Foto omschrijving: Vrouwelijke statushouders vieren het succesvol doorlopen onderwijscursus in klaslokaal.

Statushouders huisvesting en integratie

Dit hoofdstuk behandelt de eerste stappen die statushouders zetten in de richting van integratie in de Nederlandse samenleving. Hierbij is gekeken naar statushouders die in de periode 2014 tot en met de eerste helft van 2021 een verblijfsvergunning asiel hebben gekregen. De meeste statushouders zijn hun verblijf in Nederland begonnen in de asielopvang. In totaal kregen in de periode 2014 tot en met de eerste helft van 2021 bijna 184 duizend mensen een verblijfsvergunning.

In dit hoofdstuk kijken we onder andere hoe het statushouders vergaat op het gebied van onderwijs, het inburgeringsexamen, sociale zekerheid, werk, gezondheidszorg en geregistreerde criminaliteit. Dit jaar kijken we voor het eerst ook naar welke statushouders inmiddels zijn genaturaliseerd, en naar het eigendom van de woning waarin zij wonen.

3.1Verblijfsvergunningen asiel

Aantal verleende vergunningen neemt weer toe

In 2014 krijgen bijna 20 duizend personen een zogeheten verblijfsvergunning asiel bepaalde tijd, in 2015 zijn dit er afgerond 33 duizend, in 2016 37 duizend, in 2017 29 duizend, in zowel 2018 als in 2019 16 duizend, in 2020 18 duizend, en in de eerste helft van 2021 zijn dit er 16 duizend. Sinds de start van dit cohortonderzoek zien we dat na 2016 het jaarlijks aantal verleende verblijfsvergunningen is gedaald, maar ook dat deze daling met ingang van 2020 weer is veranderd in een toename. Dit is mogelijk een effect van de opgelopen achterstanden bij de IND, waarvoor in april 2020 een speciale taskforcenoot1 is opgericht met het doel achterstallige asielaanvragen weg te werken: het aantal verleende vergunningen in de eerste helft van 2021 is groter dan dat van heel 2018 of 2019. Ook nareizigers van statushouders ontvangen een (afgeleide) asielvergunning en behoren net als gezinsherenigers in dit onderzoek tot de statushouders. Net als bij de asielverzoeken bestaat de groep statushouders vooral uit Syriërs en Eritreeërs. Van de in 2014 verleende verblijfsvergunningen werd 53 procent verleend aan personen met de Syrische nationaliteit.noot2 Dit percentage loopt op naar 71 procent in 2016 en daalt daarna naar zo’n 40 tot 45 procent in 2018–2020. In de eerste helft van 2021 is het nog eens verder gedaaldnoot3 naar 36 procent. Ongeveer 20 procent van de verleende vergunningen in 2014 en 2015 werd verstrekt aan personen met Eritrese nationaliteit. Dit percentage daalt naar 14 in 2016, maar stijgt daarna weer naar ongeveer een kwart in 2018 en 2019. In 2020 en in de eerste helft van 2021 is het weer gedaald: naar respectievelijk 15 en 7 procent.

In 2017 is het aantal verleende verblijfsvergunningen aan Iraniërs grofweg verdubbeld ten opzichte van die in voorgaande jaren. Dit komt doordat staatssecretaris Dijkhoff in 2017 een aantal risicogroepen uit Iran heeft toegevoegd aan de groepen mensen die sneller kans maken op asiel in Nederland.noot4 Het gaat onder andere om afvallige moslims, politici, journalisten en mensenrechtenactivisten. Inmiddels is het aantal verleende vergunningen aan asielzoekers uit Iran weer flink gedaald.

De toename in het aantal verleende verblijfsvergunningen aan personen met een Turkse nationaliteit is opvallend. In de periode 2014 tot en met 2016 kregen 75 personen uit Turkije een verblijfsvergunning, in de periode 2017 tot en met de eerste helft van 2021 waren dat er 4 690. Vooral in 2020 is het aandeel verleende verblijfsvergunning hoog voor mensen met een Turkse achtergrond, namelijk 10 procent.

De groep statushouders met een ‘overige’ (of onbekende) nationaliteitnoot5 is na 2016 relatief sterk gegroeid (van 7 procent in 2016, naar 21 procent in 2020) en bestaat voor een groot deel uit Jemenieten. De allergrootste toename voor de groep met een ‘overige’ (of onbekende) nationaliteit zien we echter in de eerste helft van 2021. Ruim 38 procent van de verleende verblijfsvergunningen betreft deze groep, die in deze periode voor een groot deel (58 procent) uit personen met een (nog) onbekende nationaliteit bestaat.

3.1.1 Verleende vergunningen naar nationaliteit, 2014 tot en met eerste helft 2021
Categorie 1 Syrië Irak Afghanistan Eritrea Iran Turkije Overig/onbekend
Eerste helft 2021 5850 365 500 1210 1135 990 6290
2020 8000 480 475 2750 585 1825 3710
2019 6570 350 475 3605 560 1075 2885
2018 6690 525 725 4140 605 425 3080
2017 16980 1310 940 4980 1020 375 3085
2016 26205 1330 750 5060 585 20 2750
2015 21650 550 540 6270 430 20 3330
2014 10445 705 600 3980 420 35 3465

3.2Nationaliteiten

Top vijf nationaliteitennoot6 verandert, top twee nagenoeg constant

De tabel laat per jaar zien wat de top vijf van nationaliteiten is van de personen aan wie een vergunning is verleend. In alle jaren staan de Syrische en de Eritrese nationaliteiten op de plaatsen één en twee. In 2014 en 2015 staan daarnaast Somalië, Irak en Afghanistan in de top vijf. In 2016, 2017 en 2018 heeft Iran Somalië uit de top vijf verdreven. In 2019, 2020 en in de eerste helft van 2021 zijn Turkije en Jemen nieuwkomers in de top vijf.

3.2.1Top vijf verleende vergunningen naar nationaliteit, 2014 tot en met eerste helft 2021
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 eerste helft 2021
1 Syrië 10 445 Syrië 21 650 Syrië 26 205 Syrië 16 980 Syrië 6 690 Syrië 6 570 Syrië 8 000 Syrië 5 850
2 Eritrea 3 980 Eritrea 6 270 Eritrea 5 060 Eritrea 4 980 Eritrea 4 140 Eritrea 3 605 Eritrea 2 750 Eritrea 1 210
3 Somalië 1 375 Somalië 585 Irak 1 330 Irak 1 310 Afghanistan 725 Turkije 1 075 Turkije 1 825 Iran 1 135
4 Irak 705 Irak 550 Afghanistan 750 Iran 1 020 Iran 605 Jemen 685 Jemen 1 095 Turkije 990
5 Afghanistan 600 Afghanistan 540 Iran 585 Afghanistan 940 Irak 525 Iran 560 Iran 585 Jemen 655

Bron:CBS.

3.3Nareis

Daling nareizigers onder Syrische, Iraakse en Turkse statushouders gestopt

Net als bij de asielverzoeken, betreffen ook de statushouders, na een aanvankelijke toename, in steeds mindere mate nareizigers.noot7 In 2014 wordt 27 procent van de verblijfsvergunningen aan een nareiziger verleend. In 2017 is dat aandeel toegenomen tot 50 procent. Dit aandeel is vervolgens gedaald tot 22 procent voor de mensen met een verleende vergunning in 2020. In de eerste helft van 2021 neemt het aandeel weer iets toe (25 procent). Het aandeel nareizigers verschilt sterk per nationaliteit.noot8 Vooral onder Eritreeërs betreft een relatief groot deel nareizigers (met een maximum van 62 procent in 2018). Van de verleende verblijfsvergunningen aan Iraniërs betreft een relatief klein deel nareizigers (in de eerste helft van 2021 6 procent). Opvallend is de toename van het aandeel nareizigers in de eerste helft van 2021 voor Syriërs, Irakezen en Turken.

3.3.1 Verleende vergunningen onderscheiden naar wel/geen nareis1) en nationaliteit, 2014 tot en met eerste helft 2021
Land 2014 2014, nareis 2015 2015, nareis 2016 2016, nareis 2017 2017, nareis 2018 2018, nareis 2019 2019, nareis 2020 2020, nareis Eerste helft 2021 Eerste helft 2021, nareis
Syrië 7170 3275 10500 11150 16775 9430 6840 10140 4260 2430 5095 1475 6420 1580 3375 2475
Irak 445 260 335 215 1205 125 850 460 330 195 255 95 370 105 230 140
Afghanistan 495 100 455 85 685 65 855 85 475 250 375 100 440 35 450 50
Eritrea 3810 175 5325 945 3790 1270 2100 2880 1580 2560 1825 1780 1675 1075 825 385
Iran 345 80 380 50 545 40 900 120 485 120 500 65 540 45 1065 70
Turkije 25 15 15 5 10 10 365 10 375 50 1000 75 1570 255 670 320
Overig/onbekend 2015 1450 2285 1040 1975 775 2300 790 2240 845 2300 585 2950 760 5650 645
1) De onderste (helder gekleurde) balken betreffen niet-nareizigers, de bovenste (donkerdere) balken betreffen nareizigers.

3.4Wachttijd tot vergunning

Gemiddelde wachttijd Syriërs laagst door komst van nareizigers

Gemiddeld genomen hebben statushouders die in de periode 2014 tot en met de eerste helft van 2021 een vergunning kregen (en via een COA-opvang locatie zijn ingestroomd), 150 dagen gewacht op het verkrijgen van een verblijfsvergunning asiel sinds het moment van eerste opvang in een COA-opvanglocatie. Vooral Syriërs en Eritreeërs kregen relatief snel een verblijfsvergunning (na respectievelijk 86 en 95 dagen). Irakezen, Iraniërs en Afghanen wachtten gemiddeld zo’n veertien maanden. De wachttijd hangt samen met de kansen dat asielzoekers, uit de verschillende landen, hun asielverzoek gehonoreerd krijgen; voor Irakezen, Afghanen en Iraniërs worden lang niet alle verzoeken gehonoreerd. Voor deze groep geldt dat verblijfsvergunningen relatief vaak via tweede of volgende aanvragen of na een beroep zijn verkregen, waardoor de wachttijd tot het verkrijgen van de verblijfsvergunning langer is. Bovendien bestaan deze groepen voor een veel groter deel uit referenten (de groep mensen die in Nederland een eerste asielaanvraag doet) dan de andere nationaliteitennoot9: nareizigers hebben al een vergunning op het moment dat zij bij het COA instromen, referenten moeten daar nog op wachten. Nareizigers brengen de gemiddelde wachttijd dus omlaag. Voor vergunningscohorten 2019, 2020 en de eerste helft van 2021 liepen de wachttijden voor verschillende groepen behoorlijk op. Dit had te maken met de opgelopen vertraging bij de IND. De figuur laat zien hoe lang de statushouders per vergunningscohort gemiddeld op hun verblijfsvergunning asiel hebben gewacht.

3.4.1 Wachttijd (in dagen) tot verkrijgen vergunning voor statushouders naar nationaliteit en vergunningscohort
Categorie 1 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Eerste helft 2021
Syrië 55 48 110 36 61 106 211 188
Irak 222 213 372 331 359 624 618 563
Afghanistan 406 397 345 479 570 764 616 490
Eritrea 128 83 109 44 35 76 193 326
Iran 272 285 357 420 395 606 664 771
Turkije 322 463 87 295 186 338 292 251
Overig/onbekend 165 192 288 273 201 297 321 476
Totaal 110 79 139 106 137 213 282 348

3.5Vestigingsgemeente

Weinig regionale verschillen

Van de 184 duizend mensen die in 2014 tot en met de eerste helft van 2021 een verblijfsvergunning ontvingen, zijn er in deze periode 162 duizend zelfstandig gehuisvest in een gemeente (en wonen dus niet meer in de asielopvang van het COA). Onderstaande figuren laten zien dat statushouders in de tweede maand dat ze niet meer in de COA-opvang zitten, redelijk verspreid wonen over Nederland. De verschillen tussen gemeenten, uitgedrukt per 10 duizend inwoners, zijn klein. De uitschieters die wel zichtbaar zijn, zijn gemeenten met een opvanglocatie (bijvoorbeeld Westerwolde), waar we statushouders kort na vertrek uit de COA-opvang nog terugvinden.noot10 Na een jaar zijn deze uitschieters er niet meer. Er is weinig verschil in spreiding tussen de diverse nationaliteiten en vergunnings-cohorten. Ook één of twee jaar na het verlaten van de COA-opvang wonen de statushouders nog steeds verspreid over Nederland.

3.5.1 Aantal statushouders 2016 per 10 000 inwoners van de gemeentelijke bevolking, 2 maanden na verlaten van COA-opvang
GemNaam 16_2
Appingedam 18
Delfzijl 20,7
Groningen (gemeente) 20,9
Loppersum 14,7
Almere 27,7
Stadskanaal 19,3
Veendam 22,6
Zeewolde 18,1
Achtkarspelen 20,8
Ameland 0,0001
Harlingen 22,3
Heerenveen 21,4
Leeuwarden 19,3
Ooststellingwerf 19,6
Opsterland 23,2
Schiermonnikoog 0,0001
Smallingerland 18,7
Terschelling 0,0001
Vlieland 0,0001
Weststellingwerf 23,2
Assen 23,2
Coevorden 19,8
Emmen 24,3
Hoogeveen 19,9
Meppel 22,4
Almelo 7,4
Borne 22,3
Dalfsen 18,5
Deventer 18
Enschede 26,7
Haaksbergen 21,8
Hardenberg 21,3
Hellendoorn 15,6
Hengelo (O.) 25
Kampen 19,5
Losser 16,3
Noordoostpolder 29,8
Oldenzaal 17
Ommen 20,5
Raalte 13,3
Staphorst 11,7
Tubbergen 22,6
Urk 20
Wierden 16,4
Zwolle 15,7
Aalten 20,3
Apeldoorn 21,2
Arnhem 34,1
Barneveld 22,7
Beuningen 24,7
Brummen 18,3
Buren 21,3
Culemborg 29
Doesburg 17,2
Doetinchem 22,9
Druten 19,5
Duiven 27,5
Ede 25,4
Elburg 21,6
Epe 22,9
Ermelo 18,9
Harderwijk 24,6
Hattem 25,4
Heerde 17,8
Heumen 32,2
Lochem 23,1
Maasdriel 22,4
Nijkerk 21,5
Nijmegen 21,2
Oldebroek 12,3
Putten 15,8
Renkum 19,4
Rheden 29,9
Rozendaal 0,0001
Scherpenzeel 30,4
Tiel 22,8
Voorst 15,5
Wageningen 25,5
Westervoort 26,7
Winterswijk 24,3
Wijchen 22,9
Zaltbommel 20,4
Zevenaar 13,3
Zutphen 21,9
Nunspeet 19
Dronten 22,6
Amersfoort 16,6
Baarn 25,7
De Bilt 31,3
Bunnik 12,5
Bunschoten 17,4
Eemnes 32,4
Houten 26,9
Leusden 16,4
Lopik 11,1
Montfoort 17,2
Renswoude 14,7
Rhenen 25,3
Soest 16,1
Utrecht (gemeente) 17,2
Veenendaal 20,5
Woudenberg 21
Wijk bij Duurstede 18,8
IJsselstein 13,8
Zeist 19,3
Nieuwegein 13,2
Aalsmeer 11,6
Alkmaar 20
Amstelveen 19,3
Amsterdam 19
Beemster 19
Bergen (NH.) 21,4
Beverwijk 20,7
Blaricum 13
Bloemendaal 16,5
Castricum 25,6
Diemen 14,3
Edam-Volendam 24,9
Enkhuizen 28
Haarlem 19,6
Haarlemmermeer 20,1
Heemskerk 14,5
Heemstede 21,7
Heerhugowaard 22,6
Heiloo 22,1
Den Helder 21,7
Hilversum 14,6
Hoorn 22
Huizen 24,5
Landsmeer 27
Langedijk 18,5
Laren (NH.) 21,3
Medemblik 20,2
Oostzaan 16,4
Opmeer 11
Ouder-Amstel 14,3
Purmerend 21,3
Schagen 17,2
Texel 22,8
Uitgeest 23,4
Uithoorn 16,3
Velsen 18,4
Weesp 21,8
Zandvoort 19,3
Zaanstad 21
Alblasserdam 27,3
Alphen aan den Rijn 24
Barendrecht 22,2
Drechterland 15,2
Brielle 10,4
Capelle aan den IJssel 20,9
Delft 15,9
Dordrecht 22,8
Gorinchem 18,4
Gouda 18
's-Gravenhage (gemeente) 17,8
Hardinxveld-Giessendam 27,9
Hellevoetsluis 18,2
Hendrik-Ido-Ambacht 17,6
Stede Broec 7,8
Hillegom 8,6
Katwijk 9,7
Krimpen aan den IJssel 31,2
Leiden 24,3
Leiderdorp 16,6
Lisse 27,9
Maassluis 28,3
Nieuwkoop 28,1
Noordwijk 18,2
Oegstgeest 16,5
Oudewater 13,7
Papendrecht 15,6
Ridderkerk 17,3
Rotterdam 21,7
Rijswijk (ZH.) 16,2
Schiedam 16
Sliedrecht 25,4
Albrandswaard 18,8
Westvoorne 25,1
Vlaardingen 18
Voorschoten 8,6
Waddinxveen 16,7
Wassenaar 18,2
Woerden 26,2
Zoetermeer 22,3
Zoeterwoude 8,1
Zwijndrecht 20,1
Borsele 22,9
Goes 19,2
West Maas en Waal 22,3
Hulst 14,2
Kapelle 19,7
Middelburg (Z.) 15,2
Reimerswaal 28,6
Terneuzen 23,7
Tholen 18,2
Veere 14,6
Vlissingen 22,1
De Ronde Venen 15,3
Tytsjerksteradiel 18,1
Asten 21,5
Baarle-Nassau 23,3
Bergen op Zoom 12,4
Best 17,3
Boekel 27,8
Boxmeer 19,4
Boxtel 25
Breda 22,5
Deurne 21,9
Pekela 18,9
Dongen 21,7
Eersel 23,3
Eindhoven 20,8
Etten-Leur 18,9
Geertruidenberg 18,1
Gilze en Rijen 21,6
Goirle 21,3
Grave 37,8
Haaren 13,2
Helmond 18,8
's-Hertogenbosch 24,2
Heusden 17,9
Hilvarenbeek 21,9
Loon op Zand 23,1
Mill en Sint Hubert 21,9
Nuenen, Gerwen en Nederwetten 22,7
Oirschot 21,9
Oisterwijk 27,4
Oosterhout 20,9
Oss 23,4
Rucphen 22,3
Sint-Michielsgestel 27,4
Someren 17,6
Son en Breugel 19,6
Steenbergen 21,3
Waterland 25,3
Tilburg 22,4
Uden 14,7
Valkenswaard 22,1
Veldhoven 22,2
Vught 13,9
Waalre 22,9
Waalwijk 18,7
Woensdrecht 24,2
Zundert 15,1
Wormerland 21,5
Landgraaf 25,1
Beek (L.) 20,2
Beesel 20
Bergen (L.) 26,7
Brunssum 17,6
Gennep 21,9
Heerlen 18
Kerkrade 24,3
Maastricht 16,3
Meerssen 27,1
Mook en Middelaar 33,1
Nederweert 32,3
Roermond 15,6
Simpelveld 18
Stein (L.) 25,2
Vaals 27,7
Venlo 25,1
Venray 17,9
Voerendaal 15,2
Weert 31,5
Valkenburg aan de Geul 22
Lelystad 18,7
Horst aan de Maas 16,7
Oude IJsselstreek 18,3
Teylingen 11,5
Utrechtse Heuvelrug 23,2
Oost Gelre 30,4
Koggenland 18,9
Lansingerland 20,7
Leudal 24,5
Maasgouw 20,4
Gemert-Bakel 22,5
Halderberge 20,1
Heeze-Leende 27,2
Laarbeek 17,8
Reusel-De Mierden 24,4
Roerdalen 10,7
Roosendaal 14,5
Schouwen-Duiveland 16,3
Aa en Hunze 24,4
Borger-Odoorn 21,5
Cuijk 29
Landerd 29,2
De Wolden 24,7
Noord-Beveland 14,9
Wijdemeren 17,2
Noordenveld 30,1
Twenterand 17,5
Westerveld 10,3
Sint Anthonis 18
Lingewaard 21,2
Cranendonck 27
Steenwijkerland 12
Moerdijk 23,4
Echt-Susteren 16,1
Sluis 33,2
Drimmelen 15,4
Bernheze 26,9
Alphen-Chaam 30,4
Bergeijk 19,3
Bladel 29,9
Gulpen-Wittem 7,8
Tynaarlo 26,6
Midden-Drenthe 23,8
Overbetuwe 18,8
Hof van Twente 14,8
Neder-Betuwe 23,8
Rijssen-Holten 17,3
Geldrop-Mierlo 24,9
Olst-Wijhe 16,4
Dinkelland 18,9
Westland 16,1
Midden-Delfland 18,1
Berkelland 28,6
Bronckhorst 16,9
Sittard-Geleen 16,6
Kaag en Braassem 29,7
Dantumadiel 23,3
Zuidplas 14,4
Peel en Maas 20,5
Oldambt 19,1
Zwartewaterland 18,5
S�dwest-Frysl�n 26,4
Bodegraven-Reeuwijk 17,2
Eijsden-Margraten 29,1
Stichtse Vecht 18,9
Hollands Kroon 15,5
Leidschendam-Voorburg 19,7
Goeree-Overflakkee 16,4
Pijnacker-Nootdorp 24,8
Nissewaard 14,6
Krimpenerwaard 18,1
De Fryske Marren 35,1
Gooise Meren 16,4
Berg en Dal 18,9
Meierijstad 18,1
Waadhoeke 26
Westerwolde 48,2
Midden-Groningen 19,2
Beekdaelen 25,3
Montferland 30,5
Altena 23,9
West Betuwe 17
Vijfheerenlanden 16,5
Hoeksche Waard 16
Het Hogeland 18,2
Westerkwartier 17,5
Noardeast-Frysl�n 23,4
Molenlanden 13,9
3.5.2 Aantal statushouders 2016 per 10 000 inwoners van de gemeentelijke bevolking, 48 maanden na verlaten van COA-opvang
GemNaam 16_48
Appingedam 23,2
Delfzijl 19,9
Groningen (gemeente) 20,9
Loppersum 9,4
Almere 24,4
Stadskanaal 18
Veendam 22,3
Zeewolde 11
Achtkarspelen 13,6
Ameland 0,0001
Harlingen 26,7
Heerenveen 19
Leeuwarden 20,3
Ooststellingwerf 13,3
Opsterland 17,8
Schiermonnikoog 0,0001
Smallingerland 19,9
Terschelling 0,0001
Vlieland 0,0001
Weststellingwerf 14,3
Assen 26,5
Coevorden 14,2
Emmen 21,9
Hoogeveen 17,8
Meppel 20,3
Almelo 14,2
Borne 18,4
Dalfsen 17,5
Deventer 17,5
Enschede 30,3
Haaksbergen 21,4
Hardenberg 20,7
Hellendoorn 11,4
Hengelo (O.) 26,3
Kampen 17,9
Losser 16,3
Noordoostpolder 25,6
Oldenzaal 14,1
Ommen 13,3
Raalte 11,1
Staphorst 9,9
Tubbergen 15,5
Urk 20
Wierden 9
Zwolle 17,9
Aalten 18,1
Apeldoorn 24,8
Arnhem 35,8
Barneveld 18,8
Beuningen 23,2
Brummen 16,4
Buren 15
Culemborg 25,6
Doesburg 16,2
Doetinchem 24,3
Druten 11,6
Duiven 25,5
Ede 22,4
Elburg 17,3
Epe 20,5
Ermelo 14,4
Harderwijk 24,6
Hattem 21,3
Heerde 17,2
Heumen 29,2
Lochem 20,8
Maasdriel 18
Nijkerk 19,9
Nijmegen 22,7
Oldebroek 9,7
Putten 15,3
Renkum 13,7
Rheden 24,9
Rozendaal 0,0001
Scherpenzeel 29,4
Tiel 25,4
Voorst 14,7
Wageningen 27,2
Westervoort 27,4
Winterswijk 22,9
Wijchen 22,4
Zaltbommel 18
Zevenaar 8,9
Zutphen 21,3
Nunspeet 15,4
Dronten 17,1
Amersfoort 16,8
Baarn 23,3
De Bilt 26,7
Bunnik 11,2
Bunschoten 15,5
Eemnes 20,5
Houten 25,7
Leusden 17,8
Lopik 2,8
Montfoort 18
Renswoude 12,9
Rhenen 26,3
Soest 16,5
Utrecht (gemeente) 17,8
Veenendaal 18,8
Woudenberg 21,7
Wijk bij Duurstede 15,5
IJsselstein 11,4
Zeist 18,5
Nieuwegein 7,4
Aalsmeer 9,1
Alkmaar 19,6
Amstelveen 18,1
Amsterdam 18,3
Beemster 14
Bergen (NH.) 20,1
Beverwijk 20,4
Blaricum 6,9
Bloemendaal 3
Castricum 23,1
Diemen 14,6
Edam-Volendam 23,5
Enkhuizen 26,4
Haarlem 15,5
Haarlemmermeer 18,4
Heemskerk 15,8
Heemstede 20,6
Heerhugowaard 22,7
Heiloo 18,4
Den Helder 18,1
Hilversum 16,5
Hoorn 22,8
Huizen 24,2
Landsmeer 18,3
Langedijk 16,7
Laren (NH.) 20,4
Medemblik 20
Oostzaan 13,4
Opmeer 15,2
Ouder-Amstel 12,8
Purmerend 19,3
Schagen 12
Texel 19,2
Uitgeest 22
Uithoorn 15,3
Velsen 18,6
Weesp 18,2
Zandvoort 14
Zaanstad 20,8
Alblasserdam 24,8
Alphen aan den Rijn 23,8
Barendrecht 18,3
Drechterland 14,7
Brielle 9,3
Capelle aan den IJssel 24,3
Delft 17,8
Dordrecht 22,6
Gorinchem 21,6
Gouda 19,9
's-Gravenhage (gemeente) 18,4
Hardinxveld-Giessendam 26,8
Hellevoetsluis 15,2
Hendrik-Ido-Ambacht 17,6
Stede Broec 7,8
Hillegom 8,1
Katwijk 7,8
Krimpen aan den IJssel 29,8
Leiden 22,9
Leiderdorp 15,9
Lisse 20
Maassluis 31,9
Nieuwkoop 28,5
Noordwijk 15,6
Oegstgeest 19,7
Oudewater 10,8
Papendrecht 13,7
Ridderkerk 19,5
Rotterdam 22,8
Rijswijk (ZH.) 15,2
Schiedam 15,9
Sliedrecht 21,8
Albrandswaard 18,8
Westvoorne 21,7
Vlaardingen 19,5
Voorschoten 7,4
Waddinxveen 14
Wassenaar 18,2
Woerden 27
Zoetermeer 19,8
Zoeterwoude 7
Zwijndrecht 22,4
Borsele 14,1
Goes 21,8
West Maas en Waal 16
Hulst 10,9
Kapelle 20,5
Middelburg (Z.) 15
Reimerswaal 18,5
Terneuzen 24,1
Tholen 11,3
Veere 9,1
Vlissingen 23,2
De Ronde Venen 14,8
Tytsjerksteradiel 14,4
Asten 17,3
Baarle-Nassau 24,8
Bergen op Zoom 16,6
Best 20
Boekel 14,8
Boxmeer 18,4
Boxtel 21,8
Breda 24,3
Deurne 20,6
Pekela 17,2
Dongen 20,6
Eersel 19,2
Eindhoven 25
Etten-Leur 18,5
Geertruidenberg 19
Gilze en Rijen 16,3
Goirle 15,5
Grave 33
Haaren 11,1
Helmond 22,2
's-Hertogenbosch 23,7
Heusden 14,8
Hilvarenbeek 24,5
Loon op Zand 17,9
Mill en Sint Hubert 11,9
Nuenen, Gerwen en Nederwetten 15
Oirschot 16,6
Oisterwijk 17,5
Oosterhout 18,6
Oss 19,3
Rucphen 14,4
Sint-Michielsgestel 17,8
Someren 15
Son en Breugel 16,2
Steenbergen 21,7
Waterland 18,9
Tilburg 24,3
Uden 13,1
Valkenswaard 21,2
Veldhoven 20,2
Vught 10,5
Waalre 16,6
Waalwijk 19,1
Woensdrecht 16,5
Zundert 16
Wormerland 20,3
Landgraaf 22,2
Beek (L.) 21,4
Beesel 16,3
Bergen (L.) 25,2
Brunssum 10,8
Gennep 17,1
Heerlen 20,4
Kerkrade 26,7
Maastricht 17,3
Meerssen 19,1
Mook en Middelaar 24,2
Nederweert 25,9
Roermond 17,2
Simpelveld 15,2
Stein (L.) 20,4
Vaals 25,7
Venlo 22,6
Venray 17,9
Voerendaal 11,2
Weert 25,3
Valkenburg aan de Geul 20,2
Lelystad 17,9
Horst aan de Maas 13,7
Oude IJsselstreek 15
Teylingen 10,4
Utrechtse Heuvelrug 18,4
Oost Gelre 23,6
Koggenland 17,6
Lansingerland 19,2
Leudal 16,4
Maasgouw 15,9
Gemert-Bakel 20,2
Halderberge 20,1
Heeze-Leende 24,1
Laarbeek 12,9
Reusel-De Mierden 18,3
Roerdalen 8,3
Roosendaal 16,4
Schouwen-Duiveland 14,8
Aa en Hunze 20,4
Borger-Odoorn 16,8
Cuijk 25,1
Landerd 25,4
De Wolden 22,2
Noord-Beveland 14,9
Wijdemeren 15,2
Noordenveld 17,3
Twenterand 9,5
Westerveld 8,7
Sint Anthonis 18
Lingewaard 19,3
Cranendonck 18,9
Steenwijkerland 12,5
Moerdijk 22,1
Echt-Susteren 16,1
Sluis 20,7
Drimmelen 14,7
Bernheze 19,8
Alphen-Chaam 29,4
Bergeijk 15
Bladel 25,5
Gulpen-Wittem 4,9
Tynaarlo 20,4
Midden-Drenthe 16
Overbetuwe 19,6
Hof van Twente 15,4
Neder-Betuwe 20,1
Rijssen-Holten 18,9
Geldrop-Mierlo 23,2
Olst-Wijhe 17,5
Dinkelland 15,9
Westland 14,1
Midden-Delfland 14,5
Berkelland 23,5
Bronckhorst 12,8
Sittard-Geleen 16,8
Kaag en Braassem 26,7
Dantumadiel 15,9
Zuidplas 11,6
Peel en Maas 19,1
Oldambt 17
Zwartewaterland 17,6
S�dwest-Frysl�n 22,6
Bodegraven-Reeuwijk 16,1
Eijsden-Margraten 22,1
Stichtse Vecht 16
Hollands Kroon 13,4
Leidschendam-Voorburg 20,5
Goeree-Overflakkee 13
Pijnacker-Nootdorp 23,1
Nissewaard 15
Krimpenerwaard 17,9
De Fryske Marren 29,1
Gooise Meren 18,8
Berg en Dal 18
Meierijstad 16,1
Waadhoeke 23
Westerwolde 17,1
Midden-Groningen 16,3
Beekdaelen 21,7
Montferland 27,8
Altena 20,2
West Betuwe 12,5
Vijfheerenlanden 15,8
Hoeksche Waard 15,9
Het Hogeland 17,6
Westerkwartier 14,5
Noardeast-Frysl�n 18,8
Molenlanden 10,5
3.5.3 Aantal statushouders 2018 per 10 000 inwoners van de gemeentelijke bevolking, 2 maanden na verlaten van COA-opvang
GemNaam 18_2
Appingedam 14,6
Delfzijl 13
Groningen (gemeente) 5,9
Loppersum 3,1
Almere 7,6
Stadskanaal 7,3
Veendam 8,4
Zeewolde 13,7
Achtkarspelen 3,2
Ameland 0,0001
Harlingen 8,9
Heerenveen 11,9
Leeuwarden 6,8
Ooststellingwerf 6,3
Opsterland 11,1
Schiermonnikoog 0,0001
Smallingerland 8,5
Terschelling 0,0001
Vlieland 0,0001
Weststellingwerf 5,4
Assen 6,9
Coevorden 10,2
Emmen 7,8
Hoogeveen 10,2
Meppel 10,3
Almelo 6
Borne 9,4
Dalfsen 11,5
Deventer 7,1
Enschede 9,5
Haaksbergen 1,2
Hardenberg 9,4
Hellendoorn 10,3
Hengelo (O.) 8,3
Kampen 12
Losser 7,1
Noordoostpolder 12,1
Oldenzaal 4,7
Ommen 12,2
Raalte 14,1
Staphorst 11,1
Tubbergen 9,9
Urk 9,5
Wierden 7,4
Zwolle 6,2
Aalten 11,8
Apeldoorn 7,8
Arnhem 7,3
Barneveld 6,4
Beuningen 7
Brummen 6,3
Buren 14,6
Culemborg 9,3
Doesburg 8,1
Doetinchem 6,7
Druten 10
Duiven 8
Ede 8,7
Elburg 9,1
Epe 15,7
Ermelo 12,2
Harderwijk 10,3
Hattem 9,8
Heerde 8,1
Heumen 10,3
Lochem 8
Maasdriel 14
Nijkerk 12,7
Nijmegen 7,7
Oldebroek 10,1
Putten 7,9
Renkum 7,6
Rheden 3,9
Rozendaal 0,0001
Scherpenzeel 9,1
Tiel 10,2
Voorst 6,9
Wageningen 8,1
Westervoort 10,7
Winterswijk 6,9
Wijchen 10,7
Zaltbommel 12,5
Zevenaar 2,5
Zutphen 7,9
Nunspeet 17,2
Dronten 11,6
Amersfoort 6,2
Baarn 10,9
De Bilt 8,1
Bunnik 17,1
Bunschoten 8,2
Eemnes 8,7
Houten 5,8
Leusden 5,6
Lopik 17,3
Montfoort 15,1
Renswoude 11
Rhenen 7
Soest 10,3
Utrecht (gemeente) 10,6
Veenendaal 9,9
Woudenberg 12
Wijk bij Duurstede 10,9
IJsselstein 13,5
Zeist 9,2
Nieuwegein 4,7
Aalsmeer 11,3
Alkmaar 9
Amstelveen 8,4
Amsterdam 11,8
Beemster 5
Bergen (NH.) 11,7
Beverwijk 7
Blaricum 7,8
Bloemendaal 9,8
Castricum 9,2
Diemen 10,4
Edam-Volendam 10,5
Enkhuizen 9,7
Haarlem 11
Haarlemmermeer 9
Heemskerk 5,1
Heemstede 14
Heerhugowaard 13,4
Heiloo 12,1
Den Helder 11,9
Hilversum 9,5
Hoorn 9,3
Huizen 9
Landsmeer 11,3
Langedijk 6
Laren (NH.) 9,8
Medemblik 9,3
Oostzaan 14,4
Opmeer 3,4
Ouder-Amstel 9,3
Purmerend 11,8
Schagen 10,5
Texel 6,6
Uitgeest 7,3
Uithoorn 7,1
Velsen 8,2
Weesp 9,1
Zandvoort 9,9
Zaanstad 8,9
Alblasserdam 17,4
Alphen aan den Rijn 9,6
Barendrecht 10,7
Drechterland 11,7
Brielle 9,8
Capelle aan den IJssel 8,2
Delft 9,6
Dordrecht 9,5
Gorinchem 6,2
Gouda 10,4
's-Gravenhage (gemeente) 8,5
Hardinxveld-Giessendam 9,8
Hellevoetsluis 13
Hendrik-Ido-Ambacht 9,6
Stede Broec 13,3
Hillegom 5,9
Katwijk 7
Krimpen aan den IJssel 3
Leiden 7
Leiderdorp 11,1
Lisse 9,6
Maassluis 6,6
Nieuwkoop 4,5
Noordwijk 10,1
Oegstgeest 6,4
Oudewater 18,6
Papendrecht 9,3
Ridderkerk 6,9
Rotterdam 8,9
Rijswijk (ZH.) 9,4
Schiedam 5,6
Sliedrecht 2,4
Albrandswaard 9
Westvoorne 7,5
Vlaardingen 7,1
Voorschoten 9,8
Waddinxveen 10,9
Wassenaar 12,9
Woerden 8,6
Zoetermeer 7
Zoeterwoude 5,8
Zwijndrecht 6,3
Borsele 8,8
Goes 5,8
West Maas en Waal 12,9
Hulst 13,4
Kapelle 11
Middelburg (Z.) 7,8
Reimerswaal 5,3
Terneuzen 9,2
Tholen 7,8
Veere 7,3
Vlissingen 6,8
De Ronde Venen 10,3
Tytsjerksteradiel 12,5
Asten 8,4
Baarle-Nassau 0,0001
Bergen op Zoom 11,1
Best 10,3
Boekel 17,6
Boxmeer 9,9
Boxtel 10,7
Breda 8,4
Deurne 13,9
Pekela 9
Dongen 11,4
Eersel 8,3
Eindhoven 7,4
Etten-Leur 9,8
Geertruidenberg 6
Gilze en Rijen 9,8
Goirle 10
Grave 12,1
Haaren 8,4
Helmond 5,6
's-Hertogenbosch 5,4
Heusden 6
Hilvarenbeek 7,7
Loon op Zand 10,3
Mill en Sint Hubert 11
Nuenen, Gerwen en Nederwetten 8,6
Oirschot 8
Oisterwijk 8
Oosterhout 12,9
Oss 6,6
Rucphen 9,2
Sint-Michielsgestel 5,8
Someren 15,5
Son en Breugel 8,7
Steenbergen 4,9
Waterland 13,8
Tilburg 5,1
Uden 6,4
Valkenswaard 8
Veldhoven 6,4
Vught 11,7
Waalre 4,6
Waalwijk 9,7
Woensdrecht 4,6
Zundert 8,2
Wormerland 6,8
Landgraaf 14,2
Beek (L.) 5
Beesel 17,8
Bergen (L.) 16
Brunssum 12,9
Gennep 7,7
Heerlen 6,8
Kerkrade 13,1
Maastricht 8,7
Meerssen 4,2
Mook en Middelaar 12,7
Nederweert 1,8
Roermond 6,7
Simpelveld 11,4
Stein (L.) 8,8
Vaals 10,9
Venlo 12,5
Venray 9,4
Voerendaal 11,2
Weert 7,8
Valkenburg aan de Geul 11
Lelystad 5,3
Horst aan de Maas 12,5
Oude IJsselstreek 7,1
Teylingen 8,8
Utrechtse Heuvelrug 9,1
Oost Gelre 11,1
Koggenland 7
Lansingerland 7,5
Leudal 7,5
Maasgouw 13,4
Gemert-Bakel 13
Halderberge 6,9
Heeze-Leende 9,9
Laarbeek 10,7
Reusel-De Mierden 9,9
Roerdalen 7,3
Roosendaal 6,3
Schouwen-Duiveland 12,1
Aa en Hunze 4,3
Borger-Odoorn 11,3
Cuijk 10,3
Landerd 2,5
De Wolden 7
Noord-Beveland 13,5
Wijdemeren 11,5
Noordenveld 7
Twenterand 12,4
Westerveld 5,1
Sint Anthonis 14,6
Lingewaard 7,9
Cranendonck 12,3
Steenwijkerland 7,5
Moerdijk 8,3
Echt-Susteren 7,3
Sluis 12,1
Drimmelen 11
Bernheze 4,5
Alphen-Chaam 7,8
Bergeijk 8
Bladel 8,8
Gulpen-Wittem 6,4
Tynaarlo 6,5
Midden-Drenthe 5,4
Overbetuwe 10,9
Hof van Twente 8
Neder-Betuwe 5,3
Rijssen-Holten 3,7
Geldrop-Mierlo 8,8
Olst-Wijhe 7,7
Dinkelland 11
Westland 13,8
Midden-Delfland 8,8
Berkelland 7,8
Bronckhorst 8,9
Sittard-Geleen 12
Kaag en Braassem 2,9
Dantumadiel 6,9
Zuidplas 10,3
Peel en Maas 9
Oldambt 7,3
Zwartewaterland 10,1
S�dwest-Frysl�n 8,4
Bodegraven-Reeuwijk 8,6
Eijsden-Margraten 12,8
Stichtse Vecht 10
Hollands Kroon 10,1
Leidschendam-Voorburg 11,5
Goeree-Overflakkee 16
Pijnacker-Nootdorp 9,9
Nissewaard 9,7
Krimpenerwaard 11,4
De Fryske Marren 9,7
Gooise Meren 11
Berg en Dal 9,4
Meierijstad 8,5
Waadhoeke 10,2
Westerwolde 32,3
Midden-Groningen 9,2
Beekdaelen 10
Montferland 6,4
Altena 10
West Betuwe 11,5
Vijfheerenlanden 11,8
Hoeksche Waard 9,3
Het Hogeland 10,3
Westerkwartier 13,3
Noardeast-Frysl�n 4,2
Molenlanden 3,9
3.5.4 Aantal statushouders 2018 per 10 000 inwoners van de gemeentelijke bevolking, 24 maanden na verlaten van COA-opvang
GemNaam 18_24
Appingedam 13,7
Delfzijl 11,3
Groningen (gemeente) 6,4
Loppersum 3,1
Almere 7,2
Stadskanaal 7,3
Veendam 8,4
Zeewolde 12,8
Achtkarspelen 2,2
Ameland 0,0001
Harlingen 8,9
Heerenveen 10,9
Leeuwarden 7,4
Ooststellingwerf 6,7
Opsterland 9,4
Schiermonnikoog 0,0001
Smallingerland 8,4
Terschelling 0,0001
Vlieland 0,0001
Weststellingwerf 3,9
Assen 5,7
Coevorden 7,9
Emmen 8,3
Hoogeveen 11,1
Meppel 9,1
Almelo 7,1
Borne 8,6
Dalfsen 10,8
Deventer 7,2
Enschede 10,6
Haaksbergen 1,2
Hardenberg 8,9
Hellendoorn 10
Hengelo (O.) 8,5
Kampen 10,5
Losser 6,6
Noordoostpolder 11,2
Oldenzaal 4,7
Ommen 10
Raalte 13,8
Staphorst 9,9
Tubbergen 9,4
Urk 9
Wierden 7
Zwolle 7,1
Aalten 11,1
Apeldoorn 7,9
Arnhem 7,7
Barneveld 6,3
Beuningen 5
Brummen 3,9
Buren 12,7
Culemborg 9,3
Doesburg 6,3
Doetinchem 8,3
Druten 8,5
Duiven 8,8
Ede 9,1
Elburg 10,4
Epe 13,9
Ermelo 12,2
Harderwijk 10,3
Hattem 9,8
Heerde 8,1
Heumen 9,7
Lochem 6,8
Maasdriel 12,4
Nijkerk 13,2
Nijmegen 7,8
Oldebroek 7,6
Putten 6,2
Renkum 6,7
Rheden 3,7
Rozendaal 0,0001
Scherpenzeel 11,1
Tiel 10,2
Voorst 6,9
Wageningen 8,1
Westervoort 10,7
Winterswijk 5,9
Wijchen 10,5
Zaltbommel 11,1
Zevenaar 1,8
Zutphen 8,3
Nunspeet 16,2
Dronten 9,6
Amersfoort 6,3
Baarn 10,9
De Bilt 7,9
Bunnik 15,8
Bunschoten 7,8
Eemnes 5,4
Houten 5
Leusden 5,6
Lopik 16,6
Montfoort 14,4
Renswoude 11
Rhenen 6
Soest 9,9
Utrecht (gemeente) 10,9
Veenendaal 9,5
Woudenberg 11,2
Wijk bij Duurstede 11,3
IJsselstein 12,3
Zeist 8,6
Nieuwegein 4,4
Aalsmeer 10
Alkmaar 9,1
Amstelveen 9,1
Amsterdam 11,6
Beemster 4
Bergen (NH.) 11,4
Beverwijk 7,7
Blaricum 7,8
Bloemendaal 5,9
Castricum 9,2
Diemen 10,1
Edam-Volendam 10,2
Enkhuizen 9,1
Haarlem 10,7
Haarlemmermeer 8,5
Heemskerk 4,8
Heemstede 12,1
Heerhugowaard 9,9
Heiloo 11,3
Den Helder 11
Hilversum 9
Hoorn 8,9
Huizen 8,2
Landsmeer 12,2
Langedijk 6,4
Laren (NH.) 9,8
Medemblik 9,3
Oostzaan 14,4
Opmeer 3,4
Ouder-Amstel 9,3
Purmerend 11,2
Schagen 10,3
Texel 5,9
Uitgeest 7,3
Uithoorn 7,1
Velsen 8,2
Weesp 8,6
Zandvoort 10,5
Zaanstad 9,1
Alblasserdam 18,3
Alphen aan den Rijn 9,7
Barendrecht 10,9
Drechterland 11,2
Brielle 9,8
Capelle aan den IJssel 8,6
Delft 10
Dordrecht 9
Gorinchem 7,3
Gouda 10,2
's-Gravenhage (gemeente) 8,7
Hardinxveld-Giessendam 8,7
Hellevoetsluis 11,5
Hendrik-Ido-Ambacht 9,6
Stede Broec 12
Hillegom 6,3
Katwijk 6,4
Krimpen aan den IJssel 4,1
Leiden 7,1
Leiderdorp 8,5
Lisse 8,3
Maassluis 7,5
Nieuwkoop 4,5
Noordwijk 9,9
Oegstgeest 6,8
Oudewater 18,6
Papendrecht 8,7
Ridderkerk 7,6
Rotterdam 8,9
Rijswijk (ZH.) 9
Schiedam 5,5
Sliedrecht 4
Albrandswaard 10,2
Westvoorne 6,8
Vlaardingen 7,8
Voorschoten 7,4
Waddinxveen 10,9
Wassenaar 9,5
Woerden 8,6
Zoetermeer 6,7
Zoeterwoude 5,8
Zwijndrecht 6,5
Borsele 5,7
Goes 6
West Maas en Waal 10,3
Hulst 12,7
Kapelle 15
Middelburg (Z.) 9,4
Reimerswaal 5,7
Terneuzen 9
Tholen 7,4
Veere 5,5
Vlissingen 6,8
De Ronde Venen 8,8
Tytsjerksteradiel 10
Asten 10,2
Baarle-Nassau 0,0001
Bergen op Zoom 11,4
Best 10
Boekel 13,9
Boxmeer 9,5
Boxtel 10,7
Breda 8,8
Deurne 12,6
Pekela 9
Dongen 11,4
Eersel 8,3
Eindhoven 7,9
Etten-Leur 8,4
Geertruidenberg 6
Gilze en Rijen 8,7
Goirle 5,9
Grave 8,8
Haaren 7,7
Helmond 6,5
's-Hertogenbosch 5,6
Heusden 6
Hilvarenbeek 5,8
Loon op Zand 9,4
Mill en Sint Hubert 10,1
Nuenen, Gerwen en Nederwetten 8,6
Oirschot 8
Oisterwijk 6,5
Oosterhout 12,5
Oss 6
Rucphen 7
Sint-Michielsgestel 4,1
Someren 16
Son en Breugel 7,5
Steenbergen 5,3
Waterland 13,2
Tilburg 6,6
Uden 6,6
Valkenswaard 7,1
Veldhoven 6,8
Vught 12
Waalre 4
Waalwijk 10,1
Woensdrecht 3,2
Zundert 6,9
Wormerland 6,1
Landgraaf 14,7
Beek (L.) 5
Beesel 18,5
Bergen (L.) 12,2
Brunssum 11,1
Gennep 7,1
Heerlen 6,9
Kerkrade 11,6
Maastricht 9
Meerssen 4,2
Mook en Middelaar 12,7
Nederweert 1,2
Roermond 4,8
Simpelveld 11,4
Stein (L.) 8,8
Vaals 11,9
Venlo 12,5
Venray 9,9
Voerendaal 8
Weert 7,6
Valkenburg aan de Geul 7,9
Lelystad 5,5
Horst aan de Maas 12
Oude IJsselstreek 4,8
Teylingen 8
Utrechtse Heuvelrug 8,5
Oost Gelre 9,8
Koggenland 4,8
Lansingerland 8,2
Leudal 6,1
Maasgouw 12,1
Gemert-Bakel 12
Halderberge 6,3
Heeze-Leende 9,3
Laarbeek 9,3
Reusel-De Mierden 9,2
Roerdalen 6,3
Roosendaal 6,1
Schouwen-Duiveland 11,2
Aa en Hunze 3,9
Borger-Odoorn 9,8
Cuijk 8,8
Landerd 1,9
De Wolden 3,3
Noord-Beveland 14,9
Wijdemeren 11,5
Noordenveld 6,7
Twenterand 11,9
Westerveld 5,1
Sint Anthonis 15,4
Lingewaard 8,2
Cranendonck 12,3
Steenwijkerland 7,3
Moerdijk 7
Echt-Susteren 7
Sluis 11,2
Drimmelen 5,5
Bernheze 3,5
Alphen-Chaam 7,8
Bergeijk 7,5
Bladel 7,8
Gulpen-Wittem 5,6
Tynaarlo 7,1
Midden-Drenthe 5,4
Overbetuwe 10,9
Hof van Twente 7,7
Neder-Betuwe 4,9
Rijssen-Holten 3,7
Geldrop-Mierlo 9,6
Olst-Wijhe 7,1
Dinkelland 11
Westland 13,4
Midden-Delfland 8,3
Berkelland 8,2
Bronckhorst 8
Sittard-Geleen 10,8
Kaag en Braassem 3,3
Dantumadiel 7,9
Zuidplas 10,3
Peel en Maas 8,8
Oldambt 7,6
Zwartewaterland 10,1
S�dwest-Frysl�n 8,2
Bodegraven-Reeuwijk 8,3
Eijsden-Margraten 7,4
Stichtse Vecht 9,1
Hollands Kroon 9,9
Leidschendam-Voorburg 11,5
Goeree-Overflakkee 13,2
Pijnacker-Nootdorp 9
Nissewaard 10,4
Krimpenerwaard 11
De Fryske Marren 8,9
Gooise Meren 10,2
Berg en Dal 9,4
Meierijstad 8
Waadhoeke 10,2
Westerwolde 9,7
Midden-Groningen 6,9
Beekdaelen 8,9
Montferland 6,4
Altena 9,6
West Betuwe 6,5
Vijfheerenlanden 11,6
Hoeksche Waard 9
Het Hogeland 9,8
Westerkwartier 12,5
Noardeast-Frysl�n 3,3
Molenlanden 4,1

Statushouders wonen steeds een beetje stedelijker

Wel zien we dat de statushouders naarmate ze langer in Nederland verblijven steeds iets stedelijker gaan wonen. Van het cohort 2014 woonde na twee maanden 52 procent in sterk of zeer sterk stedelijk gebied, na 72 maanden is dat toegenomen naar 56 procent. Voor cohort 2015 zien we een vergelijkbare toename: van 53 procent na twee maanden naar 58 procent na 60 maanden. Ook de vergunningscohorten van 2016, 2017 en 2018 zijn iets stedelijker gaan wonen. Ter vergelijking: van alle Nederlanders woonde in 2021 56 procent in sterk of zeer sterk verstedelijkt gebied.

3.5.5 Aandeel statushouders dat (zeer) sterk stedelijk woont, naar vergunningscohort en aantal maanden na verlaten COA-opvang (%)
Vergunningscohort 2 12 24 36 48 60 72
2014 52,4 53,0 53,5 54,8 55,7 56,3 55,9
2015 53,3 54,5 55,4 56,1 56,7 57,5 .
2016 53,4 54,6 55,5 56,2 56,6 . .
2017 51,6 52,7 53,4 54,6 . . .
2018 52,2 53,0 54,0 . . . .
2019 54,7 55,7 . . . . .
2020 51,4 . . . . . .

Statushouders wonen vooral in huurwoningen

Het merendeel van de statushouders die in de periode 2014 tot en met eerste helft 2021 een verblijfsvergunning ontvingen (184 duizend), woont op 1 juli 2021 samen in 67 duizend huishoudens. Van deze huishoudens woont op 1 juli 2021 het overgrote deel (96 procent) in een huurwoning. Nog geen 3 procent van de huishoudens woont in een eigen woning. Van een klein deel van de huishoudens is het eigendom van de woning onbekend. Ter vergelijking: 42 procent van de bewoonde woningen in Nederland betreft in 2021 een huurwoning, 58 procent een eigen woning. Voor de oudere vergunningscohorten is een lichte stijging te zien in het aandeel huishoudens dat in een eigen woning woont, dit geldt met name voor statushouders met een Afghaanse, Iraanse of Iraakse nationaliteit.

3.5.6 Aandeel huishoudens in eigen woning voor vergunningscohort 2014 (%)
Categorie 1 Syrië Irak Afghanistan Eritrea Iran Turkije* Overig/onbekend
2015 0,6 1,7 2,6 0 1,1 . 1,1
2016 0,5 0,8 3,3 0,2 2 . 1,2
2017 0,5 1 3,1 0,2 2 . 1,6
2018 1 2 3,6 0,4 2,3 . 1,6
2019 1,5 3,2 3,9 0,5 2,4 . 2,3
2020 2 3,9 6,8 0,6 4,4 . 2,9
2021 2,9 5,7 6,9 0,8 6,1 . 3,4
* Vanwege kleine aantallen geven de gegevens voor Turkije een vertekend beeld. Deze nationaliteit is daarom in deze figuur weggelaten. In het dashboard vindt u wel de cijfers voor Turkije.

3.6Huishoudenssamenstelling

Steeds meer statushouders thuiswonend kind

De figuur laat zien dat de jongere vergunningscohorten voor een steeds groter deel bestaan uit thuiswonende kinderen en stellen (met en zonder kinderen). Van het vergunningscohort 2014, gemeten in de eerste maand buiten de asielopvang, is 28 procent een thuiswonend kind. Van het vergunningscohort 2021 (de eerste helft) is dit 61 procent.

Het aandeel alleenstaanden neemt steeds verder af. Een groot deel van de asielzoekers komt als alleenstaande naar Nederland. Van de mensen die in 2014 een verblijfsvergunning krijgen, is 39 procent alleenstaand op het moment dat zij worden gehuisvest in een gemeente. Op het moment dat statushouders uit 2017 of 2018 worden gehuisvest in een gemeente (en zij dus uit de COA opvanglocatie vertrekken), is zo’n 13 procent alleenstaand. Voor vergunningscohort 2020 is het gestegen naar 24 procent en voor statushouders uit de eerste helft van 2021 is 9 procent alleenstaand. De afname (zowel tussen cohorten 2014 en 2017, als die van 2020 en 2021) van het aandeel alleenstaanden wordt veroorzaakt door de nareis van familieleden. Het aandeel partners (zowel met als zonder kinderen) stijgt in de periode tussen het verkrijgen van de vergunning en het moment dat mensen een woning toegewezen krijgen.

3.6.1 Plaats in het huishouden van personen met verblijfsvergunning asiel, op moment van huisvesting in gemeente (eerste maand buiten asielopvang), naar vergunningscohort
Categorie 1 Alleenstaande Thuiswonend kind Partner in paar met kinderen Partner in paar zonder kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid huishouden Onbekend
Eerste helft 2021 270 1905 530 195 70 180 0
2020 3455 6455 2345 820 470 565 0
2019 2640 7635 2735 780 445 735 0
2018 2160 7990 3060 995 615 820 0
2017 3550 13230 6880 1520 840 1805 0
2016 10095 12660 6390 2575 1230 2515 0
2015 9880 10335 5820 2240 830 2295 0
2014 7480 5380 3425 1210 540 1300 0

3.7Onderwijs

Steeds meer statushouders volgen onderwijs

Van alle statushouders die in 2014 hun vergunning kregen, volgt 29 procent onderwijs op 1 oktober 2015 en drie jaar later (op 1 oktober 2018) volgt 41 procent van hen onderwijs. Dit percentage daalt daarna naar 36 procent in 2021. Van de statushouders die in 2015 een vergunning kregen volgt 43 procent op 1 oktober 2021 onderwijs en voor degenen die in 2016 een vergunning kregen is dit 44 procent. Voor het cohort 2017 is dit 52 procent, voor het cohort 2018 38 procent en voor het cohort 2019 33 procent. Een interessant gegeven is dat niet-leerplichtige jongeren vanaf 18 jaar vaker onderwijs volgen naarmate ze langer in Nederland zijn. Zij volgen vaak een opleiding binnen het middelbaar beroepsonderwijs.

3.7.1 Onderwijspositie op 1 oktober 2021 van personen met verblijfsvergunning asiel verkregen in 2017, naar onderwijssoort en leeftijd
Categorie 1 Geen onderwijs Primair onderwijs Voortgezet onderwijs Mbo Hbo Wo Vertrokken/overleden
5 tot 12 jaar 70 5225 5 0 0 0 65
12 tot 18 jaar 35 775 2445 300 0 0 35
18 tot 23 jaar 960 15 155 1765 90 55 100
23 jaar en ouder 12300 0 5 1080 225 115 375

Toename mbo gestopt

Naarmate statushouders langer in Nederland zijn, stromen zij van het voortgezet onderwijs vooral uit naar het middelbaar beroepsonderwijs en het praktijkonderwijs. Waar er van de personen die in 2014 een verblijfsvergunning asiel ontvingen ongeveer 350 personen (15 procent) praktijkonderwijs of vmbo volgen in 2015, zijn dat er in 2018 ongeveer 1 025 (24 procent). In 2021 is het percentage gedaald naar 15 procent (655 personen). Het lagere deelname percentage wordt veroorzaakt doordat het cohort 2014 inmiddels wat ouder is geworden en uit het onderwijs is gestroomd. Het praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen die beter zijn in het opdoen van praktische kennis dan van theoretische kennis, en moeite hebben om een vmbo-diploma te halen vanwege een leerachterstand op de gebieden taal en rekenen. Statushouders die het voortgezet onderwijs verlaten, stromen met name door naar het middelbaar beroepsonderwijs. Het aandeel statushouders uit 2014 dat een mbo-opleiding volgt is gestegen van 12 procent in 2015 naar 55 procent in 2018 (en iets gedaald naar 47 in 2021). De daling van het aandeel mbo gaat gepaard met een stijging van deelname aan hbo en wo (van 2 naar 12 procent) en in de meest recente jaren ook met een stijging van het aandeel personen die een brugklas of internationale schakelklas volgen. Dit kan verklaard worden door een toename van kinderen uit cohort 2014 die de brugklasleeftijd hebben bereikt.

3.7.2 Onderwijsniveau vanaf voortgezet onderwijs op 1 oktober 2015 tot en met 1 oktober 2021 van personen met verblijfsvergunning asiel verkregen in 2014
Categorie 1 Brugklas/internationale schakelklas Praktijkonderwijs Vmbo Havo/vwo Vavo Mbo Hbo Wo
2015 1525 35 315 85 70 285 30 20
2016 780 175 515 155 130 1010 105 70
2017 250 295 620 225 110 1965 230 125
2018 115 305 715 315 60 2405 285 140
2019 95 285 755 380 45 2275 320 125
2020 315 240 605 455 25 2155 355 125
2021 615 195 460 455 30 2000 355 140

Steeds hoger mbo-niveau

Met betrekking tot het niveau van de mbo-opleiding volgt men in de eerste jaren met name niveau 1 (bijna 80 procent van alle statushouders van het cohort 2016 die mbo volgen in 2017), maar dat verandert geleidelijk naar niveau 2. In oktober 2020 en 2021 volgen er meer statushouders niveau 2 dan niveau 1. Ook de andere niveaus (3 en 4) nemen in aandeel toe, zij het niet zo hard als niveau 2. Relatief gezien volgen veel statushouders uit Eritrea een mbo-opleiding (80 procent van alle onderwijsvolgende Eritrese (cohort 2016) statushouders in 2020). Dat heeft te maken met de leeftijdsverdeling van de statushouders: er zijn relatief veel Eritrese statushouders in de leeftijd van 18 tot 23 jaar.

3.7.3 Mbo-niveau vanaf 1 oktober 2015 tot en met 1 oktober 2021 van personen met een verblijfsvergunning asiel verkregen in 2014, 2015 en 2016
Categorie 1 Categorie 2 MBO-1 MBO-2 MBO-3 MBO-4
2014 2015, 2014 195 60 15 20
2014 2016, 2014 715 200 45 50
2014 2017, 2014 1130 565 115 150
2014 2018, 2014 870 1010 230 300
2014 2019, 2014 505 1015 305 450
2014 2020, 2014 285 915 345 610
2014 2021, 2014 230 750 360 660
2014 , 2014 . . . .
2015 2016, 2015 215 45 5 20
2015 2017, 2015 1305 275 60 125
2015 2018, 2015 1900 1110 220 395
2015 2019, 2015 1380 1760 345 680
2015 2020, 2015 825 1810 490 995
2015 2021, 2015 520 1600 590 1215
2015 , 2015 . . . .
2016 2017, 2016 470 75 20 30
2016 2018, 2016 1705 580 135 220
2016 2019, 2016 1820 1525 290 510
2016 2020, 2016 1160 2000 445 825
2016 2021, 2016 680 1875 595 1165

3.8Inburgering

30 procent van cohort 2014 niet inburgeringsplichtig

De meeste personen die een verblijfsvergunning asiel ontvangen en tussen de 18 en 65 jaar oud zijn, zijn inburgeringsplichtig. Figuur 3.8.1 laat per nationaliteitnoot11 zien hoe het met de inburgeringsplicht staat op 1 oktober 2021, voor iedereen die in 2014 een vergunning ontving. De groep niet-inburgeringsplichtigen betreft vrijwel altijd kinderen tot 18 jaar of personen die 65 jaar of ouder zijn. Zij zijn uitgesloten van de inburgeringsplicht. Een statushouder krijgt een ontheffing als hij of zij een psychische of lichamelijke beperking of een verstandelijke handicap heeft. Ook is het mogelijk om een ontheffing te krijgen als de inburgeraar aangetoond heeft zich voldoende ingespannen te hebben om aan de inburgeringsvereiste te voldoen. Slechts een klein deel van de statushouders uit het cohort 2014 heeft in oktober 2021 het inburgeringsexamen nog niet gehaald: dit gaat om 195 mensen, of 1 procent van alle mensen in het totale vergunningscohort van 2014. Deze personen hebben een overschrijding en krijgen een boete. In totaal 335 statushouders (1,7 procent) van het totale vergunningscohort 2014 hebben nog niet voldaan aan de inburgeringsplicht, maar hebben ook (nog) geen overschrijding. Zij kregen een verlenging van de inburgeringstermijn. Een statushouder kan bijvoorbeeld een verlenging krijgen als hij of zij bezig is met een alfabetiseringscursus, bij zwangerschap of als de aanmelding van het examen is vertraagd. Verlengingen komen het meest voor bij Eritreeërs. Bijna 67 procent van de Eritreeërs die op 1 oktober 2021 nog moesten voldoen aan hun inburgeringsplicht hebben een verlenging gekregen. Voor de totale groep ligt dit percentage op 63 procent.

3.8.1 Inburgeringsstatus van personen met verblijfsvergunning asiel verkregen in 2014, gemeten oktober 2021
Categorie Inburgeringsexamen behaald (WI of NT2) en vrijstelling Ontheffing Geen examen behaald, wel overschrijding Niet inburgeringsplichtig Overleden of vertrokken
Syrië 4735 1765 50 3440 390
Irak 215 165 5 275 35
Afghanistan 250 90 5 205 30
Eritrea 2160 1055 85 380 135
Iran 250 55 15 80 20
Turkije* . . . . .
Overig/onbekend 1070 525 40 1410 345
* Vanwege kleine aantallen geven de gegevens voor Turkije een vertekend beeld. Deze nationaliteit is daarom in deze figuur weggelaten. In het dashboard vindt u wel de cijfers voor Turkije.

96 procent van de inburgeringsplichtigen cohort 2014 heeft voldaan aan de inburgeringsplicht

Wanneer alleen wordt gekeken naar inburgeringsplichtigen (inclusief mensen met ontheffing of vrijstelling), dan heeft 67 procent van het vergunningscohort 2014 in oktober 2021 het inburgeringsexamen behaald of een vrijstelling gekregen. Een vrijstelling kun je bijvoorbeeld krijgen als je een Nederlands diploma hebt van de universiteit, hbo, mbo (vanaf niveau 2), vwo, havo, mavo of vmbo. 28 procent heeft een ontheffing. 3 procent heeft het examen nog niet gehaald, maar heeft nog wel tijd om dat alsnog te doen. 2 procent van de inburgeringsplichtigen heeft het examen nog niet gehaald en heeft daarmee de inburgeringstermijn overschreden. Voor de recentere cohorten liggen de cijfers met geslaagden logischerwijs lager: 66 procent van het vergunningscohort van 2015 en 60 procent van het vergunningscohort van 2016, 38 procent van het vergunningscohort van 2017, 13 procent van het cohort van 2018 en 2 procent van het cohort van 2019 heeft in oktober 2021 het inburgeringsexamen gehaald of een ontheffing of vrijstelling gekregen. Dit komt uiteraard doordat de recentere cohorten minder tijd hebben gehad om het examen te halen. Voor de personen uit de meest recente cohorten is de inburgeringstermijn ook nog niet overschreden in oktober 2021.

3.8.2 Inburgeringsplichtigen (vergunningscohorten 2014 tot en met 2018) die aan hun inburgeringsplicht hebben voldaan (%)
Examen behaald (of vrijstelling) Ontheffing
2014 1 oktober 2015, 2014 0,8 0
2014 1 oktober 2016, 2014 6,7 0,4
2014 1 oktober 2017, 2014 34,4 4,5
2014 1 oktober 2018, 2014 60,6 16,8
2014 1 oktober 2019, 2014 66,5 26,3
2014 1 oktober 2020, 2014 67,2 27,7
2014 1 oktober 2021, 2014 67,5 28,4
2015 1 oktober 2016, 2015 0,1 0
2015 1 oktober 2017, 2015 1,1 0,3
2015 1 oktober 2018, 2015 23,3 4,3
2015 1 oktober 2019, 2015 57 19,5
2015 1 oktober 2020, 2015 64,4 24,7
2015 1 oktober 2021, 2015 66,3 26,7
2016 1 oktober 2017, 2016 0,1 0,1
2016 1 oktober 2018, 2016 4,4 0,4
2016 1 oktober 2019, 2016 36,3 10,9
2016 1 oktober 2020, 2016 54,5 23,1
2016 1 oktober 2021, 2016 59,7 29
2017 1 oktober 2018, 2017 0,4 0,1
2017 1 oktober 2019, 2017 7,1 0,8
2017 1 oktober 2020, 2017 25,2 9,5
2017 1 oktober 2021, 2017 38,2 24,8
2018 1 oktober 2019, 2018 0,6 0,4
2018 1 oktober 2020, 2018 3,7 0,7
2018 1 oktober 2021, 2018 13,1 7,9

Taalniveau vooral A2

Bij het volgen van een inburgeringscursus leren statushouders Nederlands begrijpen, spreken en schrijven op tenminste taalniveau A2. Met dit taalniveau kunnen mensen zich in het dagelijkse leven redden. Statushouders kunnen ook op een hoger taalniveau inburgeren, wanneer zij bijvoorbeeld na hun inburgering willen studeren of werken. Niveau B1 is voor mensen die willen werken of studeren op mbo 3‑niveau of mbo 4‑niveau. Niveau B2 is voor mensen die willen werken of studeren op hbo- of universitair niveau.noot12 Het overgrote deel (86 procent) van de statushouders die in 2014 een verblijfsvergunning heeft gekregen en hun inburgeringsexamen heeft behaald (gemeten op 1 oktober 2021), deed dat op taalniveau A2. 8 procent deed dat op taalniveau B1 en de resterende 6 procent op taalniveau B2.

Onderscheiden naar nationaliteitnoot13 is onder personen met een Syrische en Iraanse nationaliteit het aandeel met een B2 taalniveau (9 procent) relatief hoog. Bijna alle personen met een Eritrese nationaliteit behalen het inburgeringsexamen op A2 taalniveau; slechts 4 procent haalt B1 of B2. Van de cohorten 2015 en 2016 zijn de aandelen statushouders die een A2 niveau halen vergelijkbaar met die van het 2014 cohort. Onder Irakezen en Iraniërs is het aandeel met een B2 taalniveau in het 2015 cohort een paar procenten hoger dan in het 2014 cohort.

3.8.3 Taalniveau op 1 oktober 2021 van personen met verblijfsvergunning asiel verkregen in 2014, 2015 of 2016 naar nationaliteit
Categorie 1 Categorie 2 Niveau A2 Niveau B1 Niveau B2
Syrië '14, Syrië 3780 470 435
Syrië '15, Syrië 7500 890 775
Syrië '16, Syrië 8935 730 700
Irak '14, Irak 180 15 5
Irak '15, Irak 145 10 10
Irak '16, Irak 380 10 10
Afghanistan '14, Afghanistan 180 25 5
Afghanistan '15, Afghanistan 155 20 10
Afghanistan '16, Afghanistan 200 15 10
Eritrea '14, Eritrea 2005