Foto omschrijving: De Oekrainse jonge moeder Polina met haar zoontje Daniel (1) in het speeltuintje van de opvanglocatie

Oekraïners in Nederland

Veel Oekraïners ontvluchtten hun land na de Russische invasie eind februari 2022. Zij kunnen in Nederland bescherming krijgen onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) van de Europese Unie.noot1 Een aanvraag voor verblijf onder deze richtlijn verloopt anders dan een reguliere asielaanvraag. Iemand uit Oekraïne gaat niet langs het aanmeldcentrum in Ter Apel, maar schrijft zich in bij een gemeente en doet de asielaanvraag via een speciaal formulier bij de IND. De richtlijn biedt ook andere rechten, bijvoorbeeld het recht om meteen te werken in Nederland zonder een tewerkstellingsvergunning. Omdat de aanvraag voor verblijf voor Oekraïense vluchtelingen anders verloopt, zijn zij in een apart hoofdstuk beschreven, net als in twee eerdere edities.

In dit hoofdstuk worden de instroom en kenmerken van vluchtelingen uit Oekraïne beschreven na hun aankomst in Nederland. Hoeveel Oekraïense vluchtelingen er in Nederland zijn komt uit cijfers van de IND. In de cijfers zitten Oekraïense vluchtelingen die na 24 februari 2022 aankwamen in Nederland en die een verblijfsbewijs kregen onder de RTB. Het gaat om mensen met de Oekraïense nationaliteit, maar ook niet-Oekraïense mensen die in Oekraïne woonden. Zij worden ook wel derdelanders genoemd: Sinds juli 2022 worden er geen nieuwe verblijfsbewijzen onder de RTB meer toegekend aan vluchtelingen die niet de Oekraïense nationaliteit hebben en een tijdelijke reguliere verblijfsvergunning in Oekraïne hebben. Vluchtelingen met een permanente verblijfsstatus of een status op basis van internationale bescherming in Oekraïne kunnen nog wel onder de RTB vallen, waardoor er personen met niet-Oekraïense nationaliteit blijven instromen na juli 2022. Derdelanders die vóór die datum een RTB-verblijfsbewijs hebben gekregen, genieten vooralsnog bescherming onder de RTB. Dit heeft te maken met een bevriezingsmaatregel ten aanzien van het beëindigen van de tijdelijke bescherming. Hierover is inmiddels een beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de verwachting is dat binnen afzienbare termijn de bevriezings­maatregel wordt opgeheven en deze groep derdelanders Nederland zullen verlaten. Net als de andere populaties in deze rapportage, worden de Oekraïners vanaf deze editie in cohorten verdeeld. Cohorten zijn gebaseerd op het jaar waarin iemand de status tijdelijke bescherming kreeg, het moment van vestiging in Nederland. Vanwege de grote instroom in 2022 en de behoefte om de eerste golf van ontheemden apart te kunnen bekijken, is cohort 2022 opgesplitst in een eerste en tweede helft. Net als in de andere hoofdstukken, worden aantallen steeds berekend op basis van het totale aantal in het originele cohort. Een deel van deze groep kan inmiddels uit Nederland zijn vertrokken of zijn overleden.

4.1Vestiging in Nederland

Meer vrouwen dan mannen

Van 24 februari 2022 tot en met juni 2024 schreven 157 duizend vluchtelingen uit Oekraïne zich in een Nederlandse gemeente in na het krijgen van het verblijfsbewijs tijdelijke bescherming. Hierbij gaat het om 150 duizend mensen met de Oekraïense nationaliteit en 7 duizend met een niet-Oekraïense nationaliteit. Bijna de helft van alle vluchtelingen uit Oekraïne (77 duizend) vestigden zich in de eerste helft van 2022 in Nederland. In de periode daarna nam de instroom vrij snel af: in de tweede helft van 2022 stroomden 32 duizend Oekraïense vluchtelingen in. In het eerste halfjaar van 2024 vestigden bijna 13 duizend Oekraïners zich in Nederland.

Inmiddels heeft een substantieel deel van de Oekraïense vluchtelingen Nederland weer verlaten. Op 1 juli 2024 woonden er nog 115 duizend Oekraïense vluchtelingen in Nederland. Oekraïense mannen tussen de 18 en 60 jaar oud mogen Oekraïne niet verlatennoot2, omdat zij beschikbaar moeten zijn voor het leger. Tot april 2024 mobiliseerde Oekraïne alle mannen tussen 27 en 60 jaar oud.noot3 Tot en met juni 2022 was ongeveer 65 procent van de Oekraïense vluchtelingen in Nederland vrouw, naderhand zakte dit aandeel tot 57 procent in de overige drie cohorten. Bijna de helft van de mannen die in de eerste fase van de oorlog tot en met juni 2022 naar Nederland kwam was jonger dan 20 jaar. In de tweede helft van 2022 vermindert het aandeel jongeren onder de mannen en ligt het zwaartepunt (46 procent) bij de 20 tot 40‑jarigen. In 2023 en de eerste helft van 2024 zitten relatief veel mannen in de leeftijdsgroep 15–20 jaar. Vrouwen die in de eerste helft van 2022 naar Nederland kwamen zitten relatief vaker in de leeftijdsgroep 35–40 jaar. In latere cohorten verschuift deze piek naar de leeftijdsgroep 20–25 jaar.

4.1.1 In Nederland gevestigde Oekraïners, naar periode van vestiging, nationaliteit en geslacht
Cohort Oekraïense mannen Oekraïense vrouwen Overige nationaliteiten mannen Overige nationaliteiten vrouwen
Eerste helft 2022 23165 48460 4030 1235
Tweede helft 2022 12785 18135 1200 355
2023 14965 20135 215 95
Eerste helft 2024 5420 7165 30 15
4.1.2 In Nederland gevestigde Oekraïners, naar periode van vestiging, leeftijd en geslacht (%)
Leeftijdsgroep Mannen, eerste helft 2022 Vrouwen, eerste helft 2022 Mannen, tweede helft 2022 Vrouwen, tweede helft 2022 Mannen, 2023 Vrouwen, 2023 Mannen, eerste helft 2024 Vrouwen, eerste helft 2024
80 jaar en ouder -0,2 0,5 -0,1 0,3 -0,1 0,3 . 0,2
75 tot 80 jaar -0,2 0,5 -0,1 0,4 -0,1 0,3 -0,1 0,4
70 tot 75 jaar -0,4 1,1 -0,3 0,9 -0,3 0,8 -0,3 0,7
65 tot 70 jaar -0,7 1,7 -0,6 1,2 -0,5 1,2 -0,5 1,0
60 tot 65 jaar -1,1 2,4 -1,2 1,9 -1,2 1,7 -1,2 1,5
55 tot 60 jaar -0,5 2,5 -1,0 2,5 -0,8 2,6 -0,7 2,1
50 tot 55 jaar -0,8 3,1 -1,7 3,8 -1,7 4,0 -1,6 4,0
45 tot 50 jaar -1,4 4,4 -2,6 4,9 -2,7 5,7 -2,7 5,7
40 tot 45 jaar -2,0 5,9 -3,7 5,6 -3,9 6,0 -3,8 6,0
35 tot 40 jaar -2,6 7,8 -4,9 5,5 -4,8 5,5 -4,4 5,6
30 tot 35 jaar -2,7 6,5 -4,9 5,2 -4,3 4,9 -4,4 4,9
25 tot 30 jaar -3,1 5,3 -5,3 6,0 -4,8 5,4 -4,9 5,3
20 tot 25 jaar -2,8 5,2 -4,8 7,1 -4,4 7,2 -4,2 6,9
15 tot 20 jaar -3,5 4,6 -3,9 4,2 -5,9 4,6 -6,1 4,9
10 tot 15 jaar -5,1 4,9 -2,9 2,7 -2,6 2,4 -2,6 2,2
5 tot 10 jaar -4,9 4,8 -2,8 2,5 -2,2 2,1 -2,4 2,1
0 tot 5 jaar -3,5 3,3 -2,3 2,2 -2,7 2,4 -3,3 3,4

4.2Verblijfssituatie

1 op de 4 Oekraïners is voor 1 juli 2024 uit Nederland vertrokken

Van de ruim 157 duizend Oekraïense vluchtelingen die sinds 24 februari 2022 naar Nederland kwamen, woonden ruim 115 duizend op 1 juli 2024 nog in Nederland. Van deze groep woonde eind 2023 twee derde in een Gemeentelijke Opvanglocatie voor Oekraïense Ontheemden (GOO) en 8 procent bij een gastgezin (Maliepaard et al., 2024). Vanaf april 2023 hebben Oekraïense vluchtelingen recht gekregen op huurtoeslag. Op een sociale huurwoning hebben ze geen voorrang.noot4 Ruim 800 vluchtelingen die sinds het begin van de oorlog naar Nederland zijn gekomen verbleven op 1 juli 2024 in een opvanglocatie van COA en ruim 350 vluchtelingen waren inmiddels overleden. Een vierde van alle Oekraïense vluchtelingen was voor 1 juli 2024 weer uit Nederland vertrokken. Gekeken naar alle cohorten samen, was ongeveer 1 op de 10 Oekraïense vluchtelingen binnen een half jaar na vestiging in Nederland weer vertrokken, na een jaar was dat ongeveer 2 op de 10.

4.2.1 Aandeel Oekraïners dat voor 1 juli 2024 uit Nederland vertrok, naar periode van vestiging in Nederland en verblijfsduur in Nederland (%)
Verblijfsduur in Nederland in maanden Eerste helft 2022 Tweede helft 2022 2023 Eerste helft 2024
1 0,6 0,5 0,5 0,6
2 2,7 2,6 2,2 2,3
3 5,9 5,1 4,8 4,9
4 8,9 7,4 7,5 7,4
5 11,7 9,4 10,0 10,7
6 14,4 11,2 12,2 12,6
7 16,6 13,0 14,0 .
8 18,5 14,5 15,4 .
9 20,0 15,8 17,0 .
10 21,4 17,0 18,1 .
11 22,6 18,1 19,7 .
12 23,9 18,9 20,6 .
13 24,9 19,6 21,2 .
14 26,0 20,3 21,4 .
15 27,0 21,1 21,4 .
16 27,9 21,7 22,4 .
17 28,8 22,2 23,5 .
18 29,6 22,8 22,5 .
19 30,3 23,3 . .
20 30,9 23,9 . .
21 31,4 24,1 . .
22 31,9 24,8 . .
23 32,4 25,9 . .
24 32,9 28,6 . .
25 33,2 . . .
26 33,8 . . .
27 34,6 . . .
28 36,0 . . .

4.3Huishoudenssamenstelling

Vooral alleenstaanden en thuiswonende kinderen

Tussen het eerste cohort Oekraïners (mensen die tussen 24 februari 2022 en 1 juli 2022 naar Nederland kwamen) en het tweede cohort (de tweede helft van 2022) zijn verschillen in de huishoudenssamenstelling. Zo was in de eerste helft van 2022 36 procent van de vluchtelingen alleenstaand. In de tweede helft van 2022 is dit 49 procent. Dit aandeel neemt licht toe in de volgende cohorten tot 54 procent in de eerste helft van 2024. De groep thuiswonende kinderen is in verhouding afgenomen. Deze groep vormde in de eerste helft van 2022 meer dan een kwart van alle vluchtelingen uit Oekraïne. In de eerste helft van 2024 daalde dit naar 18 procent. Onder de groep ouder in een eenouderhuishouden is ook een daling te zien. In de eerste helft van 2022 vormde deze groep 13 procent, en in de tweede helft van 2022 nog 5 procent. Ook zijn er in verhouding minder overige gezinsleden, zoals grootouders. Deze groep vormde in de eerste helft van 2022 nog 12 procent van alle vluchtelingen uit Oekraïne. In de eerste helft van 2024 was dit 6 procent.

Vergeleken met derdelandersnoot5, komen Oekraïners minder vaak als alleenstaande naar Nederland (43 procent tegen 68 procent), vaker als thuiswonend kind (22 procent tegen 4 procent) en wat vaker als ouder in een eenouderhuishouden (10 procent tegen 2 procent). Bijna 10 procent van de Oekraïners is een overig lid in het huishouden. Dat zijn bijvoorbeeld grootouders of ooms en tantes. Dit is ongeveer hetzelfde als bij derdelanders.

Tijdens hun verblijf in Nederland verschuift de huishoudenspositie van Oekraïense vluchtelingen een beetje. Twaalf maanden na vestiging in Nederland zijn er minder alleenstaanden (36 procent bij de Oekraïners en 65 procent bij de derdelanders) en iets meer partners in een paar, vooral met kinderen (12 procent voor beide populaties).

4.3.1 Plaats in het huishouden van Oekraïners, naar nationaliteit en peilmoment (%)
Groep Alleenstaande Thuiswonend kind Partner in paar met kinderen Partner in paar zonder kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid huishouden
Oekraïens (1 maand na vestiging) 43,2 22,3 8,4 6,5 9,9 9,8
Oekraïens (12 maanden na vestiging) 36,3 24,8 12,4 9,0 10,2 7,3
Overige nationaliteiten (1 maand na vestiging) 67,7 3,7 9,1 6,9 1,8 10,9
Overige nationaliteiten (12 maanden na vestiging) 65,3 4,1 12,2 10,1 1,6 6,8

4.4Werk

Na vier maanden in Nederland werkt 47 procent

Oekraïense vluchtelingen met een verblijfsbewijs onder de RTB mogen direct werken.noot6 Ze hoeven niet te wachten op een tewerkstellingsvergunning. Vier maanden na het krijgen van het verblijfsbewijs is 47 procent van het originele cohort vluchtelingen uit Oekraïne werkzaam als werknemer: 45 procent van de mensen met een Oekraïense nationaliteit en 64 procent van de derdelanders (of 50 en 67 procent van Oekraïners en derdelanders, respectievelijk, die op peilmoment nog in Nederland verblijven). In vergelijking met de reguliere statushouders werken Oekraïners veel vaker als werknemer. Dit is te zien in figuur 4.4.1. Oekraïense vluchtelingen uit het eerste cohort zijn na vier maanden minder vaak werknemer dan de overige drie cohorten. Van de personen uit het cohort van de eerste helft van 2022 werkt 42 procent na vier maanden tegen ongeveer 50 procent van de andere cohorten.

Na een verblijf van zes maanden in Nederland werkt bijna de helft (47 procent) van de werkende Oekraïners voltijd. Dit betreft (net als de andere cijfers in deze alinea) alleen Oekraïners die op peilmoment nog in Nederland verblijven. De meeste Oekraïense vluchtelingen werken in de uitzendbranche (50 procent) of de horeca (15 procent), net als reguliere statushouders. Na verblijf van een halfjaar werkt 28 procent als werknemer, de rest werkt als oproepkracht (26 procent) of uitzendkracht (46 procent). Tijdens het verblijf in Nederland werken steeds meer Oekraïners als werknemer: na twee jaar is dat 48 procent. Op hetzelfde moment werken er minder als uitzendkracht (28 procent na twee jaar). Na zes maanden heeft bijna een derde van de vluchtelingen met een baan als werknemer meer dan 1 baan. Na twee jaar is geldt dat voor twee derde van deze groep Oekraïners. Na zes maanden is het uurloon voor 40 procent van de werkende Oekraïners 15 euro of meer. Na twee jaar verdient 89 procent van de Oekraïense vluchtelingen dit uurloon. Vluchtelingen uit Oekraïne die niet werken krijgen leefgeld in plaats van een bijstandsuitkering.

4.4.1 Aandeel werknemers onder 18- tot 65-jarige Oekraïners die zich in Nederland vestigden, naar nationaliteit en aantal maanden na vestiging (%)
Aantal maanden na vestiging Oekraïens Overige nationaliteiten Totaal
1 20,2 16,4 20,0
4 45,4 64,1 46,6
7 45,6 61,1 46,6
10 45,0 50,9 45,4
13 45,5 52,3 46,0
16 44,9 46,6 45,1
19 43,7 42,5 43,6
22 41,9 32,9 41,0
25 40,3 33,3 39,6
28 37,6 39,2 37,7

4.5Vestigingsgemeente

Oekraïners wonen verspreid over Nederland

Net als de reguliere statushouders wonen Oekraïners verspreid over Nederland. De meeste Oekraïners die tijdelijke bescherming kregen, wonen na één maand in Amsterdam (bijna 8 duizend). Ook in Den Haag en Rotterdam wonen veel Oekraïners (beide 5 duizend). Verder staan Almere (bijna 3 duizend) en Westland (2 duizend) in de top vijf. Van deze vijf gemeenten heeft Westland in verhouding het grootste aandeel Oekraïners (209 per 10 duizend inwoners) en Rotterdam het kleinste aandeel (73 per 10 duizend inwoners). De meeste Oekraïners wonen in gemeentelijke opvanglocaties. Gemeenten met een laag aantal inwoners hebben vaker een hoog aandeel Oekraïners per 10 duizend inwoners.

4.5.1 Aantal Oekraïners per 10 duizend inwoners, een maand na vestiging in Nederland van 2022 tot en met de eerste helft van 2024
Gemeentenaam Aantal Oekraïners per 10 000 inwoners
Groningen 73,4
Almere 113,8
Stadskanaal 182,0
Veendam 39,8
Zeewolde 64,2
Achtkarspelen 141,4
Ameland 33,9
Harlingen 90,8
Heerenveen 83,1
Leeuwarden 105,1
Ooststellingwerf 117,3
Opsterland 71,5
Schiermonnikoog 112,0
Smallingerland 108,7
Terschelling 152,2
Vlieland .
Weststellingwerf 72,5
Assen 165,0
Coevorden 93,3
Emmen 127,8
Hoogeveen 118,4
Meppel 159,9
Almelo 91,5
Borne 175,3
Dalfsen 175,6
Deventer 84,9
Enschede 70,1
Haaksbergen 100,8
Hardenberg 61,4
Hellendoorn 112,8
Hengelo 86,5
Kampen 94,2
Losser 88,2
Noordoostpolder 129,9
Oldenzaal 57,9
Ommen 185,7
Raalte 86,0
Staphorst 257,5
Tubbergen 78,9
Urk 138,8
Wierden 75,2
Zwolle 75,5
Aalten 63,9
Apeldoorn 123,0
Arnhem 71,5
Barneveld 88,6
Beuningen 91,1
Brummen 66,3
Buren 171,0
Culemborg 21,2
Doesburg 70,4
Doetinchem 67,2
Druten 133,8
Duiven 79,4
Ede 92,9
Elburg 126,9
Epe 81,7
Ermelo 79,3
Harderwijk 37,4
Hattem 89,2
Heerde 133,2
Heumen 130,8
Lochem 110,7
Maasdriel 183,7
Nijkerk 65,6
Nijmegen 69,8
Oldebroek 176,0
Putten 83,9
Renkum 68,0
Rheden 74,4
Rozendaal 478,9
Scherpenzeel 99,2
Tiel 68,1
Voorst 60,7
Wageningen 76,7
Westervoort 74,8
Winterswijk 66,3
Wijchen 66,4
Zaltbommel 130,2
Zevenaar 75,3
Zutphen 31,7
Nunspeet 94,3
Dronten 106,9
Amersfoort 52,1
Baarn 53,2
De Bilt 62,2
Bunnik 71,8
Bunschoten 72,4
Eemnes 83,4
Houten 39,7
Leusden 130,3
Lopik 92,5
Montfoort 109,8
Renswoude 582,9
Rhenen 48,7
Soest 49,3
Utrecht 56,1
Veenendaal 49,9
Woudenberg 169,2
Wijk bij Duurstede 43,8
IJsselstein 42,1
Zeist 61,5
Nieuwegein 52,1
Aalsmeer 203,9
Alkmaar 83,5
Amstelveen 109,9
Amsterdam 83,4
Bergen (NH.) 138,4
Beverwijk 78,7
Blaricum 108,1
Bloemendaal 86,9
Castricum 32,5
Diemen 101,3
Edam-Volendam 88,7
Enkhuizen 110,7
Haarlem 79,7
Haarlemmermeer 124,3
Heemskerk 31,4
Heemstede 60,1
Heiloo 42,8
Den Helder 50,9
Hilversum 197,4
Hoorn 48,4
Huizen 92,1
Landsmeer 60,7
Laren 123,8
Medemblik 170,1
Oostzaan 112,1
Opmeer 74,7
Ouder-Amstel 144,3
Purmerend 82,8
Schagen 117,4
Texel 194,6
Uitgeest 30,4
Uithoorn 91,3
Velsen 60,9
Zandvoort 105,5
Zaanstad 60,5
Alblasserdam 194,5
Alphen aan den Rijn 79,9
Barendrecht 21,5
Drechterland 134,9
Capelle aan den IJssel 64,5
Delft 44,6
Dordrecht 150,9
Gorinchem 68,1
Gouda 68,2
's-Gravenhage 88,6
Hardinxveld-Giessendam 133,8
Hendrik-Ido-Ambacht 92,6
Stede Broec 73,2
Hillegom 110,5
Katwijk 53,7
Krimpen aan den IJssel 55,6
Leiden 65,3
Leiderdorp 54,2
Lisse 124,0
Maassluis 34,0
Nieuwkoop 76,7
Noordwijk 183,7
Oegstgeest 101,4
Oudewater 63,5
Papendrecht 40,9
Ridderkerk 34,3
Rotterdam 73,2
Rijswijk 99,8
Schiedam 82,8
Sliedrecht 114,6
Albrandswaard 33,0
Vlaardingen 76,2
Voorschoten 60,8
Waddinxveen 113,8
Wassenaar 88,6
Woerden 53,0
Zoetermeer 46,9
Zoeterwoude 86,8
Zwijndrecht 72,9
Borsele 96,3
Goes 103,0
West Maas en Waal 128,6
Hulst 79,4
Kapelle 104,2
Middelburg 79,3
Reimerswaal 144,9
Terneuzen 108,9
Tholen 140,5
Veere 169,7
Vlissingen 77,5
De Ronde Venen 68,7
Tytsjerksteradiel 106,8
Asten 84,7
Baarle-Nassau 70,7
Bergen op Zoom 65,9
Best 58,6
Boekel 88,7
Boxtel 69,0
Breda 63,9
Deurne 68,8
Pekela 480,5
Dongen 65,1
Eersel 127,0
Eindhoven 81,1
Etten-Leur 76,9
Geertruidenberg 85,1
Gilze en Rijen 38,0
Goirle 62,0
Helmond 80,8
's-Hertogenbosch 82,5
Heusden 92,7
Hilvarenbeek 72,1
Loon op Zand 81,5
Nuenen, Gerwen en Nederwetten 59,5
Oirschot 41,1
Oisterwijk 112,0
Oosterhout 67,9
Oss 50,0
Rucphen 21,2
Sint-Michielsgestel 48,1
Someren 79,8
Son en Breugel 62,2
Steenbergen 90,6
Waterland 168,1
Tilburg 59,3
Valkenswaard 41,2
Veldhoven 34,7
Vught 93,7
Waalre 41,7
Waalwijk 87,7
Woensdrecht 91,5
Zundert 107,9
Wormerland 87,3
Landgraaf 68,1
Beek 294,4
Beesel 86,3
Bergen (L.) 40,4
Brunssum 63,6
Gennep 314,7
Heerlen 35,1
Kerkrade 91,6
Maastricht 64,9
Meerssen 57,5
Mook en Middelaar 166,6
Nederweert 145,7
Roermond 100,5
Simpelveld 83,7
Stein 52,5
Vaals 154,1
Venlo 83,6
Venray 101,3
Voerendaal 76,6
Weert 125,6
Valkenburg aan de Geul 169,9
Lelystad 84,1
Horst aan de Maas 251,4
Oude IJsselstreek 69,4
Teylingen 63,4
Utrechtse Heuvelrug 64,1
Oost Gelre 68,7
Koggenland 282,0
Lansingerland 32,3
Leudal 74,2
Maasgouw 112,7
Gemert-Bakel 74,6
Halderberge 88,9
Heeze-Leende 60,7
Laarbeek 86,0
Reusel-De Mierden 76,1
Roerdalen 54,6
Roosendaal 64,9
Schouwen-Duiveland 144,1
Aa en Hunze 209,5
Borger-Odoorn 120,0
De Wolden 90,2
Noord-Beveland 154,0
Wijdemeren 58,4
Noordenveld 114,3
Twenterand 84,7
Westerveld 106,7
Lingewaard 67,1
Cranendonck 54,7
Steenwijkerland 149,6
Moerdijk 98,9
Echt-Susteren 72,3
Sluis 135,5
Drimmelen 98,6
Bernheze 140,4
Alphen-Chaam 100,4
Bergeijk 91,1
Bladel 90,0
Gulpen-Wittem 83,0
Tynaarlo 79,5
Midden-Drenthe 125,3
Overbetuwe 60,0
Hof van Twente 122,7
Neder-Betuwe 149,7
Rijssen-Holten 76,1
Geldrop-Mierlo 65,3
Olst-Wijhe 102,8
Dinkelland 94,2
Westland 208,6
Midden-Delfland 19,0
Berkelland 80,4
Bronckhorst 112,2
Sittard-Geleen 51,5
Kaag en Braassem 127,0
Dantumadiel 174,5
Zuidplas 71,9
Peel en Maas 233,7
Oldambt 106,3
Zwartewaterland 130,5
Súdwest-Fryslân 112,2
Bodegraven-Reeuwijk 133,3
Eijsden-Margraten 80,8
Stichtse Vecht 64,5
Hollands Kroon 155,6
Leidschendam-Voorburg 46,0
Goeree-Overflakkee 104,3
Pijnacker-Nootdorp 72,7
Nissewaard 50,6
Krimpenerwaard 93,4
De Fryske Marren 87,1
Gooise Meren 117,2
Berg en Dal 147,1
Meierijstad 97,1
Waadhoeke 98,0
Westerwolde 144,3
Midden-Groningen 107,4
Beekdaelen 55,1
Montferland 112,8
Altena 81,1
West Betuwe 106,4
Vijfheerenlanden 55,0
Hoeksche Waard 62,5
Het Hogeland 61,7
Westerkwartier 135,3
Noardeast-Fryslân 53,9
Molenlanden 108,5
Eemsdelta 59,3
Dijk en Waard 104,4
Land van Cuijk 109,9
Maashorst 89,8
Voorne aan Zee 77,2

4.6Dashboard

Naast deze rapportage is er een interactief dashboard. Daarin staan nog meer cijfers over kenmerken van Oekraïense vluchtelingen in Nederland. In het dashboard kunt u zelf kiezen over welke onderwerpen en voor welke populaties u cijfers (visueel) wilt zien.

4.7Literatuur

Open literatuurlijst

Literatuur

Maliepaard, M., Noyon, S., van Enk, B., Barsegyan, V., Negash, S. M. en Otten, K. (2024) Tijdelijk thuis? De positie van Oekraïense vluchtelingen in Nederland. Wetenschappelijk Onderzoeks- en Datacentrum.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016–2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/’17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/’05-2016/’17 oogstjaar enz., 2004/’05 tot en met 2016/’17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

Medewerkers van CBS uit team Rechtsbescherming en Veiligheid en team Demografie

Vragen over deze publicatie kunnen gesteld worden via de Infoservice: https://www.cbs.nl/nl-nl/over-ons/contact/infoservice

Dankwoord

We danken de medewerkers van de volgende instanties voor hun constructieve bijdrage aan deze editie van het onderzoek Asiel en Integratie:

Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA)

Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V)

Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

Nidos

Ministerie van Asiel en Migratie (AenM)

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)

Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC)