De zoektocht naar financiering

De komende hoofdstukken beschrijven de zoektocht van ondernemers naar externe bedrijfsfinanciering. Deze zoektocht is een proces dat uit verschillende stappen bestaat. Keuzes en afwegingen die bedrijven in iedere stap maken, komen uitgebreid aan bod. Dit hoofdstuk is de leeswijzer tot die zoektocht. Het staat stil bij de manier waarop de rest van de monitor is opgebouwd, bij de onderzoekspopulatie en de verschillende typen bedrijven die worden onderscheiden. Nieuw in deze Financieringsmonitor zijn extra vragen naar aanleiding van de gevolgen van het coronavirus. Dit hoofdstuk neemt ook al een voorschot op de belangrijkste uitkomsten en sluit af door de beschikbaarheid van externe financiering in perspectief te plaatsen ten opzichte van andere uitdagingen voor de bedrijfsvoering.

Vergelijkingen binnen de Financieringsmonitor

In deze monitor wordt regelmatig de vergelijking gemaakt met cijfers uit de vorige editie van de Financieringsmonitor. Zo kan een inschatting gemaakt worden van de ontwikkelingen op het gebied van nieuwe externe financiering voor het mkb en van verschillen tussen groepen bedrijven. Voor de vijf hoofdindicatoren (zie figuur 3.1.2 en paragraaf 3.3) is de 95%-betrouwbaarheidsmarge berekend om te zien of de verschillen met de voorgaande edities statistisch significant zijn. Dit is te zien in de figuren 4.1.1, 4.3.1, 5.1.1, 5.2.1 en 5.6.1.

Waar de betrouwbaarheidsmarges van twee groepen bedrijven of van twee jaren elkaar niet overlappen, bestaat een statistisch significant verschil. Zo is er in figuur 4.1.1 bijvoorbeeld een statistisch significant verschil te zien tussen de financieringsbehoefte in 2020 van het microbedrijf ten opzichte van het kleinbedrijf. Vertonen de betrouwbaarheids-marges wel een overlap, dan toont deze meting geen statistisch significant verschil aan. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de ontwikkeling van de financieringsbehoefte van het gehele mkb ten opzichte van 2019 in diezelfde figuur.

De betrouwbaarheidsmarges zijn steeds alleen gegeven voor de vijf hoofdindicatoren. Deze indicatoren vormen de kern van de monitor en daarom is er voor gekozen op die plaatsen alle informatie te geven waarmee de lezer zelf conclusies kan trekken over de mate waarin typen bedrijven van elkaar verschillen en of er sprake is van substantiële verschillen over de tijd. Voor alle andere indicatoren in de monitor is deze detail­informatie niet gegeven. Dat is gedaan met het oog op de leesbaarheid. Ook bevatten veel vragen in de monitor veel antwoordcategorieën of is een vraag alleen gesteld aan een specifieke subpopulatie waardoor het aantal respondenten erg klein wordt. Verschillen tussen jaren en groepen bedrijven op deze indicatoren moeten dan ook voorzichtig geïnterpreteerd worden.

3.1Het aantrekken van financiering als proces

In deze monitor wordt het gehele traject van behoefte tot daadwerkelijk aantrekken van externe financiering beschouwd als een proces dat uit een aantal stappen bestaat. Als eerste is er een mogelijke behoefte aan financiering. Als tweede is er de fase van oriëntatie. Ondernemers met een serieuze behoefte zetten stappen om informatie in te winnen over hun mogelijkheden.noot1 Als derde volgt een echte aanvraag als die kansrijk lijkt tijdens de oriëntatie en als vierde is er de uitkomst van de aanvraag. Die vier stappen hebben in deze monitor allemaal betrekking op de periode van 1 juli 2019 tot 1 juli 2020. Tot slot is er nog een vijfde stap: de verwachte behoefte aan financiering in de toekomst. Het gaat dan om de 12 maanden na het moment van uitvraag in de enquête. Dit gehele proces ziet er als volgt uit:

030101 1. B e h o e f t e 2. Or i ë n t a t i e 3. A a n v r a a g 4. U i t k o m s t 5. T o e k o m s t

Het gaat in deze monitor steeds om nieuwe, externe financiering. Dat zijn alle vormen van vreemd vermogen en extern eigen vermogen. Voorbeelden van extern eigen vermogen zijn crowdfunding met aandelen of private equity. Het gaat dus niet om intern eigen vermogen. Dat is financiering uit het bedrijfsresultaat of als een ondernemer beroep doet op zijn of haar eigen middelen.

Steeds specifiekere resultaten verder in het proces

Niet elk bedrijf heeft behoefte aan externe financiering. Niet alle bedrijven met een financieringsbehoefte gaan ook daadwerkelijk op zoek of doen een aanvraag. Een deel van de bedrijven dat een aanvraag doet, vangt bot. Er is daarom sprake van een trechterwerking waardoor er in iedere stap minder bedrijven overblijven. In termen van de enquête waar de monitor op gebaseerd is: vragen worden steeds specifieker naarmate het proces van de zoektocht vordert en de steekproef wordt dus steeds kleiner.

Van de onderzoekspopulatie (zie paragraaf 3.2 voor een uitgebreide beschrijving) heeft 22 procent een financieringsbehoefte. Van die bedrijven met een financieringsbehoefte verkent 80 procent ook echt de mogelijkheden om financiering aan te trekken. De relevante populatie is in dat geval dus de groep bedrijven met een financieringsbehoefte. Het is ook mogelijk om bedrijven die zich oriënteren te relateren aan de totale populatie. Op deze wijze uitgedrukt, heeft 18 procent van alle bedrijven zich georiënteerd op financiering. Dat ziet er als volgt uit voor het mkb in de business economy:

Mkb business economy 290 000 Wel behoefte 22% Wel verkenning 80% Geen behoefte 78% Geen verkenning 12% Al bekend met de mogelijkheden 8% Wel aanvraag 59% Toegekend 79% Geen aanvraag 41% Afgewezen 21% Succesvolle bedrijven 23 800 Oriëntatie Aanvraag Uitkomst 3.1.2 Trechterwerking zoektocht naar financiering (juli 2019 - juli 2020)

Het is duidelijk dat uitspraken in de monitor gebaseerd zijn op steeds minder bedrijven in de enquête, omdat er bij iedere stap in het proces respondenten afvallen. Vier op de vijf van de benaderde respondenten had geen behoefte aan externe financiering en valt dus af voor de rest van de vragenlijst waarop de monitor is gebaseerd. Bij hen is wel geïnformeerd naar het waarom hiervan en ook over de verwachte financieringsbehoefte voor het komende jaar.

3.2Beschrijving onderzoekspopulatie

De hoofdpopulatie van de monitor bestaat uit alle bedrijven in het mkb in de business economy. Het mkb bestaat uit bedrijven met minder dan 250 werkzame personen. Er wordt daarnaast een ondergrens van 2 werkzame personen gehanteerd; zzp’ers behoren dus niet tot de onderzoekspopulatie. De business economy komt ruwweg neer op de marktgerichte bedrijfstakken (dus bijvoorbeeld zonder overheid) en exclusief de landbouw en de financiële dienstverlening.noot2 Als er in de monitor uitkomsten genoemd worden zonder verbijzondering (bijvoorbeeld naar grootteklasse) hebben ze altijd betrekking op het gehele mkb in de business economy, vanaf 2 werkzame personen.

Hoewel de landbouw geen onderdeel vormt van de business economy, zijn er soms toch apart uitkomsten voor deze sector opgenomen. De enquête is namelijk wel in die sector uitgezet om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen. De resultaten voor de landbouw zijn echter nooit verwerkt in de totaalcijfers. Hetzelfde geldt voor het grootbedrijf dat is opgenomen als benchmark voor het mkb.

De structuur van het mkb in de business economy

De populatie van de Financieringsmonitor is bepaald op basis van het Algemeen Bedrijven Register (ABR) met als peilmaand juni 2020. Op dat moment bestond het mkb in de business economy met minstens 2 werkzame personen uit 290 000 bedrijven.

Omdat het microbedrijf (2 tot en met 9 werkzame personen) ruim vier vijfde van het mkb in de business economy beslaat, zijn de resultaten in de monitor sterk beïnvloed door de uitkomsten voor deze grootteklasse. Als dat mogelijk is, zijn daarom ook resultaten naar omvang opgenomen. Deze zijn vaak informatiever, omdat er een verband is tussen bedrijfsgrootte, financieringsbehoefte en slaagkans.

De figuren geven een verdeling weer van het mkb in de business economy op basis van tellingen van bedrijven. Uitgedrukt in werkgelegenheid zouden de figuren er heel anders uit zien. Het microbedrijf met 2 tot en met 9 werkzame personen zou dan nog niet een derde van het mkb in de business economy uitmaken.

3.2.1a Verdeling van het mkb in de business economy naar bedrijfstak
Bedrijfstak
nijverheid 8
bouw 10
handel, vervoer en horeca 49
informatie en communicatie 6
zakelijke dienstverlening 24
onroerend goed en reparatie 3
Bron: CBS, ABR juni 2020.
3.2.1b Verdeling van het mkb in de business economy naar grootteklasse1)
grootteklasse percentage
microbedrijf 82
kleinbedrijf 15
middenbedrijf 3
Bron: CBS, ABR juni 2020.
1)We onderscheiden het microbedrijf (2 tot en met 9 werkzame personen), het kleinbedrijf (10 tot en met 49 werkzame personen) en het middenbedrijf (50 tot en met 249 werkzame personen).
3.2.1c Verdeling van het mkb in de business economy naar leeftijdsgroepen
leeftijd
jonger dan 5 jaar 24
5 jaar en ouder 76
Bron: CBS, ABR juni 2020.

Typen ondernemingen

Soms worden resultaten verbijzonderd naar bepaalde typen ondernemingen anders dan naar grootteklasse, sector of bedrijfsleeftijd. Het gaat om zes ondernemingstypen. Deelnemers aan de enquête kiezen zelf met welk type zij zich identificeren. Tussen haakjes staat hun aandeel in de steekproefnoot3:

  • Familiebedrijf (41%);
  • Innovatief bedrijf (9%);
  • Snelgroeiend bedrijf (7%);
  • Dochtermaatschappij (5%);
  • Sociale onderneming (3%);
  • Startup (7%).

Met innovatieve bedrijven worden ondernemingen bedoeld die aan organisatorische, product-, proces- of marketingvernieuwingen doen of sterke verbeteringen doorvoeren. Onder een dochtermaatschappij wordt een zelfstandige juridische eenheid binnen een concern verstaan. Sociale ondernemingen leveren net als andere ondernemingen een product of dienst. In plaats van winst is hun primaire doel het dienen van een maatschappelijk doel zoals het klimaat, emancipatie en toegang tot zorg. Een startup is een starter met een vernieuwend, schaalbaar idee rondom een nieuwe technologie.

Levensfase

De levensloop van bedrijven bestaat uit verschillende fasen, van start tot (doorgaans) ooit ook beëindiging. Tussen begin en eind maken bedrijven ontwikkelingen door die allemaal specifieke financieringsbehoeften en -kansen met zich meebrengen. De fase waarin een bedrijf zich bevindt kan ook mede bepalen welke financieringsvorm het meest geschikt is (Biersteker & Nauta, 2019). In de start is er behoefte aan financiering om het bedrijf op te zetten, maar zijn er nog weinig zekerheden. Geld komt dan vaak vooral van de ondernemer zelf of van informele investeerders zoals vrienden en familie. Als het bedrijf zich heeft bewezen en vervolgens verder wil uitbreiden, komen andere financieringsvormen binnen handbereik. Net als bij de typering van het bedrijf, kiezen deelnemers aan de enquête zelf met welke levensfase zij zich identificeren.

3.2.2 Verdeling van het mkb in de business economy naar levensfase (%)
levensfase
start 6
opschalen 7
succes 6
uitbreiding 8
continuïteit 49
overleven 12
beëindiging 11

3.3Interpretatie van resultaten in de monitor

De Financieringsmonitor bevat voornamelijk uitkomsten voor het gehele mkb in de business economy. Die uitkomsten zijn gebaseerd op een steekproef onder 10 000 bedrijven in die doelpopulatie aangevuld met het grootbedrijf en bedrijven actief in de landbouw met ruim 5 100 respondenten. Door middel van weging en ophoging zijn de uitkomsten representatief voor de gehele populatie. Er vindt weging plaats naar werkgelegenheid. Omdat de opbouw van de steekproef gedetailleerd is, wijken de ophoogfactoren bij weging naar werkgelegenheid en naar het aantal bedrijven weinig van elkaar af.noot4

Marges

De uitkomsten zijn schattingen op basis van de steekproef. Er zit een bepaalde onzekerheid rondom die geschatte waarde. Dit zijn de 95%-betrouwbaarheidsintervallen waarbinnen de uitkomsten vallen. Dat wil zeggen dat bij herhaling van de enquête de geschatte uitkomst in 95 procent van de gevallen binnen dat interval ligt. Marges zijn te berekenen voor alle indicatoren, maar deze zijn in de monitor uiteindelijk alleen opgenomen voor de vijf voornaamste indicatoren. Het gaat om het aandeel van het mkb in de business economy…

  1. … met een financieringsbehoefte;
  2. … dat vervolgens de mogelijkheden verkend heeft;
  3. … dat vervolgens een financieringsaanvraag heeft gedaan;
  4. … naar de uitkomsten na een financieringsaanvraag;
  5. … dat een financieringsbehoefte verwacht in het komende jaar.

In de betreffende figuren in de volgende hoofdstukken zijn marges met gekleurde staafjes aangegeven.

3.4Uitdagingen voor bedrijven: toegang tot financiering in perspectief

Toegang tot bedrijfsfinanciering kan een belangrijke voorwaarde zijn voor een bedrijf om te investeren en te groeien, maar het is niet de enige uitdaging waar ondernemers dagelijks mee te maken krijgen. In de huidige Financieringsmonitor blijkt het coronavirus de grootste belemmering voor het mkb in de business economy: voor meer dan de helft van de bedrijven is dat in meer of mindere mate het geval. In het grootbedrijf ervaart zelfs twee derde van de bedrijven belemmeringen vanwege het coronavirus. Belemmeringen door het coronavirus worden het vaakst genoemd door bedrijven in de sector handel, vervoer en horeca en daarnaast door jonge en innovatieve bedrijven.

Ten opzichte van de Financieringsmonitor 2019 is alleen een toename te zien in het aandeel bedrijven dat een belemmering ervaart door tegenvallende vraag. Dit hangt samen met de gevolgen van het coronavirus dat onder andere tot een tijdelijke “intelligente lockdown” leidde. In het tweede kwartaal daalde het consumenten- en ondernemersvertrouwen sterk. De economie kromp met 8,5 procent. De andere uitdagingen worden minder vaak als belemmerend gezien. Ze worden mogelijk overschaduwd door de uitdagingen die het coronavirus met zich mee brengt. In de vorige meting vormde het vinden en aantrekken van goed personeel nog de grootste belemmering. Voor de meeste bedrijven speelt deze belemmering nu een minder grote rol. In het grootbedrijf is het na de gevolgen van het coronavirus alsnog de belangrijkste belemmering (genoemd door 46 procent van de bedrijven). Ook door snelgroeiende (53 procent) en innovatieve bedrijven (45 procent) wordt dit nog steeds als een grote uitdaging gezien.

Naast het coronavirus en tegenvallende vraag zijn gestegen kosten en wet- en regelgeving voor het mkb een belangrijke belemmering. Hoewel geen onderdeel van de business economy ervaren bedrijven in de sector landbouw het vaakst dit type belemmeringen. Ook op het gebied van ketenmacht ervaren bedrijven in de sector landbouw, net als startups, snelgroeiende en innovatieve bedrijven, het vaakst belemmeringen.

3.4.1 Uitdagingen voor de bedrijfsvoering, van helemaal niet belemmerend tot erg belemmerend, voor het mkb en grootbedrijf in de business economy1) (%)
uitdaging-grootteklasse heel belemmerend belemmerend neutraal niet belemmerend helemaal niet belemmerend
concurrentie . . . . .
mkb 4 18 41 24 14
groot 3 25 50 19 4
kosten . . . . .
mkb 4 29 40 19 8
groot 4 39 41 13 2
vraag . . . . .
mkb 8 22 33 23 14
groot 8 32 32 21 7
financiering . . . . .
mkb 6 9 38 24 23
groot 2 7 31 33 28
personeel . . . . .
mkb 8 23 36 16 16
groot 6 40 40 12 3
digitalisering . . . . .
mkb 1 8 40 32 20
groot 1 14 45 32 9
ketenmacht . . . . .
mkb 3 12 41 24 20
groot 0 12 46 34 9
regelgeving . . . . .
mkb 8 24 38 18 12
groot 4 26 51 15 3
coronavirus . . . . .
mkb 27 31 22 14 8
groot 33 38 17 9 2
1) De uitkomsten in deze figuur zijn gebaseerd op alle deelnemers aan de Financieringsmonitor in de business economy, dus ook bedrijven zonder financieringsbehoefte.

De specifieke gevolgen van het coronavirus

De negatieve gevolgen van het coronavirus kunnen zich op verschillende manieren uiten. Vooral het doorbetalen van medewerkers en vaste lasten, terwijl er minder of geen werk is, komt vaak voor. Binnen het mkb ervaren de sectoren nijverheid en handel, vervoer en horeca deze gevolgen het vaakst. Voor het grootbedrijf zijn deze gevolgen vaker belemmerend dan voor het mkb. De tijdelijke sluiting door overheidsmaatregelen raakte vooral de sector handel, vervoer en horeca veelvuldig. Voor de sector landbouw is vooral het wegvallen van de export als gevolg van het coronavirus een grote belemmering voor de bedrijfsprestaties.

3.4.2 Uitdagingen vanwege het coronavirus, van helemaal niet belemmerend tot erg belemmerend, voor het mkb en grootbedrijf in de business economy1) (%)
uitdaging-grootteklasse heel belemmerend belemmerend neutraal niet belemmerend helemaal niet belemmerend
medewerkers doorbetalen . . . . .
mkb 10 20 30 16 24
groot 8 33 21 23 15
vaste lasten doorbetalen . . . . .
mkb 13 25 25 17 20
groot 10 36 19 23 12
bedrijf (tijdelijk) gesloten . . . . .
mkb 13 10 29 16 32
groot 8 18 19 25 30
klanten betalen niet . . . . .
mkb 4 15 34 23 24
groot 2 24 32 27 15
achterlopen betalen leveranciers . . . . .
mkb 3 12 30 23 32
groot 1 8 30 35 25
wegvallen export . . . . .
mkb 4 9 41 13 34
groot 3 15 38 14 29
wegvallen import . . . . .
mkb 3 10 41 13 32
groot 2 18 41 18 22
1) De uitkomsten in deze figuur zijn gebaseerd op alle deelnemers aan de Financieringsmonitor in de business economy, dus ook bedrijven zonder financieringsbehoefte.

Toegang tot financiering als obstakel

Van de ondernemingen noemt 15 procent de toegang tot financiering een uitdaging. Daarmee vormt dit voor het mkb één van de minst urgente uitdagingen. Dat speelt vooral in het micro- en kleinbedrijf. In het midden- en grootbedrijf beschouwt respectievelijk 12 en 8 procent de toegang tot financiering als (zeer) belemmerend. Alleen digitalisering wordt minder vaak als belemmerende uitdaging genoemd. Voor het grootbedrijf is de toegang tot financiering zelfs de minst genoemde belemmering. Hoe kleiner het bedrijf, hoe vaker toegang tot financiering een belemmering vormt. In het licht van de gevolgen van het coronavirus is het opvallend dat bedrijven in de eerste helft van 2020 weinig problemen ervoeren rond financiering. Wellicht spelen de steunmaatregelen van de overheid hierin een rol.

Het zijn verder vooral sociale ondernemingen, snelgroeiende bedrijven en startups die problemen ondervinden met het aantrekken van financiering. Het gaat hier stuk voor stuk om bedrijven die minder zekerheid over hun toekomst kunnen bieden: ze hebben te maken met onzekere baten, ze moeten hun groei in goede banen zien te leiden of hebben een beperkte staat van dienst.

Noten

Anders dan in eerdere versies van de Financieringsmonitor wordt de vraag of bedrijven daadwerkelijk een aanvraag gedaan hebben ook gesteld aan bedrijven die zich niet georiënteerd hebben met als reden dat de mogelijkheden al bekend zijn. Deze verandering blijkt nauwelijks van invloed te zijn op de resultaten. Daarom kan de vergelijking met vorig jaar gemaakt worden zonder steeds rekening te houden met deze wijziging.

De exacte afbakening van de business economy is de SBI-codes B t/m N en 95, exclusief K. Zie onderdeel I.1 in de verantwoording.

Bedrijven kunnen tegelijkertijd tot meerdere typen behoren. Er is ook een restgroep van bedrijven die tot geen van deze typen horen.

Dat betekent dat weging naar het aantal bedrijven of naar werkgelegenheid weinig verschil maakt. In de Financieringsmonitor is er voor gekozen te wegen naar werkgelegenheid, gezien het verband tussen bedrijfsomvang en de financieringsbehoefte en -uitkomst. Zie hiervoor ook de onderzoeksverantwoording.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016-2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/'17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/'05-2016/'17 oogstjaar enz., 2004/'05 tot en met 2016/'17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

Ilona Bouhuijs

Brenda Bos

Jaap Jansen

Oscar Lemmers

Tommy Span

Dashboard

Bram Rouw

Naomi Schalken

Veronique Verhees

Sten Zijlstra

Met medewerking van

Chantal Lemmens-Dirix

Stefan Hoefsmit

Remco Paulissen

Coskun Pisiren

Wim Lengkeek