Gezondheidszorg
Nederland behoort tot de landen met de hoogste zorguitgaven in relatie tot het bruto binnenlands product. De uitgaven aan gezondheidszorg zijn niet alleen hoog, maar nemen ook bijna elk jaar toe. Economische groei, technologische ontwikkeling, bevolkingsgroei en vergrijzing zijn belangrijke factoren voor de groei van de uitgaven aan gezondheidszorg op lange termijn.
In Nederland werd in 2016 10,3 procent van het bruto binnenlands product uitgegeven aan gezondheidszorg. Dat is meer dan gemiddeld in de Europese Unie (9,9 procent). In Frankrijk en Duitsland zijn deze uitgaven hoger dan 11 procent. Het laagst, minder dan 7 procent van het bbp, zijn deze uitgaven in de Baltische landen, Polen, Roemenië en Luxemburg.
Veel uitgaven aan langdurige zorg
De hoge Nederlandse uitgaven komen vooral door relatief hoge uitgaven aan langdurige zorg (2,7 procent van het bbp, dat is wel exclusief begeleiding en huishoudelijke hulp, zodat met andere landen kan worden vergeleken). Alleen in Denemarken en Zweden zijn deze uitgaven nog hoger. Relatief hoog zijn in Nederland ook de uitgaven voor preventie. De uitgaven aan genees- en hulpmiddelen zijn in Nederland juist erg laag, 1,2 procent van het bbp tegen 1,8 procent gemiddeld in de landen van de Europese Unie.
Weinig buitenlandse artsen
Hoewel een artsendiploma uit een EU-land in de hele Europese Unie geldig is, zijn – anders dan in sommige andere EU-landen – buitenlandse artsen een zeldzaamheid in ons land. Iets meer dan 2 procent van de artsen in Nederland heeft een buitenlands diploma. In Frankrijk, België en Duitsland is dat meer dan 10 procent, in het Verenigd Koninkrijk zelfs bijna 30 procent. Nederland telde in 2016 ruim 60 duizend artsen. Dat komt neer op één arts op 282 inwoners.
Efficiënte klinische hart- en vaatzorg
De Nederlandse zorguitgaven zijn afgeremd door de wijze waarop de gezondheidszorg wordt verleend. In Nederland is de gemiddelde opnameduur in een ziekenhuis voor bijvoorbeeld een behandeling bij hart- en vaatziekten tussen 2004 en 2016 afgenomen van 8 dagen naar 5,5 dagen. Als een lager aantal ligdagen een indicator is voor efficiënter georganiseerde zorg, dan is de klinische hart- en vaatzorg in ons land efficiënter geregeld dan in andere landen. In Frankrijk liggen hartpatiënten, al jaren, bijna 7 dagen in het ziekenhuis, in België is dat 8 dagen, in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk langer dan 9 dagen.
Bronnen
Eurostat – Uitgaven gezondheidszorg
Eurostat – Uitgaven naar type zorg