bedrijven die geen aanvraag deden
De financiële gezondheid van bedrijven die een aanvraag deden (na financieringsbehoefte en oriëntatie) tussen juli 2021 en juli 2022 was minder goed vergeleken met bedrijven die geen aanvraag deden (na behoefte en oriëntatie) in deze periode. Zowel de solvabiliteit als de liquiditeit waren lager. De verschillen zijn statistisch significantnoot2 voor deze ratio’s.
Toegang tot interne financiering meest voorkomende reden om geen aanvraag te doen
Van de mkb-bedrijven die de mogelijkheden voor nieuwe externe financiering hebben verkend, gaat bijna de helft niet over tot een daadwerkelijke aanvraag. De voornaamste reden hiervoor is dat er toch intern gefinancierd kon worden (30 procent). Vorig jaar was timing vanwege corona de meest voorkomende reden bij het hele mkb, dit jaar is hier voornamelijk nog sprake van bij het kleinbedrijf (30 procent).
Figuur 6.1.2 toont de vijf meest genoemde doelen voor bedrijven om zich op financiering te oriënteren, maar waar uiteindelijk geen aanvraag voor is ingediend. Vorig jaar was de categorisering anders waardoor vergelijken lastig is, maar ook toen werd ‘lastige periode te overbruggen door het coronavirus’ vaak als reden genoemd.
Doel | Aandeel |
---|---|
Continuering, voorraden | 41 |
Continuering, overbruggen corona | 32 |
Start, uitbreiding | 30 |
Vernieuwing, aannemen & opleiden personeel | 23 |
Start, onroerend goed | 21 |
6.2Oudere en grotere bedrijven doen vaker een bancaire aanvraag
Van de mkb-bedrijven in de business economy die uiteindelijk wel een aanvraag doen, zet 53 procent deze alleen bij bancaire financiers uit. 40 procent doet dit uitsluitend bij non-bancaire financiers, zoals crowdfunding, informele financiers, participatiemaatschappijen en business angels. De rest van de aanvragen wordt gedaan bij een mix van bancaire en non-bancaire financiers. Deze percentages zijn vergelijkbaar met vorig jaar.
Het percentage dat enkel een bancaire aanvraag doet neemt toe naarmate de grootteklasse toeneemt. Daarnaast is er een verschil tussen jongere en oudere bedrijven: jongere bedrijven doen dit in 33 procent van de gevallen enkel via de bancaire route, tegenover 63 procent bij oudere bedrijven. Niet alleen bij de grootteklasse en leeftijd van het bedrijf, maar ook per sector is zichtbaar dat de verhouding van bancaire en non-bancaire aanvragen uiteen loopt. Bij de sectoren informatie en communicatie en handel, vervoer en horeca bedraagt het aandeel dat alleen een non-bancaire aanvraag doet meer dan de helft, voor de andere sectoren maximaal een derde.
Het mediane bedrag neemt toe, behalve bij het grootbedrijf
Het bedrag dat het mkb in de business economy aan externe financiering zocht, lag, met een mediaannoot3 van 125 duizend euro, hoger dan een jaar eerder (99 duizend euro). Deze toename is te zien bij zowel micro-, klein- en middenbedrijven. Zij zochten respectievelijk (het mediane bedrag van) 75 duizend, 400 duizend en 1,8 miljoen euro ten opzichte van respectievelijk 60 duizend, 300 duizend, en 1,5 miljoen euro een jaar eerder. Het grootbedrijf laat daarentegen een daling zien: van 10,4 miljoen naar 3,7 miljoen dit jaar.
Het (mediaan) gezochte bedrag is het hoogst in de sector onroerend goed. Het bedrag neemt af in de sectoren zakelijke dienstverlening en landbouw, in de overige sectoren neemt het toe ten aanzien van vorig jaar. Bij bedrijven die zichzelf bestempelen als innovatief zien we de grootste stijging ten aanzien van vorig jaar. Toen was de mediaan van het gezochte bedrag nog 96 duizend euro, dit jaar is dat 260 duizend euro. Bij dochterbedrijven is juist een flinke afname te zien. De mediaan daalt van 827 duizend euro naar 540 duizend euro.
Meer informatie op het dashboard
Op het dashboard wordt het aandeel bedrijven met externe financieringsbehoefte dat na oriëntatie een aanvraag doet ook uitgesplitst naar bedrijfstak en leeftijd. In deze grafieken is het ook mogelijk om betrouwbaarheidsmarges weer te geven. Daarnaast zijn er grafieken te zien over de redenen waarom bedrijven geen aanvraag hebben gedaan en het soort financier waar de aanvraag is gedaan. Ook is er informatie opgenomen over de solvabiliteit, liquiditeit en de financieringsdoelen. Ten slotte is het ook mogelijk om op het dashboard gegevens van eerdere jaren te bekijken.
Noten
Voor de verschillende bedrijfstakken en leeftijdsklassen zijn de verschillen met vorig jaar niet statistisch significant. Voor familiebedrijven en startups is dit niet bekend.
De significantie is bepaald op basis van de mediaan en een Mann-Whitney U Test. De mediane solvabiliteit van mkb-bedrijven die wel een aanvraag (na financieringsbehoefte en oriëntatie) deden is 0,29 tegen 0,32 voor bedrijven die geen aanvraag deden. De mediane liquiditeit van bedrijven die wel een aanvraag deden is 1,50 tegen 1,91 voor bedrijven die geen aanvraag deden.
De mediaan betekent dat de helft van de aanvragers een lager bedrag zocht en de andere helft dus een hoger bedrag.