Samenvatting
![[ Ontbreekt! ]](assets/img/2019wb14_overzicht.png)
Van alle ondernemingen in het mkb in de business economy heeft 20 procent behoefte aan nieuwe externe financiering in het jaar van juli 2018 tot juli 2019. Het gaat hierbij om vreemd vermogen dan wel om eigen vermogen dat buiten het bedrijf, of het eigen geld van de ondernemer, wordt gezocht. Van die groep bedrijven met een financieringsbehoefte zet 83 procent serieuze stappen om de mogelijkheden te verkennen. Vervolgens besluit 69 procent van deze bedrijven na oriëntatie daadwerkelijk een financieringsaanvraag te doen en daarvan is 84 procent succesvol. Zij krijgen het aangevraagde bedrag geheel of ten dele. De opvallendste uitkomsten uit de Financieringsmonitor 2020 zijn de volgende:
Behoefte aan financiering neemt af …
Ten opzichte van een jaar geleden hebben minder bedrijven nu een externe financieringsbehoefte. Dat is vooral zichtbaar in het microbedrijf: bedrijven met minder dan 10 werkzame personen. Zij zien nu minder kansen op groei en gaan om die reden minder vaak op zoek naar financiering buiten de eigen middelen om die groei te kunnen bekostigen. Als financiering dan toch nodig is, financieren deze allerkleinste bedrijven vaker uit het bedrijfsresultaat of privévermogen van de ondernemer. Bij alle grotere bedrijven is de behoefte juist iets toegenomen. Omdat het microbedrijf veruit de grootste groep vormt, neemt de totale behoefte onder alle bedrijven alsnog af.
… maar het gezochte bedrag wordt groter
Het doorsnee gezochte bedrag aan financiering is toegenomen. In het mkb in de business economy is de mediaan van het gezochte bedrag aan externe financiering 175 duizend euro. Een jaar eerder was dit 105 duizend euro. Microbedrijven zoeken weliswaar minder vaak externe financiering, maar de omvang van het bedrag dat zij zoeken, is wel toegenomen. Die omvang neemt verder toe met de bedrijfsomvang en is in doorsnee het hoogst in de sector onroerend goed en bij innovatieve bedrijven.
Bank blijft belangrijk
Het uitstaande bedrag aan bancair krediet neemt al sinds eind 2012 af. De financieringsbedragen uit verschillende non-bancaire vormen nemen ook in 2018 ten opzichte van het voorgaande jaar weer verder toe: vooral equipment lease, factoring en private equity hebben een grote groei doorgemaakt. Toch blijven de banken het voornaamste kanaal voor externe financiering. Sterker nog, bedrijven geven juist vaker aan bancair krediet te overwegen: 70 procent overweegt een banklening tegenover 62 procent een jaar eerder.
Focus op banken vooral in landbouw
Agrarische ondernemingen behoren niet tot de business economy die centraal staat in deze monitor, maar ze vallen wel op in de financieringszoektocht. Ze hebben het vaakst behoefte aan externe financiering en zetten ook het vaakst stappen om de mogelijkheden te verkennen. Ook hebben ze het meest duidelijk een voorkeur voor bancair krediet. Hun motivatie daarvoor is wel anders dan gebruikelijk in andere sectoren: zij kiezen vaker voor de bank, omdat diezelfde bank al aanspraak maakt op het onderpand van het bedrijf.
Sowieso klopt 80 procent van de bedrijven met een financieringsbehoefte als eerste bij de bank aan om over de mogelijkheden te praten. Deze duidelijke voorkeur voor bancaire financiering komt door de bestaande relatie met de huisbank en simpelweg de bekendheid van dit kanaal. Beide redenen worden door de helft van de bedrijven met een behoefte aan externe financiering opgegeven om een banklening of rekeningcourant te zoeken. De betrouwbaarheid van banken wordt door een kwart genoemd.
Ook accountant vaak ingeschakeld voor advies
Na de bank doen bedrijven het liefst een beroep op hun accountant als ze de mogelijkheden gaan verkennen. Niet verwonderlijk: deze is goed op de hoogte van de bedrijfseconomische status van het bedrijf en weet zeker bij kleine ondernemingen alles van het financiële reilen en zeilen. De accountant levert ook vaak een bijdrage aan het financieringsplan.
Uitleg bij afwijzing geeft weinig aanknopingspunten
Bijna alle bedrijven die een financieringsaanvraag doen en met een afwijzing te maken krijgen, worden geïnformeerd van de motivatie achter die afwijzing. In twee derde van de gevallen heeft de afwijzing te maken met de bedrijfseconomische situatie: het bedrijf heeft onvoldoende zakelijke zekerheden of de financiële kengetallen schieten tekort. Voor het grootste deel van de afgewezen ondernemingen is die uitleg echter ontoereikend. De uitleg biedt hen geen aanknopingspunten voor een nieuwe aanvraag en slechts 12 procent wordt vervolgens op de mogelijkheden van alternatieven gewezen.
Externe financiering meest van belang bij uitbouw en uitbreiding van het bedrijf
In deze tweede editie van de Financieringsmonitor door het CBS wordt voor het eerst stilgestaan bij de levensfase waar bedrijven zich in bevinden. Die cyclus begint met de start van een onderneming, gevolgd door het opschalen, een succesfase, verdere uitbreiding, een focus op continuïteit, overleven en als dat niet lukt, uiteindelijk de beëindiging van het bedrijf.
De fases van opschalen na de start en van verdere uitbreiding bij succes zijn de momenten in de bedrijfscyclus waarin de grootste behoefte bestaat aan externe financiering. Bedrijven in die fases doen ook het vaakst moeite om de mogelijkheden te verkennen. De kans op succes is echter hoger bij bedrijven die zich in de succesfase bevinden. Bij de start en het daaropvolgende uitbouwen van het bedrijf is de slaagkans het laagst.
Slaagkans aanvraag vrouwen en mannen even hoog
Bedrijven die geleid worden door (teams van merendeels) vrouwelijke ondernemers komen vaker voor in grootteklassen en sectoren die over het algemeen minder vaak behoefte hebben aan externe financiering. Het gaat dan bijvoorbeeld om kleine bedrijven en horecaondernemingen. Dit type bedrijven weet ook relatief minder vaak externe financiering aan te trekken. Na correctie voor die bedrijfskenmerken blijkt echter dat vrouwelijke ondernemers alsnog minder vaak een financieringsbehoefte hebben dan mannen, minder vaak de mogelijkheden verkennen en minder vaak overgaan tot een aanvraag. Als er uiteindelijk een aanvraag wordt ingediend, is de slaagkans voor mannelijke en vrouwelijke ondernemers even hoog. De zoektocht naar externe financiering door vrouwen en mannen is in deze Financieringsmonitor als speciaal onderwerp opgenomen.
De Financieringsmonitor
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) stelt de Financieringsmonitor samen in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). De eerste editie is in januari 2019 verschenen. Dit onderzoeksrapport bevat de uitkomsten van de tweede meting.
De monitor bestaat uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel is een verkenning van de vraagzijde van de markt voor financiering. Met een digitale enquête onder 5 200 ondernemingen is de gehele zoektocht naar financiering in beeld gebracht: van behoefte tot aan uitkomst. De uitkomsten gelden voor het mkb in de business economy in het jaar dat loopt van juli 2018 tot juli 2019. Het tweede onderdeel is een schets van recente ontwikkelingen op de Nederlandse financieringsmarkt op basis van data van aanbieders van acht vormen van financiering: bancair krediet, crowdfunding, factoring, leasing, private equity, direct lending, mkb-beurs en kredietunies. De resultaten van de monitor zijn opgenomen in dit onderzoeksrapport en ook te vinden in een online dashboardnoot1.
Noten
Klik hier om het dashboard te bezoeken.