Inleiding
In 2018 en 2019 heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de Financieringsmonitor samengesteld, in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).noot1 Het doel van de monitor is om een overzichtelijk beeld te geven van de Nederlandse markt voor externe financiering voor bedrijven in het midden- en kleinbedrijf (mkb). Daarvoor wordt de zoektocht naar financiering van ondernemers gevolgd en een schets gegeven van recente ontwikkelingen op de Nederlandse financieringsmarkt. Deze derde editie van de monitor heeft betrekking op de periode die loopt van 1 juli 2019 tot 1 juli 2020.
De Financieringsmonitor bestaat uit drie onderdelen. De voornaamste uitkomsten worden beschreven in dit onderzoeksrapport. Dit onderzoeksrapport verschijnt als pdf-document en als webpublicatie. De figuren in het pdf-document zijn statisch. In de webpublicatie zijn de figuren interactief. Het dashboard geeft op interactieve wijze meer detailinformatie. Ten slotte worden de analysedata die voortkomen uit de monitor beschikbaar gesteld aan gebruikers van de microdatafaciliteit van het CBS. Zo kunnen ook anderen de zoektocht naar financiering van het mkb onderzoeken.
1.1Achtergrond
Een goed functionerend financieel systeem is een belangrijk onderdeel van een gezonde economie. Het zorgt ervoor dat geld efficiënt ingezet wordt. Spaargeld van consumenten en vermogens van investeerders stromen naar ondernemers die willen investeren in groei van hun bedrijf.
Waar heeft de monitor betrekking op?
De onderzoekspopulatie van de monitor is het mkb in de business economy. Het mkb bestaat uit bedrijven met minder dan 250 werkzame personen. Bedrijven van zzp’ers (met 1 werkzaam persoon) laten we buiten beschouwing. De business economy is een onderdeel van de totale economie. Het bestaat uit bedrijfstakken B-N en 95, exclusief K van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Dat betekent bijvoorbeeld dat de financiële dienstverlening niet tot de business economy hoort, net als landbouw, openbaar bestuur, onderwijs en zorg. De onderzoekseenheid is de bedrijfseenheid (BEID) zoals die door het CBS gedefinieerd wordt.
Het grootbedrijf behoort niet tot het mkb, de landbouw niet tot de business economy. Als er cijfers over het mkb in de monitor staan, is dat dus zonder die groepen bedrijven. Cijfers naar sector hebben alleen betrekking op het mkb in die sector, cijfers naar grootteklasse alleen op de business economy in die grootteklasse. Toch zijn er soms resultaten voor het grootbedrijf en de landbouw opgenomen. Die staan dan los van de andere uitkomsten, maar dienen als benchmark.
Voor het mkb is toegang tot de financieringsmarkt niet altijd vanzelfsprekend. De buitenwereld beschikt vaak over minder informatie van deze bedrijven dan het geval is bij grote bedrijven. Ook zijn hun activiteiten minder gediversifieerd waardoor ze gevoeliger zijn voor negatieve ontwikkelingen. Ze kunnen om die redenen een groter risico vormen voor geldverstrekkers. De bedragen die deze bedrijven aanvragen zijn ook nog eens kleiner. Het is voor hen daarom extra kostbaar om financiering aan te trekken: de vaste kosten zijn relatief hoog. Een beperkte toegang tot financiering voor het mkb kan een remmende werking hebben op succesvolle toetreding tot markten, wat weer tot minder marktdynamiek en concurrentie kan leiden.
1.2Aanpak
De zoektocht van het mkb naar financiering is in beeld gebracht met een digitale enquête waarvoor ongeveer 10 000 ondernemingen zijn benaderd en waar ruim 5 100 respondenten aan mee hebben gedaan.noot2 Dit is een steekproef uit de totale populatie van ruim 290 000 midden- en kleinbedrijven met minimaal 2 werkzame personen in de business economy.noot3 De resultaten die op basis van deze steekproef in de monitor worden weergegeven zijn representatief voor de hele populatie, maar zijn dus schattingen van de uitkomsten onder alle bedrijven. Daarom zijn er 95%-betrouwbaarheidsintervallen opgenomen voor de belangrijkste indicatoren.
Vraag en aanbod
Met de zoektocht naar externe financiering wordt een deel van de markt voor financiering in beeld gebracht. Een markt bestaat echter uit vraag én aanbod. De vraag naar financiering vindt zijn oorsprong bij bedrijven. Het aanbod bestaat uit al het geld dat de banken, non-bancaire financiers, institutionele investeerders, private investeerders, betrokken consumenten, en zo verder, uit zouden willen zetten.
Vraag en aanbod vinden elkaar in de financiering die uiteindelijk verstrekt wordt. Een deel van de totale vraag wordt niet ingevuld. Een deel van het totale aanbod komt niet bij ondernemers terecht. Dat is het deel van het aanbod dat niet uitgezet kan worden door financiers. Met behulp van de enquête is het mogelijk om dat deel van de vraag dat niet wordt ingevuld in kaart te brengen. Voor het aanbod is dat lastiger. Om die reden beperkt deze monitor zich tot recente ontwikkelingen in het gerealiseerde aanbod. Dit is ondersteunende informatie. Het geeft een context waarbinnen de vraag naar financiering gezien moet worden.
Ontwikkelingen op de markt voor financiering
Er is een enorme veelheid aan aanbieders en vormen van financiering. De omvang van het totale aanbod is bovendien niet transparant. Zo is het bijvoorbeeld moeilijk om de omvang te bepalen van leverancierskrediet of financiering door business angels: vermogende individuen die op betrokken wijze investeren in een bedrijf. Er wordt ook nergens geregistreerd wat het verschil is tussen de bedragen die aanbieders graag zouden willen financieren en het deel dat ze daadwerkelijk financieren.
Om die reden beperkt deze monitor zich tot recente ontwikkelingen in acht vormen van financiering: bankkredieten, crowdfunding, equipment lease, factoring, private equity inclusief durfkapitaal, direct lending, de mkb-beurs en kredietunies. Alle data komen uit bronnen buiten het CBS en zijn enkel verzameld om deze in samenhang te presenteren. De gegevens zijn afkomstig van De Nederlandsche Bank (DNB), de Nederlandse Vereniging van Leasemaatschappijen (NVL), de Factoring & Asset-based financing Association Netherlands (FAAN), Crowdfundingcijfers.nl, de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP) en de Stichting MKB Financiering (SMF).
Vrouwelijk ondernemerschap
Slechts een beperkt deel van de durfkapitaalinvesteringen vindt zijn weg naar bedrijven van vrouwelijke ondernemers of gemengde teams (TechLeap.NL, 2019). Dat leidt tot vragen over de mate waarin vrouwelijke ondernemers toegang hebben tot bedrijfsfinanciering in brede zin. Net als de vorige editie bevat deze derde editie van de Financieringsmonitor een apart hoofdstuk dat beschrijft hoe vrouwelijke ondernemers hun zoektocht naar financiering inrichten. In het onderzoek wordt ook gekeken of er verschillen bestaan tussen de toegankelijkheid van financiering voor bedrijven van vrouwelijke en mannelijke ondernemers.
De gevolgen van het coronavirus
Omdat het aannemelijk is dat de gevolgen van het coronavirus ook gelden voor de financiering van het mkb is de enquête uitgebreid met enkele vragen over de ervaren en verwachte gevolgen van het coronavirus. Verder zijn de antwoordmogelijkheden van sommige vragen uitgebreid. De extra informatie die dit oplevert, wordt steeds besproken op de relevante plekken binnen de verschillende hoofdstukken van dit rapport.
Een ingrijpende kwestie zoals de coronapandemie kan ook gevolgen hebben voor de uitvoering van de monitor, bijvoorbeeld omdat respondenten moeilijker bereikbaar zijn of andere zaken aan hun hoofd hebben. De totale respons is echter vergelijkbaar met de twee vorige metingen. Een non-respons analyse heeft daarnaast laten zien dat er geen wezenlijke verschillen bestaan in het aandeel deelnemende bedrijven per stratum.
1.3Leeswijzer
De rest van de monitor is als volgt opgezet. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van recente ontwikkelingen in bancaire financiering en verschillende vormen van non-bancaire financiering. Hoofdstuk 3 is een leeswijzer voor de hoofdstukken die daarna volgen en voor de zoektocht van bedrijven naar externe financiering. Het gaat in op de interpretatie van uitkomsten voor de zoektocht: de trechterwerking van het zoekproces, de populatie en marges rondom de uitkomsten. Hoofdstuk 4 beschrijft de financieringsbehoefte en de oriëntatiefase. Hoofdstuk 5 gaat in op de echte aanvraag van financiering: het proces en de uitkomsten. Tot slot gaat hoofdstuk 6 in op vrouwelijk ondernemerschap en de toegang tot externe financiering. De bijlage bevat een onderzoeksverantwoording met aandacht voor de methodiek achter de enquête, een begrippenlijst en een bronnenoverzicht.
Noten
De Financieringsmonitor is gepubliceerd op de maatwerksite van het CBS.
Het responspercentage komt daardoor uit op 51 procent, net iets lager dan de 52 procent van vorig jaar.
De populatie is ruim 48 000 bedrijven groter dan in de Financieringsmonitor van 2019. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een correctie die is doorgevoerd in het Algemeen Bedrijven Register (ABR). Door een fout bij een leverancier van de data werd tot 2019 een groep bedrijven met meer dan 1 werkzame persoon ten onrechte aangezien voor bedrijven met 1 werkzame persoon, waardoor deze bedrijven geen deel uitmaakten van de populatie van de Financieringsmonitor.