Welbevinden
Volwassenen in Nederland zijn relatief tevreden met hun leven. Zij geven zichzelf gemiddeld een 7,7 voor de mate waarin zij tevreden zijn met het leven. In de 28 lidstaten van de Europese Unie is dat cijfer een 7,1. Denen zijn met een gemiddelde van 8,2 de meest tevreden Europeanen. Grieken geven zichzelf gemiddeld een 5,3 en zijn daarmee het minst tevreden van de Europese Unie.
Nederlanders zijn over het algemeen optimistischer over de eigen toekomst dan de gemiddelde Europeaan. In 2016 gaf bijna drie kwart van de Nederlandse bevolking aan optimistisch te zijn over de eigen toekomst tegen ruim 6 op de 10 EU-burgers. Inwoners van Zweden, Denemarken, Ierland en Finland zijn het meest optimistisch over de eigen toekomst: ruim 80 procent van hen is optimistisch. De Grieken staan onderaan de ladder: minder dan een op de drie zegt optimistisch te zijn over de eigen toekomst.
Minder positief over toekomst (klein)kinderen
Over de toekomst van hun kinderen of kleinkinderen zijn mensen in Nederland gemiddeld genomen minder optimistisch dan over hun eigen toekomst: 63 procent van de Nederlanders is hier positief over. Nederland zit hiermee in de middenmoot van de EU-lidstaten. Ook hier zijn de inwoners van Scandinavische landen het meest positief en zijn de inwoners van Griekenland het minst positief.
Jongeren optimistischer dan ouderen
Jongeren van 18 tot 25 jaar zijn optimistischer over hun eigen toekomst dan ouderen (65-plus), in alle lidstaten van de Europese Unie. Van de Nederlandse jongeren is 84 procent optimistisch over de eigen toekomst. Dat aandeel neemt af met de leeftijd, tot 58 procent onder 65-plussers. Gemiddeld in de Europese Unie is 78 procent van de jongeren optimistisch tegen 50 procent van de mensen van 65 jaar of ouder.