De publicatie De arbeidsmarkt in cijfers 2021
Deze publicatie geeft een breed overzicht van de Nederlandse arbeidsmarkt, aan de hand van de verschillende cijfers die het CBS hierover in huis heeft. Na een inleiding komen de vraag naar arbeid (hoofdstuk 2) en het aanbod van arbeid (hoofdstuk 3) aan bod.
Bij de vraagzijde van de arbeidsmarkt gaat het om vacatures en banen, op basis waarvan ook het aantal personen wordt geteld dat in Nederland werkzaam is. Aan de aanbodzijde gaat het om de personen die werken of werkloos zijn en in Nederland wonen.
Hoofdstuk 4 behandelt de arbeidsomstandigheden van werkenden, waaronder de lichamelijke en geestelijke arbeidsbelasting en het ziekteverzuim.
Aan arbeid zit ook een prijskaartje: de lonen en loonkosten (hoofdstuk 5).
Daarnaast is werk voor veel mensen de belangrijkste bron van inkomen (hoofdstuk 6).
Mensen die werkloos zijn geworden of niet meer kunnen werken, kunnen recht hebben op een uitkering. Hierover gaat hoofdstuk 7.
Dit is de zevende keer dat deze publicatie verschijnt. In de nieuwe editie staan de jaarcijfers van 2021 centraal, op basis van de gegevens zoals die begin april 2022 beschikbaar waren. Voor een aantal statistieken zijn nog geen definitieve uitkomsten vastgesteld. Dit geldt met name voor de werkgelegenheid- en looncijfers op basis van de Arbeidsrekeningen, waarvoor eind juni bijgestelde uitkomsten gepubliceerd worden. In de tabellen en grafieken zijn de voorlopige cijfers niet als zodanig gekenmerkt.
In de publicatie zijn links naar de bijbehorende StatLinetabellen opgenomen, zodat gemakkelijk meer gedetailleerde en recentere uitkomsten te vinden zijn. Met deze links worden niet altijd direct de uitkomsten over de laatste verslagperiode getoond; klik hiervoor binnen StatLine op ‘perioden’.
Actuele uitkomsten op het terrein van de arbeidsmarkt publiceert het CBS ook in het Dashboard arbeidsmarkt op de CBS-website. Op de beginpagina van het dashboard staan zes indicatoren die samen de stand van zaken op de arbeidsmarkt weergeven. Vanuit elke indicator kan vervolgens doorgeklikt worden naar achterliggende pagina’s met teksten en grafieken over meer gedetailleerde uitkomsten of verwante cijfers. Zo zit er achter ‘ontwikkeling cao-lonen’ niet alleen een pagina over dit onderwerp, maar ook pagina’s over jaarlonen, uurlonen, loonkosten, de prijs van arbeid en het minimumloon.
Nieuwe uitkomsten over de beroepsbevolking
Vanaf dit jaar publiceert het CBS cijfers over de beroepsbevolking op basis van een nieuwe meetmethode. De uitkomsten over de beroepsbevolking, zoals de werkzame beroepsbevolking en de werkloze beroepsbevolking, liggen daardoor op een hoger niveau dan die in de voorgaande edities van De arbeidsmarkt in cijfers.
Cijfers over de beroepsbevolking worden verkregen uit enquêtes bij personen of huishoudens. In Nederland is dat de Enquête beroepsbevolking (EBB). Met ingang van 2021 is een nieuwe EU-verordening van kracht die een verplichte kernvragenlijst voorschrijft, zodat alle lidstaten dezelfde enquêtevragen stellen. Daarmee worden cijfers over de beroepsbevolking van verschillende landen beter vergelijkbaar.
Volgens de nieuwe methode komt de werkzame beroepsbevolking voor Nederland in 2020 uit op 9 116 duizend personen. Dat zijn 165 duizend personen meer dan bij de oude methode (+1,8 procent). Ook het aantal werklozen komt hoger uit met de nieuwe methode: 465 duizend werklozen in plaats van 357 duizend (+108 duizend). Bijgevolg valt de omvang van de niet-beroepsbevolking 273 duizend kleiner uit. Al deze cijfers hebben betrekking op personen van 15 tot 75 jaar. Om zuivere vergelijkingen tussen de jaren voor en na de herziening mogelijk te maken, zijn de cijfers uit voorgaande jaren herberekend. Daaruit blijkt dat het niveau van de uitkomsten wijzigt, maar dat de ontwikkeling overeenkomt.
Jaar | Nieuwe reeks | Oude reeks |
---|---|---|
'03 | 7951 | 7783 |
'04 | 7926 | 7761 |
'05 | 7982 | 7818 |
'06 | 8106 | 7938 |
'07 | 8331 | 8169 |
'08 | 8523 | 8358 |
'09 | 8528 | 8361 |
'10 | 8441 | 8278 |
'11 | 8444 | 8280 |
'12 | 8496 | 8330 |
'13 | 8433 | 8266 |
'14 | 8382 | 8214 |
'15 | 8458 | 8294 |
'16 | 8570 | 8403 |
'17 | 8744 | 8579 |
'18 | 8939 | 8774 |
'19 | 9117 | 8953 |
'20 | 9116 | 8951 |
'21 | 9255 | . |
Jaar | Nieuwe reeks | Oude reeks |
---|---|---|
'03 | 500 | 395 |
'04 | 576 | 466 |
'05 | 597 | 489 |
'06 | 525 | 419 |
'07 | 466 | 355 |
'08 | 427 | 318 |
'09 | 489 | 381 |
'10 | 547 | 435 |
'11 | 544 | 434 |
'12 | 622 | 516 |
'13 | 754 | 647 |
'14 | 762 | 660 |
'15 | 724 | 614 |
'16 | 646 | 538 |
'17 | 546 | 438 |
'18 | 459 | 350 |
'19 | 423 | 314 |
'20 | 465 | 357 |
'21 | 408 | . |
StatLine: Werkzame en werkloze beroepsbevolking (nieuwe reeks) en Werkzame en werkloze beroepsbevolking (oude reeks).
Het verschil in het aantal werkenden is vrijwel volledig terug te voeren op een hogere uitkomst bij jongeren (15 tot 25 jaar). In de nieuwe vragenlijst is toegelicht dat betaalde stages en bijbaantjes meetellen als betaald werk. Vaker dan voorheen worden betaalde stages dan ook gemeld. Daarnaast is de enquête nu persoonsgebonden, terwijl voorheen respondenten werd gevraagd naar de situatie voor het hele gezin of huishouden. Nu antwoordt iedereen alleen voor zichzelf en doen ouders dat niet meer voor hun thuiswonende kinderen.
Niet-werkenden zijn op hun beurt vaker werkloos volgens de nieuwe methode; ze geven vaker aan dat ze op zoek zijn naar werk en op korte termijn (binnen twee weken) kunnen starten. Voorheen konden respondenten kiezen uit vier antwoordmogelijkheden (‘minder dan twee weken’, ‘tussen twee weken en drie maanden’, enzovoort). In die opzet kozen ze relatief vaak voor de tweede antwoordoptie, ‘tussen twee weken en drie maanden’. Nu moeten de respondenten alleen aangeven of ze binnen twee weken kunnen starten, gesteld dat zij werk zouden vinden of een eigen bedrijf zouden kunnen starten.
De overstap naar de nieuwe uitkomsten volgens de herziene EBB is bij het verschijnen van deze publicatie nog niet voltooid. Eind april 2022 is de stand van zaken:
- Alle jaarcijfers over 2021 en de uitkomsten over 2022 zijn op basis van de nieuwe methode.
- Reeksen waarbij is gecorrigeerd voor de verandering in meetmethode zijn beschikbaar als Aanvullende statistiek: arbeidsdeelname 2013-2021 en in de StatLinetabel Arbeidsdeelname en werkloosheid (reeksen vanaf 2003).
- Van de meeste andere StatLinetabellen zijn de uitkomsten over 2021 (nieuwe methode) niet zonder meer vergelijkbaar met de voorgaande verslagperiodes (oude methode). Het is de bedoeling dat later meer gecorrigeerde uitkomsten over de voorgaande jaren gepubliceerd worden.
- In enkele StatLinetabellen staan als meest recente uitkomsten de cijfers over de eerste twee kwartalen van 2021; die cijfers zijn nog volgens de oude methode.
Voor de EBB-uitkomsten in De arbeidsmarkt in cijfers 2021 geldt dat uitsluitend de gecorrigeerde cijferreeksen zijn opgenomen – die dus geen breuk vertonen – tenzij anders staat vermeld. Doordat nog niet alle nieuwe uitkomsten beschikbaar zijn, ontbreken in deze publicatie een aantal uitkomsten en grafieken die in eerdere edities wel werden gepubliceerd.
Zie ook: CBS draagt bij aan harmonisatie Europees onderzoek naar beroepsbevolking, Nieuwe meetmethode van invloed op beroepsbevolkingscijfers en Meer werklozen, maar ook meer werkenden met nieuwe meetmethode.
Eenheid | 2011 | 2019 | 2020 | 2021 | Verandering 2020–2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Bevolking | x 1 000 | 16 693 | 17 345 | 17 442 | 17 533 | 92 |
Bevolking 15 tot 75 jaar | ||||||
Beroeps- en niet-beroepsbevolking | x 1 000 | 12 452 | 13 015 | 13 094 | 13 147 | 53 |
Werkzame beroepsbevolking | x 1 000 | 8 444 | 9 117 | 9 116 | 9 255 | 139 |
Werkloze beroepsbevolking | x 1 000 | 544 | 423 | 465 | 408 | –57 |
Langdurig werklozen1) | x 1 000 | . | 111 | 93 | 94 | 1 |
Onbenut arbeidspotentieel | x 1 000 | . | 1 360 | 1 460 | 1 321 | –139 |
Niet-beroepsbevolking | x 1 000 | 3 465 | 3 475 | 3 513 | 3 483 | –30 |
Brutoarbeidsparticipatie | % | 72,2 | 73,3 | 73,2 | 73,5 | 0,3 |
Nettoarbeidsparticipatie | % | 67,8 | 70,0 | 69,6 | 70,4 | 0,8 |
Werkloosheidspercentage | % | 6,0 | 4,4 | 4,8 | 4,2 | –0,6 |
Werkgelegenheid | ||||||
Banen | x 1 000 | 9 918 | 10 773 | 10 744 | 10 947 | 203 |
Werkzame personen | x 1 000 | 8 855 | 9 592 | 9 544 | 9 715 | 171 |
Arbeidsjaren | x 1 000 | 7 066 | 7 726 | 7 776 | . | . |
Gewerkte uren | mln uren | 12 576 | 13 798 | 13 427 | 13 762 | 335 |
Gewerkte uren per werkende | uren | 1 420 | 1 439 | 1 407 | 1 416 | 10 |
Vacatures | ||||||
Openstaande vacatures | x 1 000 | 133 | 281 | 221 | 313 | 92 |
Ontstane vacatures | x 1 000 | 766 | 1 258 | 1 017 | 1 407 | 390 |
Vervulde vacatures | x 1 000 | 774 | 1 232 | 1 085 | 1 244 | 159 |
Vacaturegraad (4e kwartaal) | 15 | 33 | 25 | 43 | 18 | |
Lonen | ||||||
Cao-lonen per uur incl. bijz.beloningen | % | 1,1 | 2,5 | 2,9 | 2,2 | –0,7 |
Contractuele loonkosten per uur | % | 1,4 | 3,1 | 2,9 | 2,1 | –0,8 |
Lonen per gewerkt uur | % | 1,4 | 2,1 | 7,0 | 0,3 | –6,7 |
Loonkosten per gewerkt uur | % | 2,0 | 2,5 | 3,1 | 2,4 | –0,8 |
Loonkosten per gewerkt uur | euro | 31,4 | 35,3 | 36,4 | 37,3 | 0,9 |
Prijsindex arbeid | % | 1,7 | 2,4 | 1,6 | 2,5 | 0,8 |
Loonkosten | mld euro | 317 | 387 | 386 | 410 | 25 |
Wettelijk minimumloon volw. (jan.) | euro | 1 424 | 1 616 | 1 654 | 1 685 | 31 |
Personen met een uitkering | ||||||
Werkloosheid | x 1 000 | 252 | 223 | 246 | 207 | –40 |
Arbeidsongeschiktheid | x 1 000 | 796 | 756 | 755 | . | . |
Bijstand en bijstandsgerelateerd | x 1 000 | 449 | 530 | 709 | . | . |
Arbeidsomstandigheden | ||||||
Werkgerelateerde psychische vermoeidheid2) | % | . | 17,0 | 15,7 | 17,3 | 1,6 |
Tevredenheid met het werk2) | % | . | 77,9 | 79,2 | 79,0 | –0,2 |
Tevredenheid met arbeidsomstandigheden2) | % | . | 74,6 | 76,5 | 76,9 | 0,4 |
Scholingsdeelname (werkenden) | % | . | 20,8 | 19,9 | . | . |
Ziekteverzuim2) | % | 4,2 | 4,4 | 4,7 | 4,9 | 0,2 |
Arbeidsongeval met ≥ 1 dag verzuim2) | % | . | 1,5 | 1,2 | 1,3 | 0,1 |
Diversen | ||||||
Werknemers met flexibele arbeidsrelatie | % | . | 35,6 | 33,0 | 33,0 | 0,0 |
Consumentenprijzen | % | 2,3 | 2,6 | 1,3 | 2,7 | 1,4 |
Leden vakverenigingen | x 1 000 | 1 876 | 1 602 | . | 1 504 | . |
Stakingen (verloren arbeidsdagen) | x 1 000 | 22 | 391 | 211 | 59 | -152 |
Faillissementen | x 1 000 | 9,5 | 4,4 | 3,6 | 2,1 | –1,5 |
Arbeidsinkomensquote | % | 76,5 | 76,7 | 77,7 | 76,3 | –1,4 |
Arbeidsproductiviteit per gewerkt uur | % | 1,0 | –0,1 | –1,2 | 2,7 | 3,9 |
Economische groei (bbp) | % | 1,6 | 2,0 | –3,8 | 5,0 | 8,8 |
Consumentenvertrouwen (december) | saldo | –36 | –2 | –19 | –25 | –6 |
AOW-leeftijd | jaar | 65,00 | 66,33 | 66,33 | 66,33 | 0,00 |
1)Inclusief werkloosheidsduur onbekend.
2)Werknemers.