Samenvatting
In 2019 werd door de veestapel minder stikstof en fosfaat uitgescheiden via de mest dan in het voorgaande jaar. De excretie van stikstof daalde van 503,5 miljoen kilogram in 2018 tot 489,7 miljoen kilogram in 2019. De excretie van fosfaat daalde van 162,0 naar 155,5 miljoen kilogram. Voor het tweede achtereenvolgende jaar lag de excretie van stikstof en fosfaat onder de door de Europese Unie vastgestelde productieplafonds van 504,4 miljoen kilogram stikstof en 172,9 miljoen kilogram fosfaat. De daling van de stikstof- en fosfaatexcretie hangt samen met lagere aantallen runderen, varkens en kippen en lagere gehalten aan stikstof en fosfor van ruwvoer en krachtvoer.
Rundvee | Varkens | Pluimvee | Overig vee | |
---|---|---|---|---|
1990 | 451,8 | 149,7 | 64,9 | 24,7 |
2000 | 339,2 | 120,6 | 62,6 | 26,6 |
2010 | 298,5 | 105,5 | 64,5 | 21,2 |
2015 | 315,7 | 99,3 | 62,0 | 20,5 |
2018 | 327,4 | 96,8 | 56,7 | 22,7 |
2019 | 315,7 | 93,7 | 56,0 | 24,3 |
Rundvee | Varkens | Pluimvee | Overig vee | |
---|---|---|---|---|
1990 | 120,8 | 69 | 33 | 6,2 |
2000 | 102,1 | 48,2 | 32,1 | 8,5 |
2010 | 96,2 | 45,5 | 29,1 | 8,1 |
2015 | 103,6 | 40,1 | 28,3 | 8 |
2018 | 90,7 | 37,7 | 25,9 | 7,7 |
2019 | 85,7 | 36,8 | 25,1 | 7,9 |
Rundvee
Het aantal runderen in de melkveehouderij daalde in 2019 met bijna 100 duizend stuks ten opzichte van 2018. Voor het grootste deel betrof dit vrouwelijk jongvee. De stikstof- en fosfaatgehalten van het verbruikte voer lagen in 2019 gemiddeld lager dan in 2018. In de melkveehouderij daalde de stikstofexcretie vergeleken met 2018 per saldo met 10,2 miljoen kilogram tot 279,7 miljoen kilogram en de fosfaatexcretie daalde met 3,2 miljoen kilogram tot 75,5 miljoen kilogram.
De stikstofexcretie van vleesrundvee bedroeg in 2019 36,0 miljoen kg, 1,5 miljoen kilogram minder dan in 2018. De fosfaatexcretie daalde eveneens, van 12,1 miljoen kilogram naar 10,2 miljoen. De dalingen hangen samen met een lagere excretie door vleeskalveren.
Varkens
In 2019 waren er een kleine 30 duizend vleesvarkens (0,5 procent) minder dan in 2018. Het aantal fokvarkens (exclusief biggen) daalde met 5,1 procent. De stikstofexcretie in de varkenssector nam hierdoor af van 96,8 miljoen kilogram in 2018 tot 93,7 miljoen kilogram in 2019. De fosfaatexcretie daalde van 37,7 naar 36,8 miljoen kilogram.
Pluimvee
De stikstof- en fosfaatexcretie van de pluimveesector daalde vergeleken met 2018 met ongeveer 1 procent tot 56,0 miljoen kilogram stikstof en 25,1 miljoen kilogram fosfaat. De daling hangt samen met de afname van het aantal leghennen en ouderdieren van vleeskuikens.
Overig vee
De stikstofexcretie van schapen, geiten, paarden, pony’s, konijnen en pelsdieren nam in 2019 per saldo toe met 1,6 miljoen kilogram stikstof tot 24,3 miljoen kilogram door toename van het aantal schapen en geiten en een afname van het aantal nertsen. De fosfaatexcretie nam licht toe van 7,7 miljoen kg fosfaat in 2018 tot 7,9 miljoen kilogram in 2019.
Landbouwtelling
Op de peildatum van de Landbouwtelling kan er sprake zijn van tijdelijke leegstand van stallen. In dat geval wordt met ingang van 2018 in de Landbouwtellingstabellen het aantal vleeskalveren, vleesvarkens, kippen en kalkoenen verhoogd waarbij gebruik is gemaakt van de opgave van het voorgaande jaar. De reden voor deze bijtellingen is dat de Landbouwtelling een structuurtelling is waarvoor een juiste bepaling van bedrijfstypen en de economische omvang van de bedrijven van belang is. Het gemiddeld aantal aanwezige dieren in een jaar wordt hierdoor echter overschat. Voor de berekening van de mestproductie is daarom uitgegaan van de dieraantallen in de Landbouwtelling zonder bijtellingen bij tijdelijke leegstand van stallen.
Vanaf het begin van de jaren negentig stelt de Werkgroep Uniformering berekening Mest- en mineralencijfers (WUM) jaarlijks standaardfactoren vast voor de mestproductie (volume) en voor de excretie van stikstof, fosfaat en kali per diercategorie. De totale excretie van deze stoffen wordt berekend door de standaardfactoren per diercategorie te vermenigvuldigen met het aantal dieren in de Landbouwtelling.
Dit rapport geeft een kort overzicht van de rekenmethodiek, de uitgangspunten en van de resultaten voor 2019 en enkele eerdere jaren.