Inleiding
Twee jaar geleden waren er bij het begin van de coronapandemie grote zorgen over de ontwikkeling van de economie en de arbeidsmarkt. De economische groei kwam in 2020 uiteindelijk uit op –3,8 procent, vrijwel eenzelfde krimp als in 2009, bij de vorige economische crisis. De krimp werd in 2021 echter al goedgemaakt, toen de economie 5,0 procent groeide. Dat is de grootste groei na 1999. Per saldo was de Nederlandse economie in 2021 dus weer groter dan in 2019. Qua omvang van de economie staat Nederland op de achttiende plaats van de wereld.
Ook voor veel arbeidsmarktcijfers geldt dat de negatieve ontwikkelingen uit 2020 gecompenseerd worden in 2021. Er zijn meer mensen aan het werk dan ooit tevoren. Vanaf het derde kwartaal van 2021 zijn er voor het eerst meer dan 11 miljoen banen. Niet eerder waren er zo veel vacatures. En doordat het aantal werklozen op het laagste aantal uitkwam in de cijferreeks vanaf 2003, nam de krapte op de arbeidsmarkt toe naar een niveau dat in een halve eeuw niet is voorgekomen. Alleen het totaal aantal gewerkte uren haalt in 2021 nog niet het niveau van 2019. Al met al lijkt de coronacrisis wat betreft de arbeidsmarkt een korte maar hevige onderbreking in een opgaande lijn.
Of die opgaande lijn blijft doorgaan is maar de vraag. Na twee onzekere jaren van pandemie vragen de omschakeling naar duurzame energie en het tekort aan woonruimte om oplossingen. Bovendien vergrijst Nederland, wat gevolgen heeft voor de beschikbaarheid van werkkrachten. Veel bedrijven kampen nu al met een gebrek aan personeel, terwijl de financiële gevolgen van de coronacrisis – belastingschulden en eventueel terug te betalen tegemoetkomingen volgens de compensatieregelingen – ook kunnen drukken op de bedrijfsresultaten. De verstoring in de toeleveringsketens, de oplopende inflatie en de gevolgen van de oorlog in Oekraïne leiden tot nog meer zorgen en onzekerheid.
| Jaar | Bbp | Gewerkte uren |
|---|---|---|
| '01 | 2,3 | 1,3 |
| '02 | 0,2 | -0,5 |
| '03 | 0,2 | -1,1 |
| '04 | 2,0 | 0,3 |
| '05 | 2,1 | -0,3 |
| '06 | 3,5 | 1,9 |
| '07 | 3,8 | 2,9 |
| '08 | 2,2 | 1,6 |
| '09 | -3,7 | -1,4 |
| '10 | 1,3 | -0,7 |
| '11 | 1,6 | 0,9 |
| '12 | -1,0 | -0,9 |
| '13 | -0,1 | -0,9 |
| '14 | 1,4 | 0,7 |
| '15 | 2,0 | 1,0 |
| '16 | 2,2 | 2,4 |
| '17 | 2,9 | 2,4 |
| '18 | 2,4 | 2,7 |
| '19 | 2,0 | 2,1 |
| '20 | -3,8 | -2,7 |
| '21 | 5,0 | 2,5 |
StatLine: Bbp en Werkgelegenheid.
Normaal gesproken wordt in dit jaarboek de meeste aandacht besteed aan het afgelopen jaar. Doordat de coronacrisis zich sneller voltrok dan andere crises, en veel cijfers over 2021 een soort spiegelbeeld vormen van die over 2020, gaat deze publicatie meer dan anders in op de ontwikkelingen in de afgelopen twee jaren.
In het eerste kwartaal van 2020, bij het begin van de coronacrisis, waren er nog positieve recordcijfers: nog nooit waren er zoveel banen in Nederland en het aantal werklozen bereikte in februari de laagste stand in de cijferreeks. De werkzame beroepsbevolking bereikte in het eerste kwartaal van 2020 een recordomvang, hoewel het aantal werkenden in februari en maart al iets terugliep.
| Jaar | Maand | Werkzame beroepsbevolking | Werkloze beroepsbevolking |
|---|---|---|---|
| 2020 | jan, 2020 | 32 | -19 |
| 2020 | feb, 2020 | 30 | -26 |
| 2020 | mrt, 2020 | -1 | -21 |
| 2020 | apr, 2020 | -147 | 18 |
| 2020 | mei, 2020 | -159 | 30 |
| 2020 | jun, 2020 | -132 | 104 |
| 2020 | jul, 2020 | -130 | 123 |
| 2020 | aug, 2020 | -120 | 124 |
| 2020 | sep, 2020 | -122 | 110 |
| 2020 | okt, 2020 | -83 | 100 |
| 2020 | nov, 2020 | -55 | 76 |
| 2020 | dec, 2020 | -51 | 67 |
| 2021 | jan, 2021 | -30 | 39 |
| 2021 | feb, 2021 | -6 | 41 |
| 2021 | mrt, 2021 | -29 | 30 |
| 2021 | apr, 2021 | -23 | 18 |
| 2021 | mei, 2021 | -17 | 10 |
| 2021 | jun, 2021 | 51 | -4 |
| 2021 | jul, 2021 | 70 | -16 |
| 2021 | aug, 2021 | 83 | -3 |
| 2021 | sep, 2021 | 111 | -10 |
| 2021 | okt, 2021 | 142 | -27 |
| 2021 | nov, 2021 | 182 | -50 |
| 2021 | dec, 2021 | 186 | -40 |
StatLine: Werkzame en werkloze beroepsbevolking
De gevolgen van de coronacrisis worden het eerst goed zichtbaar in de cijfers over het aantal openstaande vacatures per eind maart 2020: een kwart minder vacatures dan een kwartaal eerder (–68 duizend). Vanaf maart 2020 daalt het aantal mensen met betaald werk en loopt de werkloosheid op. Gemiddeld over het tweede kwartaal van 2020 zijn er 289 duizend banen minder dan in het eerste kwartaal, een afname van 2,7 procent. Het aantal werklozen stijgt in een half jaar tijd met 150 duizend.
In juni 2020 worden verschillende coronamaatregelen versoepeld. De werkzame beroepsbevolking stijgt die maand met 27 duizend. In de rest van het jaar groeit de werkzame beroepsbevolking verder, behoudens een kleine hapering in september. Ook het aantal banen herstelt in de tweede helft van 2020. In het vierde kwartaal zijn er weer 137 duizend banen meer dan in het tweede kwartaal.
Vanaf september 2020 daalt het aantal werklozen. In 2021 zet zich deze daling vrijwel ononderbroken voort. Tegelijkertijd groeit de werkzame beroepsbevolking. In het tweede kwartaal van 2021 zijn er al weer vrijwel net zoveel banen als in het eerste kwartaal van 2020. En vanaf juni 2021 zijn er meer mensen aan het werk dan direct voor het begin van de coronacrisis. Aan het einde van het jaar zijn er daardoor 186 duizend mensen meer aan het werk dan twee jaar eerder. Het aantal vacatures is dan inmiddels opgelopen tot de hoogste stand ooit gemeten, ruim 100 duizend meer dan twee jaar eerder. Er zijn dan ook 369 duizend werklozen, 40 duizend minder dan twee jaar eerder. Begin 2022 daalt het aantal werklozen verder naar de laagste stand in de reeks met maandcijfers, die loopt vanaf 2003.
| Vacatures, per eind kwartaal (dzd) | Banen kwartaalgemiddelde (dzd) | Gewerkte uren (mln uren) | ||
|---|---|---|---|---|
| 2020 | 1e kwartaal, 2020 | -68 | 48 | -10 |
| 2020 | 2e kwartaal, 2020 | -88 | -241 | -230 |
| 2020 | 3e kwartaal, 2020 | -69 | -77 | -49 |
| 2020 | 4e kwartaal, 2020 | -67 | -104 | -120 |
| 2021 | 1e kwartaal, 2021 | -41 | -100 | -69 |
| 2021 | 2e kwartaal, 2021 | 41 | 47 | -40 |
| 2021 | 3e kwartaal, 2021 | 85 | 217 | 5 |
| 2021 | 4e kwartaal, 2021 | 102 | 276 | -3 |
StatLine: Vacatures en Banen en gewerkte uren.
Bij al deze cijfers is er echter geen rekening mee gehouden dat een deel van de werkenden als gevolg van de coronamaatregelen niet volledig aan het werk was of gedwongen thuiszat. Zij hadden nog steeds werk, de werknemers kregen ook hun loon uitbetaald en de zelfstandigen hadden misschien recht op een uitkering, maar zij waren niet daadwerkelijk aan het werk. Alleen in de cijfers over het aantal gewerkte uren is hier wél rekening mee gehouden; de niet-gewerkte uren tellen dan niet mee. Het totaal aantal gewerkte uren ligt, gecorrigeerd voor seizoenseffecten, al in het eerste kwartaal van 2020 iets onder dat van het vierde kwartaal van 2019. In het tweede kwartaal komt daar nog eens een daling van ruim 6 procent bij. Deze cijfers geven een veel negatiever beeld dan de banencijfers. In 2021 loopt het aantal gewerkte uren op. Daarbij speelt een rol dat er in 2021 per saldo veel minder werknemers doorbetaald thuiszaten dan in 2020. Desondanks herstelt het totaal aantal gewerkte uren in 2021 niet helemaal van de forse teruggang in 2020. In het vierde kwartaal van 2021 werd er 0,1 procent minder uren gewerkt dan twee jaar eerder. In de meeste EU-landen werden in 2021 minder uren gewerkt dan in 2019.
Coronacrisis
Eind 2019 wordt bij de Wereldgezondheidsorganisatie voor het eerst melding gemaakt van COVID-19‑besmettingen in China. Na de corona-uitbraak in China volgt in februari Italië. De eerste besmetting in Nederland wordt op 27 februari 2020 vastgesteld. In het voorjaar van 2020 is er sprake van een eerste golf van een virusuitbraak in Nederland.
Nederland gaat over tot een zogenoemde ‘intelligente’ lockdown, waarbij onder meer een groot deel van het onderwijs, de horeca en culturele instellingen gesloten wordt. Daarnaast wordt gevraagd om zoveel mogelijk thuis te werken, tenzij het echt niet anders kan. Nadat de eerste coronagolf voorbij is, worden coronamaatregelen versoepeld. Later in 2020 en in 2021 volgen nog meer golven, waarbij afwisselend meer en minder coronamaatregelen gelden.
| 1 januari | Harde lockdown | Winkels met niet-essentiële zaken zijn gesloten, evenals scholen, contactberoepen, theaters, bioscopen, casino’s, dierenparken, pretparken, sportscholen, zwembaden, sauna’s, restaurants en cafés |
| 6 januari | Vaccinatie | Eerste vaccinatie tegen corona toegediend in Nederland |
| 23 januari | Avondklok | Het is verplicht om tussen 21.00 uur ’s avonds en 04.30 uur ’s ochtends binnen te blijven, tenzij men een geldige reden heeft om buiten te zijn |
| 8 februari | Versoepeling | Basisscholen gaan weer open; vanaf 3 maart is winkelen op afspraak mogelijk |
| 28 april | Versoepeling | De avondklok vervalt (vanaf 31 maart was de aanvangstijd al verschoven naar 22.00 uur); terrassen mogen van 12.00 tot 18.00 uur open zijn; winkels weer open (zonder afspraak) |
| 5 juni | Versoepeling | Weer normale openingstijden voor winkels; horeca open van 06.00 tot 22.00 uur; musea, bioscopen, sauna's en theaters weer open en sporten in groepsverband toegestaan |
| 26 juni | Versoepeling | Meeste coronamaatregelen vervallen, waaronder mondkapjesplicht (behalve in openbaar vervoer en voortgezet onderwijs) en thuiswerkadvies (deels naar kantoor); wel coronatoegangsbewijs |
| 10 juli | Aangescherpte maatregelen | Discotheken en nachtclubs sluiten opnieuw hun deuren; horeca sluit om middernacht |
| 13 november | Lockdown | Niet-essentiële winkels en dienstverlening sluiten om 18.00 uur, horeca en essentiële winkels (zoals supermarkten) sluiten om 20.00 uur; op 28 november gaat de sluitingstijd van de horeca en de niet-essentiële winkels naar 17.00 uur |
| 19 december | Harde lockdown | Niet-essentiële winkels sluiten; culturele instellingen en niet-medische contactberoepen dicht; horeca dicht (behalve voor bestellen en afhalen); basisscholen sluiten |
Als in maart 2020 bedrijven vanwege de coronamaatregelen van de overheid moeten sluiten, worden diverse steunmaatregelen in het leven geroepen om werkgevers en zelfstandigen gedurende de coronacrisis te ondersteunen. Een van de belangrijkste regelingen is de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW). De NOW is bedoeld om werkgevers tegemoet te komen die omzet verliezen, zodat zij hun werknemers kunnen blijven doorbetalen. Daarmee wordt beoogd faillissementen en het daarmee gepaard gaande baanverlies te voorkomen, zodat de werkloosheid niet te sterk oploopt. Voor zelfstandigen is er de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). De Tozo wordt uitgevoerd door gemeenten en voorziet zelfstandigen in een aanvullende uitkering voor levensonderhoud en een lening voor bedrijfskapitaal om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te vangen. Daarnaast is er voor bedrijven die getroffen werden door de coronamaatregelen een vastelastenregeling en kunnen bedrijven uitstel van belastingbetaling aanvragen. Tijdens de coronajaren heeft de helft van alle bedrijven met 2 of meer werkzame personen gebruikgemaakt van een of meer van deze regelingen.
Zie ook: Gebruik van steunmaatregelen corona per 31 december 2021.
De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt waren in de afgelopen jaren uitzonderlijk. Doorgaans reageert de arbeidsmarkt met enige vertraging op economische ontwikkelingen. Door de ingrijpende maatregelen waarmee de coronapandemie gepaard ging, en de steunmaatregelen, was de ontwikkeling op de arbeidsmarkt anders dan in voorgaande crises.
De conjuncturele ontwikkeling op de arbeidsmarkt verloopt meestal volgens een vast patroon. Als het economisch minder goed gaat, loopt het aantal vacatures snel terug. Uitzendkrachten en andere werknemers met een flexibel arbeidscontract verliezen als eersten hun baan. Pas later snijden bedrijven in het vaste personeelsbestand of gaan ondernemingen failliet, waardoor de werkgelegenheid afneemt.
Doordat de onderhandelingspositie van de werknemers dan onder druk komt te staan, loopt tegen die tijd ook de stijging van de cao-lonen terug. Aangezien cao’s vaak een looptijd hebben van een jaar of langer, duurt het enige tijd voordat een teruglopende economie effect heeft op deze cijfers.
Economisch gezien verkeerde Nederland in 2019 nog in een hoogconjunctuur, al was het conjunctuurbeeld volgens de Conjunctuurklok van het CBS in de loop van het jaar wel wat minder positief geworden. In het tweede kwartaal van 2020 kwam de economie in een laagconjunctuur terecht, na een hoogconjunctuur van 3,5 jaar. In juni 2020 werd een dieptepunt bereikt. Daarna trok het beeld weer aan en presteerde de economie vanaf juli 2021 weer beter dan de langetermijntrend.
StatLine: Werkloze beroepsbevolking (seizoengecorrigeerd), Vacatures (seizoengecorrigeerd) en Banen (seizoengecorrigeerd).
Seizoenseffecten
Om de kortetermijnontwikkeling van verschillende cijfers in beeld te brengen, publiceert het CBS ook maand- en kwartaalcijfers die voor seizoeninvloeden gecorrigeerd zijn. Deze cijfers houden rekening met veranderingen die zich ieder jaar opnieuw voordoen. Zo is het gebruikelijk dat het aantal werklozen in de eerste maanden van het jaar stijgt (bijvoorbeeld vanwege aflopende contracten of slechte weersomstandigheden). Ook in juli stijgt de werkloosheid doorgaans, waarna deze in augustus weer afneemt (vooral bij jongeren).
Andere voorbeelden van deze patronen zijn feest- en vakantiedagen en vakantiegeld. Door een reeks cijfers voor dergelijke patronen te schonen, kunnen maand- of kwartaalcijfers onderling vergeleken worden zonder storende seizoenseffecten.
| 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal | |
|---|---|---|---|---|
| Vacatures (dzd) | 4 | 11 | -7 | -7 |
| Werkloze beroepsbevolking (dzd) |
28 | -1 | -18 | -9 |
| Werkzame beroepsbevolking (dzd) |
-37 | 2 | 28 | 6 |
| Banen (dzd) | -75 | 39 | 43 | -6 |
| Gewerkte uren (mln uren) | 61 | -110 | -187 | 162 |
| Lonen (100 mln euro) | -35 | 81 | -49 | 3 |
In de grafiek is voor de verschillende kerncijfers over de arbeidsmarkt het gemiddelde seizoenseffect per kwartaal weergegeven. Dit gemiddelde is berekend over een zo lang mogelijke periode (19 tot 27 jaar). Duidelijk zichtbaar is dat er in het eerste kwartaal meer werklozen zijn, terwijl het aantal werkenden en het aantal banen lager is dan gemiddeld. Het totaal aantal gewerkte uren is relatief laag in het tweede en derde kwartaal, vooral omdat dan vakantiedagen opgenomen worden. De lonen zijn het hoogst in het tweede kwartaal, als aan de meeste werknemers het vakantiegeld wordt uitbetaald.
Het aantal werkdagen varieert van jaar tot jaar tussen de 254 en 257. Een extra werkdag leidt ertoe dat het totaal aantal gewerkte uren van werknemers ongeveer 0,4 procent hoger uitkomt. Hoewel het CBS wel de kwartaalcijfers corrigeert voor seizoenseffecten en het aantal werkdagen, gebeurt dat niet bij de jaarcijfers.