Internationaal studeren
Studenten trekken steeds vaker de grens over om te studeren. Het kan dan gaan om een complete bachelor- of masterstudie of om een gedeelte van de studie. Met een in toenemende mate internationaal georiënteerde arbeidsmarkt is het belangrijk dat studenten buitenlandervaring opdoen. Zelf zien studenten het vooral als een waardevolle ervaring voor de persoonlijke ontwikkeling en goed voor de loopbaan. Ook is buitenlandervaring, met name voor hbo’ers, vaak verplicht.
Luxemburg kent met 47 procent het hoogste aandeel internationale studenten. Dat zijn studenten die een volledige bachelor- of masterstudie doen en hun vooropleiding in een ander land hebben gedaan. Hierbij horen ook studenten die de nationaliteit hebben van het land waar ze studeren, maar in een ander land hun middelbareschoolopleiding hebben gevolgd. Dit verklaart gedeeltelijk de hoge score van Luxemburg.
In Cyprus, het Verenigd Koninkrijk en Oostenrijk is het aandeel internationale studenten rond 18 procent. In 2017 was dit in Nederland iets meer dan 11 procent. De meeste internationale studenten in de Europese Unie komen uit Europa zelf. Uitzonderingen zijn Spanje (veel Zuid-Amerikaanse studenten), Portugal (Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse studenten), Frankrijk (Afrikaanse studenten) en het Verenigd Koninkrijk en Finland (Aziatische studenten).
In Nederland vooral studenten uit de EU
In Nederland studeerden in 2017 ruim 81 duizend internationale studenten, 11,6 procent van alle studenten in het hoger onderwijs. Hiervan hadden 12,5 duizend studenten (15,4 procent) de Nederlandse nationaliteit en hun vooropleiding in een ander land gedaan.
Drie kwart van de internationale studenten in Nederland kwam uit de Europese Unie, van wie de meeste uit Duitsland. Van buiten de Europese Unie kwamen relatief veel Chinezen in Nederland studeren. Twee derde van de internationale studenten in ons land kwam voor een bachelorstudie. Van de Duitse studenten was dat 80 procent.
Studiepunten in het buitenland
Het is ook mogelijk om een deel van de studie in een ander land te volgen. Bij deze zogeheten studiepuntmobiliteit gaan studenten voor minimaal drie maanden of vijftien studiepunten studeren in het buitenland. Het Europese ERASMUS-programma biedt bijvoorbeeld deze mogelijkheid.
Een kwart van de in 2016/’17 afgestudeerde hbo’ers en wo’ers in Nederland (bijna 37 duizend studenten) is studiepuntmobiel geweest. Hiermee heeft Nederland de EU-doelstelling van 20 procent studiepuntmobiele studenten gehaald. Studenten horeca, vreemde talen en toerisme en vrijetijdsbesteding brachten het vaakst een deel van hun opleiding in het buitenland door.