Minder WW-uitkeringen

Foto omschrijving: Exterieur werkbedrijf UWV

Uitkeringen

Minder personen met een werkloosheidsuitkering

In 2019 ontvingen gemiddeld 223 duizend personen een uitkering in het kader van de Werkloosheidwet (WW). Dat waren er 43 duizend minder dan in 2018. Voor het vijfde opeenvolgende jaar daalde het aantal mensen met een werkloosheidsuitkering. Desondanks was het aantal WW’ers nog steeds fors hoger dan in 2008, toen 163 duizend mensen WW ontvingen. Deze WW-cijfers betreffen de ontslagwerkloosheid. Bijzondere uitkeringen als gevolg van tijdelijke werktijdverkorting, werkloosheid door meteorologische omstandigheden of faillissement zijn buiten beschouwing gelaten. Sinds 2016 is de maximale duur van de WW geleidelijk teruggebracht van 38 maanden naar 24 maanden (vanaf april 2019). In een aantal cao’s zijn afspraken gemaakt om de WW weer te verlengen naar 38 maanden; dat heet de private WW. Iets meer dan de helft van de WW’ers was vrouw, 6 op de 10 was 45 jaar of ouder (zie StatLine: Personen met WW-uitkering).

Tussen de cijfers over het aantal WW’ers en die over de werkloze beroepsbevolking bestaan grote verschillen. Niet alle mensen die volgens de definitie werkloos zijn ontvangen immers een werkloosheidsuitkering. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om jongeren die tijdens of na hun opleiding op zoek gaan naar werk, of andere werkzoekenden die nog niet eerder of niet lang genoeg gewerkt hebben om voldoende WW-rechten te hebben opgebouwd. Verder gaat het om mensen die werkloos zijn en al de maximale WW-duur hebben bereikt (mogelijk kan men daarna wel in aanmerking komen voor een bijstandsuitkering), om mensen die werkzaam waren als zelfstandige of freelancer, of om werknemers die verwijtbaar ontslag kregen of op eigen initiatief ontslag hebben genomen.

In 2018 hadden van de 350 duizend mensen die behoorden tot de werkloze beroepsbevolking, er 270 duizend geen WW-uitkering. Onder hen zijn naar verhouding veel jongeren van 15 tot 25 jaar. Aan de andere kant worden ook niet alle mensen met een WW-uitkering als werkloos gerekend. In 2018 hadden 131 duizend mensen een WW-uitkering in aanvulling op een betaalde baan en 60 duizend waren niet op zoek en/of konden niet op korte termijn starten en worden daarom niet geteld als werkloos.

7.1 Personen met een uitkering (x 1 000)
Jaar Arbeidsongeschiktheid Bijstand Werkloosheid
2008 806,1 378,7 163
2009 798,6 390,7 217,8
2010 797,6 428,1 258,9
2011 795,8 448,8 252,5
2012 788,6 455,5 291,2
2013 767,4 485,1 366,7
2014 769,6 517 398,5
2015 765,8 535,6 382,2
2016 762,3 558,7 371,5
2017 762,3 569,8 325,6
2018 752,1 552 265,9
2019 . . 223,2

StatLine: Personen met een uitkering.

Seizoenseffect in de WW-cijfers

De afgelopen jaren was er een daling te zien in het aantal personen met een WW-uitkering op grond van ontslagwerkloosheid. De daling doet zich in gelijke mate voor bij mannen en bij vrouwen. In de periode van januari 2017 tot en met december 2019 is zowel het aantal mannen als het aantal vrouwen met een WW-uitkering ruim 40 procent afgenomen. Deze cijfers zijn niet gecorrigeerd voor seizoenseffecten.

Sinds kort publiceert het CBS ook seizoengecorrigeerde cijfers voor personen met een WW-uitkering. Een voorbeeld van een seizoeninvloed bij deze cijfers is de piek in de wintermaanden. Deze piek komt onder andere doordat er dan bijvoorbeeld in de bouwnijverheid en de landbouw minder werk is. In de zomer daalt juist het aantal personen met een WW-uitkering.

Om beter inzicht te krijgen in de ontwikkeling van het aantal personen met een WW-uitkering is het noodzakelijk om deze te corrigeren voor seizoeninvloeden. Het CBS heeft een nieuwe methode ontwikkeld om voor deze pieken en dalen in het aantal personen met een WW-uitkering te corrigeren. Ook de voor seizoeninvloeden gecorrigeerde WW-cijfers tonen een dalende trend door de jaren heen, zowel voor mannen als voor vrouwen.

7.2 Personen met een WW-uitkering (x 1 000)
Mannen met WW Vrouwen met WW Mannen met WW, seizoengecorrigeerd Vrouwen met WW, seizoengecorrigeerd
2017 januari, 2017 181,210 179,350 170,810 177,170
2017 februari, 2017 179,930 178,140 170,870 176,140
2017 maart, 2017 172,660 173,890 166,440 172,590
2017 april, 2017 167,640 171,420 166,090 171,580
2017 mei, 2017 155,700 163,670 161,180 167,750
2017 juni, 2017 154,110 163,540 160,740 166,950
2017 juli, 2017 151,110 161,040 155,700 163,070
2017 augustus, 2017 150,730 161,010 155,340 162,370
2017 september, 2017 145,360 157,280 150,280 158,450
2017 oktober, 2017 145,900 157,040 150,170 157,710
2017 november, 2017 145,200 155,630 145,250 153,710
2017 december, 2017 151,740 155,670 145,320 152,820
2018 januari, 2018 149,120 151,970 140,370 148,590
2018 februari, 2018 147,280 149,910 140,160 147,480
2018 maart, 2018 140,460 144,910 135,030 143,000
2018 april, 2018 135,860 141,800 134,640 141,840
2018 mei, 2018 124,940 133,650 128,750 136,380
2018 juni, 2018 123,930 134,100 128,030 135,540
2018 juli, 2018 120,760 130,210 125,940 132,380
2018 augustus, 2018 120,580 128,900 128,230 130,950
2018 september, 2018 116,760 125,870 125,600 128,730
2018 oktober, 2018 117,970 126,000 126,070 128,310
2018 november, 2018 118,710 125,620 120,440 125,310
2018 december, 2018 126,740 127,730 116,630 126,010
2019 januari, 2019 125,020 123,400 112,150 119,530
2019 februari, 2019 122,290 120,500 112,190 117,090
2019 maart, 2019 117,180 116,820 110,920 114,910
2019 april, 2019 114,730 115,470 114,140 115,480
2019 mei, 2019 106,780 109,940 112,000 113,400
2019 juni, 2019 106,960 110,970 112,990 112,980
2019 juli, 2019 105,060 107,940 109,450 109,220
2019 augustus, 2019 103,720 107,070 111,380 109,110
2019 september, 2019 101,880 105,500 110,730 108,350
2019 oktober, 2019 102,140 104,940 110,240 107,250
2019 november, 2019 105,000 107,000 106,240 105,630
2019 december, 2019 106,000 105,000 102,530 104,780

Wel is bij mannen de seizoeninvloed op het aantal WW’ers groter dan bij vrouwen. Dit wordt duidelijker door in te zoomen op een periode van één jaar. In alle maanden van het jaar is bij mannen het verschil tussen de niet-seizoengecorrigeerde en de wel seizoengecorrigeerde uitkomsten groter dan bij vrouwen. Ook is goed zichtbaar welk effect seizoencorrectie heeft op het aantal personen met een WW-uitkering; in de wintermaanden moet het aantal naar beneden worden bijgesteld, in de zomermaanden juist naar boven.

7.3 Seizoenseffect bij het aantal personen met WW-uitkering, 2019 (x 1 000)
Mannen Vrouwen
jan 12,87 3,87
feb 10,1 3,41
mrt 6,26 1,91
apr 0,59 -0,01
mei -5,22 -3,46
jun -6,03 -2,01
jul -4,39 -1,28
aug -7,66 -2,04
sep -8,85 -2,85
okt -8,10 -2,31
nov -1,24 1,37
dec 3,47 0,22

StatLine: Personen met een WW-uitkering en Personen met WW-uitkering (seizoengecorrigeerd).

Arbeidsongeschiktheid

In 2018 ontvingen gemiddeld 752 duizend personen een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Het gaat hierbij om de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet wajong), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Het aantal personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering vertoonde langere tijd een dalende tendens. Voor 2019 zijn de jaarcijfers nog niet bekend, maar in de eerste helft van het jaar liep het aantal mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering iets op.

Het gemiddeld aantal WAO’ers nam in 2018 nog af met 20 duizend tot 257 duizend. Tegelijkertijd groeide het aantal personen met een uitkering in het kader van de WIA (de regelingen IVA en WGA) met 12 duizend tot gemiddeld 275 duizend. Eind 2005 is de WAO vervangen door de WIA. De WAO bestaat sinds die tijd alleen nog voor mensen die toen al recht hadden op een WAO-uitkering. In 2018 vielen er voor het eerst meer mensen onder de WIA dan onder de oude WAO. Het gemiddeld aantal Wajong’ers kwam uit op 217 duizend.

Minder mensen in de bijstand

Vanaf 2015 geldt de Participatiewet. Deze wet heeft tot doel om zoveel mogelijk mensen met of zonder arbeidsbeperking (zo nodig) aan het werk te helpen. De Participatiewet vervangt de Wet werk en bijstand (WWB), de WSW en een groot deel van de Wajong. Omdat een bijstandsuitkering voor één of twee personen kan gelden, is het aantal personen met een bijstandsuitkering hoger dan het aantal bijstandsuitkeringen.

In 2018 ontvingen 552 duizend mensen een bijstandsuitkering (jaargemiddelde). Dit is inclusief 52 duizend personen vanaf de AOW-leeftijd, met name mensen die geen volledige AOW-uitkering hebben opgebouwd door verblijf in het buitenland. In bepaalde gevallen kan men dan recht hebben op een aanvullende bijstandsuitkering. Verder is dit cijfer inclusief de bijstandsgerelateerde uitkeringen op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).

In 2008 hadden gemiddeld 379 duizend mensen een bijstandsuitkering. Sindsdien liep dit aantal elk jaar verder op, tot 570 duizend in 2017. In 2018 daalde het gemiddeld aantal mensen met een bijstandsuitkering voor het eerst (−18 duizend), tien jaar na het begin van de economische crisis.

Voor 2019 zijn nog niet alle cijfers bekend. Wel is bekend hoeveel mensen een bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet hadden, waarbij dak- en thuislozen en personen die verblijven in een instelling buiten beschouwing worden gelaten. Op basis van dit cijfer daalde het aantal mensen met bijstand verder, van gemiddeld 498 duizend bijstandsontvangers in 2018 naar 478 duizend in 2019 (zie StatLine: Personen met een bijstandsuitkering).

5 miljoen uitkeringsontvangers

Naast de hiervoor genoemde uitkeringen, waren er medio 2019 ook nog 3 407 duizend mensen die een AOW-uitkering ontvangen. Het is mogelijk dat een persoon meerdere uitkeringen ontvangt. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van een verschillend type (zoals een WW- en een bijstandsuitkering). Medio 2019 ontvingen in totaal 4 840 duizend mensen een uitkering op grond van werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, bijstand of de Algemene ouderdomswet. 1 op de 5 mensen met een uitkering woont in Zuid-Holland. Urk is de gemeente met relatief het kleinste aantal uitkeringsontvangers.

7.4 Personen van 15 jaar of ouder met een uitkering, juni 2019 (%)
Gemeente Uitkering
Gemeenten met
grootste aandeel
.
Kerkrade 41,5
Bergen (NH) 41,3
Heerlen 41,1
Laren 40,8
Appingedam 40,3
.
Nederland 33,2
.
Gemeenten met
kleinste aandeel
.
Staphorst 22,8
Zeewolde 21,7
Renswoude 21,6
Utrecht 21,3
Urk 17,0

StatLine: Personen met een uitkering, regionaal.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

. Gegevens ontbreken
* Voorlopig cijfer
** Nader voorlopig cijfer
x Geheim
Nihil
(Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0 (0,0) Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
2019–2020 2019 tot en met 2020
2019/2020 Het gemiddelde over de jaren 2019 tot en met 2020
2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2019 en eindigend in 2020
2017/’18–2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2017/’18 tot en met 2019/’20

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Samenstelling

Han van den Berg

Linda Fernandez Beiro

Willem Gielen

Redactie

Kees Groenenboom