Foto omschrijving: Kringloopwinkel in het gooi. Meisje van 13 jaar past kleren voor de spiegel.

Bijlage

A Beleidsmatige inkomensgrens

In deze bijlage worden enkele resultaten van de beleidsmatige inkomensgrens gepresenteerd. Lopen deze grens en de lage-inkomensgrens ver uiteen? En hoe groot zijn de verschillen in de omvang en de ontwikkeling van armoede volgens deze grenzen?

De beleidsmatige inkomensgrens: drie varianten

Van de in hoofdstuk 1 genoemde beleidsmatige inkomensgrens worden hier drie varianten besproken waarbij het grensbedrag is vastgesteld op respectievelijk 101%, 110% en 120% van het beleidsmatig minimum. Het beleidsmatig minimum wordt door de politiek vastgesteld, de hoogte varieert van jaar tot jaar en is afhankelijk van de samenstelling van het huishouden. In figuur 1 zijn de grenswaarden van de 110%-variant opgenomen voor vier verschillende huishoudenstypen; voor de andere varianten hebben deze grenswaarden uiteraard eenzelfde verloop, maar liggen daarbij respectievelijk op een lager (101%) en hoger (120%) niveau. Voor de vergelijking met de lage-inkomensgrens (die voor alle huishoudenstypen geldt, en een vast koopkrachtbedrag vertegenwoordigt) zijn de grenswaarden met behulp van de CBS-equivalentieschaal (zie CBS, 2004) omgerekend naar een inkomensniveau zoals dat voor alleenstaanden geldt. Voor alleenstaanden tussen 23 jaar en de pensioengerechtigde leeftijd ligt de 110%-variant in de periode 2000–2018 steeds dicht in de buurt van de lage-inkomensgrens. Het aantal alleenstaanden met kans op armoede in deze leeftijdsgroep zal in deze jaren dan ook voor beide armoedegrenzen niet ver uit elkaar lopen. Bij andere groepen vertoont de 110%-variant wel een duidelijk ander verloop dan de lage-inkomensgrens. Voor alleenstaande AOW’ers en eenoudergezinnen met één minderjarig kind lag het grensbedrag in 2000 nog dicht bij dat van de lage-inkomensgrens, maar door de verhoging van het sociaal minimum van deze groepen kwam de 110%-variant van de beleidsmatige inkomensgrens voor deze huishoudenstypen een stuk boven de lage-inkomensgrens te liggen. Paren met één minderjarig kind kwamen volgens de 110%-variant van het sociaal minimum in alle beschouwde jaren lager uit dan de lage-inkomensgrens.

Reële verbetering van het beleidsmatig minimum vergroot verschil in ontwikkeling

Voor het meten van de omvang van armoede worden bij de lage-inkomensgrens en de beleidsmatige inkomensgrens hetzelfde inkomensbegrip en dezelfde onderzoekspopulatie gehanteerd (zie betreffende kaders in hoofdstuk 1). Verschillen in het aantal huishoudens met kans op armoede zijn daardoor volledig toe te schrijven aan de positie van de verschillende inkomensgrenzen ten opzichte van elkaar. Zo lag de 110%-variant van de beleidsmatige inkomensgrens in 2000 nog voor de meeste groepen dicht bij de lage-inkomensgrens, maar kwam deze in de loop der jaren voor enkele grote groepen daarboven te liggen. Terwijl het aandeel huishoudens met kans op armoede voor deze beide grenzen in 2000 dus niet ver uiteen liep, bedroeg dit verschil in 2018 bijna drie procentpunt.

Deze toename van het verschil is als volgt te verklaren. Een reële stijging van het beleidsmatig inkomen leidt (onder verder gelijkblijvende omstandigheden) tot een daling van het aantal huishoudens met kans op armoede volgens de lage-inkomensgrens: door de inkomensstijging zal immers een aantal huishoudens boven deze grens uitkomen. De uitkomst voor beleidsmatige varianten is juist mogelijk tegengesteld. Doordat de beleidsmatige inkomensgrens bij een stijging van het beleidsmatig inkomen zelf ook hoger komt te liggen, kan het aantal huishoudens met kans op armoede volgens deze grens daardoor zelfs toenemen.

Groepen met kans op armoede verschillen in inkomensbron

Niet alleen de omvang van armoede verschilt tussen de diverse armoedegrenzen, maar ook de samenstelling van de groep die onder de armoedegrens leeft. Weliswaar tellen de lage-inkomensgrens en de 110%-variant van de beleidsmatige inkomensgrens globaal een gelijk aantal huishoudens met kans op armoede dat vooral van loon of winst rondkomt, maar stelt de beleidsmatige grens een veel hoger aantal huishoudens met kans op armoede vast dat vooral afhankelijk is van pensioen. De 110%- en 120%-varianten omvatten ook hogere aantallen huishoudens met een uitkering anders dan bijstand. Bij de verschillen in pensioen speelt de hoogte van de AOW een doorslaggevende rol. Het inkomen van huishoudens die uitsluitend afhankelijk zijn van AOW, kwam in 2018 (net als in eerdere jaren) boven de lage-inkomensgrens uit, terwijl deze huishoudens wel tot de beleidsmatige minima gerekend worden. De 110%- en 120%-variant tellen bovendien ook alle huishoudens mee tot de groep met kans op armoede die naast hun AOW geringe aanvullende inkomsten hebben.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

. Gegevens ontbreken
* Voorlopig cijfer
** Nader voorlopig cijfer
x Geheim
Nihil
(Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0 (0,0) Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
2018–2019 2018 tot en met 2019
2018/2019 Het gemiddelde over de jaren 2018 tot en met 2019
2018/’19 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2018 en eindigend in 2019
2016/’17–2018/’19 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2016/’17 tot en met 2018/’19

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

Math Akkermans

Judit Arends

Koos Arts

Nathalie Boot

Wim Bos

Marion van den Brakel

Kai Gidding

Daniël Herbers

Bart Huynen

Lisanne Jong

Rianne Kloosterman

Kim Knoops

Reinder Lok

Jeroen Nieuweboer

Ferdy Otten

Noortje Pouwels-Urlings

Redactie

Marion van den Brakel

Ferdy Otten