Foto omschrijving: Amsterdam, Manifestatie op het museumplein tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Sociaal veilig leven

Zijn er meer mannen of juist meer vrouwen slachtoffer van mishandeling? En van bedreiging of seksueel geweld? Hoe vaak gaat het om huiselijk geweld? Wie heeft vaker te maken met ongewenst gedrag op het werk? Voelen vrouwen zich net zo veilig als mannen, ook in hun buurt en ’s avonds alleen in hun eigen huis? Dit hoofdstuk gaat in op slachtofferschap van geweld en de veiligheidsbeleving van mannen en vrouwen.

6.1Neemt geweld tegen vrouwen af?

Vrouwen wat minder vaak slachtoffer van geweld dan mannen

In 2021 gaven volgens de Veiligheidsmonitor (zie Bronnen) bijna 366 duizend vrouwen van 15 jaar of ouder aan in de voorgaande twaalf maanden slachtoffer te zijn geweest van een of meer geweldsdelicten. Dat zijn er wat minder dan het aantal mannen dat slachtoffer werd (388 duizend). Onder geweldsdelicten vallen mishandeling, bedreiging en seksueel geweld.

Sinds 2012 is het slachtofferschap van geweld bij zowel vrouwen als mannen afgenomen. Bij mannen is de daling het sterkst: waar in 2012 nog 8 procent slachtoffer werd van een geweldsdelict ligt dit percentage in 2021 op 5 procent. Bij vrouwen is de daling tot 2019 minder sterk dan bij mannen, van 6 naar 5 procent. Tussen 2019 en 2021 is het aandeel vrouwen dat slachtoffer werd van een geweldsdelict licht gestegen (0,4 procentpunt).

Van de verschillende soorten geweldsdelicten komt bedreiging bij zowel vrouwen als mannen het meest voor, maar mannen zijn vaker slachtoffer dan vrouwen (5 tegen 3 procent in 2021). Mannen zijn ook vaker dan vrouwen slachtoffer van mishandeling (zie m/v-stat). Vrouwen zijn juist vaker slachtoffer van een seksueel delict: 2 procent (142 duizend vrouwen) in 2021, tegen 0,3 procent van de mannen (21 duizend). Bij seksuele delicten gaat het voornamelijk om het maken van seksueel kwetsende opmerkingen (intimidatie) of het ongewenst aanraken en zoenen (fysiek geweld) (CBS, 2020a).

6.1.1 Slachtoffers geweld1) (% van 15 jaar of ouder)
vrouwen mannen
2012 5,8 8,1
2013 5,4 7,4
2014 5,5 6,8
2015 5,1 6,7
2016 5,5 7,1
2017 5,0 6,4
2018 . .
2019 4,6 6,0
2020 . .
2021 5,0 5,4
1)De Veiligheidsmonitor is sinds 2017 een tweejaarlijkse enquête. In 2021 is de onderzoeksopzet gewijzigd. Cijfers over 2012-2019 zijn met omrekenfactoren vergelijkbaar gemaakt met 2021-cijfers.

Meer vrouwen slachtoffer van seksuele intimidatie

In 2020 gaf 11 procent van de vrouwen van 16 jaar of ouder aan in de afgelopen twaalf maanden weleens op een seksuele manier geïntimideerd te zijn (bijna 760 duizend vrouwen). Onder mannen ligt dit aandeel lager, op 3 procent (CBS, 2020a). Bij seksuele intimidatie is er geen sprake van lichamelijk contact met de pleger, maar is de pleger wel fysiek aanwezig. In de meeste gevallen werden vrouwen slachtoffer van seksueel kwetsende opmerkingen of grapjes of werden vrouwelijke slachtoffers aangestaard met een wellustige blik (beide 6 procent). Onder jonge vrouwen is het aandeel slachtoffers van seksuele intimidatie het grootst. Bij 16- tot 18-jarige vrouwen was het 22 procent in 2020, bij 18- tot 24-jarigen 33 procent.

Aandeel geweldsslachtoffers het laagst onder oudere vrouwen

Slachtofferschap van geweld hangt samen met leeftijd. Bij mensen van 65 jaar of ouder is het percentage dat te maken krijgt met een geweldsdelict het laagst (zie m/v-stat). In deze leeftijdsgroep krijgen mannen met 2 procent vaker met geweld te maken dan vrouwen (1,5 procent). Dat komt neer op ruim 38 duizend mannen en bijna 28 duizend vrouwen. Het hoogst is het percentage slachtoffers onder 15- tot 25‑jarigen. In die leeftijdsgroep zijn juist vrouwen vaker slachtoffer dan mannen (11 tegen 8 procent).

Migranten zijn in 2021 het minst vaak slachtoffer geworden van een geweldsdelict (4 procent). Bij de tweede generatie (in Nederland geboren met één of twee in het buitenland geboren ouders) is het aandeel slachtoffers van geweldsdelicten het hoogst (6 procent). Tot de tweede generatie behoren relatief veel jongeren. Mensen met een Nederlandse herkomst nemen met 5 procent geweldsslachtoffers een tussenpositie in. Binnen de herkomstgroepen is er geen verschil tussen mannen en vrouwen.

Helft geweld tegen vrouwen door bekende

Bij de helft van alle geweldsdelicten tegen vrouwen is de dader een bekende van het slachtoffer. Bij mannelijke slachtoffers is dat met 36 procent minder vaak het geval. Het aandeel misdrijven met een bekende als dader verschilt per soort geweldsdelict. Bij mishandeling van vrouwen is de dader in bijna 7 op de 10 gevallen een bekende, bij seksuele delicten in ruim 4 op de 10 gevallen en bij bedreiging is de dader in de helft van de gevallen een bekende van de vrouw. Bij zowel vrouwen als mannen is de dader meestal een buurtgenoot. Een vergelijkbaar deel van de slachtoffers zegt dat een andere, niet nader genoemde bekende de dader is, vrouwen vaker dan mannen.

6.1.2 Dader1) geweldsdelict, 2021 (% van slachtoffers ≥ 15 jaar)
Vrouwen Mannen
Dader bekend 50 36,2
Buurtgenoot 16,3 16,6
Iemand van
werk/studie
5,7 3,2
Ex-partner 5,2 1
Familielid 2,2 1,6
Partner 1,3 0,2
Andere bekende 20,7 14,1
. .
Dader onbekend 50 63,8
1)Meerdere antwoorden mogelijk.

Geweldsdelicten gebeuren het vaakst op straat

Zowel mannen als vrouwen worden het vaakst op straat geconfronteerd met geweld. Bij 36 procent van de vrouwen van 15 jaar of ouder die slachtoffer werden van een geweldsdelict vond het delict op straat plaats. Bij mannen is dat bijna de helft (48 procent). Waar mannen vaker slachtoffer zijn van geweld op straat, zijn vrouwen vaker slachtoffer bij iemand anders thuis, op het werk of op school. Slachtofferschap van geweld thuis en op andere openbare plekken zoals een uitgaansgelegenheid of in een winkel, komt bij mannen en vrouwen vrijwel even vaak voor.

6.1.3 Locatie1) geweldsdelict, 2021 (% van slachtoffers ≥ 15 jaar)
Vrouwen Mannen
Op straat 36 47,8
Thuis 18 17,2
Op het werk / school 17,8 12,5
Op een andere openbare plek 17,6 15,8
Bij iemand anders thuis 6,7 1,9
Anders 6,7 7,1
1)Meerdere antwoorden mogelijk.

Mishandeling bij vrouwen vaker dan bij mannen in de thuissituatie

Niet alle soorten geweldsdelicten komen bij mannen en vrouwen even vaak voor in de thuissituatie. Terwijl een vergelijkbaar aandeel vrouwen en mannen thuis bedreigd werd, is het aandeel dat thuis mishandeld werd groter bij vrouwen dan bij mannen, namelijk 27 tegen 17 procent. Vrouwelijke slachtoffers van mishandeling in de thuissituatie geven dan ook relatief vaak aan dat de dader iemand uit de huiselijke kring (een (ex-)partner, een familielid) of een buurtgenoot is.

Vrouwen vaker slachtoffer van huiselijk geweld

In de Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Geweld (CBS, 2020a) geven vrouwen vaker dan mannen aan dat zij in de twaalf maanden voor het onderzoek slachtoffer zijn geweest van een of meerdere vormen van huiselijk geweld: 9 procent van de vrouwen en 7 procent van de mannen. Het gaat daarbij om fysiek of seksueel geweld of dwingende controle in huiselijke kring, of om stalking door een ex-partner. Huiselijk geweld wordt het vaakst door een partner of ex-partner gepleegd.

Vrouwen vaker te maken met ongewenst gedrag op het werk

Vrouwelijke werknemers melden vaker dan mannelijke werknemers dat ze op het werk te maken hebben met ongewenst gedrag door bijvoorbeeld klanten, patiënten, leerlingen of passagiers en dergelijke. Dat blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van TNO en CBS (2022). Het verschil is vooral groot bij ongewenste seksuele aandacht. Vrouwen hebben hier met 10,6 procent in 2021 bijna 6 keer zo vaak last van als mannen. Bovendien zijn meer vrouwelijke dan mannelijke werknemers slachtoffer van intimidatie (23,1 tegen 13,9 procent), lichamelijk geweld (7,7 tegen 3,4 procent) en pesten (6,8 tegen 5,2 procent). Dit hangt ermee samen dat vrouwen vaker werken in beroepen met veel externe contacten, zoals verzorgenden, verpleegkundigen, apothekersassistenten, maatschappelijk werkers en artsen (zie ook Pleijers, 2020; CBS, 2019). Ook vrouwelijke zelfstandig ondernemers melden in 2021 vaker dan mannen last te hebben van ongewenste seksuele aandacht en intimidatie, terwijl mannelijke ondernemers iets vaker last hebben van lichamelijk geweld en pestgedrag (zie ook StatLine).

Intimidatie, lichamelijk geweld en pestgedrag door leidinggevenden en/of collega’s komen bij mannelijke werknemers wat meer voor dan bij vrouwelijke werknemers. Het aandeel dat ongewenste seksuele aandacht rapporteert, is echter ook hier bij vrouwen beduidend groter dan bij mannen.

6.1.4 Ongewenst gedrag op het werk, 2021 (% werknemers 15-74 jaar)
Vrouwen Mannen
Door klant . .
Ongewenste
seksuele aandacht
10,6 1,8
Intimidatie 23,1 13,9
Lichamelijk
geweld
7,7 3,4
Pesten 6,8 5,2
Door leiding of collega . .
Ongewenste
seksuele aandacht
3,4 1
Intimidatie 8,6 9
Lichamelijk
geweld
0,4 0,7
Pesten 6,7 7,2
Bron: CBS, TNO (NEA)

Minder vaak ongewenst gedrag op het werk in 2021

Het aandeel werknemers dat last heeft van ongewenst gedrag op het werk is in 2021 lager dan in 2019. Deze afname was bij vrouwen sterker dan bij mannen. Zo meldde in 2019 nog 29 procent van de vrouwen dat zij last hadden van intimidatie door externen, tegenover 23 procent in 2021. Intimidatie door leiding en collega’s werd in 2019 door 13 procent van de vrouwen gemeld, tegenover 9 procent in 2021. Ook ongewenste seksuele aandacht, lichamelijk geweld en pesten, door zowel externen als leiding of collega’s, werden in 2021 door een iets kleinere groep vrouwen gemeld dan in 2019. Na 2019 is de mate waarin vrouwen en mannen thuiswerken toegenomen (CBS, 2020b) en komen werknemers minder frequent in direct contact met externen, leiding of collega’s.

Vrouwen vaker online gestalkt dan mannen, bij online pesten geen verschil

Vrouwen hebben vaker met online stalking te maken dan mannen. Vooral jongere vrouwen (beneden de 45 jaar) worden vaker gestalkt dan mannen van die leeftijd. In 2021 werden bijna 42 duizend jonge vrouwen en 19 duizend jonge mannen gestalkt. Vrouwen en mannen worden ongeveer even vaak online gepest: allebei circa 1 procent in de afgelopen twaalf maanden (Kloosterman en Akkermans, 2022).

Van de vrouwelijke slachtoffers van pesten gaf bijna twee derde (62 procent) in 2021 aan emotionele of psychische problemen te hebben (gehad) als gevolg van de pesterijen, tegen ruim de helft (53 procent) van de mannen. Ook bij stalken is de emotionele of psychische impact op vrouwen groter dan op mannen (48 tegen 38 procent).

Meeste verdachten van geweldsmisdrijven zijn mannen

In 2021 werden ruim 34 duizend personen verdacht van een geweldsmisdrijf (zie StatLine). Een persoon wordt door de politie als verdachte van een misdrijf geregistreerd als er een redelijk vermoeden van schuld aan het misdrijf bestaat. Onder geweldsmisdrijven vallen mishandeling (meest voorkomend), bedreiging en stalking, en seksuele misdrijven (minst voorkomend). Veel meer mannen dan vrouwen waren verdachte van een geweldsmisdrijf: 88 procent was een man en 12 procent een vrouw. Bij mishandeling was 13 procent van de verdachten een vrouw, bij bedreiging en stalking was dat 9 procent en bij seksuele misdrijven 3 procent.

Bijna 6 op de 10 vermoorde vrouwen door (ex-)partner omgebracht

In 2021 kwamen 38 vrouwen en 88 mannen om door moord of doodslag (zie StatLine). In de periode 2017–2021 was bij bijna 6 op de 10 vermoorde vrouwen de vermoedelijke dader de partner of ex-partner (CBS, 2022a). Huiselijke omstandigheden, zoals een echtelijke ruzie, zijn het meest voorkomende motief om vrouwen van het leven te beroven (CBS, 2021). In bijna 2 op de 10 gevallen was de vermoedelijke dader een ouder of een ander familielid. De vermoorde vrouwen werden veelal in hun eigen woning met een steekwapen, door wurging of door ander fysiek geweld omgebracht (CBS, 2022a).

Bij mannen was de vermoedelijke dader in de periode 2017–2021 het vaakst een kennis of vriend (30 procent). In 17 procent van de gevallen was de dader onbekend. Bij 14 procent ging het om een afrekening in het criminele circuit en bij 5 procent was de dader de partner of ex-partner. Drie kwart van de mannen werd omgebracht met een steek- of vuurwapen.

Het aantal gevallen van moord en doodslag is sinds het begin van deze eeuw gehalveerd. Bij mannen was de afname sterker dan bij vrouwen. Sinds 2018 is het aantal slachtoffers van moord of doodslag stabiel, maar in 2021 werden meer mannen vermoord ten opzichte van 2020 (88 tegenover 77). Het aantal vrouwelijke slachtoffers was juist wat lager (38 tegenover 44).

6.2Hoe veilig voelen vrouwen zich?

Vrouwen voelen zich vaker onveilig dan mannen, ook in de eigen buurt

Een derde van de Nederlanders van 15 jaar of ouder gaf in 2021 aan zich weleens onveilig te voelen, zo blijkt uit de Veiligheidsmonitor (CBS, 2022b). Dit aandeel is tussen 2012 en 2021 afgenomen. Vrouwen voelen zich duidelijk vaker weleens onveilig dan mannen, met 42 tegen 24 procent. Dit zijn respectievelijk bijna 3,1 miljoen vrouwen en 1,7 miljoen mannen. Dit man-vrouw-verschil geldt voor alle leeftijdsgroepen (zie m/v-stat). De onveiligheids­gevoelens zijn het grootst onder jonge vrouwen. Van de 15- tot 25‑jarige vrouwen voelt 59 procent zich weleens onveilig, van de 25- tot 45‑jarigen is dit 48 procent.

6.2.1 Onveiligheidsgevoelens1) (% weleens (van 15 jaar of ouder))
Onveilig algemeen - vrouwen Onveilig in de buurt - vrouwen Onveilig algemeen - mannen Onveilig in de buurt - mannen
2012 46,6 21,1 29,1 12,9
2013 46,5 21,5 29,6 14,1
2014 45,8 21,2 28,6 13,3
2015 45,6 21 27,9 13,1
2016 44,3 18,9 27,2 12,1
2017 44,2 19,1 26,1 11,9
2018 . . . .
2019 41,8 16,9 23,9 10,4
2020 . . . .
2021 41,9 16,8 24 11
1)De Veiligheidsmonitor is sinds 2017 een tweejaarlijkse enquête. In 2021 is de onderzoeksopzet gewijzigd. Cijfers over 2012-2019 zijn met omrekenfactoren vergelijkbaar gemaakt met 2021-cijfers.

Vrouwen zeggen vaker dan mannen zich weleens onveilig te voelen in de eigen buurt: 17 tegen 11 procent. Ook het percentage dat zich ’s avonds op straat in de eigen buurt en ’s avonds alleen thuis vaak onveilig voelt is groter bij vrouwen dan bij mannen.

Vrouwen iets vaker bang slachtoffer te worden van criminaliteit

Bijna 3 procent van de vrouwen en 2 procent van de mannen is vaak bang om slachtoffer te worden van criminaliteit in de eigen buurt. Het percentage dat denkt dat de kans (heel) groot is om slachtoffer te worden van mishandeling of van beroving op straat verschilt niet tussen vrouwen en mannen. Vrouwen denken wel vaker dan mannen dat de kans (heel) groot is om slachtoffer te worden van woninginbraak, zakkenrollerij en oplichting via internet (zie m/v-stat). Bij zowel mannen als vrouwen zijn het vooral 65‑plussers die de kans om slachtoffer te worden van oplichting via internet (heel) groot vinden (20 procent).

Vrouwen vertonen vaker vermijdingsgedrag

Meer vrouwen dan mannen doen ’s avonds uit veiligheidsoverwegingen vaak de deur niet open (11 tegen 4 procent). Het zijn vooral vrouwen van 15 tot 25 jaar en van 65 jaar of ouder die ’s avonds de deur vaak niet open doen (zie m/v-stat), respectievelijk gaat het om 274 en 104 duizend vrouwen. Ruim 4 procent van de vrouwen rijdt of loopt vaak om in de eigen buurt om bepaalde plekken te vermijden, tegen minder dan 2 procent van de mannen.

6.2.2 Vermijdingsgedrag, 2021 (% vaak (van 15 jaar of ouder))
Vrouwen Mannen
's Avonds de deur niet open doen 10,8 4,4
Omrijden of omlopen om
bepaalde plekken te vermijden
3,9 1,5

Vrouwen zeggen vaker respectloos behandeld te worden dan mannen

Van de vrouwen zegt 7 procent weleens respectloos behandeld te worden door bekenden zoals de partner, familieleden of vrienden. Van de mannen geeft 5 procent dit aan. Het gaat dan om gedrag dat naar eigen inschatting de grenzen van goed fatsoen overschrijdt. Vrouwen zeggen ook vaker dan mannen weleens respectloos te worden behandeld door onbekenden op straat, door onbekenden in het openbaar vervoer en door personeel van winkels en bedrijven. Mannen, daarentegen, zeggen iets vaker dan vrouwen weleens respectloos behandeld te worden door personeel van overheidsinstanties.

6.2.3 Respectloze behandeling en discriminatie, 2021 (% weleens (van 15 jaar of ouder))
Vrouwen Mannen
Respectloze
behandeling
door:
. .
Onbekenden
op straat
16,4 12,7
Onbekenden in
openbaar vervoer
9,8 8
Personeel van
winkels/bedrijven
10,2 8,3
Personeel van
overheidsinstanties
7,1 7,9
Bekenden 7,2 5,3
Gediscrimineerd gevoeld 11,8 10,6

Twee op de drie jonge vrouwen lastiggevallen op straat

Van de vrouwen van 12 tot 25 jaar zegt 67 procent in 2021 het afgelopen jaar weleens te zijn lastiggevallen op straat. Ze zijn nagefloten of nageroepen, en soms ook achternagelopen. Nafluiten ervaren vrouwen als minst bedreigend, achternalopen als meest bedreigend. Mannen hebben met 34 procent minder dan vrouwen te maken met straatintimidatie (Reep, Akkermans en Kloosterman, 2022).

Vrouwen voelen zich iets vaker gediscrimineerd dan mannen

Met 12 tegen 11 procent geven vrouwen iets vaker dan mannen aan zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd te hebben gevoeld (Akkermans en Kloosterman, 2022). Vooral vrouwen jonger dan 45 jaar ervaren vaak discriminatie. De meest genoemde discriminatiegrond voor zowel vrouwen als mannen is ras of huidskleur. Discriminatie op grond van geslacht of leeftijd wordt door vrouwen vaker genoemd dan door mannen.

Als het gaat om de manier van discriminatie geven beide seksen het vaakst aan dat de discriminatie zich uit in ongelijke behandeling, benadeeld worden of het voortrekken van bepaalde groepen. Vrouwen krijgen vaker dan mannen te maken met discriminerende opmerkingen of roddels, en minder dan mannen met bedreiging, geweld, agressief gedrag, vernielingen of beschadigingen van eigendommen.

Vrouwen ervaren gedrag iets sneller als seksueel grensoverschrijdend

Seksuele omgangsvormen zijn in de afgelopen jaren in toenemende mate onderwerp van maatschappelijk debat. Het aandeel vrouwen dat vindt dat de samenleving te lang heeft weggekeken van seksuele intimidatie van vrouwen is ten opzichte van 2020 gestegen, zo blijkt uit het onderzoek Emancipatieopinies (zie Bronnen). In 2022 waren bijna 8 van de 10 vrouwen het met deze stelling eens, tegenover 7 van de 10 in 2020. Bij mannen was het aandeel in beide jaren met ongeveer 65 procent kleiner dan bij vrouwen. Over het algemeen zijn er voor vrouwen en mannen duidelijke grenzen in seksuele omgang: slechts weinigen vinden dat de man op seksueel gebied initiatief hoort te nemen. De ruime meerderheid vindt ‘nee is nee’ en is het eens met de stelling dat het goed is dat vrouwen het niet pikken als mannen ongevraagde seksuele opmerkingen maken. Vrouwen vinden dat echter wel vaker dan mannen.

Minder eenduidig is het antwoord op de vraag of mannen hun seksuele zin vaak doordrijven en of het voor mannen tegenwoordig niet meer te begrijpen is wat er wel en niet mag in de omgang met vrouwen. Onder zowel mannen als vrouwen zijn 4 tot 5 van de 10 het hiermee eens. Dat geldt ook voor de stelling dat een vrouw die zich uitdagend kleedt seksuele opmerkingen kan verwachten en dat een mannelijke leidinggevende best wel eens zijn hand op de schouder van een vrouwelijke medewerker mag leggen. Een minderheid denkt dat melden van seksueel overschrijdend gedrag nadelig is voor je werk. Wel vinden mannen dat vaker dan vrouwen. Bijna 4 van de 10 mannen zijn van mening dat vrouwen gedrag van mannen te snel opvatten als seksuele intimidatie. Daarmee zijn minder vrouwen het eens (3 van de 10).

6.2.4Opvattingen over seksuele omgangsvormen en seksuele intimidatie onder bevolking van 16 jaar of ouder, 2022
  Vrouw Man
% (helemaal) eens
Als een vrouw ‘nee’ zegt tegen seksuele toenadering, bedoelt ze ook ‘nee’ 95 90
Het is goed dat vrouwen het niet pikken als mannen ongevraagd seksuele opmerkingen maken 87 84
De samenleving heeft te lang weggekeken van de seksuele intimidatie van vrouwen 78 66
Jongens en mannen drijven vaak hun zin door in seksuele relaties 44 46
Het is voor mannen tegenwoordig niet te begrijpen wat wel en niet mag in de omgang met vrouwen 40 40
Vrouwen vatten gedrag van mannen te snel op als seksuele intimidatie 30 37
Als een man op straat naar een vrouw fluit is dat voor haar een compliment 17 18
Op seksueel gebied hoort een man het initiatief te nemen 5 4
Het melden van seksueel grensoverschrijdend gedrag is nadelig voor je baan 31 35
Een vrouw die zich uitdagend kleedt, kan seksuele opmerkingen verwachten 38 40
Een mannelijke leidinggevende mag best wel eens zijn hand op de schouder van een vrouwelijke medewerker leggen 40 37

Significante verschillen tussen vrouwen en mannen (p<0,05) zijn vetgedrukt.

Vrouwen en mannen hebben andere opvattingen over huiselijk geweld

De meningen van vrouwen en mannen over huiselijk geweld wijken meer van elkaar af dan die over seksuele omgangsvormen en seksuele intimidatie. Meer mannen (8 procent) dan vrouwen (3 procent) vinden dat mensen die zeggen mishandeld te zijn door hun partner of ex-partner vaak overdrijven. Daarnaast is 11 procent van de mannen van mening dat de politie zich terughoudend op moet stellen bij geweld in de privésfeer, tegenover 6 procent van de vrouwen. De meeste vrouwen zijn van mening dat de man het huis zou moeten verlaten als hij zijn vrouw mishandelt (91 procent), en dat het beter is als het slachtoffer de relatie verbreekt als er geweld heeft plaatsgevonden (68 procent). Hier zijn minder mannen het mee eens. Ook het begrip voor een man die zijn vrouw terugslaat als zijn vrouw begint met slaan is met 34 procent groter onder mannen dan onder vrouwen (28 procent).

6.2.5Opvattingen over huiselijk geweld tegen vrouwen onder bevolking van 16 jaar of ouder, 2022
  Vrouw Man
% (helemaal) eens
Wanneer een man zijn vrouw mishandelt, zou hij het huis moeten verlaten en niet de vrouw 91 85
Het is beter als het slachtoffer meteen de relatie verbreekt als er geweld in de relatie heeft plaatsgevonden 68 63
Het is begrijpelijk dat een man terugslaat als zijn vrouw begint met slaan 28 34
Bij mishandeling van vrouwen geldt: waar twee vechten hebben twee schuld 6 13
Bij geweld in de privésfeer moet de politie zich terughoudend opstellen 6 11
Mensen die zeggen mishandeld te zijn door hun (ex-)partner overdrijven vaak 3 8

Significante verschillen tussen vrouwen en mannen (p<0,05) zijn vetgedrukt.

6.3In het kort

Geweld tegen vrouwen neemt af

Het percentage vrouwen dat slachtoffer werd van geweld was in 2021 kleiner dan negen jaar eerder, al nam het licht toe vergeleken met 2019. Bij de mannen is het percentage geweldsslachtoffers meer afgenomen en daalde dit verder na 2019. Mannen zijn vaker slachtoffer van bedreiging en mishandeling, vrouwen vaker van seksueel geweld. In 2021 kwamen 38 vrouwen door geweld om het leven. In bijna 6 op de 10 gevallen was de vermoedelijke dader de partner of ex-partner. Als het gaat om online criminaliteit hebben vrouwen vooral vaker met stalking te maken dan mannen.

Vrouwen voelen zich minder veilig dan mannen

Vrouwen voelen zich over het algemeen onveiliger dan mannen, ook in de eigen omgeving, zoals in de buurt en in het eigen huis als ze ’s avonds alleen zijn. Vrouwen zeggen vaker dan mannen dat ze weleens respectloos worden behandeld door bekenden, door onbekenden op straat, door onbekenden in het openbaar vervoer, en door personeel van winkels en bedrijven. Een ruime meerderheid van de Nederlanders keurt seksueel grensoverschrijdend gedrag tegen vrouwen af; voor vrouwen is de grens eerder bereikt dan voor mannen.

6.4Literatuur

Open literatuurlijst

Literatuur

Akkermans, M. en R. Kloosterman (2022). Gediscrimineerd gevoeld? Statistische trends, 4 juli.

CBS (2020a). Prevalentiemonitor huiselijk geweld en seksueel geweld.

CBS (2020b). ICT’ers werken het vaakst vanuit huis tijdens coronacrisis. CBS-nieuwsbericht, 12 augustus.

CBS (2021). Minder moorden in 2020, wel meer jongeren vermoord. CBS-nieuwsbericht, 27 september.

CBS (2022a). Meer mannen vermoord in 2021. CBS-nieuwsbericht, 28 september.

CBS (2022b). Veiligheidsmonitor 2021.

Kloosterman, R, en M. Akkermans (2022). Pesten. Statistische trends, 12 juli.

Pleijers, A. (2020). Psychisch belastend werk naar beroep. Statistische trends, 30 juni.

Reep, C., M.Akkermans en R.Kloosterman (2022). Straatintimidatie van jongeren. Statistische trends, 2 februari.

TNO/CBS (2022). Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2021 in Vogelvlucht. Leiden/Heerlen: TNO/CBS.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016–2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/’17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/’05-2016/’17 oogstjaar enz., 2004/’05 tot en met 2016/’17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Sebastian Alejandro Perez

Marion van den Brakel

Elianne Derksen

Kim Knoops

Jannes Kromhout

Hendrika Lautenbach

Lucille Mattijssen

Noortje Pouwels – Urlings

Saskia te Riele

Maartje Tummers – van der Aa

Laura Wielenga – van der Pijl

(Eind)redactie

Marion van den Brakel

Saskia te Riele